Ontwerpresoluties, ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement, tot besluit van het debat:
— Róża Gräfin von Thun und Hohenstein, namens de PPE-Fractie, over de opkomst van neofascistisch geweld in Europa (2018/2869(RSP)) (B8-0481/2018);
— Soraya Post, namens de S&D-Fractie, Ana Miranda, Ernest Urtasun, Bodil Valero, Terry Reintke, Ska Keller, Molly Scott Cato, Jordi Solé en Josep-Maria Terricabras, namens de Verts/ALE-Fractie, Eleonora Forenza, Merja Kyllönen, Patrick Le Hyaric, Marie-Pierre Vieu, Marie-Christine Vergiat, Miguel Urbán Crespo, Tania González Peñas, Xabier Benito Ziluaga, Estefanía Torres Martínez, Lola Sánchez Caldentey, Marina Albiol Guzmán, Cornelia Ernst, Sabine Lösing, Kateřina Konečná, Jiří Maštálka, Neoklis Sylikiotis, Takis Hadjigeorgiou, Martin Schirdewan, Stefan Eck, Malin Björk, Ángela Vallina, Marisa Matias, Paloma López Bermejo, Stelios Kouloglou en Dimitrios Papadimoulis, namens de GUE/NGL-Fractie, over de opkomst van neofascistisch geweld in Europa (2018/2869(RSP)) (B8-0482/2018);
— Cecilia Wikström, namens de ALDE-Fractie, over de opkomst van neofascistisch geweld in Europa (2018/2869(RSP)) (B8-0483/2018);
— Kristina Winberg, namens de ECR-Fractie, over de opkomst van neofascistisch geweld in Europa (2018/2869(RSP)) (B8-0486/2018);
— Gilles Lebreton, namens de ENF-Fractie, over de opkomst van neofascistisch geweld in Europa (2018/2869(RSP)) (B8-0488/2018).