Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B6-0241/2008Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B6-0241/2008

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

21.5.2008

ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5 van het Reglement door
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de volgende fracties: over Burundi

Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B6-0241/2008
Ingediende teksten :
RC-B6-0241/2008
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over Burundi

Het Europees Parlement,

–  onder verwijzing naar zijn vroegere resoluties over Burundi,

–  gezien de overeenkomst van Dar-es-Salaam tussen de regering van Burundi en de nationale bevrijdingskrachten FNL, die in 2006 ondertekend is,

– gezien het actieplan dat op 22 februari ll. in Kaapstad aangenomen is,

– gezien de verklaring van 12 april ll. van het voorzitterland van de Europese Unie over de recente vijandelijkheden in Burundi,

–   gezien de verklaring van 24 april ll. van de voorzitter van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties over de toestand in Burundi,

– gezien de rapporten van het geïntegreerd VN-bureau in Burundi (Binub),

– gezien het verslag 2008 van Human Rights Watch: "Every Morning They Beat Me: Police Abuses in Burundi" (ik word elke morgen geslagen: mishandelingen door de politie in Burundi),

–  gelet op artikel 115, lid 1 van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de vijandelijkheden tussen de regeringstroepen en de opstandelingen van de nationale bevrijdingskrachten in Burundi sinds 17 april opnieuw uitgebroken zijn, zodat duizenden burgers hun huis hebben moeten ontvluchten en strijders van de rebellenmacht het leven verloren hebben,

B.  overwegende dat Burundi na 14 jaar burgeroorlog nog altijd blijvende vrede moet zien te bereiken, terwijl het conflict een kritieke humanitaire en sociaal-economische situatie met zich meegebracht heeft, die de stabiliteit in het gebied in gevaar brengt,

C.  overwegende dat de internationale inspanningen van de 2 laatste jaren - ook het regionaal vredesinitiatief voor Burundi - om een vredesovereenkomst tussen de regering en het FNL te bereiken, mislukt zijn,

D.  overwegende dat de onderhandelingen tussen de regering en het FNL in juli vorig jaar afgesprongen zijn, toen het FNL de gezamenlijke controle- en toezichtsregeling opgezegd heeft die ingesteld was om toezicht te houden op het akkoord over het staakt-het-vuren dat in september 2006 ondertekend was,

E.  overwegende dat de aanhoudende opstanden van het FNL in een groot aantal kringen als de uiteindelijke hinderpaal voor blijvende stabiliteit in Burundi gezien worden en dat er een politieke oplossing nodig is om de opstandige groepering te kunnen ontwapenen,

F.  overwegende dat de ministers van Buitenlandse Zaken van Tanzania en Oeganda er einde mei naar aanleiding van een bijeenkomst voor het regionaal vredesinitiatief voor Burundi, bij het FNL en andere belangrijke rebellenleiders op aangedrongen hebben om Tanzania, waar ze verblijven, te verlaten en naar Burundi te reizen om er vredesonderhandelingen aan te vatten,

G.  overwegende dat er in augustus 2007 aanvallen op de woningen van politieke persoonlijkheden uitgevoerd zijn die niet of niet meer aan de kant van de president staan,

H.  overwegende dat 46 Burundese parlementsleden die voor hun fysieke integriteit vrezen de secretaris-generaal van de Verenigde Naties aangeschreven hebben om bescherming door de Verenigde Naties te vragen,

I.  overwegende dat de Europese Unie Burundi als pilootproject voor de uitvoering van een prioritair actieplan gekozen heeft, om de snelheid en doeltreffendheid van de hulpverlening aan ontwikkelingslanden in noodsituaties te verbeteren,

J.  overwegende dat er op het ogenblik klaarblijkelijk meer dan 700 gezinnen (ongeveer 3500 personen) van de zorg van de overheid afhankelijk zijn en op voedsel en noodrantsoenen wachten,

K.  overwegende dat de jongste vijandelijkheden een onderdeel van een reeks botsingen zijn die nog meer gezinnen (35 000 mensen) uit hun woonplaatsen verdreven hebben, waarmee het totaal aantal binnenlandse ontheemden op meer dan 100 000 personen komt, terwijl Tanzania de terugkeer van de Burundese vluchtelingen naar hun land wenst en Burundi nog altijd duizenden Rwandese en Kongolese vluchtelingen opvangt,

L.  overwegende dat de Burundese veiligheidsdiensten naar verluidt ongeveer 200 personen opgesloten hebben die van steun aan de rebellen van het FNL beschuldigd worden,

M.  overwegende dat de regering op 2 mei bericht heeft dat er 4 strijders van de rebellenmacht en 1 soldaat van het Burundese leger gesneuveld waren in wat een hinderlaag van het FNL genoemd werd,

N.  overwegende dat het klimaat van rechteloosheid in Burundi een toestand geschapen heeft waarbij foltering door politie en veiligheidsdiensten en onwettige opsluiting aan de orde van de dag zijn,

O.  overwegende dat de Burundese nationale politiemacht, die in 2004 onder een overgangsregering opgericht is, niet zeer goed opgeleid is en uit vroegere opstandelingen bestaat, zowel soldaten als officieren van het politiekorps,

P.  overwegende dat Unicef van 2004 tot 2006 meer dan 3000 kindsoldaten heeft helpen demobiliseren, dat er onlangs kinderen uit een demobilisatiecentrum ontsnapt en op rooftocht gegaan zijn, en dat er zich nog meer dan 500 kinderen in handen van het FNL bevinden,

