Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B6-0209/2007Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B6-0209/2007

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

23.5.2007

ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5 van het Reglement door
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de volgende fracties: over de huidige crisis bij de Wereldbank

Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B6-0209/2007
Ingediende teksten :
RC-B6-0209/2007
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over de huidige crisis bij de Wereldbank

Het Europees Parlement,

-  onder verwijzing naar zijn resolutie van 25 april 2007 over de transatlantische betrekkingen,

-  gezien het besluit van de heer Wolfowitz om zijn post van president van de Wereldbank per 30 juni 2007 op te geven naar aanleiding van de beschuldigingen van nepotisme die tegen hem zijn geuit in een memorandum van een speciale werkgroep van de Wereldbank en in een verslag van zeven leden van de Raad van Bewindvoerders van de Wereldbank waarin de president van de Wereldbank ervan werd beschuldigd de ethische regels van de instelling die hij leidt te hebben geschonden,

-  gezien de open brief van 42 voormalige leidinggevenden van de internationale instelling,

-  gezien het perscommuniqué van de Raad van Bewindvoerders van de Wereldbank van 16 mei jl. waarin de bestuurders erkennen dat de procedures van de Bank op het gebied van de oplossing van belangenconflicten een dubbelzinnig karakter hebben, en de toezegging doen de bestaande regels te zullen verbeteren,

-  gezien de omstandigheden waaronder de heer Wolfowitz tot president van de Wereldbank is benoemd,

-  gelet op artikel 115, lid 5, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de Wereldbank moet worden beschouwd als de belangrijkste mondiale ontwikkelingsinstelling, en overwegende dat het beleid en de integriteit van het leiderschap van de Bank een enorme invloed hebben op de gehele donoren- en ontwikkelingsgemeenschap,

B.  gezien de beschuldigingen van nepotisme tegen de president van de Wereldbank,

C.  overwegende dat de vertrekkende president van de Wereldbank grote nadruk heeft gelegd op beginselen van "good governance" voor de selectie van steunontvangers, met inbegrip van de toepassing van de beginselen van de rechtsstaat, democratie en transparantie en controleerbaarheid van overheidsinstellingen - beginselen die de krachtige steun hebben van de Europese instellingen en die ook van toepassing moeten zijn op de operaties en besluitvormingsprocessen van de Wereldbank zelf,

D.  ingenomen met de mobilisatie van het merendeel van de bij de Wereldbank geaccrediteerde internationale NGO's, die van begin af aan hebben aangedrongen op het vertrek van de president van de Wereldbank, ondanks de pogingen om de 'affaire-Wolfowitz' onder de pet te houden,

E.  overwegende dat de procedures voor het selecteren van bekleders van leidinggevende sleutelposities bij de Wereldbank niet voldoen aan de algemeen geldende normen van transparantie en democratie, hetgeen negatieve gevolgen heeft voor de legitimiteit van de Wereldbank op een tijdstip dat dringend behoefte bestaat aan sterke en gelegitimeerde multilaterale instellingen,

F.  overwegende dat de oprichting van het Parlementaire Netwerk voor de Wereldbank (PNoWB) de weerspiegeling vormt van de steeds grotere aandacht van gekozen wetgevers voor het beleid en de procedures van de Wereldbank, met als doel vergroting van de controleerbaarheid van de instelling tegenover parlementen in de gehele wereld,

G.  overwegende dat de lidstaten van de Europese Unie meer dan 30% van de stemmen in de Raad van Bewindvoerders van de Wereldbank hebben, en een belangrijke factor zijn in het besluitvormingsproces van de Wereldbank, ook bij de benoeming van haar leidinggevenden,

1.  neemt nota van het besluit van de president van de Wereldbank om uiteindelijk te besluiten per 30 juni 2007 zijn post te verlaten, maar betreurt dat hij zo laat heeft gereageerd waardoor de instelling gedurende meer dan een maand verlamd is geweest en zij in een geloofwaardigheids- en identiteitscrisis zonder weerga is gestort;

2.  wijst erop dat zijn Commissie ontwikkelingssamenwerking al in maart 2005 haar grote bezorgdheid heeft geuit over het feit dat de procedure voor de selectie van de hoogste functionaris van de belangrijkste internationale ontwikkelingsinstelling niet voldeed aan minimale vereisten van legitiem bestuur;

3.  betreurt de problemen met betrekking tot het bestuur van de Wereldbank die een verklaring vormen voor het feit dat het zover heeft kunnen komen, en is van mening dat met de zaak-Wolfowitz goed tot uitdrukking komt welke hervormingen noodzakelijk zijn voor een betere transparantie en controleerbaarheid om ervoor te zorgen dat de Wereldbank opgewassen is tegen haar verantwoordelijkheden;

4.  verzoekt het Duitse en het Portugese voorzitterschap om namens de Europese Unie voorstellen te doen betreffende methoden om toekomstige procedures voor de selectie van leidinggevende personen bij de instellingen van Bretton Woods een meer democratisch, transparant en controleerbaar karakter te geven, opdat de geloofwaardigheid van de Wereldbank kan worden hersteld;

5.  verzoekt de lidstaten van de Europese Unie die een zetel hebben in de Raad van Bewindvoerders van de Wereldbank met klem aan te dringen op het houden van openbare hoorzittingen met kandidaten voor de leiding van de Wereldbank;

6.  dringt aan op een verdergaande coördinatie van de lidstaten binnen de internationale financiële instellingen teneinde invloed uit te oefenen op de governance van de wereldeconomie, en stelt daartoe voor dat de Commissie, in afwachting van een rechtspersoonlijkheid voor de Unie, de status krijgt van waarnemer bij de Wereldbank, zodat zij aanwezig kan zijn bij bepaalde bijeenkomsten en daar het woord kan voeren;

7.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Eurogroep en de Raad van Bewindvoerders van de Wereldbank.