GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de voortzetting van de financiële en militaire steun van de EU-lidstaten aan Oekraïne
18.9.2024 - (2024/2799(RSP))
ter vervanging van de volgende ontwerpresoluties:
B10‑0028/2024 (Verts/ALE)
B10‑0031/2024 (S&D)
B10‑0033/2024 (Renew)
B10‑0036/2024 (PPE)
B10‑0039/2024 (ECR)
Michael Gahler, Andrzej Halicki, Sebastião Bugalho, David McAllister, Siegfried Mureşan, Željana Zovko, Andrius Kubilius, Pekka Toveri, Rasa Juknevičienė, Isabel Wiseler‑Lima, Antonio López‑Istúriz White, Nicolás Pascual De La Parte, Mika Aaltola, Wouter Beke, Gheorghe Falcă, Niclas Herbst, Sandra Kalniete, Marcin Kierwiński, Łukasz Kohut, Ondřej Kolář, Vangelis Meimarakis, Danuše Nerudová, Ana Miguel Pedro, Hélder Sousa Silva, Davor Ivo Stier, Michał Szczerba, Alice Teodorescu Måwe, Ingeborg Ter Laak, Riho Terras, Matej Tonin, Inese Vaidere
namens de PPE-Fractie
Yannis Maniatis, Sven Mikser
namens de S&D-Fractie
Aurelijus Veryga, Adam Bielan, Mariusz Kamiński, Tobiasz Bocheński, Roberts Zīle, Michał Dworczyk, Veronika Vrecionová, Jadwiga Wiśniewska, Ondřej Krutílek, Reinis Pozņaks, Rihards Kols, Sebastian Tynkkynen, Małgorzata Gosiewska, Assita Kanko
namens de ECR-Fractie
Helmut Brandstätter, Petras Auštrevičius, Dan Barna, Benoit Cassart, Olivier Chastel, Bart Groothuis, Karin Karlsbro, Ľubica Karvašová, Ilhan Kyuchyuk, Nathalie Loiseau, Urmas Paet, Eugen Tomac, Hilde Vautmans, Lucia Yar, Dainius Žalimas
namens de Renew‑Fractie
Sergey Lagodinsky, Markéta Gregorová
namens de Verts/ALE-Fractie
Hanna Gedin, Jonas Sjöstedt, Li Andersson, Jussi Saramo, Merja Kyllönen, Per Clausen
Resolutie van het Europees Parlement over de voortzetting van de financiële en militaire steun van de EU-lidstaten aan Oekraïne
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Oekraïne en Rusland sinds 1 maart 2022, met name die van 17 juli 2024 over de noodzaak van blijvende steun van de EU aan Oekraïne[1],
– gezien het Handvest van de Verenigde Naties, de Verdragen van Den Haag, de Verdragen van Genève en de aanvullende protocollen daarbij, en het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof,
– gezien het verslag van 14 februari 2024 van de Wereldbank, de regering van Oekraïne, de Europese Commissie en de Verenigde Naties getiteld “Ukraine – Third Rapid Damage and Needs Assessment (RDNA3) February 2022 ‑ December 2023”,
– gezien Verordening (EU) 2024/792 van het Europees Parlement en de Raad van 29 februari 2024 tot vaststelling van de faciliteit voor Oekraïne[2],
– gezien de conclusies van de Europese Raad en de gezamenlijke steunverklaring voor Oekraïne van 12 juli 2023,
– gezien de gezamenlijke toezeggingen op het gebied van veiligheid van de Europese Unie en Oekraïne van 27 juni 2024,
– gezien de verklaring van de ministers van Buitenlandse Zaken van Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk van 10 september 2024 over de overdracht van ballistische raketten door Iran aan Rusland,
– gezien het strategisch concept 2022 van de NAVO,
– gezien artikel 136, leden 2 en 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat Rusland sinds 24 februari 2022 een illegale, niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog tegen Oekraïne voert, in het verlengde van eerdere agressies die sinds 2014 hebben plaatsgevonden, waaronder de annexatie van de Krim en de daaropvolgende bezetting van delen van de regio’s Donetsk en Loehansk, en dat het de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties blijft schenden door zijn aanvallen tegen de soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit van Oekraïne en door het internationaal humanitair recht, zoals vastgelegd in de Conventies van Genève van 1949, schaamteloos en op grove wijze te schenden;
