GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE
15.2.2006
- –Simon Coveney, Bernd Posselt en Ioannis Kasoulides, namens de PPE-DE-Fractie
- –Pasqualina Napoletano, María Elena Valenciano Martínez-Orozco, Martine Roure en Panagiotis Beglitis, namens de PSE-Fractie
- –Sarah Ludford, Cecilia Malmström en Sajjad Karim, namens de ALDE-Fractie
- –Cem Özdemir, Kathalijne Maria Buitenweg, Hélène Flautre, Angelika Beer, Raül Romeva i Rueda en Jean Lambert, namens de Verts/ALE-Fractie
- –Giusto Catania, Gabriele Zimmer, Vittorio Agnoletto, André Brie, Marco Rizzo en Willy Meyer Pleite, namens de GUE/NGL-Fractie
- –PSE (B6‑0112/2006)
- –GUE/NGL (B6‑0117/2006)
- –PPE-DE (B6‑0118/2006)
- –ALDE (B6‑0127/2006)
- –Verts/ALE (B6‑0135/2006)
Resolutie van het Europees Parlement over Guantanamo
Het Europees Parlement,
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over het recht van de gedetineerden op Guantanamo op een eerlijk proces en in het bijzonder zijn resolutie van 7 februari 2002 over de omstandigheden waaronder de gedetineerden op Guantanamo worden vastgehouden en zijn aanbeveling aan de Raad van 10 maart 2004,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 28 april 2005 over de mensenrechtensituatie in de wereld in 2004,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 18 januari 2006 over Afghanistan,
– gezien het Verdrag ter voorkoming van foltering en wrede, onmenselijke of vernederende bestraffing of behandeling dat op 10 december 1984 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties werd goedgekeurd,
– gezien de richtlijnen van de Europese Unie over de strijd tegen foltering en de doodstraf en over de dialoog met derde landen over de mensenrechten, die in 2001 werden goedgekeurd,
– gelet op de "Defence Authorization Bill" die op 30 december 2005 door president Bush werd ondertekend en het amendement-McCain bevat, waarin het toepassen van marteling onwettig wordt verklaard, alsmede het amendement-Graham-Levin, waarin (volgens de interpretatie ("signing statement") van het Witte Huis) wordt bepaald dat vreemdelingen die op Guantanamo worden vastgehouden er geen recht op hebben hun gevangenhouding voor te leggen aan de burgerlijke rechter in de VS,
– gelet op de nieuwe wetgeving in de Verenigde Staten, "Army Regulation 190-55", die met ingang van 17 februari 2006 van kracht is en waarin de mogelijkheid om door de militaire rechtbanken ter dood veroordeelde gevangenen terecht te stellen, wordt uitgebreid tot alle detentiecentra, met inbegrip van dat van Guantanamo,
– gezien het door vijf deskundigen van de mensenrechtencommissie van de VN opgestelde verslag over het detentiecentrum van Guantanamo Bay,
– gezien de recente oproep van de Duitse kanselier tot sluiting van het detentiecentrum Guantanamo Bay,
– gelet op artikel 115, lid 5 van zijn Reglement,
1. doet een beroep op de regering van de VS het detentiecentrum in Guantanamo Bay te sluiten en dringt erop aan dat iedere gevangene wordt behandeld volgens internationale humanitaire regels en berecht wordt in een eerlijk en openbaar proces door een deskundige, onafhankelijke en onpartijdige rechtbank,
2. veroordeelt alle vormen van foltering en mishandeling en wijst er andermaal op dat het internationale recht in acht moet worden genomen,
3. beklemtoont dat het hedendaags terrorisme en met name het wereldwijde terrorisme dat gericht is tegen democratieën en hun bevolking, een bedreiging vormt voor de fundamentele mensenrechten die in onze samenleving gelden,
4. wijst er nogmaals op dat de strijd tegen het terrorisme, een van de prioriteiten van de Unie en de kern van haar externe optreden, alleen kans van slagen heeft als de mensenrechten en de burgerlijke vrijheden onverkort in acht worden genomen,
5. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Hoge Vertegenwoordiger van het GBVB, de parlementen van de lidstaten, de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties en de president en het Congres van de Verenigde Staten van Amerika.