Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B6-0024/2008Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B6-0024/2008

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

15.1.2008

ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 4 van het Reglement door
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de volgende fracties: over Kenia

Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B6-0024/2008
Ingediende teksten :
RC-B6-0024/2008
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over Kenia

Het Europees Parlement,

–  gezien de voorlopige verklaring van de verkiezingswaarnemingsmissie van de Europese Unie (EU EOM) in Kenia van 1 januari 2008,

–  gezien de verklaring die het Voorzitterschap van de Europese Unie op 8 januari 2008 namens de EU heeft afgelegd over de Keniaanse presidentsverkiezingen,

–  gelet op de richtsnoeren in het Afrikaanse Handvest van de rechten van de mens en de volkeren over het houden van democratische verkiezingen,

–  gezien de verklaring van de Afrikaanse Unie over de beginselen die gelden voor democratische verkiezingen (2002),

–  gezien de Verklaring inzake de beginselen voor internationale verkiezingswaarneming en de Gedragscode voor internationale verkiezingswaarnemers, die op 27 oktober 2005 bij de VN zijn herdacht,

–  gezien de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 (de "Overeenkomst van Cotonou") en gewijzigd in Luxemburg op 25 juni 2005, en in het bijzonder de artikelen 8 en 9 daarvan,

–  gelet op artikel 103, lid 4 van zijn Reglement,

A.  overwegende dat op 27 december 2007 presidents- en parlementsverkiezingen zijn gehouden in Kenia, waaraan presidentskandidaten uit negen partijen hebben deelgenomen, waaronder president Kibaki van de Partij van Nationale Eenheid (PNU) en Raila Odinga van de Democratische Beweging van de Sinaasappels (ODM),

B.  overwegende dat de twee grootste partijen, de Democratische Beweging van de Sinaasappels van de heer Odinga en de Partij van Nationale Eenheid van de heer Kibaki, respectievelijk 99 en 43 van de 210 zetels in het nationale parlement hebben behaald,

C.  overwegende dat de presidentsverkiezingen van 2007 in Kenia niet hebben voldaan aan de internationale en regionale basisnormen voor democratische verkiezingen en dat zij werden gevolgd door rellen die tot de dood van bijna 600 mensen hebben geleid,

D.  overwegende dat volgens het VN-Bureau voor de coördinatie van humanitaire aangelegenheden (OGHA) als gevolg van het politieke geweld 250 000 mensen zijn ontheemd en dat 400 000 tot 500 000 Kenianen, met name uit de steden Eldoret, Kericho en Kisumu, onder dit geweld te lijden hebben gehad,

E.  overwegende dat de huidige politieke crisis haar oorsprong voornamelijk vindt in de voormalige Nationale Regenboogcoalitie (NARC) die de overwinning behaalde bij de verkiezingen van 2002, toen de heer Kibaki en de heer Odinga overeenkwamen de macht te delen, een overeenkomst die niet werd nageleefd,

F.  overwegende dat niet voldoende rekening is gehouden met de aanbevelingen van de EU EOM uit 2002, onder meer inzake de omvang en de grenzen van de kiesdistricten voor de parlementsverkiezingen, en dat de ambtstermijn van de ECK-leden moest lopen tot zes maanden na de algemene verkiezingen teneinde de onafhankelijkheid en het professionalisme van de verkiezingsautoriteit te vergroten,

G.  overwegende dat de sfeer tijdens de verkiezingscampagne van 2007 werd gekenmerkt door een sterke politieke polarisatie tussen het Kibaki- en het Odinga-kamp, hetgeen heeft geleid tot een gespannen sfeer in hun respectieve etnische gemeenschappen,

H.  overwegende dat de presidentsverkiezingen de hoop en verwachtingen van het Keniase volk hebben beschaamd, dat zo enthousiast aan het verkiezingsproces heeft deelgenomen door in groten getale en op vreedzame en geduldige wijze naar de stembus te gaan,

I.  overwegende dat intensieve diplomatieke inspanningen, onder meer de bemiddelingsmissie van de voorzitter van de Afrikaanse Unie, John Kufuor, en de inspanningen van vier voormalige presidenten, de politieke crisis niet hebben kunnen oplossen,