Q.  overwegende dat Burundi na Oeganda en Ethiopië het enige van de derde landen is dat een bijdrage tot de vredesmacht van de Afrikaanse Unie (met codenaam Amisom) levert door ondanks zijn eigen onzekere veiligheidstoestand 800 soldaten naar Mogadisjoe in Somalië te sturen,

1.  drukt zijn ernstige bezorgdheid over de recente militaire confrontaties tussen de nationale verdedigingskrachten en het FNL uit, die onschuldige mensenlevens geëist hebben;

2.  vraagt alle partijen om de staakt-het-vuren-overeenkomst van 7 september 2006 te eerbiedigen, opnieuw onderhandelingen aan te vatten en na het staakt-het-vuren snelle stappen te ondernemen om de controle- en toezichtsregeling uit te voeren;

3.  dringt er vooral bij het FNL en zijn leider Agathon Rwasa op aan om op constructieve manier aan het vredesproces deel te nemen;

4.  vraagt de buurlanden erop toe te zien dat ze zich niet als uitvalbasis voor de rebellenbeweging laten gebruiken en onderschrijft het besluit van Tanzania om niet meer als toevluchtsoord voor de FNL-leiders te dienen;

5.  vraagt de Europese Commissie om maatregelen op te stellen om de reïntegratie van voormalige FNL-strijders in de samenleving te vergemakkelijken zodra er een akkoord ondertekend is;

6.  vraagt de Europese Commissie om haar humanitaire bijstand uit te breiden, ook voor vluchtelingen en binnenlandse ontheemden, en pas en alleen weer te verminderen wanneer hij door tastbare ontwikkelingsmaatregelen vervangen wordt, om een probleemloze overgang tussen humanitaire hulpverlening en ontwikkelingsmaatregelen te verzekeren;

7.  vraagt de donors om hun toezeggingen gestand te doen en de doeltreffendheid van de hulpverlening met betere voorafgaande coördinatie te verbeteren;

8.  vraagt de Europese Commissie om een spoedige en betekenisvolle verhoging in de financiële middelen voor te stellen die de Europese Unie voor Burundi uittrekt, meer bepaald naar aanleiding van de halftijdse herziening van het 10de Europees Ontwikkelingsfonds;

9.  vraagt de Europese Commissie, gezien de broze eenheid van Burundi en in het kader van het broodnodige actieplan, om bij voorrang steun te verlenen voor

  • -programma's voor beter bestuur en democratische leiding van de staatszaken
  • -gezondheidsbeleid, door de oprichting van gezondheidscentrums en de onmisbare vernieuwing van het hospitaalnetwerk
  • -het besluit van de regering van Burundi om gratis lager onderwijs te verstrekken
  • -de aanhoudende inspanningen om de infrastructuur van het land te verbeteren;

10.  benadrukt, gezien de dringende noden, dat de voornaamste aandacht naar tastbare beleidsmaatregelen moet gaan die voor de bevolking van Burundi te zien zijn;

11.  vraagt de Europese Commissie en de lidstaten om in Burundi hun aanwezigheid op het terrein te verbeteren;

12.  vraagt de Europese Commissie om de activiteiten van ngo's en plaatselijke overheden in de Europese Unie te stimuleren, die op hulpverlening voor de plaatselijke autoriteiten en het maatschappelijk middenveld in Burundi gericht zijn;

13.  bevestigt nogmaals zijn steun voor de Zuid-Afrikaanse bemiddeling en de regionale initiatieven en blijft vastbesloten om als deelnemer in de politieke begeleiding een actieve rol te vervullen om de hindernissen voor de uitvoering van het actieplan van Kaapstad van 22-23 februari ll. weg te nemen en alle pogingen te steunen om de onderhandelingen weer op gang te brengen en de vrede in Burundi te verstevigen; verleent ook de VN-commissie voor vredesopbouw zijn steun bij haar bemiddelingspogingen;

14.  stelt vast dat Burundi blijk van grotere stabiliteit geeft sinds er na algemene verkiezingen een nieuwe grondwet van kracht geworden is, maar vraagt om als vertrouwenwekkende maatregel een vredes- en verzoeningscommissie op te richten, die een klimaat van vertrouwen en betrouwbaarheid tussen de verschillende belanghebbende partijen helpt herstellen, en vraagt de regeringen van de EU-lidstaten om een dergelijk initiatief financieel en logistiek te ondersteunen;

15.  vraagt de regering van Burundi om onmiddellijk in te grijpen om eerbied voor de wet te verzekeren, een einde aan het klimaat van rechteloosheid te maken, te zorgen dat degenen die zich aan overtredingen schuldig gemaakt hebben voor de rechter komen, en de opleiding van het politiekorps te verbeteren;

16.  verheugt zich over de recente vrijlating van 232 kinderen na 8 maanden onderhandelen met een dissidente factie van het FNL door de Burundese regering, het maatschappelijk middenveld, de agentschappen van de Verenigde Naties en andere instanties;

17.  verzoekt zijn Voorzitter om deze resolutie te laten toekomen aan de Raad, de Europese Commissie, de beide voorzitters van de paritaire parlementaire vergadering ACS-EU, de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, de Afrikaanse Unie en de regeringen van het Afrikaans merengebied en Zuid-Afrika.