De Voorzitter deelt op grond van artikel 63, lid 1, van het Reglement mee het volgende standpunt van de Raad te hebben ontvangen, met een uiteenzetting van de redenen die de Raad hebben geleid tot het vaststellen van dit standpunt, alsook het standpunt van de Commissie over:
- Standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365 en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 - Vastgesteld door de Raad op 17 november 2020 (09644/1/2020 - C9-0376/2020 - 2016/0365(COD)) verwezen naar de bevoegde commissie: ECON
De termijn van drie maanden waarover het Parlement beschikt om zich uit te spreken, gaat bijgevolg morgen, 27 november 2020, in.