B. overwegende dat de Algemene Vergadering van de VN in haar resolutie van 2 maart 2022 de Russische oorlog tegen Oekraïne onmiddellijk heeft aangemerkt als een daad van agressie die in strijd is met artikel 2, lid 4, van het VN-Handvest, en in haar resolutie van 14 november 2022 heeft erkend dat de Russische Federatie ter verantwoording moet worden geroepen voor haar aanvalsoorlog en juridisch en financieel aansprakelijk moet worden gesteld voor haar internationaal onrechtmatig handelen en daarbij ook alle veroorzaakte schade dient te vergoeden;
C. overwegende dat het Internationaal Strafhof (ICC) verschillende aanhoudingsbevelen heeft uitgevaardigd tegen Russische functionarissen die verantwoordelijk zijn voor oorlogsmisdaden, namelijk aanvallen op burgerobjecten, onrechtmatige deportatie van de bevolking en onrechtmatige overbrenging van de bevolking van bezette gebieden van Oekraïne naar de Russische Federatie, ten nadele van Oekraïense kinderen; overwegende dat Mongolië in september 2024 het arrestatiebevel van het ICC tegen Vladimir Poetin niet ten uitvoer heeft gelegd;
D. overwegende dat Oekraïne en zijn burgers onwrikbare vastberadenheid hebben getoond door hun land met succes te verdedigen, ondanks de hoge prijs in burger- en militaire slachtoffers; overwegende dat de Russische strijdkrachten blijven doorgaan met het uitvoeren van systematische en willekeurige aanvallen op woongebieden en civiele infrastructuur in Oekraïne waarbij duizenden Oekraïense burgers om het leven zijn gekomen, gedwongen deportaties en verdwijningen, onder andere van kinderen, het illegaal gevangennemen en folteren van Oekraïense burgers, het executeren van Oekraïense burgers, soldaten en krijgsgevangenen en het plegen van terreurdaden in het hele land, onder meer met gebruikmaking van seksueel geweld en massale verkrachting als oorlogswapen; overwegende dat als gevolg van de Russische aanvalsoorlog miljoenen Oekraïners nog steeds op de vlucht zijn, zowel binnen als buiten Oekraïne;
E. overwegende dat Rusland op 24 augustus 2024 zijn meest intensieve reeks luchtbombardement tegen Oekraïne is gestart waarbij grote aantallen ballistische raketten, zweefbommen, drones en andere wapens worden gelanceerd tegen Charkiv, Kyiv, Poltava, Soemy, Odessa en Lviv, alwaar door een recente drone- en raketaanval op slechts 70 km van de Poolse grens zeven burgers zijn omgekomen; overwegende dat Rusland tot 80 % van de energie-infrastructuur van het land heeft beschadigd of vernietigd, waardoor de komende wintermaanden in Oekraïne een ernstige humanitaire crisis dreigt te ontstaan; overwegende dat dergelijke systematische aanvallen overeenkomstig het internationaal recht oorlogsmisdaden zijn;
F. overwegende dat de Oekraïense president Volodymyr Zelensky heeft verklaard dat op 12 september 2024 een bulkschip dat met tarwe onderweg was naar Egypte in de Zwarte Zee is getroffen door een Russische raket, waardoor voedselzekerheid opnieuw tot doelwit is geworden; overwegende dat Russische drones en raketten die gericht zijn tegen Oekraïne steeds vaker het luchtruim van de EU en de NAVO schenden, waardoor burgers in onze oostelijke regio’s in gevaar komen;
G. overwegende dat de humanitaire situatie in Oekraïne, met name in de buurt van de frontlinies, steeds kritieker wordt; overwegende dat volgens de VN tienduizenden Oekraïners door de recente Russische aanvallen op kritieke civiele infrastructuur niet langer toegang hebben tot essentiële diensten en dat meer dan 14,6 miljoen mensen, ongeveer 40 % van de Oekraïense bevolking, in 2024 humanitaire hulp nodig zullen hebben; overwegende dat de in mei toegenomen vijandelijkheden in de oblast Charkiv tevens de omvangrijkste ontheemding van de bevolking hebben veroorzaakt die sinds 2023 in Oekraïne heeft plaatsgevonden; overwegende dat de VN meldt dat, als gevolg van een tekort aan financiële middelen, humanitaire hulpverleners momenteel niet in staat zijn volledig tegemoet te komen aan de kritieke behoeften in het land; overwegende dat het voortduren van het conflict ertoe zal leiden dat deze dringende behoeften gedurende de komende maanden zullen aanhouden en verergeren; merkt op dat de vernietiging van infrastructuur in Oekraïne rampzalige gevolgen heeft voor de gezondheid van vrouwen, die vaak de verpleeg-, medische en zorgtaken verrichten;
