De Voorzitter deelt op grond van artikel 61, lid 1, van het Reglement mede het volgende standpunt van de Raad te hebben ontvangen, alsmede de redenen die de Raad hebben geleid tot het vaststellen van dit standpunt, en het standpunt van de Commissie inzake:
- Standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (17427/1/2012 - C7-0051/2013 - 2006/0084(COD)) verwezen naar ten principale: CONT
De termijn van drie maanden waarover het Parlement beschikt om zich uit te spreken, gaat bijgevolg morgen, 15 maart 2013, in.