De Voorzitter deelt op grond van artikel 64, lid 1, van het Reglement mede de volgende standpunten van de Raad te hebben ontvangen, alsmede de redenen die de Raad hebben geleid tot het vaststellen van deze standpunten, en het standpunt van de Commissie inzake:
- Standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 881/2004 (10578/1/2015 - C8-0415/2015 – 2013/0014(COD) - 14524/1/2015 - COM(2016)0036)
verwezen naar ten principale: TRAN
- Standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie (herschikking) (10579/1/2015 - C8-0416/2015 – 2013/0015(COD) - 14525/1/2015 - COM(2016)0035)
verwezen naar ten principale: TRAN
- Standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake veiligheid op het spoor (herschikking) (10580/1/2015 - C8-0417/2015 – 2013/0016(COD) - 14526/1/2015 - COM(2016)0033)
verwezen naar ten principale: TRAN
De termijn van drie maanden waarover het Parlement beschikt om zich uit te spreken, gaat bijgevolg morgen, 5 februari 2016, in.