Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B6-0400/2007Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B6-0400/2007

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

24.10.2007

ingediend overeenkomstig artikel 108, lid 5 van het Reglement door
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de volgende fracties: over de stijgende prijzen van diervoeders en voedsel

Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B6-0400/2007
Ingediende teksten :
RC-B6-0400/2007
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over de stijgende prijzen van diervoeders en voedsel

Het Europees Parlement,

–  gelet op artikel 33 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

–  onder verwijzing naar zijn wetgevingsresolutie van 26 september 2007 over braaklegging voor 2008,

–  gelet op artikel 108, lid 5 van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de wereldgraanprijzen in de afgelopen jaren dramatisch zijn gestegen en dat de openbare en particuliere graanvoorraden op het laagste punt van de afgelopen 40 jaar zijn beland,

B.  overwegende dat de graanoogst in de EU-27 volgens de jongste schattingen ongeveer 8 miljoen ton lager zal uitvallen dan vorig jaar,

C.  overwegende dat de opbrengst in 2006 slechts 265,5 miljoen ton bedroeg, zodat de interventievoorraad dat jaar niet meer dan 1 miljoen ton groot was,

D.  overwegende dat het mondiale graanaanbod te lijden heeft gehad van extreme weersomstandigheden als droogte en overstromingen, die waarschijnlijk samenhangen met de klimaatverandering,

E.  overwegende dat in de meeste EU-lidstaten nog geen aanwijzingen zijn voor het bestaan van een rechtstreeks verband op lange termijn tussen de prijsstijging voor bepaalde producten en de vraag naar biobrandstoffen, maar dat toch moet worden beklemtoond dat in landen als de Verenigde Staten een actief beleid van stimulering van de maïsteelt voor de productie van bio-ethanol momenteel een rechtstreekse en door de OESO onderkende invloed heeft op de prijsstijging van levensmiddelen,

F.  overwegende dat in de in september 2007 gepubliceerde studie van de OESO over de weerslag van de productie van biobrandstoffen op de continuïteit van de voedselvoorziening en de soortenrijkdom in de hele wereld wordt gewaarschuwd dat de concurrentiestrijd om grond en hulpbronnen voor de productie van levensmiddelen en diervoeders enerzijds en die voor de productie van biobrandstoffen anderzijds, zou kunnen leiden tot een zodanige stijging van de voedselprijzen dat de toegang tot voedsel voor de armste mensen en regio's wordt bedreigd,

G.  overwegende dat de mondiale vraag naar levensmiddelen sneller toeneemt dan het aanbod, niet in de laatste plaats doordat de stijgende inkomens in opkomende economieën als India en China, in combinatie met bevolkingsgroei, de vraag naar met name vlees en zuivelproducten, en daarmee de vraag naar diervoeders, opdrijven,

H.  overwegende dat voedselonzekerheid een realiteit blijft voor meer dan 854 miljoen mensen, van wie 820 miljoen in de ontwikkelingslanden,

I.  overwegende dat de detailhandelsprijzen voor levensmiddelen geen gelijke tred hebben gehouden met de kosten van levensonderhoud en de producentenprijzen achtergebleven zijn bij de detailhandelsprijzen,

J.  overwegende dat de grote groothandelsketens alsook enkele grote detailhandelsketens in de EU een belangrijke rol spelen bij de bepaling van de levensmiddelenprijzen, en dat hun concentratie zo groot is dat het neerkomt op een dominante positie in de onderhandelingen met de producenten,

K.  overwegende dat de stijgende prijzen van mengvoeder tot hogere productiekosten in de veehouderij leiden,

L.  overwegende het GLB in de afgelopen 15 jaar onder druk van de Europese samenleving en de ontwikkeling van de economie al ingrijpend is gewijzigd, en overwegende dat ontkoppeling de boeren de mogelijkheid biedt te reageren op marktsignalen,

