“neemt kennis van het voorstel van de Commissie om een nettovermindering van de emissie van broeikasgassen met ten minste 55 % ten opzichte van het niveau van 1990 vast te stellen als klimaatdoelstelling van de EU tegen 2030;”
2e deel
“beklemtoont echter dat het Parlement een hogere doelstelling van 60 % heeft vastgesteld;”
§ 12
1e deel
“is van mening dat, teneinde mogelijke verstoringen van de interne markt en de waardeketen te voorkomen, een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens van toepassing moet zijn op alle ingevoerde producten en grondstoffen die onder het EU-ETS vallen, ook wanneer die in halffabricaten of eindproducten zijn vervat; benadrukt dat in eerste instantie (reeds tegen 2023) en na uitvoering van een effectbeoordeling het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens van toepassing dient te zijn op de elektriciteitssector en op energie-intensieve industriële sectoren”
2e deel
“zoals cement, staal, aluminium, olieraffinage, papier, glas, chemische stoffen en meststoffen, die aanzienlijke gratis emissierechten blijven krijgen en nog steeds goed zijn voor 94 % van de industriële emissies van de EU;”
§ 13
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “wereldwijde” en “individuele”
2e deel
deze woorden
§ 16
1e deel
“is van oordeel dat, teneinde het eventuele risico van koolstoflekkage aan te pakken en tegelijkertijd verenigbaar te zijn met de regels van de WTO, het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens het koolstofgehalte van ingevoerde producten moet belasten op een wijze die een weerspiegeling vormt van de koolstofkosten die EU-producenten betalen; beklemtoont dat koolstofbeprijzing in het kader van het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens een weerspiegeling moet vormen van de dynamische evolutie van de prijs van EU-emissierechten in het kader van het EU-ETS en dat er tegelijkertijd voor moet worden gezorgd dat de koolstofprijs voorspelbaar en minder volatiel is; is van mening dat importeurs emissierechten moeten kopen uit een voorraad emissierechten die niet tot het EU-ETS behoort en waarvan de koolstofprijs overeenstemt met die van het EU-ETS op de transactiedag; onderstreept dat de invoering van het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens slechts een van de maatregelen is om de doelstellingen van de Europese Green Deal te verwezenlijken en gepaard moet gaan met noodzakelijke maatregelen in de niet-ETS-sectoren en met een ambitieuze hervorming van het EU-ETS om ervoor te zorgen dat deze regeling een zinvolle koolstofbeprijzing oplevert die volledig in overeenstemming is met het beginsel dat de vervuiler betaalt, en om bij te dragen tot de noodzakelijke vermindering van de broeikasgasemissies overeenkomstig de geactualiseerde klimaatdoelstelling van de EU voor 2030 en het doel van netto nul broeikasgasemissies in 2050,”
2e deel
“onder meer door een aanpassing van de lineaire reductiefactor, een verlaging van het plafond en een evaluatie van de mogelijke behoefte aan een minimumprijs voor koolstof;”
§ 28
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “een alternatief moet zijn voor de bestaande maatregelen in het EU-recht ter voorkoming van koolstoflekkage in sectoren die onder het EU-ETS vallen, in die zin dat” en “daarom gepaard moet gaan met de gelijktijdige, geleidelijke, snelle en uiteindelijk volledige afschaffing van die maatregelen voor de betrokken sectoren om”
2e deel
“een alternatief moet zijn voor de bestaande maatregelen in het EU-recht ter voorkoming van koolstoflekkage in sectoren die onder het EU-ETS vallen, in die zin dat”
3e deel
“daarom gepaard moet gaan met de gelijktijdige, geleidelijke, snelle en uiteindelijk volledige afschaffing van die maatregelen voor de betrokken sectoren om”
§ 33
1e deel
“schaart zich achter het voornemen van de Commissie om inkomsten uit het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens te gebruiken als nieuwe eigen middelen voor de EU-begroting en verzoekt de Commissie volledige transparantie over het gebruik van deze inkomsten te garanderen;”
2e deel
“wijst er evenwel op dat de rol die het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens in de begroting speelt, slechts een nevenproduct van het instrument mag zijn; is van mening dat deze nieuwe inkomsten moeten leiden tot meer steun voor klimaatactie en de doelstellingen van de Green Deal, zoals de rechtvaardige transitie en het koolstofvrij maken van de Europese economie, alsook tot een toename van de bijdrage van de EU aan internationale klimaatgerelateerde financiering ten gunste van de minst ontwikkelde landen en de kleine eilandstaten in ontwikkeling, die het meest kwetsbaar zijn voor de klimaatverandering, met name om hen te helpen een industrialisatieproces te ondergaan dat op schone en koolstofvrije technologieën is gebaseerd;”
3e deel
“verzoekt de Commissie in haar komende voorstel rekening te houden met de sociale gevolgen van het mechanisme en die zo goed mogelijk te beperken;”
4e deel
“beklemtoont dat de inkomsten uit een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens in geen geval mogen worden gebruikt als verkapte subsidies voor sterk vervuilende Europese industrietakken, aangezien hierdoor de verenigbaarheid van het mechanisme met de WTO in het gedrang zou komen;”
§ 34
1e deel
“herinnert eraan dat het Parlement, de Raad en de Commissie in het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (IIA), zijn overeengekomen in het volgende meerjarig financieel kader (MFK) nieuwe eigen middelen te creëren, waaronder het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens; benadrukt dat het oriënteren van de geldstromen uit het mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens naar de EU-begroting zal helpen om de kwestie van fiscale gelijkwaardigheid op te lossen en zal zorgen voor een billijk verdeelde impact in de lidstaten en een slanke structuur met minimale algemene beheerskosten; concludeert derhalve dat het definiëren van de opbrengsten als eigen middelen van de EU zal zorgen voor een lager aandeel van de bni-bijdragen in de financiering van de EU-begroting en zal helpen om de impact van het CBAM billijk te verdelen onder de lidstaten; is van oordeel dat besparingen op nationaal niveau als gevolg van de lagere bni-bijdragen de lidstaten meer fiscale ruimte zullen geven;”
2e deel
“beklemtoont dat de toepassing van het mechanisme gepaard moet gaan met de afschaffing van milieuschadelijke subsidies voor energie-intensieve bedrijfstakken, met name belastingvrijstellingen en -verminderingen voor het energiegebruik van energie-intensieve sectoren;”
overweging G
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “geen”
2e deel
deze woorden
amendement 4
1e deel
“met het EU-ETS equivalente” en “ingevoerde”
2e deel
schrapping van de woorden: “een alternatief moet zijn voor de bestaande maatregelen in het EU-recht ter voorkoming van koolstoflekkage in sectoren die onder het EU-ETS vallen, in die zin dat”
3e deel
schrapping van de woorden: “daarom gepaard moet gaan met de gelijktijdige, geleidelijke, snelle en uiteindelijk volledige afschaffing van die maatregelen voor de betrokken sectoren om”
Diversen
Tom Vandenkendelaere (PPE-Fractie) is niet langer ondertekenaar van amendement 3.
10. Administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen
amendementen van de bevoegde commissie - stemming en bloc
1-65, 67-76
commissie
HS
+
562, 40, 94
§ 5, alinea 1
66
commissie
HS
+
536, 147, 13
na overweging 2
77
ID
HS
-
87, 584, 23
overweging 3
78
ID
HS
-
58, 586, 50
overweging 8
79
ID
HS
-
97, 578, 19
overweging 15
80
ID
HS
-
94, 589, 11
overweging 25
81
ID
HS
-
87, 591, 15
voorstel van de Commissie
HS
+
568, 63, 64
Verzoeken om aparte stemming
ECR:
amendement 66
11. Zorgvuldigheidsplicht en verantwoordingsplicht voor ondernemingen
Verslag: Lara Wolters (A9-0018/2021) (meerderheid van de leden van het Parlement vereist voor de aanneming van de ontwerpresolutie)
Betreft
am nr.
van
HS, enz.
Stemming
HS/ES - opmerkingen
Amendementen op paragrafen van de ontwerpresolutie
§ 1
§
oorspronkelijke tekst
so
1/HS
+
661, 20, 15
2/HS
+
540, 148, 8
3/HS
+
532, 152, 12
na § 1
12
ID
HS
-
127, 536, 31
§ 6
2
ECR
HS
-
180, 509, 7
§ 9
4
ECR
HS
-
142, 514, 40
3
ECR
HS
-
160, 526, 10
§
oorspronkelijke tekst
so
1/HS
+
666, 14, 16
2/HS
+
528, 155, 13
3/HS
+
515, 168, 12
§ 11
5
ECR
HS
-
168, 511, 16
13
ID
HS
-
158, 528, 6
§ 16
16
PPE, Verts/ALE, S&D, Renew
HS
+
588, 86, 21
§
oorspronkelijke tekst
so
1/HS
↓
2/HS
↓
§ 21
§
oorspronkelijke tekst
so
1/HS
+
589, 80, 26
2/HS
+
620, 43, 32
§ 26
§
oorspronkelijke tekst
so
1/HS
+
621, 39, 35
2/HS
+
603, 74, 17
3/HS
+
606, 79, 10
§ 29
§
oorspronkelijke tekst
HS
-
143, 333, 219
§ 30
6
ECR
HS
-
116, 536, 43
18
S&D, The Left, Renew, Verts/ALE
HS
+
361, 126, 208
na § 34
7
ECR
HS
-
195, 484, 16
overweging O
§
oorspronkelijke tekst
so
1/HS
+
649, 20, 26
2/HS
+
624, 52, 19
overweging R
§
oorspronkelijke tekst
so
1/HS
+
631, 40, 24
2/HS
+
565, 105, 25
overweging W
§
oorspronkelijke tekst
so
1/HS
+
649, 22, 24
2/HS
+
540, 97, 58
Amendementen op bijlage, deel I
art 2, § 2
9S
ECR
HS
-
171, 509, 15
10
ECR
HS
-
142, 514, 39
15
ID
HS
-
158, 528, 7
art 2, na § 3
20
leden
HS
-
224, 460, 10
artikel 3, punt 9
21
leden
HS
-
207, 481, 7
art 4, § 3
§
oorspronkelijke tekst
so
1/HS
+
667, 22, 6
2/HS
+
534, 134, 27
art 4, § 7
22
leden
HS
-
228, 457, 10
art 4, § 8
23
leden
HS
-
207, 469, 19
art 4, § 9
24
leden
HS
-
206, 473, 16
art 10, § 5
§
oorspronkelijke tekst
HS
+
591, 83, 21
art 15, § 1
27
leden
HS
-
149, 510, 36
art 15, § 2
11
ECR
HS
-
168, 524, 3
28
leden
HS
-
119, 530, 46
na art 19
19
S&D, The Left, Renew, Verts/ALE
HS
+
358, 146, 189
overweging 12
§
oorspronkelijke tekst
so
1/HS
+
634, 23, 38
2/HS
+
507, 176, 12
na overweging 12
26
leden
HS
-
244, 445, 6
overweging 17
14
ID
HS
-
167, 522, 4
8
ECR
HS
-
171, 514, 10
25
leden
HS
-
181, 481, 33
§
oorspronkelijke tekst
so
1/HS
+
658, 12, 25
2/HS
+
509, 174, 12
overweging 18
§
oorspronkelijke tekst
so
1/HS
+
652, 10, 33
2/HS
+
520, 147, 28
overweging 19
§
oorspronkelijke tekst
so
1/HS
+
674, 8, 13
2/HS
+
547, 100, 48
overweging 20
17
PPE, Verts/ALE, S&D, Renew
HS
+
649, 26, 20
overweging 25
§
oorspronkelijke tekst
HS
+
546, 91, 57
Amendementen op bijlage, deel II
Bijlage, deel II
§
oorspronkelijke tekst
so
1/HS
-
99, 285, 311
2/HS
-
74, 288, 333
3/HS
-
74, 290, 331
4/HS
-
72, 290, 333
Amendementen op bijlage, deel III
Bijlage, deel III
§
oorspronkelijke tekst
so
1/HS
-
71, 286, 338
2/HS
-
72, 289, 334
3/HS
-
72, 290, 333
Amendementen op overwegingen van de ontwerpresolutie
na overweging G
1
ECR
HS
-
134, 539, 22
ontwerpresolutie (gehele tekst)
HS
+
504, 79, 112
Verzoeken om aparte stemming
PPE:
ontwerpresolutie § 29
ECR:
ontwerpresolutie § 29; Bijlage, deel I: art 10, § 5, overweging 25
Verzoeken om stemming in onderdelen
ID:
ontwerpresolutie
§ 9
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “bindende” en “alsook op alle beursgenoteerde kleine en middelgrote ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen met een hoog risico;”
2e deel
“bindende”
3e deel
“alsook op alle beursgenoteerde kleine en middelgrote ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen met een hoog risico;”
Bijlage, deel I
artikel 4, lid 3
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “of een kmo”
2e deel
deze woorden
ECR:
ontwerpresolutie
overweging O
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “loonverschillen tussen vrouwen en mannen”
2e deel
deze woorden
overweging R
1e deel
gehele tekst zonder het woord: “weinig”
2e deel
dit woord
overweging W
1e deel
“overwegende dat dit debat onder meer tot de vaststelling door de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de OESO en de IAO van kaderregelingen en normen voor passende zorgvuldigheid heeft geleid; overwegende dat het hier echter gaat om vrijwillige normen, die bijgevolg slechts in beperkte mate worden toegepast;”
2e deel
“overwegende dat de wetgeving van de Unie geleidelijk en op constructieve wijze moet voortbouwen op deze kaderregelingen en normen; overwegende dat de Unie en de lidstaten de lopende onderhandelingen om een juridisch bindend VN-instrument inzake transnationale bedrijven en andere ondernemingen met betrekking tot de mensenrechten in het leven te roepen, moeten steunen en eraan moeten meedoen, en dat de Raad de Commissie een mandaat moet verlenen om actief deel te nemen aan deze lopende onderhandelingen;”
§ 1
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “beperkingen hebben en” en “bindende”
2e deel
“beperkingen hebben en”
3e deel
“bindende”
§ 21
1e deel
“dringt erop aan handelsinstrumenten te koppelen aan en de delegaties van de Unie actief te betrekken bij het toezicht op de toepassing van de toekomstige wetgeving inzake passende zorgvuldigheid door EU-ondernemingen die buiten de Unie actief zijn, onder meer door zinvolle gedachtewisselingen te organiseren met en steun te verlenen aan rechthebbenden, lokale gemeenschappen, kamers van koophandel en nationale mensenrechteninstellingen, actoren van het maatschappelijk middenveld en vakbonden;”
2e deel
“verzoekt de Commissie samen te werken met de kamers van koophandel van de lidstaten en nationale mensenrechteninstellingen om online instrumenten en informatie te verschaffen ter ondersteuning van de uitvoering van de toekomstige wetgeving inzake passende zorgvuldigheid;”
§ 26
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “genderongelijkheid” en “en op genderresponsieve wijze”
2e deel
“genderongelijkheid”
3e deel
“en op genderresponsieve wijze”
Bijlage, deel I
overweging 17
1e deel
“De richtlijn moet van toepassing zijn op alle grote ondernemingen waarvoor de wetgeving van een lidstaat geldt, die zijn gevestigd op het grondgebied van de Unie of die actief zijn op de Europese interne markt, ongeacht of het een particuliere onderneming of een staatsbedrijf betreft en ongeacht de economische sector waarin de onderneming actief is, inclusief de financiële sector.”