H. overwegende dat Hongarije een decreet heeft uitgevaardigd dat in strijd is met de richtlijn tijdelijke bescherming[3], op grond waarvan door de staat gefinancierde opvang van vluchtelingen uit West-Oekraïne wordt geschrapt, waardoor vele mensen, voornamelijk vrouwen en kinderen, dakloos zijn geworden;
I. overwegende dat volgens de nieuwste raming in de door de regering van Oekraïne, de Wereldbankgroep, de Commissie en de Verenigde Naties gepubliceerde gezamenlijke snelle beoordeling van de schade en de behoeften (RDNA3), de totale kosten van wederopbouw en herstel in Oekraïne in de tien jaar met ingang van 31 december 2023 ten minste 486 miljard USD zullen bedragen, waarbij dit bedrag een jaar geleden werd geschat op 411 miljard USD;
J. overwegende dat de EU en haar lidstaten tot dusver meer dan 100 miljard EUR hebben bijgedragen aan financiële, humanitaire, vluchtelingen- en militaire bijstand aan Oekraïne; overwegende dat de EU in 2022 en 2023 meer dan 25 miljard EUR aan macrofinanciële steun aan Oekraïne heeft verstrekt en de faciliteit voor Oekraïne heeft ingesteld, een specifiek financieel instrument dat de EU in staat stelt om Oekraïne in de periode van 2024 tot 2027 tot 50 miljard EUR aan voorspelbare en flexibele financiële steun te verlenen; overwegende dat de EU in juli 2024 haar eerste regelmatige betaling van ongeveer 4,2 miljard EUR heeft verricht in het kader van de onlangs ingestelde faciliteit voor Oekraïne; overwegende dat deze betaling werd voorafgegaan door overbruggings- en voorfinancieringssteun voor een totaalbedrag van 12,2 miljard EUR sinds de oprichting van de faciliteit in maart 2024;
K. overwegende dat Rusland zijn eigen militaire uitgaven en productie in 2024 aanzienlijk heeft verhoogd; overwegende dat Rusland ook de munitievoorraad van Belarus gebruikt en van verschillende landen militaire steun ontvangt, met name Iran en Noord-Korea; overwegende dat er berichten zijn waaruit blijkt dat China Rusland aanzienlijke bijstand verleent om zijn militaire capaciteiten te versterken, en daarbij verder gaat dan technologieën voor tweeërlei gebruik; overwegende dat Iran volgens overheidsbronnen onlangs ballistische korteafstandsraketten van het type Fath-360 aan Rusland heeft geleverd; overwegende dat Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk een nieuwe reeks sancties tegen Iran hebben aangekondigd;
L. overwegende dat de EU en haar lidstaten, samen met internationale partners en NAVO-bondgenoten, Oekraïne militaire steun blijven verlenen om het land te helpen bij de uitoefening van zijn legitieme recht op zelfverdediging tegen Ruslands aanvalsoorlog in overeenstemming met artikel 51 van het VN-Handvest; overwegende dat de militaire bijstandsmissie van de Europese Unie ter ondersteuning van Oekraïne (EUMAM Ukraine) tot nu toe circa 60 000 leden van de Oekraïense strijdkrachten heeft opgeleid zowel inzake verbonden wapens als in de vorm van gespecialiseerde training; overwegende dat de NAVO zal zorgen voor een jaarlijkse financiële bijdrage aan Oekraïne van 40 miljard EUR;
M. overwegende dat er in zowel kwalitatief als kwantitatief opzicht nog steeds geringe militaire hulp wordt geboden en dat nadat besluiten tot levering zijn genomen de feitelijke levering van wapens en munitie aan Oekraïne vertraging blijft oplopen; overwegende dat veel lidstaten hun toezeggingen niet nakomen en dat sommige vooraanstaande donoren zelfs plannen hebben aangekondigd om hun bijdrage voor militaire hulp aan Oekraïne in 2025 aanzienlijk te verlagen; overwegende dat de EU heeft besloten de uitzonderlijke winsten uit bevroren tegoeden van de Russische Centrale Bank te gebruiken om Oekraïne te steunen, met name in de vorm van aanvullende militaire bijstand; overwegende dat er geen rechtskader is vastgesteld voor een daadwerkelijke beslaglegging op en herverdeling van vermogenswinsten uit bevroren Russische tegoeden;
