Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B10-0074/2025Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B10-0074/2025

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de desinformatie en geschiedvervalsing door Rusland om de aanvalsoorlog tegen Oekraïne te rechtvaardigen

22.1.2025 - (2024/2988(RSP))

ingediend overeenkomstig artikel 136, leden 2 en 4, van het Reglement
ter vervanging van de volgende ontwerpresoluties:
B10‑0074/2025 (S&D)
B10‑0075/2025 (PPE)
B10‑0076/2025 (Verts/ALE)
B10‑0077/2025 (Renew)
B10‑0079/2025 (ECR)

Rasa Juknevičienė, Michael Gahler, Andrzej Halicki, Sebastião Bugalho, David McAllister, Siegfried Mureşan, Željana Zovko, Isabel Wiseler‑Lima, Nicolás Pascual de la Parte, Mika Aaltola, Krzysztof Brejza, Daniel Caspary, Sandra Kalniete, Seán Kelly, Ondřej Kolář, Łukasz Kohut, Andrey Kovatchev, Miriam Lexmann, Antonio López‑Istúriz White, Danuše Nerudová, Mirosława Nykiel, Ana Miguel Pedro, Paulius Saudargas, Davor Ivo Stier, Michał Szczerba, Alice Teodorescu Måwe, Ingeborg Ter Laak, Matej Tonin, Pekka Toveri, Inese Vaidere, Milan Zver
namens de PPE-Fractie
Yannis Maniatis, Nacho Sánchez Amor, Thijs Reuten, Raphaël Glucksmann
namens de S&D-Fractie
Adam Bielan, Rihards Kols, Reinis Pozņaks, Jadwiga Wiśniewska, Roberts Zīle, Ondřej Krutílek, Veronika Vrecionová, Jaak Madison, Małgorzata Gosiewska, Cristian Terheş, Maciej Wąsik, Ivaylo Valchev, Aurelijus Veryga, Joachim Stanisław Brudziński
namens de ECR-Fractie
Bernard Guetta, Petras Auštrevičius, Malik Azmani, Dan Barna, Benoit Cassart, Olivier Chastel, Karin Karlsbro, Veronika Cifrová Ostrihoňová, Ľubica Karvašová, Ilhan Kyuchyuk, Michał Kobosko, Nathalie Loiseau, Jan‑Christoph Oetjen, Urmas Paet, Marie‑Agnes Strack‑Zimmermann, Eugen Tomac, Hilde Vautmans, Sophie Wilmès, Lucia Yar, Dainius Žalimas
namens de Renew‑Fractie
Sergey Lagodinsky
namens de Verts/ALE-Fractie


Procedure : 2024/2988(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B10-0074/2025
Ingediende teksten :
RC-B10-0074/2025
Debatten :
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over de desinformatie en geschiedvervalsing door Rusland om de aanvalsoorlog tegen Oekraïne te rechtvaardigen

(2024/2988(RSP))

Het Europees Parlement,

 gezien zijn eerdere resoluties over de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne,

 gezien zijn eerdere resoluties over historische herinnering,

 gezien het Handvest van de Verenigde Naties,

 gezien het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (ICC),

 gezien de Verdragen van Genève,

 gezien artikel 136, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

A. overwegende dat het Russische regime op 24 februari 2022 het begin van een “speciale militaire operatie” in Oekraïne aankondigde op basis van de valse bewering dat het burgers moest beschermen;

B. overwegende dat Rusland in werkelijkheid sinds 24 februari 2022, in het verlengde van eerdere aanvallen sinds 2014, een niet-uitgelokte, ongerechtvaardigde en illegale aanvalsoorlog tegen Oekraïne voert, de beginselen van het VN-Handvest continu blijft schenden door middel van zijn niet-aflatende aanvallen op en schending van de soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit van Oekraïne, en het internationaal humanitair recht, zoals vastgelegd in de Verdragen van Genève van 1949, schaamteloos en op grove wijze blijft schenden, met name door massaal gebruik te maken van gerichte aanvallen op de burgerbevolking, woonwijken en civiele infrastructuur;

C. overwegende dat de Algemene Vergadering van de VN in haar resolutie van 2 maart 2022 de oorlog van Rusland tegen Oekraïne onmiddellijk heeft aangemerkt als een daad van agressie die in strijd is met artikel 2, lid 4, van het VN-Handvest, en in haar resolutie van 14 november 2022 heeft erkend dat de Russische Federatie ter verantwoording moet worden geroepen voor haar aanvalsoorlog en tevens juridisch en financieel aansprakelijk moet worden gesteld voor haar internationaal onrechtmatige handelingen, en dat Rusland herstelbetalingen moet doen voor de aangerichte schade;

