GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE
14.11.2007
- –John Bowis, Mario Mauro, Bernd Posselt en Eija-Riitta Korhola, namens de PPE-DE-Fractie
- –Pasqualina Napoletano, Ana Maria Gomes, Elena Valenciano Martínez-Orozco en Alain Hutchinson, namens de PSE-Fractie
- –Thierry Cornillet, Fiona Hall en Marios Matsakis, namens de ALDE-Fractie
- –Raül Romeva i Rueda, namens de Verts/ALE-Fractie
- –Vittorio Agnoletto, namens de GUE/NGL-Fractie
- –PPE-DE (B6‑0454/2007)
- –Verts/ALE (B6‑0457/2007)
- –PSE (B6‑0460/2007)
- –ALDE (B6‑0468/2007)
- –GUE/NGL (B6‑0469/2007)
Resolutie van het Europees Parlement over Somalië
Het Europees Parlement,
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de situatie in Somalië,
– onder verwijzing naar de eerdere verklaringen van de Hoge Vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Raad van de Europese Unie, Javier Solana, en van Commissaris Louis Michel,
– gezien de verklaring van veertig internationale en nationale NGO's waarin zij hun bezorgdheid hebben uitgesproken over de humanitaire ramp die zich voltrekt in Somalië,
– gezien het plan voor nationale verzoening dat in resolutie 1744 van de VN-Veiligheidsraad is voorgesteld en dat is aangenomen in februari 2007, na de overwinning van Ethiopië op de Unie van Islamitische Rechtbanken,
– gezien de aanstaande Top EU-Afrika in Lissabon op 8-9 december 2007,
– gelet op artikel 115, lid 5 van zijn Reglement,
A. overwegende dat bij recente gevechten tussen opstandelingen van de Unie van Islamitische Rechtbanken en de alliantie van Ethiopische troepen en troepen van de federale overgangsregering (TFG) tachtig mensen gedood zijn,
B. overwegende dat Somalië sinds de omverwerping van het regime van Said Barre in 1991 geen functionerende regering meer heeft gehad en dat de politieke situatie sindsdien gekenmerkt wordt door anarchie, onderlinge gevechten tussen clans en banditisme,
C. overwegende dat het VN-vluchtelingenagentschap schat dat door de recente gevechten tussen de Unie van Islamitische Rechtbanken en de alliantie van Ethiopische en TFG-troepen ten minste 100.000 mensen ontheemd zijn; overwegende dat talrijke burgers zijn omgekomen bij deze gevechten; overwegende dat er ernstige bezorgdheid bestaat over de veiligheid van de overige bevolking,
D. overwegende dat de verslechterende veiligheidssituatie in de hoofdstad van Somalië, Mogadishu, nationale en internationale NGO's belet heeft iets te doen aan de zich voltrekkende humanitaire ramp en hulp te bieden in noodsituaties,
E. overwegende dat volgens de Eenheid voor de analyse van de voedselzekerheid (FSAU) op het platteland naar schatting 38.000 kinderen onder de vijf jaar lijden aan acute ondervoeding en dat naar schatting 10.000 kinderen ernstig ondervoed zijn en dreigen te overlijden als zij geen passende verzorging krijgen,
F. overwegende dat er gevallen van cholera zijn geconstateerd in de regio en dat er derhalve dringende maatregelen getroffen moeten worden om de in eigen land ontheemde personen te voorzien van veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen om verspreiding van de ziekte te voorkomen,
G. overwegende dat in Somalië, volgens het VN-Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (OCHA), circa 450.000 personen ontheemd zijn door de gevechten in 2007, waarmee het totale aantal ontheemden in Somalië op 850.000 wordt gebracht, inclusief de 400.000 personen die ontheemd raakten aan het begin van de burgeroorlog in de jaren '90,
H. overwegende dat 1,5 miljoen Somaliërs op een totale bevolking van 10 miljoen inwoners internationale hulp nodig hebben,
I. overwegende dat de burgeroorlog in Somalië aanhoudt en gevolgen heeft voor het vredes- en verzoeningsproces in dat land, alsmede voor de veiligheid en stabiliteit in de Hoorn van Afrika als geheel,
J. overwegende dat de Somalische premier Ali Mohamed Gedi is afgetreden na een conflict met president Abdullah Ahmed Yusuf; overwegende dat dit de politieke impasse in het land verergerd heeft,
K. overwegende dat de opstandelingen van de Unie van Islamitische Rechtbanken afgelopen maand een verzoeningsbijeenkomst heeft geboycot die georganiseerd was met steun van de overgangsregering; overwegende dat de Ethiopische premier Meles Zenawi gezegd heeft dat Ethiopische troepen zich zullen terugtrekken zodra vredeshandhavende troepen van de Afrikaanse Unie in Mogadishu arriveren,
L. overwegende dat opstandelingen van de Unie van Islamitische Rechtbanken iedere vorm van politiek contact met de regering uitsluiten zolang het Ethiopische leger aanwezig is in Somalië; overwegende dat verlenging van de Ethiopische interventie de situatie in de regio verder compliceert, evenals vermeende steun van de Unie van Islamitische Rechtbanken door andere landen, waarbij met name gewezen wordt op Eritrea,
M. overwegende dat de schuldigen van de moorden op individuele journalisten in 2007 nog steeds onbekend zijn en dat Somalische regeringsfunctionarissen tot op heden stelselmatig hebben nagelaten de moorden te veroordelen, laat staan een onderzoek hebben ingesteld, arrestaties verricht of vervolging ingesteld,