J.  overwegende dat Mwai Kibaki op 8 januari eenzijdig 17 leden van zijn kabinet heeft benoemd voordat de internationale bemiddeling was afgelopen, en zodoende onderhandelingen tussen de drie partijen onmogelijk heeft gemaakt, met nieuwe massale protestacties van de ODM tot gevolg,

K.  overwegende dat tijdens de verkiezingscampagne de vrijheid van vereniging, meningsuiting en vergadering over het algemeen werden gerespecteerd; overwegende echter dat de campagne ook werd gekenmerkt door etnische en politieke verdeeldheid die bijdroeg tot de onstabiele situatie in de aanloop naar de verkiezingen,

L.  overwegende dat de internationale gemeenschap niet genoeg aandacht heeft geschonken aan de onderhuidse etnische spanningen en bijgevolg met dit vraagstuk rekening moet houden tijdens toekomstige bemiddelingspogingen in de huidige crisis in Kenia,

M.  overwegende dat de verkiezingscommissie van Kenia (ECK) toezicht heeft gehouden op de logistieke en technische aspecten van de verkiezingen, de toegang tot de centra voor kiezersregistratie heeft vergemakkelijkt en de teams in de stembureaus heeft opgeleid,

N.  overwegende dat de ECK echter geen blijk heeft gegeven van de onpartijdigheid, de transparantie en de vertrouwelijkheid die bij een democratische verkiezing vereist zijn en dat dit tot uiting komt in de gebrekkige benoemingsprocedure voor de leden van de ECK,

O.  overwegende dat de EU EOM-waarnemers door de betrokken autoriteiten zijn verwelkomd bij de stembureaus, waar het stemmen ordelijk verliep,

P.  overwegende dat de EU EOM-waarnemers geen gelijkwaardige toegang hadden tot telbureaus en constateerden dat het gebrek aan transparantie en deugdelijke veiligheidsprocedures de geloofwaardigheid van de uitslag van de presidentsverkiezingen ernstig ondermijnden,

Q.  overwegende dat bij bepaalde stembureaus een opkomst van meer dan 90% werd geregistreerd en dat de ECK twijfels heeft geuit over deze onrealistisch hoge cijfers,

R.  overwegende dat de EU EOM tot de conclusie is gekomen dat het verkiezingsproces tot aan de telling over het algemeen goed is beheerd en dat de parlementsverkiezingen grotendeels geslaagd werden geacht,

S.  overwegende dat de EU EOM echter tot de conclusie is gekomen dat het proces van de stemmentelling van de presidentsverkiezingen ongeloofwaardig was en derhalve haar twijfel uitsprak over de betrouwbaarheid van de uitslag,

T.  overwegende dat volgens de Waarnemingspost voor de bescherming van verdedigers van de mensenrechten bedreigingen zijn geuit tegen leden van het Initiatief van Kenianen voor waarheid en rechtvaardigheid (KPTJ), een coalitie van onafhankelijke NGO's die na de verkiezingen is gevormd ter veroordeling van de verkiezingsfraude en ter ondersteuning van de vrijheid van meningsuiting en vereniging in het land,

U.  overwegende dat Kenia toezeggingen heeft gedaan inzake de eerbiediging van de burgerrechten, de op de rechtsstaat berustende democratie en verantwoordelijk bestuur in het kader van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst (overeenkomst van Cotonou),

1.  betreurt het tragische verlies van mensenlevens en de kritieke humanitaire situatie, en roept de relevante autoriteiten en belanghebbenden met klem op hun uiterste best te doen de vrede in de Republiek Kenia te herstellen en de eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat te waarborgen;

2.  onderschrijft de conclusies die de EU EOM in haar voorlopige verklaring heeft gepresenteerd;

3.  betreurt het feit dat, ondanks de in het algemeen succesvol verlopen parlementsverkiezingen, de uitslag van de presidentsverkiezingen niet als geloofwaardig kan worden beschouwd in het licht van talrijke meldingen van onregelmatigheden;

4.  betreurt het feit dat de zittende president Mwai Kibaki zijn kabinet unilateraal heeft benoemd, daarmee de bemiddelingsinspanningen ernstig frustrerend;