2e deel
“Deze richtlijn moet ook van toepassing zijn op alle beursgenoteerde en hoogrisico-kmo’s.”
overweging 19
1e deel
“Om aan hun zorgvuldigheidsverplichtingen te voldoen, moeten ondernemingen die eigendom zijn of onder zeggenschap staan van de staat diensten uitbesteden aan ondernemingen die hebben voldaan aan hun zorgvuldigheidsverplichtingen.”
2e deel
“De lidstaten worden aangemoedigd geen staatssteun te verstrekken, ook niet door middel van overheidsfinanciering, overheidsopdrachten, exportkredietinstellingen of leningen met overheidssteun, aan ondernemingen die niet voldoen aan de doelstellingen van deze richtlijn.”
ID, ECR:
ontwerpresolutie
§ 16
1e deel
“benadrukt dat zorgvuldigheidsverplichtingen zorgvuldig moeten worden ontworpen opdat het daarbij gaat om een permanent en dynamisch proces en niet om het afvinken van een lijstje, en dat zorgvuldigheidsstrategieën de dynamische aard van negatieve effecten moeten weerspiegelen; is van mening dat deze strategieën betrekking moeten hebben op alle bestaande en potentiële negatieve effecten op de mensenrechten, het milieu of goed bestuur, hoewel in het kader van een beleid inzake prioriteitstelling rekening moet worden gehouden met de ernst en de waarschijnlijkheid van het negatieve effect; is van mening dat het overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel belangrijk is de bestaande instrumenten en kaders zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen; benadrukt dat de Commissie een gedegen effectbeoordeling moet uitvoeren om de soorten potentiële of daadwerkelijke negatieve effecten in kaart te brengen, om de gevolgen voor het gelijke speelveld op Europees en mondiaal niveau te onderzoeken, met inbegrip van de administratieve lasten voor bedrijven en de positieve gevolgen voor de mensenrechten, het milieu en goed bestuur, en om regels op te stellen die het concurrentievermogen, de bescherming van belanghebbenden en het milieu verbeteren, functioneel zijn en van toepassing zijn op alle actoren op de interne markt,”
2e deel
“met inbegrip van ondernemingen met een hoog risico en beursgenoteerde kleine en middelgrote ondernemingen;”
Bijlage, deel I
overweging 12
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “en alle beursgenoteerde of hoogrisico-kmo’s”
2e deel
deze woorden
overweging 18
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “of een kleine of middelgrote onderneming”
2e deel
deze woorden
PPE, ECR:
Bijlage, deel II
1e deel gehele tekst zonder de woorden: overweging 6, punten 1 en 2
2e deel overweging 6
3e deel punt 1, na § 5
4e deel punt 2, na artikel 26bis
Bijlage, deel III
1e deel gehele tekst zonder de woorden: overweging 5 en punt 1
gehele tekst zonder de woorden: “en intersectionele”
2e deel
deze woorden
overweging J
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “intersectionele discriminatie niet wordt aangepakt”
2e deel
deze woorden
overweging M
1e deel
gehele tekst zonder het woord: “intersectionele”
2e deel
dit woord
overweging Q
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “en intersectionele”
2e deel
deze woorden
overweging V
1e deel
gehele tekst zonder het woord: “intersectionele”
2e deel
dit woord
overweging Y
1e deel
gehele tekst zonder het woord: “intersectionele”
2e deel
dit woord
§ 13
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “minimumloon”
2e deel
deze woorden
§ 20
1e deel
“verzoekt de lidstaten om actieve maatregelen te nemen om te waarborgen dat niemand wordt gediscrimineerd, ook personen met een handicap niet, om overeenkomstig het UNCRPD de toegankelijkheid van werkplekken, het vervoer en de bebouwde omgeving te verzekeren en om te zorgen voor redelijke aanpassingen voor personen met een handicap in alle fasen van werk, van werving tot loopbaanontwikkeling, en voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden en arbeidsrevalidatie; verzoekt de EU-instellingen om dezelfde maatregelen te nemen; verzoekt de lidstaten te waarborgen dat personen met een handicap hun arbeids- en vakbondsrechten op voet van gelijkheid kunnen uitoefenen en dat zij worden beschermd tegen geweld, pesterijen, cyberpesten en intimidatie, met inbegrip van seksuele intimidatie, met name ten aanzien van vrouwen met een handicap;”
2e deel
“dringt daarom bij de lidstaten aan op de ratificatie van het Verdrag van Istanbul, dat een transversaal effect zou hebben op alle EU-wetgeving, met bijzondere aandacht voor vrouwen met een handicap, die met meervoudige discriminatie worden geconfronteerd en kwetsbaarder zijn voor intimidatie op het werk; verzoekt de EU-instellingen om dezelfde maatregelen te nemen;”
§ 35
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “en intersectionele” en “verzoekt de Commissie de toekomstige strategie inzake handicaps te koppelen aan het Europees semester;”
2e deel
“en intersectionele”
3e deel
“verzoekt de Commissie de toekomstige strategie inzake handicaps te koppelen aan het Europees semester;”
§ 39
1e deel
gehele tekst zonder het woord: “intersectionele”
2e deel
dit woord
Renew, PPE:
§ 7
1e deel
“spoort de lidstaten aan om verplichte quota inzake diversiteit op de werkplek in te voeren of deze mogelijkheid te bestuderen, teneinde een inclusieve werkplek te bevorderen, met doeltreffende en evenredige sancties voor niet-naleving; stelt voor om boetes opnieuw te investeren met het oog op inclusie; benadrukt dat dergelijke maatregelen evenredig moeten zijn en dat rekening moet worden gehouden met kleine organisaties;” zonder het woord: “verplichte”
2e deel
“verplichte”
3e deel
“dringt er bij de lidstaten op aan om publieke en private ondernemingen te ondersteunen bij de uitvoering van jaarlijkse diversiteitsplannen met meetbare streefdoelen en periodieke evaluaties, en om werkgevers te ondersteunen bij het aanwerven van personen met een handicap via maatregelen zoals een vrijwillige lijst van, of één loket voor, sollicitanten met een handicap waaruit kandidaten kunnen worden geselecteerd; verzoekt de lidstaten de invoering van quota te combineren met opleidingen voor werkgevers over de inhoud en reikwijdte van de toepasselijke regels; verzoekt de lidstaten om de openbare diensten voor arbeidsvoorziening te belasten met het opstellen van een vrijwillige lijst van werkzoekenden met een handicap, teneinde werkgevers te helpen om aan de diversiteitsquota te voldoen;”
§ 8
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “door een diversiteitsquotum en een specifiek diversiteitsquotum voor de aanwerving van personen met een handicap vast te stellen,”
2e deel
“een diversiteitsquotum en”
3e deel
