Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B5-0654/2000Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B5-0654/2000

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

4 september 2000

ingediend overeenkomstig artikel 37, lid 4 van het Reglement door
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de volgende fracties: over fusies in de sector telecommunicatie

Procedure : 2000/2597(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B5-0654/2000
Ingediende teksten :
RC-B5-0654/2000
Debatten :
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over fusies in de sector telecommunicatie

Het Europees Parlement,

-  gezien de verklaring van de Commissie,

-  gelet op artikel 81 van het EG-Verdrag uit hoofde waarvan alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen verboden zijn welke de handel tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst,

-  gezien het verslag dat de Commissie in juni 2000 aan de Raad heeft uitgebracht met het oog op herziening van de fusieverordening,

-  gezien de besluiten die de Europese Commissie en het Ministerie van Justitie van de VS onlangs hebben genomen om een fusie tussen MCI WorldCom en Sprint te verbieden,

-  onder verwijzing naar zijn voorgaande resoluties over fusies, herstructurering, overdracht en sluiting van ondernemingen in de EU,

-  gezien de gedragscodes van IAO en VN,

A.  overwegende dat de beginselen van het Verdrag betreffende de Europese Unie de bepaling bevatten dat de lidstaten van de Gemeenschap een economisch beleid moeten ontwikkelen dat wordt gevoerd overeenkomstig het beginsel van een openmarkteconomie met mededinging en met gewaarborgde groei en werkgelegenheid,

B.  overwegende dat de belangrijkste beleidsdoelstellingen die per verordening in deze zich snel ontwikkelende sector moeten worden verwezenlijkt, alsook de beginselen en de opzet van het brede regelgevend kader geformuleerd zijn bij de herziening van de communicatieregelgeving in 1999,

C.  overwegende dat zich in de Europese Unie momenteel een aantal veranderingen voordoen zoals consolidatie van de interne markt die door de euro in strategische dienstensectoren wordt versneld, implementatie van nieuwe technologieën, veranderingen in de financiële sector en de komende uitbreiding, en het feit dat de globalisering steeds steviger wordt verankerd,

D.  overwegende dat sinds 1990 in het kader van de fusieverordening mededeling wordt gedaan van vijf maal zoveel fusies, wier aantal is gestegen tot ongeveer 300 per jaar; dat dit neerkomt op een stijging van het aantal fusies met 33% ten opzichte van 1998, en dat de fusies en regulering steeds ingewikkelder worden, o.a. doordat een groter geografisch gebied moet worden bestreken en doordat tegelijkertijd verschillende markten moeten worden geanalyseerd,

E.  overwegende dat de toekomstige richting en snelheid van eventuele verkopen, aankopen, fusies, samenwerkingsverbanden en loskoppeling van bedrijven die telecommunicatieactiviteiten uitvoeren niet met zekerheid kunnen worden voorspeld,

F.  overwegende dat de VS diep in de Europese markt zijn doorgedrongen, met name wat betreft het aanbieden van spraaktelefonie, joint ventures en rechtstreekse holdings; overwegende dat de samenwerking tussen instanties die in de VS de mededinging in het oog houden en de Europese Gemeenschap adequaat en bevredigend werkt,

1.  is ingenomen met het besluit van de Europese Commissie en het Ministerie van Justitie van de VS de fusie van MCI WorldCOM en Sprint te verbieden wegens de gevolgen daarvan voor de mededinging op de markt voor hoogwaardige internetverbindingen en spraaktelefonie op de route VS-EU; is van mening dat dit een goed voorbeeld is van optreden ten voordele van de Europese consument en tegen een dominerende positie op de markt voor telecommunicatie;

2.  wijst erop dat Europa de voorwaarden moet scheppen voor een moderne economie, met name door middel van nieuwe informatietechnologieën, ontwikkeling van nieuwe diensten en oprichting van nieuwe bedrijven; is er ten volle van overtuigd dat de EU bij de sturing van industriële veranderingen via concurrentievermogen op basis van kwaliteit, initiatief en vernieuwing moet zorgen voor duurzame economische ontwikkeling, algemene en goedkope toegang tot internet voor iedereen in Europa en voor een Europese, op kennis gebaseerde samenleving die stoelt op gelijke kansen, éducation permanente, doelmatige sociale bescherming, aanpassingsvermogen en inzetbaarheid op de arbeidsmarkt;

3.  is van oordeel dat een effectieve mededinging op Europese en mondiale schaal alleen kan worden gehandhaafd indien er redelijk vergelijkbare concurrenten op de markt zijn, waarbij geen van hen een dominante positie mag hebben, en indien een redelijk vrije toegang tot alle segmenten van de markt wordt gewaarborgd;

4.  verzoekt de Raad en de Commissie de fusieverordening en de richtlijn inzake het uitbrengen van een bod tot overname te herzien met het oog op implementatie van een vereenvoudigde en consumentvriendelijke procedure voor de aanpak van dergelijke concentraties, met inachtneming van de bepalingen inzake voorlichting en raadpleging van werknemers;

5.  benadrukt dat het bestaande reguleringskader voor telecommunicatie in de EU erop gericht is het ontstaan van een digitale scheidslijn te voorkomen, aan een ieder toegang te verlenen tot een ruim aanbod aan communicatiediensten, een hoog niveau van consumentenbescherming en databescherming voor de burgers te verzekeren, aandacht te schenken aan de bijzondere behoeften van specifieke sociale groeperingen, en te zorgen voor transparantie van de tarieven en voorwaarden voor het gebruik van communicatiediensten als zijnde belangrijke criteria bij het onderzoek naar fusies in de telecommunicatiesector;

6.  is diep verontrust over de door het VS-Ministeries van Handel, Justitie en Buitenlandse Zaken voorgestelde wet inzake aankopen, waardoor de overdracht van vergunningen aan bedrijven die voor meer dan 25% eigendom zijn van een buitenlandse regering wordt beperkt en die niet voorziet in toepassing van de bestaande ontheffingsregelingen;

7.  is van mening dat de voorgestelde wetgeving betekent dat de VS toezeggingen die zij in het kader van GATT en WTO hebben gedaan niet nakomen, hetgeen een gevaarlijk precedent zou scheppen voor andere landen en hetgeen zou kunnen resulteren in nieuwe protectionistische neigingen;

8.  dringt er nogmaals op aan het mededingingsconcept voor de telecommunicatiesector nader te bezien en juicht derhalve het voornemen van de Commissie toe het stelsel tot regulering van fusies diepgaander te inventariseren;

9.  is voornemens de ingewikkelde problematiek aan de orde te stellen bij de komende behandeling van de mededingingsverslagen van de Commissie;

10.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de sociale partners.