N. overwegende dat Hongarije bovendien het onlangs opgerichte fonds voor bijstand aan Oekraïne ter waarde van 5 miljard EUR, dat in maart 2024 in het kader van de Europese Vredesfaciliteit (EPF) is opgericht, blokkeert, alsmede de achtste tranche van terugbetalingen in het kader van het EPF aan de lidstaten die voor een periode van meer dan 18 maanden militaire steun aan Oekraïne hebben geleverd;
O. overwegende dat de EU sinds februari 2022 14 sanctiepakketten heeft aangenomen om het vermogen van Rusland om zijn illegale aanvalsoorlog te voeren, te ondermijnen;
P. overwegende dat de EU-lidstaten fossiele brandstoffen en uranium uit Rusland blijven betrekken, waarmee zij bijdragen aan de Russische economie en de Russische oorlogskas spekken; overwegende dat de waarde van de verkoop van Russische fossiele brandstoffen aan de EU sinds het begin van de grootschalige aanvalsoorlog tegen Oekraïne meer dan 200 miljard EUR bedraagt, wat het dubbele is van de totale financiering die in dezelfde periode aan Oekraïne is verstrekt; overwegende dat de EU een vrijstelling heeft verleend voor Russische ruwe olie die via de Droezjba-pijpleiding naar Hongarije, Slowakije en Tsjechië wordt ingevoerd; overwegende dat de gestegen invoer van Russisch gas door Azerbeidzjan twijfels doet rijzen over de rol van Azerbeidzjan als alternatieve gasleverancier in plaats van Rusland, aangezien Bakoe niet aan de Europese vraag kan voldoen en daarom Russisch gas zou kunnen verkopen als Azerbeidzjaans gas voor Europees verbruik;
1. spreekt zich in de krachtigst mogelijke bewoordingen uit tegen de aanhoudende aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, en tegen de betrokkenheid van Belarus bij deze oorlog, en eist dat Rusland onmiddellijk een einde maakt aan alle militaire activiteiten in Oekraïne, alle strijdkrachten en militaire uitrusting onvoorwaardelijk terugtrekt van het gehele internationaal erkende grondgebied van Oekraïne, en Oekraïne compenseert voor de schade die is toegebracht aan zijn bevolking, land, natuur en infrastructuur;
2. geeft uiting aan zijn onverdeelde solidariteit met de bevolking van Oekraïne, en zijn volledige steun voor de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen de internationaal erkende grenzen van het land, en benadrukt dat deze aanvalsoorlog een schandelijke en overduidelijke schending van het VN-Handvest en van de grondbeginselen van het internationaal recht vormt; herhaalt zijn steun voor de toezeggingen van de EU en haar lidstaten om totdat de overwinning van Oekraïne is bereikt op alle mogelijke manieren humanitaire bijstand, militaire steun, economische en financiële hulp en politieke steun te verlenen om uiteindelijk een einde te maken aan de Russische aanvalsoorlog en Oekraïne in staat te stellen zijn gehele bevolking te bevrijden en het land binnen zijn internationaal erkende grenzen weer volledig onder eigen controle te brengen; benadrukt dat een rechtvaardige en duurzame vrede in Oekraïne die onder Oekraïense voorwaarden wordt gesloten het uiteindelijke doel blijft, waarbij de veiligheid en waardigheid van de bevolking van het land binnen een vreedzaam en stabiel Europa worden gewaarborgd;
3. verzoekt de EU en haar lidstaten actief te werken aan het behouden en bereiken van de breedst mogelijke internationale steun voor Oekraïne en het vinden van een vreedzame oplossing voor de oorlog, die moet steunen op de volledige eerbiediging van de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne, de beginselen van het internationaal recht, de verantwoordingsplicht voor oorlogsmisdaden en voor het door Rusland gepleegde misdrijf agressie, en Russische herstelbetalingen en overige vergoedingen voor de enorme schade die in Oekraïne is aangericht; roept de EU op zich actief in te zetten voor de uitvoering van de Oekraïense vredesformule en de basis te leggen voor het houden van de tweede vredestop;
