GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE
17.11.2008
- –John Bowis, Antonios Trakatellis, Françoise Grossetête, Elisabeth Morin en Colm Burke, namens de PPE-DE-Fractie
- –Zita Gurmai, Miguel Angel Martínez Martínez, Michael Cashman, Jan Marinus Wiersma, Anna Hedh en Anne Van Lancker, namens de PSE-Fractie
- –Georgs Andrejevs, namens de ALDE-Fractie
- –Liam Aylward, Alessandro Foglietta, Salvatore Tatarella, Roberta Angelilli en Marek Aleksander Czarnecki, namens de UEN-Fractie
- –Kathalijne Maria Buitenweg, namens de Verts/ALE-Fractie
- –Adamos Adamou, Vittorio Agnoletto en Dimitrios Papadimoulis, namens de GUE/NGL-Fractie
- –PSE (B6‑0581/2008)
- –ALDE (B6‑0583/2008)
- –Verts/ALE (B6‑0584/2008)
- –PPE-DE (B6‑0585/2008)
- –UEN (B6‑0586/2008)
- –GUE/NGL (B6‑0587/2008)
Resolutie van het Europees Parlement over hiv/aids: vroegtijdige diagnose en behandeling
Het Europees Parlement,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 24 april 2007 over de bestrijding van hiv/aids binnen de Europese Unie en de omliggende landen, 2006-2009[1],
– gezien de verklaring van Bremen van 13 maart 2007 over verantwoordelijkheid en partnerschap - samen tegen hiv/aids,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 6 juli 2006 over hiv/aids: tijd om te handelen[2],
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 30 november 2006 over aids[3],
– gezien de conclusies van de Raad van 6 juni 2005 over de bestrijding van hiv/aids,
– gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de bestrijding van hiv/aids in de Europese Unie en de naburige landen, 2006-2009[4],
– gezien de verklaring van Dublin over het partnerschap ter bestrijding van hiv/aids in Europa en Centraal-Azië, die is aangenomen tijdens de ministersconferentie "Barrières doorbreken - partnerschap ter bestrijding van hiv/aids in Europa en Centraal-Azië", die op 23-24 februari 2004 werd gehouden in het kader van het Ierse EU-voorzitterschap,
– gezien het rapport van UNAIDS en de WHO Europa uit 2008 over de tenuitvoerlegging van de verklaring van Dublin over het partnerschap ter bestrijding van hiv/aids in Europa en Centraal-Azië,
– gezien de verklaring van Vilnius over maatregelen voor een krachtiger antwoord op hiv/aids in de Europese Unie en de naburige landen, die is aangenomen door ministers en regeringsvertegenwoordigers uit de Europese Unie en de naburige landen op de conferentie "Europa en hiv/aids - nieuwe uitdagingen, nieuwe kansen", die werd gehouden op 16 en 17 september 2004 in Vilnius, Litouwen,
– gezien het hiv/aids-programma van de WHO uit 2006 over de universele toegang in 2010,
– gezien de Eurobarometer over aidspreventie van februari 2006,
– gelet op artikel 103, lid 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat volgens het eindejaarsverslag 2006 van EuroHIV in de periode 1999-2006 binnen de Europese Unie 269.152 mensen met HIV werden besmet en in de Europese afdeling van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) 806 258 mensen;
B. overwegende dat volgens het eindejaarsverslag 2006 van EuroHIV in de Europese Unie 11% van de nieuwe HIV-besmettingen jonge mensen onder de 25 jaar betrof;
C. overwegende dat de verslagen van EuroHIV en UNAIDS bevestigen dat het aantal nieuwe HIV-besmettingen in de Europese Unie en in de naburige landen nog steeds in een onrustbarend tempo toeneemt en dat in een aantal landen het geschatte aantal mensen dat met HIV besmet is, bijna drie maal zo hoog is als het officiële cijfer,
D. overwegende dat ondanks het stijgende aantal HIV-besmettingen, de geleidelijke daling van het aantal AIDS-gevallen dat in de afgelopen jaren wordt geconstateerd zich in 2006 heeft voortgezet, waarbij volgens het eindejaarsverslag 2006 van EuroHIV in 2006 40% minder gevallen werden geconstateerd in de EU dan in 1999,
E. overwegende dat een groot deel van de HIV-besmettingen niet ontdekt wordt, overwegende dat veel mensen niet weten dat ze besmet zijn en dit pas ontdekken wanneer ze worden getroffen door een aan hiv/aids-gerelateerde ziekte,
