GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE
30.1.2006
- –José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, José Ribeiro e Castro, Gerardo Galeote Quecedo, João de Deus Pinheiro, Charles Tannock, Antonio Tajani en Camiel Eurlings, namens de PPE-DE-Fractie
- –Pasqualina Napoletano en Raimon Obiols i Germà, namens de PSE-Fractie
- –Cecilia Malmström, namens de ALDE-Fractie
- –Michał Tomasz Kamiński, namens de UEN-Fractie
- –PPE-DE (B6‑0075/2005)
- –UEN (B6‑0079/2006)
- –PSE (B6‑0081/2006)
- –ALDE (B6‑0082/2006)
Resolutie van het Europees Parlement over de opstelling van de Europese Unie tegenover de Cubaanse regering
Het Europees Parlement,
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de situatie op Cuba, in het bijzonder zijn resolutie van 17 november 2004,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 28 april 2005 over de mensenrechtensituatie in de wereld 2004,
– gezien de verklaring van het voorzitterschap van 14 december 2005 over de Vrouwen in het Wit en de eerdere verklaringen van het voorzitterschap van maart 2003 en 5 juni 2003 over de situatie op Cuba,
– gezien het gemeenschappelijk standpunt van de EU 96/697/GBVB over Cuba, goedgekeurd op 2 december 1996 en daarna periodiek vernieuwd,
– gelet op artikel 108, lid 5 van zijn Reglement,
A. overwegende dat bescherming van de universaliteit en ondeelbaarheid van de mensenrechten, met inbegrip van de burgerrechten en de politieke, economische, sociale en culturele rechten, een van de belangrijkste doelstellingen van de Europese Unie blijft,
B. overwegende dat tientallen onafhankelijke journalisten, vreedzame dissidenten en voorvechters van de mensenrechten, die deel uitmaken van de democratische oppositie en voor het merendeel betrokken zijn bij het Varela-project, nog steeds onder mensonwaardige omstandigheden in de gevangenis zitten, dat sommigen van hen ernstig ziek zijn en dat velen van hen rechtstreeks verwant zijn met de Vrouwen in het Wit,
C. overwegende dat het Europees Parlement de Sacharov-prijs 2005 voor de vrijheid van meningsuiting heeft toegekend aan de Vrouwen in het Wit, aan Hauwa Ibrahim en aan de internationale organisatie Journalisten zonder grenzen,
D. overwegende dat het Cubaanse bewind de Vrouwen in het Wit geen toestemming heeft gegeven om bij de uitreiking van de Sacharov-prijs 2005 in het Europees Parlement aanwezig te zijn, hetgeen een schending betekent van een van de grondrechten van het individu, namelijk het recht om het eigen land te verlaten en daarnaar terug te keren, een recht dat uitdrukkelijk wordt erkend in de Universele Verklaring van de rechten van de mens,
E. overwegende dat de Cubaanse autoriteiten zich niet hebben gestoord aan de verzoeken en bemoeienissen van de Voorzitter van het Europees Parlement en andere Europese instanties, ondanks het feit dat alle nodige stappen zijn ondernomen om ervoor te zorgen dat de Vrouwen in het Wit aanwezig zouden zijn om de prijs in ontvangst te nemen,
F. overwegende dat de winnaar van de Sacharov-prijs 2002 van het Europees Parlement, Oswaldo Payá Sardiñas, systematisch de vrijheid wordt ontzegd om Cuba te verlaten en gevolg te geven aan uitnodigingen van dit Parlement en andere instanties van de Europese Unie,
G. overwegende dat in 2005 geen politieke gevangenen op Cuba zijn vrijgelaten en dat hun aantal niet is gedaald, maar zelfs aanzienlijk is toegenomen,
1. betreurt dat de Cubaanse autoriteiten hebben nagelaten de duidelijke signalen af te geven die de Europese Unie eist wat betreft de volledige eerbiediging van de fundamentele vrijheden, in het bijzonder de vrijheid van meningsuiting en politieke vereniging, en veroordeelt de verscherping van de repressie en de toename van het aantal politieke gevangenen;
2. acht het onaanvaardbaar dat op Cuba nog steeds mensen worden vastgehouden wegens hun idealen en vreedzame politieke activiteiten, en dringt aan op de onmiddellijke vrijlating van alle politieke gevangenen en gewetensbezwaarden; verzoekt de Raad en de Commissie met klem in dit opzicht alle nodige acties te blijven ondernemen;
3. veroordeelt het reisverbod voor de Vrouwen in het Wit, de verscherping van de repressie jegens de vreedzame oppositie en de nieuwe arrestaties en stelt vast dat dit optreden afbreuk doet aan de pogingen om de betrekkingen tussen de Europese Unie en Cuba te verbeteren, het voornaamste doel van de door de Raad in januari 2005 ingevoerde veranderingen in het gemeenschappelijk standpunt, en verzoekt de Raad dienovereenkomstig te handelen;
4. dringt er bij de Raad en de Commissie op aan zich te blijven inzetten voor vrijlating van de politieke gevangenen en ervoor te zorgen dat de intimidatie van politieke tegenstanders en voorvechters van de mensenrechten onmiddellijk wordt beëindigd;
5. beklemtoont dat met name alle prominente personen uit de Europese Unie die Cuba bezoeken de mensenrechten aan de orde moeten stellen;
6. dringt er bij de Cubaanse autoriteiten op aan de Vrouwen in het Wit onmiddellijk toe te staan om het eiland te verlaten, zodat ze op de uitnodiging van het Europees Parlement kunnen ingaan, en verzoekt zijn Voorzitter al het mogelijke te doen om te zorgen dat de winnaars de Sacharov-prijs persoonlijk in ontvangst kunnen nemen;
7. herhaalt zijn uitnodiging aan de winnaar van de Sacharov-prijs 2002 van het Europees Parlement, Oswaldo Payá Sardiñas, en dringt er bij de Cubaanse autoriteiten op aan hem toestemming te verlenen voor een reis naar Europa, zodat hij zijn opwachting kan maken bij de communautaire instellingen;
8. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regering en de nationale volksvergadering van de Republiek Cuba, alsmede aan de Vrouwen in het Wit en Oswaldo Payá Sardiñas, winnaars van de Sacharov-prijs van het Europees Parlement.