4. Mededeling van gemeenschappelijke standpunten van de Raad
De Voorzitter deelt op grond van artikel 57, lid 1 van het Reglement mede de volgende gemeenschappelijke standpunten van de Raad te hebben ontvangen, alsmede de redenen die de Raad hebben geleid tot het vaststellen van deze gemeenschappelijke standpunten, en de standpunten van de Commissie inzake:
- Gemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld op 14 november 2006 met het oog op de aanneming van de beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Jaar van de interculturele dialoog (2008) (14153/2/2006 - C6-0422/2006 - 2005/0203(COD)) verwezen naar ten principale: CULT
- Gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de indiening van statistische gegevens over de aanvoer van visserijproducten in de lidstaten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1382/91 van de Raad (14283/1/2006 - C6-0421/2006 - 2005/0223(COD)) verwezen naar ten principale: PECH
- Gemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld op 14 november 2006 met het oog op de aanneming van het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013) (13241/1/2006 - C6-0420/2006 - 2005/0042B(COD)) verwezen naar ten principale: IMCO
De termijn van drie maanden waarover het Parlement beschikt om zich uit te spreken, gaat bijgevolg morgen, 17.11.2006, in.