“een specifiek diversiteitsquotum voor de aanwerving van personen met een handicap,”
artikel 1, § 1, punt 46 van het voorstel van de Commissie - artikel 56 bis, § 6 (Verordening (EG) nr. 1224/2009)
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “en onder de posten 1604 en 1605 van hoofdstuk 16”
2e deel
deze woorden
Renew:
amendement 8
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “of ten minste om het kwartier”
2e deel
deze woorden
amendement 9
1e deel
“Het moet mogelijk zijn om vissersvaartuigen op vrijwillige basis uit te rusten met CCTV-systemen. In dat geval moet deze vaartuigen passende voordelen worden geboden”
2e deel
“zoals de schrapping van punten”
amendement 82
1e deel
“In afwijking van de eerste alinea gelden de volgende uitzonderingen voor ongesorteerde aanlandingen van de kleine pelagische visserij (makreel, haring, horsmakreel, blauwe wijting, evervis, ansjovis, spiering, sardine en sprot) en de industriële visserij (lodde, zandspiering, kever etc.): a) de in dit lid vermelde tolerantiemarges zijn niet van toepassing op vangsten van soorten die aan een van de volgende twee voorwaarden voldoen: i) zij vertegenwoordigen minder dan 1 gewichtspercent van alle aangelande soorten, of ii) hun totale gewicht bedraagt minder dan 100 kg; b) voor lidstaten die een steekproefplan voor de weging van ongesorteerde aanlandingen hebben vastgesteld dat door de Commissie is goedgekeurd, gelden de volgende tolerantiemarges: i) voor de kleine pelagische en de industriële visserij geldt voor de in het visserijlogboek opgenomen ramingen van de in kilogram uitgedrukte hoeveelheden aan boord gehouden vis per soort een tolerantiemarge van 10 % van het totale volume van alle soorten die in het logboek zijn opgenomen; ii) voor andere niet-doelsoorten geldt voor de al dan niet in het visserijlogboek opgenomen ramingen van de in kilogram uitgedrukte hoeveelheden aan boord gehouden vis per soort een tolerantiemarge van 200 kilogram of 1 % van het totale volume van alle soorten die in het logboek zijn opgenomen; en iii) voor de totale hoeveelheid van alle soorten geldt voor de in het visserijlogboek opgenomen ramingen van de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid aan boord gehouden vis een tolerantiemarge van 10 % van het totale volume van alle soorten die in het logboek zijn opgenomen.”
2e deel
“De toegestane tolerantiemarge bedraagt onder geen beding meer dan 20 % per soort.”
amendement 124
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “zoals een verhoging van vangstquota of de vrije keuze van een methode voor de uitoefening van een visserijactiviteit”
2e deel
deze woorden
amendement 341
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “zoals de extra toewijzing van quota of de schrapping van punten”
2e deel
deze woorden
Verts/ALE:
amendement 114
1e deel
“De kapitein van een Unievissersvaartuig, of een vertegenwoordiger van de kapitein, stuurt de in artikel 23 bedoelde informatie zo snel mogelijk en in ieder geval binnen 24 uur nadat de aanlanding is voltooid elektronisch door naar de bevoegde autoriteit van de vlaggenlidstaat in eenzelfde formaat dat op Unieniveau is geharmoniseerd voor alle lidstaten.”
2e deel
“Voor de berekening van de in de eerste alinea bedoelde termijn van 24 uur worden zaterdagen, zondagen en feestdagen buiten beschouwing gelaten.”
3e deel
“Voor de toepassing van dit artikel wordt in het geval van visserijproducten die vanaf de plaats van aanlanding worden vervoerd voordat ze worden gewogen, de aanlanding geacht te zijn voltooid wanneer die visserijproducten zijn gewogen.”
amendement 205
1e deel
“de hoeveelheden van elke vervoerde soort in kilogrammen productgewicht, gespecificeerd naar aanbiedingsvorm van het product en, indien mogelijk, naar het aantal exemplaren en, indien mogelijk, naar de plaatsen van bestemming;”
2e deel
“Een tolerantiemarge van 5 % wordt toegestaan wanneer de af te leggen afstand minder dan 500 km bedraagt of de reistijd vijf uur of minder bedraagt; bij een grotere afstand of langere reistijd wordt een tolerantiemarge van 15 % toegestaan;”
amendement 326
1e deel
“De Commissie evalueert of de elektronische volgsystemen doeltreffend zijn om de naleving van de aanlandingsverplichting te controleren, alsook of ze bijdragen aan het bereiken van de maximale duurzame opbrengst voor de betrokken visbestanden, en dient uiterlijk op [7 jaar na de inwerkingtreding] een verslag in bij de Raad en het Europees Parlement.” (aangeduid als “evaluatie van de doeltreffendheid”)
2e deel
“De bepalingen van dit artikel zijn niet langer van toepassing op [tien jaar na de datum van inwerkingtreding].” (aangeduid als “vervalbepaling”)
S&D:
amendement 49
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “met inbegrip van activiteiten die worden verricht met een boot of vaartuig met kapitein”
2e deel
deze woorden
amendement 125
1e deel
gehele tekst zonder het woord: “tijdelijke”
2e deel
dit woord
amendement 328
1e deel
“In afwijking van de eerste alinea gelden de volgende uitzonderingen voor ongesorteerde aanlandingen van de kleine pelagische visserij (makreel, haring, horsmakreel, blauwe wijting, evervis, ansjovis, spiering, sardine en sprot) en de industriële visserij (onder meer lodde, zandspiering en kever): a) de in dit lid vermelde tolerantiemarges zijn niet van toepassing op vangsten van soorten die aan een van de volgende voorwaarden voldoen: i) zij vertegenwoordigen minder dan 1 gewichtspercent van alle aangelande soorten, of ii) hun totale gewicht bedraagt minder dan 100 kg; b) voor de lidstaten die een door de Commissie goedgekeurd risicogebaseerd steekproefplan voor de weging van ongesorteerde aanlandingen hebben vastgesteld, gelden de volgende tolerantiemarges: i) voor de kleine pelagische en de industriële visserij geldt voor de in het visserijlogboek opgenomen ramingen van de in kilogram uitgedrukte hoeveelheden aan boord gehouden vis per soort een tolerantiemarge van 10 % van het totale volume van alle soorten die in het logboek zijn opgenomen; ii) voor andere niet-doelsoorten geldt voor de al dan niet in het visserijlogboek opgenomen ramingen van de in kilogram uitgedrukte hoeveelheden aan boord gehouden vis per soort een tolerantiemarge van 200 kilogram of 1 % van het totale volume van alle soorten die in het logboek zijn opgenomen; en iii) voor de totale hoeveelheid van alle soorten geldt voor de in het visserijlogboek opgenomen ramingen van de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid aan boord gehouden vis een tolerantiemarge van 10 % van het totale volume van alle soorten die in het logboek zijn opgenomen.”
