De Voorzitter deelt op grond van artikel 64, lid 1, van het Reglement mede de volgende standpunten van de Raad te hebben ontvangen, alsmede de redenen die de Raad hebben geleid tot het vaststellen van deze standpunten, en het standpunt van de Commissie inzake:
- Standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1781/2006 (05932/2/2015 - C8-0108/2015 – 2013/0024(COD) - 07767/2015 - COM(2015)0187) verwezen naar ten principale: ECON, LIBE
- Standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (05933/4/2015 - C8-0109/2015 - 2013/0025(COD) - 07768/2015 - COM(2015)0188) verwezen naar ten principale: ECON, LIBE
De termijn van drie maanden waarover het Parlement beschikt om zich uit te spreken, gaat bijgevolg morgen, 1 mei 2015, in.