D. overwegende dat de Russische agressie tegen Oekraïne geen geïsoleerde daad is, maar een voortzetting van het imperialistische beleid van Rusland, dat onder meer bestond uit een oorlog tegen Tsjetsjenië en militaire agressie tegen Georgië in 2008 en de bezetting van de Krim en het begin van een oorlog in de Donbas in 2014;

E. overwegende dat het begin van de grootschalige aanvalsoorlog van Rusland tegen buurland Oekraïne werd voorafgegaan door een aantal publieke verklaringen van de president van de Russische Federatie waarin hij het gebruik van geweld trachtte te rechtvaardigen door middel van historisch revisionisme, valse beweringen en onrechtmatige eisen om zijn exclusieve belangen in Oekraïne en andere buurlanden te doen erkennen;

F. overwegende dat het Russische regime veelvuldig gebruikmaakt van desinformatie, onder andere op basis van verdraaide historische argumenten, en buitenlandse informatiemanipulatie en inmenging in een poging om zijn misdrijf agressie te rechtvaardigen, om de steun van de Russische bevolking voor zijn illegale regime en zijn illegale aanvalsoorlog tegen buurland Oekraïne te winnen, om zich in de democratische processen van andere landen te mengen en om de steun onder hun bevolking voor verdere internationale bijstand aan Oekraïne in het licht van de Russische aanvalsoorlog te doen afbrokkelen; overwegende dat het Russische regime de eigen nationale identiteit van Oekraïne ontkent met de onjuiste bewering dat die tot de Russische wereld (“Russkij mir”) behoort, een narratief dat zijn wortels heeft in de imperialistische ideologie; overwegende dat Rusland in de bezette gebieden van Oekraïne gedenktekens voor de Holodomor vernielt en afgebroken monumenten voor Lenin herstelt;

G. overwegende dat Rusland niet alleen weigert te erkennen dat de Sovjet-Unie in de beginfase van de Tweede Wereldoorlog aanvankelijk een onvergeeflijke rol heeft gespeeld, bijvoorbeeld door het niet-aanvalsverdrag tussen nazi-Duitsland en de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken (Sovjet-Unie) van 1939 en de geheime protocollen daarbij (ook bekend als het Molotov-Ribbentroppact van 1939), waarmee beide totalitaire regimes samenzwoeren om Europa in exclusieve invloedssferen te verdelen, en weigert de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de vele wreedheden en massale misdrijven die zijn begaan in door de Sovjet-Unie bezette gebieden, maar dat het huidige Russische regime ook de geschiedenis heeft geïnstrumenteerd en een cultus van “overwinning” rond de Tweede Wereldoorlog heeft gecreëerd om burgers ideologisch te mobiliseren en hen te manipuleren om een illegale aanvalsoorlog te steunen;

H. overwegende dat Rusland een toenemende desinformatiecampagne van historisch revisionisme heeft opgezet om Oekraïne zijn nationale identiteit, soevereiniteit en bestaansrecht te ontzeggen en om de Russische aanspraken op exclusieve invloedssferen te rechtvaardigen, wat doet terugdenken aan hoe de Sovjet-Unie en nazi-Duitsland in het Molotov-Ribbentroppact overeenkwamen om delen van Polen en Roemenië, alsook Estland, Letland, Litouwen en Oekraïne binnen te vallen en te bezetten; overwegende dat Rusland door dit soort historisch revisionisme tegenwoordig vooral een bedreiging vormt voor Polen en de Baltische staten en hun soevereiniteit;

I. overwegende dat de Dag van de overwinning, die elk jaar op 9 mei wordt gevierd, door het huidige Russische regime is omgevormd tot een instrument van oorlogspropaganda in Rusland, door het narratief van de “bevrijding van Europa van het nazisme” uit te buiten en zo de daaropvolgende Sovjetbezetting van de Baltische staten en de onderwerping van Midden-Europa te ignoreren; overwegende dat dit narratief van bevrijding van het nazisme tegenwoordig wordt gebruikt in de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne;

J. overwegende dat communistische symbolen en de symbolen van de aanhoudende Russische agressie in een aantal lidstaten bij wet verboden zijn; overwegende dat 23 augustus sinds 2009 overal in de EU wordt herdacht met de Europese herdenkingsdag voor de slachtoffers van alle totalitaire en autoritaire regimes; overwegende dat het Parlement sinds 2003 jaarlijks een herdenking houdt voor de slachtoffers van de massale deportaties door de Sovjet‑Unie;

1. veroordeelt nogmaals in de krachtigste bewoordingen de niet-uitgelokte, illegale en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne; vraagt Rusland alle militaire acties in Oekraïne onmiddellijk te staken en alle strijdkrachten en gelieerde groeperingen en al het militair materieel volledig en onvoorwaardelijk uit het gehele internationaal erkende grondgebied van Oekraïne terug te trekken, te stoppen met de deportaties van Oekraïense burgers, en alle gevangengenomen en gedeporteerde Oekraïners, met name kinderen, vrij te laten;