2e deel
“In afwijking van de eerste alinea geldt voor de ringzegenvisserij op tropische tonijn, voor soorten die vallen onder een door de Commissie goedgekeurd risicogebaseerd steekproefplan, dat de toegestane tolerantie voor de in het visserijlogboek opgenomen raming van de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheden aan boord gehouden vis, voor alle soorten samen, 10 % bedraagt van de totale aangelande hoeveelheden van alle soorten samen;”
ID:
amendement 16
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “uniforme”, “en grondige”, “alle” en “met een passend sanctiestelsel voor niet-naleving”
2e deel
deze woorden
amendement 37
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “of met behulp van andere hulpmiddelen”
2e deel
deze woorden
amendement 150
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “samen met een passend systeem van sancties in het geval van niet-naleving, om aanvragers van die vergunningen informatie te verstrekken over de in dat gebied toe te passen instandhoudingsmaatregelen van de Unie, met inbegrip van vangstbeperkingen en sanctieregelingen”
2e deel
deze woorden
amendement 235
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “of aan de Commissie”
2e deel
deze woorden
amendement 237
1e deel
schrapping van het woord: “CCTV”
2e deel
toevoeging van de woorden: “afkomstig van elektronische toezichtapparatuur”
amendement 260
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “CCTV-systemen (gesloten televisiecircuit) die continu opnemen”
2e deel
deze woorden
artikel 1, § 1, punt 23 van het voorstel van de Commissie - artikel 25 bis, § 1 (Verordening (EG) nr. 1224/2009)
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “een minimumpercentage”
2e deel
deze woorden
artikel 1, § 1, punt 23 van het voorstel van de Commissie - artikel 25 bis, § 4, alinea 1 (Verordening (EG) nr. 1224/2009)
1e deel
“De Commissie kan middels uitvoeringshandelingen nadere regels vaststellen ten aanzien van de voorschriften, de technische specificaties, de installatie en de werking van de elektronische volgsystemen voor de controle van de aanlandingsverplichting,”
2e deel
“met inbegrip van CCTV-systemen die continu opnemen.”
artikel 1, § 1, punt 60 van het voorstel van de Commissie - artikel 74, § 3, letter f (Verordening (EG) nr. 1224/2009)
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “televisiesystemen met gesloten circuit en andere elektronische toezichtapparatuur”
2e deel
deze woorden
Diversen
Amendement 318 is geannuleerd.
Manuel Bompard (Fractie The Left) is niet langer ondertekenaar van amendement 339.
15. Gelijkwaardigheid van in het Verenigd Koninkrijk geproduceerd bosbouwkundig teeltmateriaal ***I
“benadrukt dat de huidige Code van goed administratief gedrag moet worden verbeterd en geactualiseerd”
2e deel
“door een bindende verordening hierover vast te stellen;”
§ 45
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “in het bijzonder als het gaat om schendingen van de rechten die worden gegarandeerd door het Handvest van de grondrechten; verzoekt dit netwerk na te denken over de rol die nationale en regionale ombudsmannen kunnen spelen bij het vergroten van de betrokkenheid van EU-burgers bij het besluitvormingsproces van de EU;”
2e deel
deze woorden
PPE:
§ 20
1e deel
“merkt op dat de Commissie heeft toegezegd veel van de voorstellen van de Europese Ombudsman ten uitvoer te leggen, zoals het verzoek aan personen die naar de particuliere sector overstappen om aanvullende informatie te verstrekken over de organisatie waartoe zij toetreden en meer details over de aard van de beroepsactiviteit die zij gaan uitoefenen; benadrukt dat dergelijke overstappen niet lichtvaardig mogen worden opgevat, aangezien ze tot belangenconflicten kunnen leiden wanneer voormalige ambtenaren een baan bij een bedrijf aanvaarden om te lobbyen voor beleid waarvoor zij eerder wetgeving hebben vastgesteld of waaraan zij hebben gewerkt;”
2e deel
“merkt op dat volgens een recent verslag 99 % van de verzoeken om over te stappen naar de particuliere sector door de Commissie is goedgekeurd, met een weigeringspercentage van slechts 0,62 %, wat wijst op de noodzaak om het toezicht te versterken;”
3e deel
“herinnert eraan dat ethische regels niet louter een formaliteit zijn en door alle instellingen moeten worden nageleefd; dringt er bij de Commissie op aan alle aanbevelingen van de Ombudsman ten uitvoer te leggen, een striktere aanpak van draaideurconstructies te hanteren en de voorgestelde maatregelen door te zetten, met inbegrip van het verbieden van nieuwe activiteiten wanneer er aanwijzingen zijn dat deze activiteit kan indruisen tegen de legitieme belangen van de Commissie, en rechtstreeks en tijdig op zijn website over ethische kwesties alle gerelateerde informatie te publiceren over elk geval van voormalige personeelsleden in een leidinggevende positie die zijn beoordeeld in het kader van de tenuitvoerlegging van het verbod van één jaar op lobbyen of belangenbehartiging;”
ECR, PPE:
§ 17
1e deel
“is ingenomen met het feit dat de Europese Ombudsman naar aanleiding van een in 2019 ingediende klacht over sponsoring tijdens het Roemeense voorzitterschap een duidelijk standpunt heeft ingenomen over de kwestie van sponsoring van het voorzitterschap, aangezien de perceptie van invloed van buitenaf de integriteit van de EU als geheel kan aantasten; neemt kennis van de stappen die de Raad heeft ondernomen naar aanleiding van de aanbeveling van de Ombudsman om de lidstaten richtsnoeren te verstrekken over de kwestie van sponsoring door het voorzitterschap; spoort de Raad aan deze kwestie onverwijld op te volgen;” zonder de woorden “naar aanleiding van een in 2019 ingediende klacht over sponsoring tijdens het Roemeense voorzitterschap”
2e deel
deze woorden
3e deel
“is ingenomen met het besluit van het Duitse voorzitterschap om zich te onthouden van sponsoring, en spoort andere lidstaten aan dit voorbeeld te volgen;”
21. Europees Semester: jaarlijkse strategie voor duurzame groei 2021
gehele tekst zonder de woorden: “structurele hervormingen” en “en structurele hervormingen”
2e deel
deze woorden
§ 11
1e deel
“is van mening dat het Europees Semester 2021 een uitgelezen kans biedt om het nationale ownership te verbeteren, aangezien de lidstaten op maat gesneden RRP’s aan het opstellen zijn om aan hun uiteenlopende behoeften tegemoet te komen; is er in dit verband van overtuigd dat de democratische legitimiteit moet worden gewaarborgd en uiteindelijk moet worden vergroot, met inbegrip van een passende rol voor het Europees Parlement bij de uitvoering van de faciliteit, zoals is vastgelegd in de verordening tot instelling van de RRF; verzoekt de lidstaten, zo nodig met gebruikmaking van het instrument voor technische ondersteuning, de nodige administratieve en monitoringcapaciteit op te bouwen om harde garanties te bieden voor een correct en efficiënt gebruik van de middelen alsook een hoge absorptiecapaciteit;”
2e deel
“herinnert eraan dat de RRP’s onderworpen zijn aan de horizontale eisen van goed economisch bestuur en het algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de Uniebegroting;”