5.  roept de zittende president Mwai Kibaki op om de democratische verplichtingen van zijn land na te leven, zoals die zijn vastgelegd in de grondwet van Kenia en in de richtsnoeren aangaande vrije en eerlijke verkiezingen van het Afrikaans Handvest van de rechten van de mens en de volkeren, en in te stemmen met een onafhankelijk onderzoek naar de presidentsverkiezingen; dringt er bovendien bij de Keniase autoriteiten op aan dit onderzoek te vergemakkelijken, teneinde de situatie recht te zetten en de verantwoordelijken voor deze onregelmatigheden ter verantwoording te roepen voor hun acties;

6.  dringt er bij de Keniase autoriteiten op aan onder alle omstandigheden de fysieke en psychische integriteit van leden van de KPTJ en van alle verdedigers van de mensenrechten in het land te waarborgen en een einde te maken aan alle vormen van intimidatie van verdedigers van de mensenrechten in Kenia;

7.  roept beide zijden op spoedig over te gaan tot concrete herstelmaatregelen door middel van onderhandelingen; steunt in dit verband verdere bemiddelingspogingen door een panel van Afrikaanse wijzen, geleid door Koffi Annan, de voormalige secretaris-generaal van de Verenigde Naties;

8.  roept het voorzitterschap van de Europese Unie en de Europese Commissie op om de bemiddelingsmissie onder leiding van dhr. Annan nauwlettend te volgen en, zo nodig, de onmiddellijke voortzetting van deze bemiddelingsinspanningen te waarborgen door een delegatie op hoog niveau van de Europese Unie, eventueel in een gezamenlijk EU-AU-initiatief; roept de Europese Commissie op om de Keniase autoriteiten alle nodige technische en financiële steun aan te bieden voor het proces van onafhankelijk onderzoek naar de presidentsverkiezingen, alsmede voor de maatregelen die nodig zullen worden geacht om de situatie weer te herstellen;

9.  dringt aan op concrete maatregelen om een daadwerkelijk onpartijdige verkiezingscommissie in te stellen, zodat deze in de toekomst beter in staat is vrije en eerlijke verkiezingen te organiseren;

10.  vestigt de aandacht op de verklaring van Samuel Kivuitu, voorzitter van de Keniaanse verkiezingscommissie, die zich heeft gedistantieerd van de in de media gepubliceerde uitslag van de presidentsverkiezing en heeft aangedrongen op een onafhankelijk onderzoek naar de beschuldigingen van fraude;

11.  verzoekt om nieuwe presidentsverkiezingen, mocht het onmogelijk blijken een geloofwaardige en eerlijke hertelling van de in de presidentsverkiezing uitgebrachte stemmen door een onafhankelijk orgaan te organiseren;

12.  betreurt de gemiste kansen die de presidentsverkiezingen van 2007 boden voor het consolideren en verder ontwikkelen van het verkiezingsproces en het algemene proces van democratisering;

13.  doet een beroep op de leiders van de politieke partijen om de verantwoordelijkheid te nemen voor het voorkomen van verder geweld, zich toegewijd te tonen aan de rechtsstaat en te zorgen voor de eerbiediging van de mensenrechten;

14.  is uiterst bezorgd over de sociale gevolgen van de huidige economische crisis en de nadelige effecten ervan voor de sociale en economische ontwikkeling van het land en de economische consequenties voor de buurlanden, die in hoge mate afhankelijk zijn van de Keniaanse infrastructuur en waar de humanitaire situatie als gevolg van de crisis verslechtert;

15.  roept de Keniaanse regering en de Commissie op om te zorgen voor snelle humanitaire steun aan de binnenlandse ontheemden en al het nodige personeel voor humanitaire hulp te leveren;

16.  doet een beroep op de betrokken autoriteiten om met onmiddellijke ingang voor een vrije en onafhankelijke verslaggeving te zorgen en opnieuw rechtstreekse radio- en televisie-uitzendingen toe te staan;

17.  betreurt dat de EOF-begrotingssteun voor de regering-Kibaki onmiddellijk na de verkiezingen is uitgekeerd, hetgeen verkeerdelijk zou kunnen worden begrepen als een politieke keuze, en vraagt dat alle verdere begrotingssteun aan de Keniaanse regering wordt opgeschort tot een politieke oplossing voor de huidige crisis is gevonden;

18.  verzoekt zijn voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten, de regering van Kenia, de medevoorzitters van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU en de voorzitters van de Commissie en de Uitvoerende Raad van de Afrikaanse Unie.