Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B6-0549/2008Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B6-0549/2008

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

22.10.2008

ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5 van het Reglement door
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de volgende fracties: over de politieke onbevoegdverklaringen in Venezuela

Procedure : 2008/2656(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B6-0549/2008
Ingediende teksten :
RC-B6-0549/2008
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over de politieke onbevoegdverklaringen in Venezuela

Het Europees Parlement,

–  onder verwijzing naar zijn vroegere resoluties over Venezuela, vooral die van 24 mei 2007 over de sluiting van de zender RCTV,

–  gezien het verslag van september ll. van Human Rights Watch over de toestand van de rechten van de mens de tien laatste jaren in Venezuela,

–  gezien artikel 115, lid 5, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de Venezolaanse overheid verschillende lijsten met namen van burgers gebruikt (lijst-Tascón, -Maisanta, -Russián) om ambtenaren in openbare dienst te ontslaan, burgers hun recht op het vervullen van een openbaar ambt te ontnemen en hun administratieve dienstverlening en procedures te ontzeggen,

B.  overwegende dat de gebruikmaking van die lijsten met politieke doeleinden de burgerlijke en politieke rechten van tegenstanders van het heersend regiem in Venezuela inperkt, meer in het bijzonder hun recht om zich te laten verkiezen en het recht van de burgers om vrij hun plaatselijke, regionale en nationale overheden te kiezen,

C.  overwegende dat de hoge toezichthoudende instantie (Contralor General de la República) een administratieve maatregel uitgevaardigd heeft die een groot aantal vertegenwoordigers van de oppositie van hun rechten berooft zodat ze zich bij de komende regionale en gemeentelijke verkiezingen in november as. geen kandidaat kunnen stellen,

D.  overwegende dat de Venezolaanse overheden de directeur van de ngo Human Rights Watch, José Miguel Vivanco, en de onderdirecteur Daniel Wilkinson op willekeurige gronden uitgewezen hebben omwille van een kritisch verslag over de toestand van de burgerlijke vrijheden en de eerbiediging van de rechten van de mens in de 10 jaar mandaatperiode van president Hugo Chávez,

E.  overwegende dat die feiten alleen maar de laatste in een lange reeks ingrepen van de regering zijn om de oppositie, dissidenten en internationale waarnemers in Venezuela de mond te snoeren,

F.  overwegende dat studentenleider Julio Soto van de Copei-partij, tevens voorzitter van de federatie van universitaire centra van de universiteit van de deelstaat Zulia, op 1 oktober ll. in de stad Maracaibo in zijn auto met kogels doorzeefd is - een misdaad onder eigenaardige omstandigheden, die totnogtoe onopgehelderd blijft,

1.  spreekt zijn bezorgdheid over de lijst van personen uit die door de controleur-generaal van de republiek onbevoegd verklaard zijn om zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen;

2.  dringt er bij de Venezolaanse regering op aan om de bewuste politieke onbevoegdverklaringen bij wijze van administratieve maatregel, in het licht van artikel 42 en 65 van de Venezolaanse grondwet te bekijken, die feitelijk alleen de rechterlijke macht dat soort bevoegdheid verleent, zoals gebruikelijk in elke rechtstaat;

3.  dringt er bij de Venezolaanse regering eveneens op aan om uitvoering te geven aan de internationale overeenkomsten die Venezuela ondertekend en geratificeerd heeft, zoals de Amerikaanse conventie van de rechten van de mens voor wat betreft de politieke rechten van artikel 23, paragraaf 1, letter b, en artikel 23, paragraaf 2, en het internationaal verdrag over de burgerlijke en politieke rechten, in het bijzonder artikel 2 en 25;

4.  keurt met beslistheid de willekeurige vervolging en uitwijzing van de activisten voor de rechten van de mens af, die het als bijzonder ernstig en gevaarlijk precedent voor de vrijheid van mening en meningsuiting beschouw,t, die met elke democratische samenleving onverbrekelijk verbonden is;

5.  spreekt zijn krachtige veroordeling van de moord op de studentenleider Julio Soto uit, biedt zijn familie en nabestaanden zijn deelneming aan en vraagt de Venezolaanse overheden om alles in het werk te stellen om de misdaad zo spoedig mogelijk op te helderen en de daders en hun opdrachtgevers voor de rechter te brengen zodat de misdaad niet ongestraft blijft;

6.  vraagt de regering-Chávez om al haar twijfelachtige praktijken te beëindigen en zich voor een algemener democratie in Venezuela in te zetten, met volledige inachtneming van de princiepen die in de grondwet van 1999 neergelegd zijn;

7.  verzoekt zijn Voorzitter om deze resolutie te laten toekomen aan de Raad en de Europese Commissie, de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse staten, de Euro-Latijns-Amerikaanse parlementaire vergadering, het parlement van de Mercosur, en regering en parlement van de Bolivariaanse republiek Venezuela.