§ 16
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “verantwoorde overheidsfinanciën, sociaal evenwichtige structurele hervormingen die de vooruitzichten op lange termijn verbeteren, en”
2e deel
deze woorden
§ 28
1e deel
“beseft dat de COVID-19-crisis niet zal worden opgelost door het huidige begrotingsbeleid alleen; onderstreept daarom dat het van belang is diepgaande, groeibevorderende, evenwichtige, duurzame, sociaal rechtvaardige en op maat gesneden structurele hervormingen door te voeren om onder meer duurzame en sociaal inclusieve groei en banen te creëren, die het herstel op efficiënte wijze kunnen ondersteunen, de digitale transformatie en groene transitie, hoogwaardige werkgelegenheid, armoedebestrijding en de SDG’s van de VN kunnen ondersteunen, en het concurrentievermogen en de interne markt kunnen stimuleren en zo convergentie en sterkere en duurzame groei in de Unie en de lidstaten in de hand kunnen werken; wijst erop dat het groeipotentieel van met name de economieën van de lidstaten op lange termijn alleen kan worden versterkt door structurele verbeteringen; merkt echter op dat de doeltreffendheid en het welslagen van de afstemming van de beleidsmaatregelen van de lidstaten zullen afhangen van de evaluatie van het stabiliteits- en groeipact en, afhankelijk van het resultaat daarvan, de aanpassing van het pact,”
2e deel
“alsook van meer ownership van de lidstaten bij de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen;”
§ 29
1e deel
“verzoekt de Commissie een begin te maken met de ontwikkeling van een nieuwe klimaatindicator om na te gaan in hoeverre de structuur van de begrotingen van de lidstaten afwijkt van het scenario waarin elk van de nationale begrotingen op de Overeenkomst van Parijs is afgestemd; benadrukt dat deze indicator de lidstaten informatie moet verschaffen over hun traject in het kader van de Overeenkomst van Parijs, opdat Europa in 2050 het eerste klimaatneutrale continent kan worden; verwacht dat de klimaatindicator een referentie zal zijn voor de verschillende beleidslijnen van de EU en dus ook als leidraad zal dienen voor het Europees Semester,”
2e deel
“zonder afbreuk te doen aan het oorspronkelijke doel ervan;”
§ 31
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “met inachtneming van de houdbaarheid van de begroting en degelijke begrotingsregels”
2e deel
deze woorden
§ 35
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “is verheugd dat de Commissie toezicht zal blijven houden op de uitvoering door de lidstaten van de hervormingen die in de landspecifieke aanbevelingen van de voorgaande jaren zijn voorgesteld;”
2e deel
deze woorden
ID:
§ 17
1e deel
“is bezorgd over het effect van de maatregelen ter beheersing van de pandemie op de lage productiviteitsgroei in de EU en de uitgesproken daling van de productiviteitsgroei in de eurozone vóór de pandemie; is van mening dat er een evenwichtige strategie ter bevordering van duurzame groei en een investeringsvriendelijk klimaat moet worden gevolgd, en dat tegelijk de houdbaarheid van de begroting moet worden verbeterd; onderstreept dat er bijzondere nadruk moet worden gelegd op toekomstgerichte investeringen en beleidsmaatregelen,”
2e deel
“met name door de lidstaten die over begrotingsruimte beschikken om te investeren teneinde duurzame en inclusieve groei te bevorderen;”
§ 19
1e deel
“merkt op dat er weliswaar nieuwe uitdagingen met betrekking tot de macro-economische stabiliteit zijn, maar dat de economische en monetaire unie in een veel betere positie verkeert om crises het hoofd te bieden dan tijdens de financiële en economische crisis van 2008;”
2e deel
“is ervan overtuigd dat het bevorderen van een veerkrachtig en duurzaam economisch herstel in overeenstemming met de beleidsdoelstellingen van de EU, waarbij de groene, de rechtvaardige en de digitale transitie centraal staan, een van de belangrijkste onmiddellijke prioriteiten is;”
3e deel
“merkt op dat de middelen om de huidige crisis te boven te komen van dien aard zijn dat – zo lang als nodig – een expansief begrotingsbeleid vereist is;”
§ 20
1e deel
“wijst erop dat de lidstaten die over begrotingsbuffers beschikten, in een veel sneller tempo en zonder de daarmee gepaard gaande kredietkosten budgettaire stimuleringspakketten op poten konden zetten, wat de negatieve sociaal-economische gevolgen van de pandemie heeft helpen verzachten; herhaalt dat het om op toekomstige crises voorbereid te zijn, belangrijk is om de begrotingsbuffers in de loop van de jaren op een maatschappelijk verantwoorde manier aan te vullen;”
2e deel
“dringt er echter bij de lidstaten, de Commissie en de Raad op aan om in reactie op de economische crisis niet in de fouten uit het verleden te vervallen;”
3e deel
“deelt de mening van het Europees Begrotingscomité dat een snelle ombuiging van het begrotingsbeleid niet raadzaam is voor het herstel;”
Verts/ALE:
§ 24
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “onderstreept dat” en “alle lidstaten momenteel verplicht zijn het stabiliteits- en groeipact na te leven; erkent dat de algemene ontsnappingsclausule noch de procedures van het stabiliteits- en groeipact, noch de begrotingsregels van de EU opschort;”
2e deel
deze woorden
§ 37
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “benadrukt dat openbare investeringen beperkt zijn, aangezien zij schaarse middelen vormen die grotendeels door de belastingbetalers worden gefinancierd;”
2e deel
deze woorden
The Left, ID:
§ 21
1e deel
“neemt er nota van dat de Commissie voornemens is in 2021 aanbevelingen te doen over de begrotingssituatie van de lidstaten, zoals beoogd in het stabiliteits- en groeipact; wijst erop dat het kader voor economisch bestuur ook rekening moet houden met de huidige economische realiteit en moet sporen met de beleidsprioriteiten van de EU, en tegelijk moet zorgen voor een betere naleving van de begrotingsregels, die eenvoudiger, duidelijk en praktisch moeten zijn, en die zullen worden geëvalueerd en afhankelijk van het resultaat zullen worden aangepast;”
2e deel
“pleit voor een meer pragmatische aanpak en onderstreept dat ervoor moet worden gezorgd dat het kader in economisch gunstige tijden strikter en in economisch slechte tijden flexibeler is;” zonder de woorden “strikter en in economisch slechte tijden”
3e deel
deze woorden
The Left, Renew:
§ 13
1e deel
“wijst erop dat de ongekende economische recessie in 2020 en de maatregelen die in reactie op de pandemie zijn genomen, de overheidsschuldquote van EU in 2020 naar een nieuwe piek van ongeveer 93,9 % (101,7 % in de eurozone) zullen stuwen, en dat voor 2021 een verdere stijging tot ongeveer 94,6 % ( (102,3 % in de eurozone) wordt voorspeld; benadrukt dat er grote onzekerheid blijft bestaan en dat de economische vooruitzichten sterk afhangen van de snelheid waarmee de pandemie kan worden overwonnen; heeft ook begrepen dat een schuldenlast van die omvang houdbaar als de economische groei voldoende groot is;”
2e deel
“wijst nogmaals op het belang van de houdbaarheid van de overheidsschuld op lange termijn;”
