GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE
9.7.2008
- –Laima Liucija Andrikienė, Bernd Posselt, Eija-Riitta Korhola en Tadeusz Zwiefka, namens de PPE-DE-Fractie
- –Pasqualina Napoletano, Ana Maria Gomes, Józef Pinior en Marianne Mikko, namens de PSE-Fractie
- –Marco Pannella, Marco Cappato, Frédérique Ries en Marios Matsakis, namens de ALDE-Fractie
- –Roberta Angelilli, namens de UEN-Fractie
- –Hélène Flautre, Monica Frassoni, Raül Romeva i Rueda, Milan Horáček, Kathalijne Maria Buitenweg, Pierre Jonckheer, Caroline Lucas en Claude Turmes, namens de Verts/ALE-Fractie
- –Vittorio Agnoletto, namens de GUE/NGL-Fractie
- –ALDE (B6‑0350/2008)
- –UEN (B6‑0357/2008)
- –Verts/ALE (B6‑0358/2008)
- –GUE/NGL (B6‑0363/2008)
- –PPE-DE (B6‑0369/2008)
- –PSE (B6‑0370/2008)
Resolutie van het Europees Parlement over de doodstraf en met name de rechtszaak tegen Troy Davis
Het Europees Parlement,
– onder verwijzing naar zijn voorgaande resoluties over de afschaffing van de doodstraf en de noodzaak van een onmiddellijk moratorium op terechtstellingen in landen waar de doodstraf nog bestaat,
– gezien resolutie 62/149 van de Algemene Vergadering van de VN d.d. 18 december 2007 over de toepassing van de doodstraf in de wereld,
– gezien de bijgewerkte versie van 5 juni 2008 van de EU-richtsnoeren inzake de doodstraf,
A. gezien de rechtszaak van Troy Davis, die in 1991 door het Hooggerechtshof van Georgia ter dood is veroordeeld voor de moord op een politieagent en eind juli 2008 terechtgesteld zou moeten worden,
B. overwegende dat er volgens de advocaten van de heer Davis bewijzen te over zijn voor zijn onschuld, dat er nooit wezenlijk bewijs tegen hem is gevonden en dat 7 getuigen à charge hun getuigenis hebben ingetrokken,
C. overwegende dat het Hooggerechtshof van Georgia op 4 augustus 2007 had toegezegd de nieuwe elementen die pleiten voor de onschuld van de heer Davis te zullen onderzoeken,
D. overwegende dat het Hooggerechtshof van Georgia op 17 maart 2008 met de stem van de opperrechter tegen heeft besloten om de heer Davis geen nieuw proces toe te staan,
E. overwegende dat in de Verenigde Staten sinds 1975 meer dan 120 mensen van de lijst van veroordeelden tot de doodstraf zijn geschrapt als zijnde onschuldig,
F. overwegende dat gratieverlening in rechtszaken waarin de doodstraf is uitgesproken in de VS de laatste mogelijkheid is om onomkeerbare fouten te herstellen die rechtbanken niet ongedaan konden of wilden maken,
G. overwegende dat New Jersey de eerste VS-staat is die de doodstraf bij wet heeft afgeschaft sinds deze in 1972 opnieuw in de VS was ingevoerd, met als argument dat het risico te groot is dat mensen die ten onrechte zijn veroordeeld worden terechtgesteld,
1. roept de landen waar de doodstraf wordt uitgevoerd op om de nodige stappen te zetten om de doodstraf af te schaffen;
2. verzoekt de betreffende rechtbanken om Troy Davis een nieuw proces te geven daar er bewijzen in overvloed zijn die pleiten voor een herroeping van zijn vonnis, en wenst dat de doodstraf wordt ingetrokken;
3. doet een dringend beroep op de State Board of Pardons and Paroles van Georgia om het doodvonnis in te trekken;
4. roept het Raadsvoorzitterschap en de delegatie van de Europese Commissie voor de Verenigde Staten op om deze kwestie met spoed aan te kaarten bij de Amerikaanse autoriteiten;
5. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regering van de Verenigde Staten, de State Board of Pardons and Paroles van Georgia en de procureur-generaal van Georgia.