2. verwerpt de verscheidene beweringen die door het Russische regime worden gedaan als vergeefse pogingen tot rechtvaardiging van een illegale aanvalsoorlog die een flagrante schending vormt van het VN-Handvest en van de verantwoordelijkheid van de Russische Federatie – als permanent lid van de VN-Veiligheidsraad – om vrede en stabiliteit te handhaven, en die onmiddellijk als zodanig is erkend door de overige permanente leden van de VN-Veiligheidsraad en door een overweldigende meerderheid in de Algemene Vergadering van de VN; herinnert eraan dat geen enkele overweging, van welke aard ook, of het nu gaat om politieke, economische, militaire, historische of andere overwegingen, als rechtvaardiging kan dienen voor de Russische agressie tegen Oekraïne;

3. hekelt het feit dat Rusland systematisch aan geschiedvervalsing doet en verdraaide historische argumenten, zoals die in verband met het Molotov-Ribbentroppact, gebruikt in een poging om de Russische publieke opinie te manipuleren zodat die criminele acties zoals de illegale aanvalsoorlog tegen buurland Oekraïne steunt, om de internationale steun voor en bijstand aan Oekraïne te ondermijnen en om de eigen culturele en historische identiteit van Oekraïne uit te wissen; hekelt de bewering van Rusland dat het recht heeft op zones van exclusief belang ten koste van de soevereiniteit en de territoriale integriteit van andere staten, omdat dit onverenigbaar is met het internationaal recht;

4. hekelt het feit dat de Russische Federatie geen rekenschap aflegt voor de misdrijven van de Sovjet-Unie en historisch onderzoek doelbewust belemmert door de Sovjetarchieven ontoegankelijk te maken en te sluiten, alsook het feit dat zij wetgeving heeft vastgesteld die de waarheidsgetrouwe weergave van door de Sovjet-Unie en Rusland begane misdrijven strafbaar stelt, maatschappelijke organisaties die onderzoek doen naar misdrijven van de Sovjet-Unie heeft vervolgd en het stalinistische totalitarisme heeft verheerlijkt en zijn methoden heeft overgenomen; stelt dat straffeloosheid en het ontbreken van een feitelijk correct historisch en publiek debat en educatie ertoe hebben bijgedragen dat het huidige Russische regime het imperialistische beleid nieuw leven in kan blazen en de geschiedenis kan instrumentaliseren voor zijn criminele doeleinden; spreekt zijn afkeur uit over de vervolging van maatschappelijke organisaties die onderzoek doen naar de misdrijven van de Sovjet-Unie of van huidige regime, zoals het opdoeken van International Memorial, Human Rights Centre Memorial en de Moscow Helsinki Group, en de gedwongen sluiting van het Sacharovcentrum;

5. herinnert eraan dat de doelbewuste aanvallen van de Russische Federatie op de burgerbevolking van Oekraïne, de vernieling van civiele infrastructuur, het gebruik van foltering, seksueel geweld en verkrachting als oorlogswapen, de deportatie van duizenden Oekraïense burgers naar het grondgebied van de Russische Federatie, de gedwongen overbrenging en adoptie van Oekraïense kinderen en andere ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht en de mensenrechten oorlogsmisdrijven zijn waarvoor alle daders ter verantwoording moeten worden geroepen;

6. spreekt daarom andermaal zijn volledige steun uit voor het lopende onderzoek van de aanklager van het ICC naar de situatie in Oekraïne en vermeende oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid en genocide; verwelkomt de formele toetreding van Oekraïne tot het ICC op 1 januari 2025 als een belangrijke bijdrage aan de internationale inspanningen om daders van ernstige internationale misdrijven ter verantwoording te roepen; verzoekt de EU verdere diplomatieke inspanningen te leveren om de ratificatie van het Statuut van Rome en alle wijzigingen daarvan wereldwijd aan te moedigen;

7. vraagt voorts nogmaals dat er een speciaal tribunaal wordt opgericht om het door de leiders van de Russische Federatie gepleegde misdrijf agressie tegen Oekraïne te onderzoeken en te vervolgen; herhaalt zijn verzoek aan de Commissie, de Raad en de Europese Dienst voor extern optreden om alle nodige politieke, financiële en praktische steun te verlenen voor de oprichting van een speciaal tribunaal; spreekt zijn volledige steun uit voor het in Den Haag gevestigde Internationaal Centrum voor de vervolging van het misdrijf agressie tegen Oekraïne, dat de lopende inspanningen van het gemeenschappelijk onderzoeksteam ondersteunt, als zijnde een eerste concrete stap in de richting van de oprichting van het speciale tribunaal;

