GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE
22.10.2008
- –Joseph Daul, Charles Tannock, Jacek Saryusz-Wolski, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Tunne Kelam, Urszula Gacek en Zita Pleštinská, namens de PPE-DE-Fractie
- –Hannes Swoboda, Jan Marinus Wiersma en Adrian Severin, namens de PSE-Fractie
- –Annemie Neyts-Uyttebroeck, Grażyna Staniszewska, Janusz Onyszkiewicz, István Szent-Iványi en Šarūnas Birutis, namens de ALDE-Fractie
- –Rebecca Harms en Milan Horáček , namens de Verts/ALEFractie
– Adam Bielan, Wojciech Roszkowski, Konrad Szymański en Mieczysław
Edmund Janowski, namens de UEN-Fractie
- –Verts/ALE (B6‑0571/2008)
- –ALDE (B6‑0572/2008)
- –UEN (B6‑0573/2008)
- –PPE-DE (B6‑0574/2008)
Resolutie van het Europees Parlement over de herdenking van de Holodomor, de kunstmatig veroorzaakte hongersnood in Oekraïne (1932-1933)
Het Europees Parlement,
– gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie,
– gezien het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden,
– gezien het VN-Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide,
– gezien de gezamenlijke verklaring tijdens de 58e plenaire vergadering van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties naar aanleiding van de 70e verjaardag van de Holodomor in Oekraïne, die werd ondersteund door 63 landen, waaronder alle (toenmalige) 25 lidstaten van de EU,
– gezien de Oekraïense wet inzake de "Holodomor in Oekraïne van 1932-1933", die op 28 november 2006 is vastgesteld,
– gezien de verklaring van de Voorzitter van het Europees Parlement van 21 november 2007 bij het begin van de herdenking van de 75e verjaardag van de Holomodor-hongersnood in Oekraïne,
– gezien de slotverklaring en de aanbevelingen van de tiende bijeenkomst van het Parlementair Samenwerkingscomité EU-Oekraïne, die op 27 februari 2008 zijn goedgekeurd,
– gelet op artikel 103, lid 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden een grondbeginsel van de EU vormt,
B. overwegende dat het VN-Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide een aantal daden strafbaar stelt die worden gepleegd met het doel om een bepaalde nationale, etnische, raciale of godsdienstige groepering geheel of gedeeltelijk te vernietigen, namelijk het doden van leden van de groep, het berokkenen van ernstige lichamelijke of geestelijke schade aan leden van die groep, het bewust blootstellen van de groep aan levensomstandigheden die gericht zijn op de gehele of gedeeltelijke fysieke vernietiging ervan, het nemen van maatregelen om geboorten binnen de groep te verhinderen, en het met geweld overdragen van kinderen van de groep naar een andere groep,
C. overwegende dat de Holomodor-hongersnood van 1932-1933, waarbij miljoenen Oekraïners om het leven kwamen, op cynische en wrede wijze door het regime van Stalin werd gepland om het Sovjetbeleid van collectivisering van de landouw er tegen de wil van de Oekraïense plattelandsbevolking door te drukken,
D. overwegende dat het herdenken van misdaden tegen de menselijkheid in de Europese geschiedenis een herhaling van soortgelijke misdaden in de toekomst moet helpen voorkomen,
E. benadrukkend dat de Europese integratie gebaseerd is op de bereidheid om in het reine te komen met de tragische geschiedenis van de twintigste eeuw en dat deze verzoening met een pijnlijk verleden geenszins op een gevoel van collectieve schuld wijst, maar een stabiele basis vormt om te bouwen aan een Europese toekomst die steunt op gemeenschappelijke waarden en gezamenlijke en onderling afhankelijke toekomstperspectieven,
1. richt de volgende verklaring tot het Oekraïense volk en met name tot de overlevenden van de Holomodor en de familieleden en verwanten van de slachtoffers:
- a)erkent de Holomodor (de kunstmatig veroorzaakte hongersnood van 1932-1933 in Oekraïne) als een afschuwelijke misdaad tegen het Oekraïense volk en tegen de menselijkheid;
- b)veroordeelt met klem deze daden, die tegen de Oekraïense plattelandsbevolking gericht waren en gepaard gingen met massale vernietiging en schendingen van de mensenrechten en de vrijheden;
- c)uit zijn sympathie met het Oekraïense volk, dat onder deze tragedie geleden heeft, en betuigt zijn respect aan degenen die zijn omgekomen ten gevolge van de kunstmatig veroorzaakte hongersnood van 1932-1933;
- d)verzoekt de landen die bij het uiteenvallen van de Sovjetunie zijn ontstaan om hun archieven over de Holodomor van 1932-1933 in Oekraïne open te stellen voor een uitgebreid onderzoek, zodat alle oorzaken en gevolgen aan het licht kunnen worden gebracht en ten gronde kunnen worden onderzocht;
2. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regering en het parlement van Oekraïne, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de secretaris-generaal van de OVSE en de secretaris-generaal van de Raad van Europa.