Alle stukken betreffende de bekendmaking van de verkiezing van de leden zullen worden toegezonden aan de met het onderzoek van de geloofsbrieven belaste commissie die overeenkomstig artikel 206 van het Reglement moet worden ingesteld.
Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van het Reglement nemen de betrokkenen met volledige rechten zitting in het Parlement en zijn organen zolang de geloofsbrieven nog niet zijn onderzocht of over ingebrachte bezwaren nog niet is beslist. mits zij de schriftelijke verklaring van niet-onverenigbaarheid hebben ondertekend.
Overeenkomstig artikel 7 van de Akte betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen, kunnen leden die functies hebben die niet verenigbaar zijn met het mandaat van lid van het Europees Parlement, hierin geen zitting nemen. De leden die de verklaring van niet-onverenigbaarheid nog niet hebben ondertekend en die nog niet hun volledige rechten genieten, wordt verzocht zulks onverwijld te doen.