4. verzoekt de Commissie snel financiële steun op lange termijn voor te stellen voor de wederopbouw van Oekraïne in samenwerking met de partnerlanden, met name door toe te zien op een spoedige uitvoering van de faciliteit voor Oekraïne en daarop voortbouwend te zorgen voor doorlopende en toereikende steun alsook voor middelen voor de wederopbouw die in verhouding staan tot onze politieke steun aan Oekraïne;
5. verzoekt alle lidstaten hun financiering voor Oekraïne te verhogen en hun bijdragen niet te verlagen; spreekt nogmaals zijn vaste overtuiging uit dat Rusland financiële compensatie moet bieden voor de enorme schade die het heeft aangericht in Oekraïne; is ingenomen met het besluit van de Raad om uitzonderlijke opbrengsten uit bevroren Russische staatsactiva toe te wijzen aan het fonds voor bijstand aan Oekraïne en de faciliteit voor Oekraïne, evenals met het besluit van de G7 om Oekraïne een lening van 50 miljard USD aan te bieden die wordt gedekt door bevroren Russische staatsactiva; dringt aan op snelle voortgang bij de uitvoering van het besluit van de G7 om Oekraïne een lening van USD 50 miljard te verstrekken die wordt gedekt door bevroren Russische staatsactiva, om een tijdige uitbetaling van middelen aan Oekraïne te waarborgen; verzoekt de EU om samen met gelijkgestemde partners verder te werken aan het doorvoeren van de nodige aanpassingen aan sanctiewetgeving en aan de vaststelling van een solide wettelijke regeling voor de confiscatie van Russische staatsactiva die door de EU zijn bevroren;
6. dringt erop aan de humanitaire hulp van de EU aanzienlijk op te voeren om Oekraïne ook in 2025 volledig te kunnen steunen; merkt op dat de behoefte aan humanitaire hulp de komende jaren waarschijnlijk zal blijven bestaan en wijst erop dat de EU erop voorbereid moet zijn om in deze behoeften te voorzien door middel van langetermijnplanning en voldoende middelen; verzoekt neutrale staten hun humanitaire hulp aan Oekraïne op te voeren;
7. herhaalt dat Oekraïne, als slachtoffer van agressie, een legitiem recht heeft op zelfverdediging overeenkomstig artikel 51 van het VN-Handvest; herinnert eraan dat de aanzienlijke, zij het nog steeds ontoereikende, militaire bijstand van de EU, de VS en gelijkgestemde partners bedoeld is om Oekraïne in staat te stellen zich doeltreffend te verdedigen tegen een agressorstaat en de volledige controle over zijn gehele internationaal erkende grondgebied te herstellen;
8. verzoekt de lidstaten de beperkingen op het gebruik van aan Oekraïne geleverde westerse wapensystemen tegen legitieme militaire doelwitten op Russisch grondgebied onmiddellijk op te heffen, aangezien dit Oekraïne belemmert zijn recht op zelfverdediging uit hoofde van het internationaal publiekrecht ten volle uit te oefenen en Oekraïne blootstelt aan aanvallen op zijn bevolking en infrastructuur;
9. onderstreept dat ontoereikende leveringen van munitie en wapens en beperkingen op het gebruik ervan de tot dusver gedane inspanningen dreigen te ondermijnen en betreurt ten zeerste dat de bedragen aan bilaterale militaire hulp van de lidstaten aan Oekraïne afnemen, ondanks de krachtige verklaringen die begin dit jaar werden gedaan; herhaalt daarom zijn oproep aan de lidstaten om hun toezegging van maart 2023 om een miljoen stuks munitie aan Oekraïne te leveren na te komen en de levering van wapens te bespoedigen, met name van moderne luchtverdedigingssystemen en andere wapens en munitie waarvan duidelijk is vastgesteld dat er behoefte aan is, waaronder Taurus-raketten; dringt aan op een snelle uitvoering van de toezeggingen die zijn gedaan in het kader van gezamenlijke veiligheidstoezeggingen tussen de EU en Oekraïne; herhaalt zijn standpunt dat alle EU-lidstaten en NAVO-bondgenoten zich er collectief en individueel toe moeten verbinden Oekraïne militair te steunen met ten minste 0,25 % van hun bbp per jaar;
10. onderstreept dat de samenwerking op het gebied van luchtvaartdefensie tussen de lidstaten moet worden versterkt om te zorgen voor bescherming tegen dreigingen die het luchtruim van de EU en de NAVO binnenkomen;