3e deel
“merkt op dat veel lidstaten de huidige crisis zijn ingegaan in een zwakke begrotingspositie, die door de pandemie nog slechter wordt;”
22. Europees Semester: sociale en werkgelegenheidsaspecten in de jaarlijkse strategie voor duurzame groei 2021
gehele tekst zonder de woorden: “de nodige veranderingen in het economisch bestuur voor te stellen die” en “ervoor zullen behoeden dat zij de gevolgen van eventuele toekomstige aanpassingsprogramma’s moeten dragen;”
2e deel
deze woorden
§ 27
1e deel
“verzoekt de Commissie en de Raad hun uiterste best te doen om belastingontduiking en ‑ontwijking te bestrijden”
2e deel
“en de schadelijke belastingpraktijken die sommige lidstaten toepassen, effectief tegen te gaan;”
PPE:
§ 5
1e deel
“benadrukt dat het Parlement beter moet worden betrokken bij het proces van het Europees Semester, met inbegrip van de landspecifieke aanbevelingen; wijst op de belangrijke rol van een inclusievere sociale dialoog met de sociale partners, het maatschappelijk middenveld, jongerenorganisaties en lokale en regionale overheden over het uitwerken van het Europees Semester;”
2e deel
“benadrukt dat een doeltreffende, transparante, alomvattende, resultaatgerichte en prestatiegerichte sociale traceringsmethode – die voor de herstel- en veerkrachtfaciliteit moet worden ontwikkeld – het Europees Semester zal verbeteren door beter rekening te houden met sociale, gender- en milieuproblemen en deze op gelijke voet te plaatsen met begrotingscoördinatie, en door bijvoorbeeld meer aandacht te besteden aan agressieve fiscale planning, armoedebestrijding, gendergelijkheid, sociale rechtvaardigheid, sociale cohesie en opwaartse convergentie;”
§ 8
1e deel
“heeft begrepen dat de lidstaten maatregelen inzake sociale en territoriale samenhang, kinderen en jongeren in hun nationale herstelplannen moeten opnemen om toegang te krijgen tot het fonds; merkt op dat er in de RRF-verordening geen expliciete sociale mijlpalen en streefcijfers zijn vastgesteld en geen middelen daarvoor zijn gereserveerd, maar dat de Commissie overeenkomstig de aangenomen verordening de gemeenschappelijke indicatoren moet vaststellen die moeten worden gebruikt voor de voortgangsrapportage en de monitoring en evaluatie van de faciliteit, en een methode moet vaststellen voor de rapportage over sociale uitgaven, ook voor kinderen en jongeren, in het kader van de faciliteit; wijst op het bijzondere belang van indicatoren met betrekking tot de uitvoering van de beginselen van de EPSR, hoogwaardige werkgelegenheid, opwaartse sociale convergentie, gelijkheid van en toegang tot kansen en sociale bescherming, onderwijs en vaardigheden, en investeringen in toegang en kansen voor kinderen en jongeren met betrekking tot onderwijs, gezondheid, voeding, banen en huisvesting, overeenkomstig de doelstellingen van de kindergarantie en de jongerengarantie;”
2e deel
“vraagt de Commissie deze indicatoren in het kader van de dialoog voor herstel en veerkracht samen met het Europees Parlement, de sociale partners en het maatschappelijk middenveld vast te stellen in overeenstemming met de indicatoren die het Europees Parlement in zijn resolutie over een sterk sociaal Europa voor rechtvaardige transities heeft vastgesteld, ter beoordeling van de investeringen in en hervormingen van de NRRP’s alsmede de voorgestelde maatregelen om ervoor te zorgen dat er vooruitgang wordt geboekt met deze doelstellingen;”
§ 12
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “gratis” en “gratis” (twee keer)
2e deel
deze woorden
§ 28
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “de gendergelijkheidsindex op te nemen als een van de instrumenten van het Europees Semester en” en “verzoekt de Commissie de wetgeving, het beleid en de praktijk inzake de bestrijding van discriminatie strenger toe te passen om discriminatie op alle gronden, met inbegrip van zigeunerhaat, effectief tegen te gaan, en bij de uitvoering van de herstelmaatregelen het sociale, geestelijke, culturele en fysieke welzijn te waarborgen;”
2e deel
“de gendergelijkheidsindex op te nemen als een van de instrumenten van het Europees Semester en”
3e deel
“verzoekt de Commissie de wetgeving, het beleid en de praktijk inzake de bestrijding van discriminatie strenger toe te passen om discriminatie op alle gronden, met inbegrip van zigeunerhaat, effectief tegen te gaan, en bij de uitvoering van de herstelmaatregelen het sociale, geestelijke, culturele en fysieke welzijn te waarborgen;”
§ 29
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “met inbegrip van wetgevingsinitiatieven”, “het recht om offline te zijn” en “alsmede maatregelen die zorgen voor stabiele contracten, fatsoenlijke lonen, dekking door collectieve onderhandelingen en een basisniveau van sociale bescherming, waaronder fatsoenlijke pensioenen die boven de armoedegrens liggen; verzoekt de Commissie deze indicatoren op te nemen in de richtsnoeren voor de beoordeling van de sociale vooruitgang in de NRRP’s; wijst erop dat arbeidsmarkthervormingen in het kader van de NRRP’s moeten stroken met de verwezenlijking van deze doelstellingen;”
2e deel
“met inbegrip van wetgevingsinitiatieven”
3e deel
“het recht om offline te zijn”
4e deel
“alsmede maatregelen die zorgen voor stabiele contracten, fatsoenlijke lonen, dekking door collectieve onderhandelingen en een basisniveau van sociale bescherming, waaronder fatsoenlijke pensioenen die boven de armoedegrens liggen; verzoekt de Commissie deze indicatoren op te nemen in de richtsnoeren voor de beoordeling van de sociale vooruitgang in de NRRP’s; wijst erop dat arbeidsmarkthervormingen in het kader van de NRRP’s moeten stroken met de verwezenlijking van deze doelstellingen;”
§ 35
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “door gendermainstreaming te integreren”, “is verheugd over het voornemen van de Commissie om bindende maatregelen inzake loontransparantie in te voeren, met inbegrip van een index voor gelijke beloning van mannen en vrouwen;” en “verzoekt de lidstaten de onderhandelingen in de Raad over de richtlijn inzake vrouwelijke bestuurders uit het slop te halen;”
2e deel
“door gendermainstreaming te integreren”
3e deel
“is verheugd over het voornemen van de Commissie om bindende maatregelen inzake loontransparantie in te voeren, met inbegrip van een index voor gelijke beloning van mannen en vrouwen;”
4e deel
“verzoekt de lidstaten de onderhandelingen in de Raad over de richtlijn inzake vrouwelijke bestuurders uit het slop te halen;”
overweging R
1e deel
“overwegende dat de gevolgen van COVID-19 zijn versterkt door reeds bestaande ongelijkheden die de afgelopen tien jaar al verder waren toegenomen;”
2e deel
“overwegende dat bezuinigingen op overheidsdiensten naar aanleiding van de mondiale financiële crisis ertoe hebben bijgedragen dat de ongelijkheden met betrekking tot gezondheidsbehoeften zijn toegenomen;”
overweging V
1e deel
“overwegende dat de inkomensongelijkheid in de EU nog altijd groot is;”
2e deel
“overwegende dat belastingconcurrentie en loonkostenconcurrentie schadelijk zijn voor de interne markt en voor de cohesie tussen de lidstaten;”