F. overwegende dat de besmettelijkheid van hiv aanmerkelijk stijgt in combinatie met andere seksueel overdraagbare ziektes (zoals gonorroe, chlamydia, herpes en syfilis),
G. overwegende dat de epidemie onder intraveneuze drugsgebruikers een van de redenen is voor de snelle verspreiding van de HIV-besmetting in veel Oost-Europese landen,
H. overwegende dat hiv/aids een overdraagbare ziekte is en dat er daarom een risico van besmetting bestaat door besmette personen die niet als zodanig bekend zijn,
I. overwegende dat uit de verslagen van UNAIDS en de WHO Europe over de vooruitgang bij de tenuitvoerlegging van de verklaring van Dublin over het partnerschap ter bestrijding van hiv/aids in Europa en Centraal-Azië blijkt dat maar weinig van de 53 landen van de Europese afdeling hebben gekozen voor een benadering van de vraagstukken stigmatisering, discriminatie en handhaving van mensenrechten die in overeenstemming is met de toezeggingen die zij in verband met de verklaring van Dublin hebben gedaan,
J. overwegende dat volledige bescherming van de mensenrechten van vitaal belang is bij ieder aspect van de aanpak van HIV,
K. overwegende dat er grote behoefte bestaat aan grensoverschrijdende samenwerking bij de aanpak van deze epidemie,
L. overwegende dat doeltreffende overheidsmaatregelen op het gebied van de gezondheid moeten worden genomen om de vroegtijdige diagnose van HIV te vergemakkelijken,
1. verzoekt de Raad en de Commissie een strategie voor HIV vast te stellen, waarin
- –wordt gestreefd naar vroegtijdige diagnose en verlaging van de drempel voor het laten testen,
- –wordt gestreefd naar vroegtijdige zorgverlening en voorlichting wordt gegeven over de voordelen van zorgverlening in een zo vroeg mogelijk stadium;
2. dringt er bij de Commissie op aan te zorgen voor nauwgezette controle en zorgvuldig toezicht door het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding, met inbegrip van preciezere ramingen van het aantal niet-geregistreerde gevallen (omvang, kenmerken, enz.), waarbij de vertrouwelijkheid en de bescherming van persoonlijke gegevens in acht moeten worden genomen;
3. dringt er bij de Commissie op aan substantiële politieke, financiële en personele middelen in te zetten ter ondersteuning van de uitvoering van een dergelijke strategie;
4. verzoekt de Commissie en de lidstaten te zorgen voor toegang tot tests die vrij en anoniem moet blijven;
5. verzoekt de Commissie een strategie ter beperking van hiv/aids uit te stippelen die met name is gericht op kwetsbare groepen en groepen waarvan bekend is dat zij een groot risico lopen;
6. dringt er bij de Raad op aan de Commissie opdracht te geven tot het opstellen van aanbevelingen van de Raad voor de uitvoering in iedere lidstaat van richtsnoeren voor tests en behandelingen die op feitelijke gegevens zijn gebaseerd;
7. dringt er bij de Raad op aan de Commissie opdracht te geven ervoor te zorgen dat bij het toekomstige toezicht op de vooruitgang bij de bestrijding van hiv/aids in Europa en de naburige landen indicatoren worden gehanteerd die het aspect mensenrechten bij hiv/aids meten en aanpakken;
8. verzoekt de lidstaten bepalingen vast te stellen die ervoor zorgen dat de discriminatie van hiv/aids-patiënten effectief wordt verboden binnen hun rechtsgebied, met inbegrip van de beperking van hun recht op vrij verkeer;
9. verzoekt de lidstaten de voorlichtings- en educatiecampagnes over het voorkomen, testen en behandelen van hiv/aids te intensiveren;
10. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de lidstaten, de secretaris-generaal van de VN, UNAIDS, de Wereldgezondheidsorganisatie en de regeringen van de lidstaten.
- [1] Aangenomen teksten, P6_TA(2007)0137.
- [2] Aangenomen teksten, P6_TA(2007)0321.
- [3] Aangenomen teksten, P6_TA(2006)0526.
- [4] COM(2005)0654.