11. verzoekt de Commissie strategische communicatie aan te gaan in de lidstaten om het belang van de verdediging van Oekraïne voor de bredere stabiliteit in Europa uit te leggen en ervoor te zorgen dat EU-burgers goed geïnformeerd zijn over het belang van deze bijstand, zowel voor de soevereiniteit van Oekraïne als voor de vrede en veiligheid van de hele EU; is ingenomen met en prijst de publieke inspanningen en de crowdfundinginitiatieven van burgers in sommige lidstaten, die tot doel hebben ervoor te zorgen dat de wapenleveranties aan Oekraïne ononderbroken doorgaan; is voorstander van soortgelijke initiatieven door de hele EU met het oog op de bevordering van solidariteit en publieke betrokkenheid bij deze cruciale zaak;
12. verzoekt de EU en haar lidstaten om de toezeggingen van de Verklaring van Versailles van 2022 na te komen en de volledige uitvoering van het strategisch kompas te bespoedigen door de Europese militaire samenwerking op het niveau van de industrie en de strijdkrachten te versterken, zodat de EU een sterkere en slagvaardigere veiligheidsverstrekker wordt die interoperabel is en complementair is met de NAVO; benadrukt dat er concrete stappen moeten worden gezet om Oekraïne tijdens het proces van toetreding tot de EU onderdeel te laten worden van het beleid en de programma’s van de EU op het gebied van defensie en cyberbeveiliging; dringt er bij de EU-instellingen op aan vaart te zetten achter de goedkeuring van de strategie voor de Europese defensie-industrie om een tijdige beschikbaarheid en levering van defensieproducten te waarborgen, waardoor er ook tijdig militaire steun aan Oekraïne kan worden verleend; verzoekt de lidstaten hun toezegging na te komen om militaire productiefaciliteiten op Oekraïens grondgebied tot stand te brengen; benadrukt dat het belangrijk is samen te werken met de Oekraïense defensie-industrie en dat deze op de lange termijn in de Europese technologische en industriële defensiebasis moet worden opgenomen;
13. prijst de contactgroep voor de verdediging van Oekraïne voor haar cruciale rol bij het coördineren van internationale steun, en dringt er bij de EU-lidstaten op aan hun bijdragen ter versterking van de defensievermogens van Oekraïne te verhogen;
14. dringt er bij de lidstaten op aan actief druk uit te oefenen op Hongarije om een einde te maken aan zijn blokkade van de EPF, met inbegrip van het onlangs opgerichte fonds voor bijstand aan Oekraïne;
15. veroordeelt ten stelligste het gebruik van seksueel en gendergerelateerd geweld als oorlogswapen en benadrukt dat dit een oorlogsmisdaad is; verzoekt gast- en transitlanden de toegang tot diensten op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten te waarborgen, met name noodanticonceptie, profylaxe na blootstelling en abortuszorg, ook voor slachtoffers van verkrachting;
16. wijst er opnieuw op dat de EU meer inspanningen moet leveren om de schrijnende situatie van naar Rusland gedeporteerde mensen en onder dwang in Rusland geadopteerde kinderen aan te pakken, onder meer door sancties op te leggen aan personen die rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor en betrokken zijn bij het gedwongen overbrengen en ongerechtvaardigd vasthouden van Oekraïense kinderen;
17. verzoekt Hongarije nadrukkelijk het decreet in te trekken op grond waarvan door de staat gefinancierde opvang voor vluchtelingen uit West-Oekraïne wordt geschrapt en zijn verantwoordelijkheden uit hoofde van de EU-richtlijn tijdelijke bescherming te blijven nemen;