M. overwegende dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid volgens artikel 33 van het EG-Verdrag ten doel heeft de voorziening veilig te stellen en redelijke prijzen bij de levering aan verbruikers te verzekeren,

Braaklegging

1.  verwelkomt het recente besluit van de ministers van Landbouw van de EU om het voorstel van de Commissie om de braakleggingsverplichtingen voor 2008 op te schorten, goed te keuren;

2.  neemt ter kennis dat hierdoor volgens schattingen van de Commissie 2,9 miljoen hectare voor graanproductie beschikbaar komt, waardoor de graanopbrengst volgend jaar ongeveer 10 miljoen ton hoger zal zijn;

3.  betreurt dat de Raad de amendementen van het Parlement tot opschorting van de braaklegging tot en met 2009 niet heeft overgenomen, en verwacht dat dit punt weer aan de orde zal komen als het GLB binnenkort wordt doorgelicht;

Voedselproductie en detailhandel

4.  neemt kennis van de recente verklaring van commissaris Fischer Boel dat de prijzen van vlees en vleesproducten in 2008 met wel 30% kunnen stijgen ten gevolge van de toename van de diervoederprijzen;

5.  wijst erop dat de prijsstijging voor melk in 2007 een kleine, maar dringend noodzakelijke inkomensstijging voor de melkproducenten betekent, maar nadelig is voor de consument en het moeilijker maakt te voorzien in de behoefte aan zuivelproducten, bij voorbeeld voor scholen en ziekenhuizen;

6.  geeft uiting aan zijn bezorgdheid over het feit dat de Europese pluimveeproducenten 40 tot 60% meer voor diervoeders moeten betalen dan vorig jaar, vooral omdat het voer ongeveer 60% van hun totale productiekosten beslaat;

7. wijst er met de grootste nadruk op dat bij veel voedingsproducten, en met name verwerkte producten, de kosten van de grondstoffen slechts een betrekkelijk ondergeschikt gedeelte van de totale productiekosten uitmaken, en dat zelfs na de recente prijsstijgingen de kosten van tarwe voor minder dan 10% in de detailhandelsprijs van een Brits brood bijdragen en voor minder dan 5% in de prijs van een Frans stokbrood;
8. verzoekt de Commissie en de lidstaten een analyse te maken van de discrepanties tussen de producentenprijzen en de prijzen die de grote detailhandelsketens berekenen; de Commissie dient met name na te gaan wat de gevolgen van concentratie in de detailhandelssector zijn, met name voor kleine producenten, kleine ondernemingen en consumenten, en alle har ter beschikking staande wettelijke maatregelen aan te wenden, wanneer wordt vastgesteld dat er sprake is van misbruik van een marktpositie;

9.  dringt er bij de Commissie op aan toestemming te verlenen voor voorschotten op rechtstreekse betalingen aan veehouders, met name wanneer die worden getroffen door uitbraken van ziekten (zoals blauwtong), omdat zij wellicht te maken hebben met ernstige cash-flowproblemen als gevolg van de hogere voederprijzen;

Biobrandstoffen

10.  beklemtoont dat momenteel slechts een zeer gering gedeelte van de EU-graanproductie voor de productie van biobrandstoffen wordt gebruikt en dat zelfs realisering van de EU-biobrandstofdoelstelling in 2020 slechts 15% van het bouwland van de EU zou vergen;

11.  stelt vast dat het areaal waarop in de EU energiegewassen worden verbouwd sinds 2004 is vertienvoudigd tot 2,84 miljoen ha.,

12.  beklemtoont dat biobrandstoffen thans het enige alternatief voor fossiele brandstoffen vormen, en dat zij in ruime mate op de markt voorhanden zijn en in tegenstelling tot fossiele brandstoffen hernieuwbaar zijn en tot een aanmerkelijke terugdringing van de uitstoot van broeikasgassen kunnen leiden;