8. dringt er bij de EU en haar lidstaten met klem op aan om hun inspanningen, ook samen met gelijkgestemde partners, om Russische desinformatie, buitenlandse informatiemanipulatie en inmenging snel en nauwgezet tegen te gaan, verder op te voeren en te coördineren teneinde de integriteit van hun democratische processen te beschermen en de weerbaarheid van de Europese samenlevingen te versterken, onder meer door mediageletterdheid actief te bevorderen, door kwaliteitsmedia en professionele journalistiek – met name onderzoeksjournalistiek die Russische propaganda en de bijbehorende methoden en netwerken aan het licht brengt – te ondersteunen en door onderzoek naar nieuwe hybride beïnvloedingstechnologieën te steunen;

9. verzoekt de EU haar sancties tegen Russische mediakanalen die desinformatie en gemanipuleerde informatie verspreiden en de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne steunen en rechtvaardigen, uit te breiden, en verzoekt de lidstaten deze sancties snel en grondig uit te voeren en voldoende middelen uit te trekken om deze hybride oorlogsvoering doeltreffend tegen te gaan; verzoekt de EU en de lidstaten meer steun te verlenen aan de onafhankelijke Russische media in ballingschap, zodat diverse stemmen in de Russischtalige media kunnen worden gehoord;

10. uit zijn diepe bezorgdheid over de recente aankondigingen van de leiders van socialemediabedrijven over het versoepelen van hun regels inzake factchecken en modereren en over hoe dit de Russische desinformatiecampagne over de hele wereld verder in de hand zal werken; verzoekt de Commissie en de lidstaten de digitaledienstenverordening strikt te handhaven naar aanleiding van deze aankondigingen door Meta en eerder door X, ook als belangrijk onderdeel van de strijd tegen Russische desinformatie;

11. roept EU-burgers op om informatie kritisch te beoordelen door vraagtekens te zetten bij de oorsprong en de achterliggende bedoelingen ervan, met name wanneer het gaat om narratieven die te maken hebben met Rusland, en om feiten te toetsen aan de hand van diverse en betrouwbare bronnen teneinde goed bestand te zijn tegen pogingen tot manipulatie door kwaadwillige buitenlandse actoren;

12. hekelt het feit dat Moskou de orthodoxe godsdienst gebruikt voor geopolitieke doeleinden, met name door de Russisch-orthodoxe kerk (het patriarchaat van Moskou) te instrumentaliseren om orthodoxe bevolkingsgroepen in Oekraïne, Georgië, Moldavië en Servië en andere landen te beïnvloeden en te controleren;

13. reageert op de verklaring van de Verkhovna Rada van Oekraïne van 2 mei 2023 over de ideologie van “ruscisme” door de nationalistische imperialistische ideologie, het beleid en de praktijken van het huidige Russische regime te veroordelen; benadrukt dat deze ideologie, dit beleid en deze praktijken onverenigbaar zijn met het internationaal recht en de Europese waarden;

14. is van mening dat de pogingen van Rusland om de geschiedenis van Oekraïne verkeerd voor te stellen, te herzien en te verdraaien, het collectieve geheugen en de identiteit van Europa als geheel ondermijnen en een bedreiging vormen voor de historische waarheid, de democratische waarden en de vrede in Europa; verzoekt de lidstaten daarom meer te investeren in onderwijs over en onderzoek naar de gemeenschappelijke geschiedenis van Europa en Europese herinnering, en projecten te steunen die bijdragen aan een beter inzicht in de gevolgen van de scheidslijn die tijdens de Koude Oorlog door Europa liep; spreekt zijn steun uit voor de bouw van een pan-Europees gedenkteken in Brussel voor de slachtoffers van totalitaire regimes in de 20e eeuw; betreurt het aanhoudende gebruik van symbolen van totalitaire regimes in de openbare ruimte en dringt aan op een verbod in de hele EU op het gebruik van zowel nazistische als Sovjetcommunistische symbolen, alsook van symbolen van de aanhoudende Russische agressie tegen Oekraïne;

15. spreekt de wens uit dat de EU en haar lidstaten een betere kennis en een beter begrip bevorderen van het menselijk lijden dat Europeanen in de 20e eeuw door het Sovjetregime is aangedaan; pleit in dit verband voor herdenking van en respect voor de slachtoffers van misdrijven van de Sovjet-Unie, zoals de massale deportaties, onder meer die van de Krim-Tataren en uit de Baltische landen, het goelagsysteem, de Holodomor, bloedbaden zoals dat in Katyn en de tragedie in Opper-Silezië;

16. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de president, de regering en het parlement van Oekraïne, alsmede aan de Russische instellingen.

 

 

Laatst bijgewerkt op: 22 januari 2025
Juridische mededeling - Privacybeleid