18. verzoekt de Raad om handhaving en uitbreiding van zijn sanctiebeleid tegen Rusland en Belarus en tegen landen en entiteiten buiten de EU die het Russische militaire complex voorzien van technologie en uitrusting voor militair en tweeërlei gebruik, en verzoekt de Raad om tegelijkertijd de doeltreffendheid en impact van dit beleid te monitoren, te evalueren en te verbeteren; veroordeelt de recente overdracht van ballistische raketten door Iran aan Rusland; dringt er bij de lidstaten op aan de sanctieregeling tegen Iran en Noord-Korea verder uit te breiden en te versterken in het licht van de militaire steun van deze landen aan de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, en meer Chinese entiteiten en personen toe te voegen aan de EU-sanctielijst vanwege hun steun aan de Russische defensie- en veiligheidssector; dringt erop aan dat de Raad de omzeiling van sancties door in de EU gevestigde bedrijven, derde partijen en landen buiten de EU systematisch aanpakt; verzoekt de Raad een nieuwe horizontale sanctieregeling uit te werken om deze omzeiling tegen te gaan, waarvoor een instrument nodig zal zijn dat meer algemeen en holistisch toegepast kan worden teneinde omzeiling in alle door de EU uitgevoerde sanctieregelingen tegen te gaan;
19. benadrukt dat de impact van bestaande sancties en van de financiële en militaire steun aan Oekraïne zal worden ondermijnd zolang de EU toestaat dat er Russische fossiele brandstoffen worden ingevoerd; dringt aan op een verbod op de invoer van Russisch graan, potas en meststoffen, alsook van grondstoffen, waaronder aluminium, staalproducten, uranium, titaan, nikkel, hout en houtproducten, en gas en olie; verzoekt de EU en haar lidstaten een volledig verbod in te voeren op de import van wederuitgevoerde Russische geraffineerde olieproducten; dringt voorts aan op het invoeren van “oorsprongsregels”, waarmee de werkelijke oorsprong van in de EU ingevoerde olieproducten kan worden gewaarborgd;
20. verzoekt de G7-landen het prijsplafond voor over zee vervoerde Russische olie doeltreffender te handhaven en het voor Rusland onmogelijk te maken om zijn olie in een andere verpakking te verkopen tegen marktprijzen; verzoekt de EU en haar lidstaten strikte controle uit te oefenen op de “schaduwvloot” van Rusland, die niet alleen de sancties van de EU en de G7 schendt maar ook een enorme ecologische bedreiging vormt voor het ecosysteem aangezien deze schepen vaak technische tekortkomingen hebben en met regelmaat defect raken;
21. dringt aan op een volledig embargo op Russisch vloeibaar aardgas en op sancties tegen Gazprom en Russische oliemaatschappijen; verzoekt de EU de verplichting door te voeren dat schepen van ijsklasse Arc-7 die Russisch vloeibaar aardgas uitvoeren, worden opgenomen in de sanctielijsten van de US Office of Foreign Assets Control en van de EU, waarmee hun de toegang tot havens of westerse maritieme diensten wordt ontzegd; verzoekt de EU en haar lidstaten gerichte sancties op te leggen aan zeeschepen die door Rusland worden gebruikt om sancties op de uitvoer van olie en gas en het onderhoud van zijn energieprojecten in het noordpoolgebied te omzeilen;
22. dringt aan op sancties tegen Ruslands nucleaire sector en op gerichte sancties tegen personen die zich schuldig maken aan schendingen van de nucleaire veiligheid en beveiliging in de kerncentrale van Zaporizja;
23. veroordeelt het toenemende aantal hybride aanvallen van Rusland tegen de EU, haar lidstaten en kandidaat-lidstaten met als doel de Europese steun voor Oekraïne te verzwakken door middel van informatiemanipulatie, sabotage, heimelijke pogingen tot destabilisering en corruptie; verzoekt de EU en haar lidstaten strategisch en proactief op te treden om hybride dreigingen tegen te gaan, de strategische communicatie van de EU te versterken en inmenging van Rusland in politieke, electorale en andere democratische processen in de EU en haar buurlanden te voorkomen;
24. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de president, de regering en de Verkhovna Rada van Oekraïne, de Russische regering en overige betrokken regeringen, en de Verenigde Naties.
- [1] Aangenomen teksten, P10_TA(2024)0003.
- [2] PB L, 2024/792, 29.2.2024, ELI: https://eur-lex.europa.eu/eli/reg/2024/792/oj?locale=nl
- [3] Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12, ELI: https://eur-lex.europa.eu/eli/dir/2001/55/oj?locale=nl).