Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B10-0175/2025Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B10-0175/2025

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de ernstige politieke, humanitaire en mensenrechtencrisis in Sudan, met name seksueel geweld en verkrachting van kinderen

12.3.2025 - (2025/2595(RSP))

ingediend overeenkomstig artikel 150, lid 5, en artikel 136, lid 4, van het Reglement
ter vervanging van de volgende ontwerpresoluties:
B10‑0175/2025 (The Left)
B10‑0185/2025 (Verts/ALE)
B10‑0187/2025 (Renew)
B10‑0188/2025 (S&D)
B10‑0189/2025 (PPE)
B10‑0190/2025 (ECR)

Sebastião Bugalho, Lukas Mandl, Michael Gahler, Isabel Wiseler‑Lima, Michał Wawrykiewicz, Mirosława Nykiel, Davor Ivo Stier, Dariusz Joński, Ingeborg Ter Laak, Wouter Beke, Željana Zovko, Luděk Niedermayer, Jan Farský, Miriam Lexmann, Seán Kelly, Michał Szczerba, Vangelis Meimarakis, Eleonora Meleti, Andrey Kovatchev, Inese Vaidere, Tomáš Zdechovský, Danuše Nerudová
namens de PPE-Fractie
Yannis Maniatis, Francisco Assis, Marta Temido
namens de S&D-Fractie
Adam Bielan, Joachim Stanisław Brudziński, Veronika Vrecionová, Ondřej Krutílek, Sebastian Tynkkynen, Alexandr Vondra, Waldemar Tomaszewski, Assita Kanko
namens de ECR-Fractie
Hilde Vautmans, Oihane Agirregoitia Martínez, Petras Auštrevičius, Dan Barna, Benoit Cassart, Olivier Chastel, Bernard Guetta, Svenja Hahn, Karin Karlsbro, Moritz Körner, Ilhan Kyuchyuk, Jan‑Christoph Oetjen, Urmas Paet, Marie‑Agnes Strack‑Zimmermann, Yvan Verougstraete, Michal Wiezik, Lucia Yar
namens de Renew‑Fractie
Catarina Vieira
namens de Verts/ALE-Fractie
Rima Hassan
namens de Fractie The Left


Procedure : 2025/2595(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B10-0175/2025
Ingediende teksten :
RC-B10-0175/2025
Debatten :
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over de ernstige politieke, humanitaire en mensenrechtencrisis in Sudan, met name seksueel geweld en verkrachting van kinderen

(2025/2595(RSP))

Het Europees Parlement,

 gezien zijn eerdere resoluties over Sudan,

 gezien artikel 150, lid 5, en artikel 136, lid 4, van zijn Reglement,

A. overwegende dat het conflict tussen de Sudanese strijdkrachten (SAF) en de Rapid Support Forces (RSF) sinds april 2023 aanhoudt, waarbij beide partijen strijden voor de controle over Sudan en de middelen van het land;

B. overwegende dat er door het conflict 13 miljoen mensen onder dwang ontheemd zijn; overwegende dat bijna twee derde van de Sudanese bevolking, waaronder 16 miljoen kinderen, dringend humanitaire hulp nodig heeft, terwijl de gezondheidszorg grotendeels is ingestort; overwegende dat de humanitaire hulpverlening wordt belemmerd, waardoor de voedselonzekerheid, ondervoeding en verspreiding van ziekten toenemen;

C. overwegende dat Unicef meldt dat verkrachting als oorlogswapen verontrustend genoeg een gangbare praktijk is geworden, waarbij vooral kinderen gevaar lopen, en dat ongeveer 12,1 miljoen mensen het risico lopen op gendergerelateerd geweld, waaronder verkrachting en gedwongen huwelijken; overwegende dat sinds begin 2024 melding is gemaakt van 221 gevallen van kinderverkrachting;

1. roept alle partijen op onmiddellijk een einde te maken aan de vijandelijkheden, via onderhandelingen tot een oplossing te komen en hun toezeggingen in het kader van de verklaring van Jeddah na te komen;

2. onderstreept dat er dringend behoefte is aan een gelijke toegang tot humanitaire hulp voor burgers; verzoekt alle partijen te zorgen voor een veilige, tijdige en ongehinderde toegang tot humanitaire actoren, waaronder het Wereldvoedselprogramma;

3. veroordeelt ten stelligste de willekeurige aanvallen op burgers en de wijdverbreide gevallen van seksueel geweld tegen vrouwen en kinderen, die worden gepleegd door zowel de SAF als de RSF; dringt er bij alle partijen op aan een einde te maken aan deze afschuwelijke praktijken en oorlogsmisdaden, waaronder kinderverkrachting; benadrukt de noodzaak van steun voor overlevenden, met inbegrip van gezondheidszorg, behandeling en psychosociale ondersteuning, alsook seksuele en reproductieve gezondheidszorg; eist dat de daders ter verantwoording worden geroepen;

4. dringt er bij de Sudanese autoriteiten en alle oorlogvoerende partijen op aan het internationaal humanitair recht te eerbiedigen en op te houden met het rekruteren en inzetten van kindsoldaten;

5. verzoekt de Raad gerichte maatregelen en sancties vast te stellen tegen de entiteiten en bevelhebbers die verantwoordelijk zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen, waaronder Abdel Rahim Hamdan Dagalo, Mohamed Hamdan “Hemedti” Dagalo en Abu Aqla Keikel;

6. dringt er bij de Raad en de Commissie op aan actie te ondernemen tegen alle actoren die het VN-wapenembargo ten aanzien van Darfur schenden, en te ijveren voor een uitbreiding van het embargo tot heel Sudan;

7. dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan steun te verlenen aan het onderzoek van het Internationaal Strafhof naar genocide, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in Darfur, en het werk van de onderzoeksmissie van de VN inzake Sudan te ondersteunen, onder meer voor de volledige toegang van de missie tot het land; moedigt de VN, de Afrikaanse Unie en andere regionale organisaties aan om bij te dragen aan de uitrol van een robuuste missie om burgers te beschermen, de mensenrechten te monitoren en seksueel geweld te onderzoeken;

8. verzoekt de EU en haar lidstaten meer humanitaire hulp te bieden aan Sudan en zijn buurlanden, te voorzien in financiering voor steun voor overlevenden van seksueel geweld en middelen te blijven uittrekken voor lokale weerbaarheids- en beschermingsprogramma’s, met als doel de rechten van vrouwen en kinderen en gendergelijkheid te waarborgen;

9. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan.de Raad, de Commissie, de VV/HV, de Sudanese autoriteiten, de Afrikaanse Unie, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties en het Pan-Afrikaanse Parlement.

Laatst bijgewerkt op: 12 maart 2025
Juridische mededeling - Privacybeleid