Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B6-0091/2005Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B6-0091/2005

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

22.2.2005

ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 4 van het Reglement door
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de volgende fracties: over de toekomst van de staalsector

Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B6-0091/2005
Ingediende teksten :
RC-B6-0091/2005
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over de toekomst van de staalsector

Het Europees Parlement,

–  gelet op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in het bijzonder de daarin opgenomen bepalingen inzake de sociale rechten, alsook artikel 136 van het EG-Verdrag, volgens welk de lidstaten zich ten doel stellen de bevordering van de werkgelegenheid, de verbetering van de levensomstandigheden en de arbeidsvoorwaarden, een adequate sociale bescherming, de sociale dialoog, de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen om een duurzaam hoog werkgelegenheidsniveau mogelijk te maken en de bestrijding van de uitsluiting,

–  gezien Richtlijn 2002/24/EG van 11 maart 2002 over de voorlichting en de raadpleging van de werknemers, alsook de Richtlijnen 98/59/EG van 20 juli 1998 en 94/45/EG van 22 september 1994 betreffende respectievelijk de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag en de instelling van een Europese ondernemingsraad (beide richtlijnen beogen de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de instrumenten voor dialoog tussen de sociale partners),

–  onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de staalsector, herstructurering en industriële fusies, in het bijzonder de resolutie over de zaak AST/Thyssen Krupp in Terni van 12 februari 2004, die met algemene stemmen is aangenomen,

–  gezien de voortdurende teloorgang van arbeidsplaatsen in de gehele Europese staalsector,

–  gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) het fundament was waarop Europa is gegrondvest,

B.  overwegende dat de strategie van Lissabon als doel heeft van de EU de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie ter wereld te maken, die een duurzame economische groei kan dragen, en meer en kwalitatief hoogstaande arbeidsplaatsen en een grotere sociale cohesie kan creëren,

C.  verontrust over het opheffen van hoog technologische producties die de afgelopen jaren genoemd zijn als model wegens hun technologische know-how en daarom beschermd moesten worden,

D.  overwegende dat de EU er alle belang bij heeft om de voorwaarden te creëren om industrietakken waarin een belangrijk deel van de beroepsbevolking van de uitgebreide EU werkzaam is in stand te houden,

E.  overwegende dat de solidariteit concrete acties vereist, zowel voor de huidige generaties als voor de toekomstige, door de noodzakelijke economische en maatschappelijke cohesie te bevorderen zodanig dat probleemgebieden en kansarme bevolkingsgroepen in de EU hun achterstand kunnen verkleinen door stimulering van economische groei en concurrentiekracht,

F.  verontrust over het feit dat Thyssen-Krupp zich met betrekking tot het geschil rond zijn vestiging in Terni niet heeft gehouden aan het met de Italiaanse regering gesloten akkoord, dat voorzag in de instandhouding van de staalfabriek in ruil voor een tegemoetkoming in de infrastructuur- en energiekosten,

G.  overwegende dat er geen enkele bedrijfsoverweging is die rechtvaardigt dat men zich niet houdt aan de akkoorden van juni 2004, terwijl de winst van de onderneming met maar liefst 55% is gestegen tot een bedrag van meer dan 844 miljoen euro,

H.  overwegende dat het bedrijf - minder dan een jaar na de sluiting van het akkoord - opnieuw zijn voornemen kenbaar heeft gemaakt om de afdeling poolschoenplaten te sluiten, met het risico dat volgend jaar de smederijen worden gesloten; voorts overwegende dat het bedrijfseconomisch niet te verantwoorden is om de door alle betrokken partijen gesloten overeenkomst niet te honoreren en de Thyssen-Krupp-vestiging in Terni te ontmantelen,

I.  overwegende dat het eventuele terugschroeven van de elektrostaalproductie in Terni zou impliceren dat Italië zijn plaats in deze strategische bedrijfssector kwijtraakt, met alle gevolgen van dien voor het concurrentievermogen van de economie en voor de werkgelegenheid van jonge, goed opgeleide werknemers,

J.  overwegende dat AST Thyssen-Krupp van de overheid omvangrijke subsidies heeft gekregen voor de ontwikkeling van de plaatselijke industrie, infrastructuur en beroepsopleiding, o.a. in de vorm van steun uit de structuurfondsen in het kader van doelstelling 2 en uit het Europees Sociaal Fonds,

K.  gelet op de hernieuwde mobilisatie van de betrokken werknemers, hun vakbonden, de bevolking en vertegenwoordigers van de plaatselijke autoriteiten,

1.  roept de Commissie en de lidstaten, conform het reeds in zijn resolutie van 12 februari 2004 (B5-0076/04) geformuleerde verzoek, op een slagvaardiger strategie te ontwikkelen om de industriële herstructureringen en de sociale gevolgen daarvan aan te pakken;

2.  verzoekt de lidstaten en de Commissie maatregelen te nemen om de ontmanteling van de Europese staalsector en het eruit voortvloeiende verlies aan gekwalificeerde werkgelegenheid, met name in de onderzoeks- en ontwikkelingscentra in de innovatie waarvan veel geld geïnvesteerd, tegen te gaan;

3.  verzoekt Thyssen Krupp om met steun van de Italiaanse regering en de Commissie de werkgelegenheid op peil te houden, zich te houden aan het in juni jl. ingediende investeringsplan en de andere productielijnen (smederij en titanium) die niet direct verband houden met de "core business" roestvrij staal, te versterken;

4.  verklaart zich solidair met de getroffen werknemers en hun gezinnen, ook diegenen die werkzaam zijn bij toeleveringsbedrijven en in de gelieerde afdelingen, wier banen eveneens op de tocht staan;

5.  is van mening dat alle vormen van overheidssubsidie, inclusief die uit de industriefondsen en uit het Europees Sociaal Fonds, moeten worden onderworpen aan specifieke voorwaarden en verplichtingen met betrekking tot plaatselijke innovatie, ontwikkeling, werkgelegenheid en productie op lange termijn, die gesubsidieerde bedrijven moeten nakomen;

6.  verzoekt de Commissie en de nationale regeringen om met wetgeving te komen op het gebied van maatschappelijke verantwoordelijkheid van de ondernemingen die moet bijdragen aan duurzame ontwikkeling;

7.  is van mening dat Europa de innovatie moet stimuleren door de ontwikkeling van zijn industriebelangen, met name in geavanceerde en hightech-sectoren, en adequate programma's voor industriële omschakeling moet ondersteunen; onderstreept dat O&O-investeringen kunnen worden ingezet voor de ontwikkeling van nieuwe materialen, ontwerpen en procédés die hele industriesectoren een nieuw gezicht kunnen geven;

8.  verzoekt de Commissie een mededeling op te stellen over de huidige situatie in de staalsector en daartoe een groep op hoog niveau op te richten;

9.  verzoekt de Commissie om, nu het EGKS-Verdrag is verstreken, met een toekomststrategie voor de staalsector te komen ter bevordering van een zelfstandige Europese capaciteit in deze sector;

10.  roept de lidstaten op de sociale dialoog te bevorderen en te intensiveren om te voldoen aan de nationale en Europese wetgeving inzake voorlichting en raadpleging van werknemers, en doeltreffende maatregelen te nemen om vakbondsvertegenwoordigers te beschermen;

11.  verzoekt de Commissie zich met een besluit in de WTO en de OESO sterk te maken voor het garanderen van de instandhouding van de Europese staalindustrie op de internationale markt;

12.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de WTO, de OESO alsook de sociale partners.