13.  wijst erop dat in de EU bij gebruik van 1 ton graan voor de productie van bioethanol wel tot 40% in de vorm van bijproducten naar de diervoedersector terugvloeit;

14.  verzoekt de Commissie en de lidstaten niettemin meer te doen aan bevordering van het gebruik en de productie van bio-energie van de tweede generatie, waarbij mest en landbouwafval wordt benut in plaats van primaire landbouwproducten;

15.  verzoekt de Commissie om een effectbeoordeling te verrichten voor wat betreft milieu en de continuïteit van de voedselvoorziening, waarin rekening wordt gehouden met de bestaande concurrentiestrijd om grond en hulpbronnen tussen de productie van levensmiddelen en die van biobrandstoffen, met inbegrip van de weerslag van klimaatverandering en eventuele maatregelen om een verdere uitputting van de grondstoffen voor de levensmiddelenproductie te voorkomen;

Invoer en uitvoer

16.  geeft uiting aan zijn grote bezorgdheid over het feit dat de kosten van mengvoer met 75

   euro per ton zijn gestegen en blijven stijgen als gevolg van een acuut tekort aan voedergraan, met als consequentie een extra kostenpost van 10 miljard euro voor de veehouderij in de EU;

17.  neemt kennis van het voornemen van de ministers van Landbouw, zoals aangekondigd op hun meest recente zitting, om een voorstel te formuleren inzake opheffing van de invoerrechten op graan voor 2008 om het hoofd te kunnen bieden aan de moeilijke situatie in de veehouderij en met name in de varkensvleessector;

18.  wijst erop dat door dergelijke besluiten de onderhandelingspositie van de EU inzake markttoegang in het kader van de WTO feitelijk kan worden verzwakt;

19.  benadrukt dat dit besluit geen navolging mag vinden in andere sectoren, zoals de rijstsector;

20.  wijst elke poging om uitvoerquota en -heffingen voor EU-landbouwproducten in te voeren van de hand;

21. verlangt dat bedrijven in derde landen aan dezelfde stringente controles worden onderworpen als EU-producenten;

22.  doet een beroep op de Commissie om een inventarisatie te maken van mogelijke maatregelen inzake beheer van het aanbod en de voedselzekerheid waarmee een nog grotere buitensporige volatiliteit van de diervoeder- en levensmiddelenprijzen, alsmede een niet-duurzame concurrentiestrijd tussen voedsel- en brandstoffenproductie kunnen worden voorkomen;

Mondiale voedselonzekerheid

23.  beseft dat de daling van de wereldvoedselvoorraden ernstige, specifieke gevolgen heeft voor de landen met lage inkomsten en gebrek aan voedsel in de derde wereld, aangezien het totaalbedrag dat deze landen voor graaninvoer moeten uitgeven aanzienlijk zal stijgen, en wel tot de absolute recordhoogte van 28 miljard dollar in 2007/2008 ofwel 14% meer dan het toch al hoge bedrag van vorig jaar;

24.  wijst erop dat de ontwikkelingslanden dit jaar het recordbedrag van in totaal 52 miljard dollar aan graaninvoer zullen besteden;

25.  verzoekt de Commissie om de gevolgen van de voorzieningstekorten voor granen en oliehoudende zaden voor de meest kwetsbare producenten en consumenten van levensmiddelen in de EU en derde landen zorgvuldig te analyseren, met inbegrip van voorstellen voor instrumenten en maatregelen waarmee verstoringen van de voedselvoorziening en de inflatoire gevolgen van verdere prijsstijgingen kunnen worden voorkomen;

26.  verzoekt de Commissie een grondige analyse van de ontwikkelingen op de wereldmarkt, waaronder de toegenomen vraag naar voedsel in ontwikkelingslanden, uit te voeren om in het kader van de doorlichting van het GLB na te gaan of er permanente mechanismen kunnen worden gecreëerd om een toereikende aanvoer op de markt voor de toekomst veilig te stellen;

27.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.