3e deel
“overwegende dat weldoordachte progressieve belasting- en uitkeringsstelsels, sociale investeringen en de verstrekking van hoogwaardige openbare en sociale diensten essentiële hefbomen zijn om te voorkomen dat achterstanden van generatie op generatie worden doorgegeven;”
overweging Z
1e deel
“overwegende dat wij ons op een kritiek moment in onze geschiedenis bevinden”
2e deel
“en dat het idee dat economische groei automatisch in alle sectoren van de samenleving doorwerkt niet meer breed gedragen wordt; overwegende dat de middenklasse steeds verder uitdunt, handarbeiders, laagopgeleiden en platformwerkers in toenemende mate te maken krijgen met precaire arbeidsomstandigheden en in armoede verkeren ondanks hun werk en dat er sprake is van een toenemende polarisatie op het gebied van inkomen en welvaart;”
3e deel
“overwegende dat de culturele en de creatieve sector en de toeristische sector, met inbegrip van de evenementensector en de sector podiumkunsten, het cultureel toerisme en het immaterieel cultureel erfgoed, kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s), zelfstandigen en lokale en familiebedrijven, zwaar getroffen zijn door de maatregelen ter beperking van de verspreiding van COVID-19;”
Renew, PPE:
§ 31
1e deel
“benadrukt dat de sociale dialoog en collectieve onderhandelingen essentiële instrumenten zijn om werkgevers en vakbonden te helpen billijke lonen en arbeidsvoorwaarden vast te stellen, en dat sterke stelsels voor collectieve onderhandelingen de veerkracht van de lidstaten in tijden van economische crisis vergroten; is ervan overtuigd dat een democratisch, veerkrachtig en sociaal rechtvaardig herstel gebaseerd moet zijn op sociale dialoog, met inbegrip van collectieve onderhandelingen; herhaalt zijn standpunt dat de lidstaten maatregelen moeten nemen om een hoge percentage georganiseerde werknemers te bevorderen en de afname van de dekkingsgraad van collectieve onderhandelingen te keren; wijst erop dat het van belang is ervoor te zorgen dat werknemers in de EU worden beschermd door adequate minimumlonen, de wet of collectieve overeenkomsten, zodat ze, ongeacht waar ze werken, een fatsoenlijke levensstandaard genieten;”
2e deel
“is in dit verband ingenomen met het voorstel van de Commissie voor een richtlijn betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie, waarmee wordt beoogd de dekking van collectieve onderhandelingen te vergroten en ervoor te zorgen dat werknemers in de Europese Unie worden beschermd door minimumlonen die op een toereikend niveau zijn vastgesteld;”
§ 44
1e deel
“verzoekt de Commissie een instrument voor te stellen waarmee de gevolgen van asymmetrische schokken op de lange termijn doeltreffend kunnen worden opgevangen, zoals een adequate en praktisch uitvoerbare werkloosheids(her)verzekeringsregeling die de nationale stelsels kan ruggensteunen wanneer een deel van de EU een tijdelijke economische schok doormaakt;”
2e deel
“benadrukt dat het van het grootste belang is om investeringen en de toegang tot financiering in de EU te bevorderen om kmo’s met solventieproblemen te helpen, hoogwaardige werkgelegenheid te creëren in strategische sectoren en de territoriale, economische en sociale cohesie in de EU te bevorderen; wijst erop dat het nieuwe Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering kan worden ingezet om de gevolgen van de COVID-19-crisis voor de werkgelegenheid te verzachten; verzoekt de lidstaten daarom snel financieringsaanvragen bij de Commissie in te dienen om EU-werknemers die als gevolg van COVID-19 hun baan zijn kwijtgeraakt, te ondersteunen bij hun bij- of omscholing en hun re-integratie op de arbeidsmarkt;”
Diversen
Erratum: alle taalversies.
23. Situatie in het oosten van de Democratische Republiek Congo en de moord op de Italiaanse ambassadeur Luca Attanasio en zijn gevolg
“roept de EU-lidstaten op alle bilaterale financiële steun aan de Cambodjaanse regering op te schorten en zich in plaats daarvan te richten op maatschappelijke organisaties”
2e deel
“en oppositiepartijen;”
PPE:
§ 6
1e deel
“dringt er bij de Cambodjaanse regering op aan alle repressieve wetten in te trekken, met inbegrip van de recente decreten en wetsontwerpen voor de digitale ruimte die de regering in staat stellen het online toezicht, de censuur en de controle op het internet uit te breiden,”
2e deel
“alsmede alle recente wijzigingen van de grondwet, het wetboek van strafrecht, de wet inzake politieke partijen, de vakbondswet, de wet inzake ngo’s en alle andere wetten die de vrijheid van meningsuiting en de politieke vrijheden beperken en die niet volledig in overeenstemming zijn met de verplichtingen van Cambodja en de internationale normen;”
§ 17
1e deel
“verzoekt de EDEO en de lidstaten toe te zien op de mensenrechtensituatie in Cambodja en te handelen in volledige overeenstemming met het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie en de EU-richtsnoeren over mensenrechtenverdedigers;”
2e deel
“verzoekt de EU-delegatie in Phnom Penh en de ambassades van de lidstaten toezicht te houden op de processen en gevangenisbezoeken af te leggen;”
gehele tekst zonder de woorden: “en de onlangs vastgestelde verordening betreffende de bescherming van de begroting van de Unie in geval van fundamentele tekortkomingen op het gebied van de rechtsstaat in de lidstaten”
2e deel
deze woorden
Diversen
Magdalena Adamowicz (PPE-Fractie) ondersteunt ook de gezamenlijke ontwerpresolutie B9-0166/2021.
gehele tekst zonder de woorden: “is ingenomen met het voornemen van de Commissie om in de eerste helft van 2021 een duurzamer wetgevingskader ter bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen voor te stellen;”
2e deel
deze woorden
§ 14
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “en niet alleen tegen het gevaar het onderwerp te worden van illegale inhoud of tegen schadelijke inhoud;”
2e deel
deze woorden
ID:
§ 2
1e deel
gehele tekst zonder de woorden: “ongeacht zijn etnische afkomst, geslacht, nationaliteit of sociale en economische achtergrond, bekwaamheid of migratie- of verblijfsstatus,”
2e deel
deze woorden
PPE, ID:
§ 23
1e deel
“roept de EU, haar agentschappen en de lidstaten op een einde te maken aan staatloosheid bij kinderen, zowel binnen als buiten de EU, onder meer door eerstelijnsfunctionarissen beter in staat te stellen staatloosheid in een migratie- en asielcontext op te sporen, te registreren en er adequaat op te reageren,”
2e deel
“universele toegang tot geboorteregistratie en -certificering te bevorderen en te waarborgen, ongeacht de status van de ouders, met inbegrip van LHBTIQ+-gezinnen, wettelijke waarborgen in te voeren, te verbeteren en toe te passen om staatloosheid van kinderen te voorkomen, en op kinderrechten gebaseerde staatsloosheidsbepalingsprocedures in te voeren en te verbeteren om te voldoen aan de internationale verplichtingen ten aanzien van staatlozen in een migratiecontext, in overeenstemming met het belang van het kind en zijn recht op nationaliteitsbepaling;” zonder de woorden “met inbegrip van LHBTIQ+-gezinnen”