1. veroordeelt de ernstige schendingen van het internationale humanitaire recht en de mensenrechtenwetgeving die door alle conflictpartijen in Somalië zijn begaan scherp; dringt aan op het onmiddellijk staken van de vijandelijkheden; dringt erop aan dat alle strijdende partijen afzien van willekeurige aanvallen op burgers en wenst dat een onafhankelijk panel onderzoek doet naar oorlogsmisdaden en schendingen van de mensenrechten;
2. herinnert eraan dat het de verantwoording is van de internationale gemeenschap en alle strijdende partijen om burgers te beschermen, hulpverlening toe te staan, een humanitaire ruimte te eerbiedigen en de veiligheid van humanitaire werkers te waarborgen; dringt er derhalve op aan dat er onmiddellijk voorwaarden worden gecreëerd voor een adequate reactie op de humanitaire ramp die zich in Somalië voltrekt;
3. waarschuwt dat er een ernstig risico bestaat dat het Somalische conflict uitmondt in een regionale oorlog in de gehele Hoorn van Afrika, tenzij er snelle en ingrijpende maatregelen worden getroffen door de internationale gemeenschap om de situatie te stabiliseren en geleidelijk te verbeteren;
4. dringt er bij de internationale gemeenschap op aan om de diplomatieke inspanningen op te voeren en te steunen om een einde te maken aan het aanhoudende geweld en een voorstel in te dienen voor de oprichting van een permanent orgaan om te onderhandelen over een onmiddellijk staakt-het-vuren en toe te zien op de naleving ervan;
5. dringt er bij de federale overgangsregering (TFG) op aan samen met de belangrijkste betrokken partijen deel te nemen aan een consultatieproces dat zou moeten leiden tot de benoeming van een nieuwe premier; dringt er bij alle Somalische betrokken partijen op aan hun inspanningen voor een politieke dialoog te hernieuwen en zich te blijven richten op een hervatting van het proces dat is voorgesteld in het federale overgangshandvest; benadrukt dat een succesvolle dialoog en verzoening van essentieel belang zijn voor vrije en eerlijke verkiezingen in 2009 en voor duurzame vrede en stabiliteit in Somalië;
6. dringt aan op beëindiging van iedere buitenlandse militaire interventie in Somalië;
7. dringt aan op versterking van de rol van het maatschappelijk middenveld - met name vrouwen - in het proces van nationale verzoening;
8. is verheugd over de inspanningen van de Afrikaanse Unie om een vredeshandhavende troepenmacht te mobiliseren om te helpen bij het proces van nationale verzoening, maar betreurt het dat tot dusverre slechts 1600 soldaten zijn afgevaardigd van de 8000 die in AU‑verband zijn toegezegd; dringt er derhalve bij de Afrikaanse Unie op aan haar lidstaten aan te moedigen hun toezeggingen om een bijdrage te leveren aan de vredeshandhavende troepenmacht na te komen; dringt er in dit verband bij de EU op aan haar inspanningen te vergroten om de vereiste politieke, financiële en logistieke ondersteuning te verlenen aan de inzet van de vredeshandhavende troepenmacht van de Afrikaanse Unie, alsmede alle overige stappen om het vredesproces te faciliteren;
9. dringt er bij de internationale gemeenschap op aan de diplomatieke inspanningen voor vrede en stabiliteit in Somalië te vergroten en zich te onthouden van simplistische percepties van de terroristische dreigingen in de Hoorn van Afrika, die soms worden aangevoerd om de aandacht af te leiden van interne problemen en buitenlandse militaire interventie te rechtvaardigen;
10. herhaalt zijn beroep op de internationale contactgroep Somalië, bestaande uit de Afrikaanse Unie, de Verenigde Naties, de Europese Unie, de Verenigde Staten, Zweden, Noorwegen, Italië, Tanzania en andere landen om positieve politieke ontwikkelingen aan te moedigen en zich te engageren met partijen in Somalië om de implementatie van het federale overgangshandvest en -instellingen aan te moedigen, te zorgen voor effectief bestuur en stabiliteit, en de bezorgdheid van de internationale gemeenschap over terrorisme weg te nemen;
11. dringt er bij de internationale gemeenschap en met name bij de EU op aan meer humanitaire hulp te verlenen aan binnenlandse ontheemden en mensen in nood;
12. dringt aan op strikte en hernieuwde toepassing van en toezicht op het wapenembargo tegen Somalië dat in 1992 door de Verenigde Naties is opgelegd en dat amper wordt nageleefd; dringt erop aan dat de schenders van het wapenembargo verantwoordelijk moeten worden gesteld;
13. benadrukt met name dat journalisten dringend moeten worden beschermd en veroordeelt de stelselmatige intimidatiepraktijken van de Somalische regering jegens journalisten; is van mening dat het opleggen van verschijnings- en uitzendverboden en het niet-instellen van een onderzoek naar de moord op journalisten de onafhankelijke nieuwsgaring in Somalië ernstig hebben geschaad; dringt er bij de Somalische overgangsregering op aan een onderzoek in te stellen naar deze daden van agressie en een einde te maken aan haar eigen intimidatie van de media;
14. dringt er bij de Top EU-Afrika op aan zich te buigen over de ernstige situatie in Somalië;
15. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de secretarissen-generaal van de AU, de VN, de IGAD, alsmede aan de president van de federale overgangsregering van Somalië, de regering van Ethiopië en het Pan-Afrikaanse parlement.