Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B6-0028/2009Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B6-0028/2009

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE

14.1.2009

ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 4 van het Reglement door
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de volgende fracties: over de strategie van de EU ten aanzien van Wit-Rusland

Procedure : 2009/2503(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B6-0028/2009

Resolutie van het Europees Parlement over de strategie van de EU ten aanzien van Wit-Rusland

Het Europees Parlement,

–  onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de situatie in Wit-Rusland, met name zijn resolutie van 9 oktober 2008,

–  gezien de verklaring die het Voorzitterschap van de Europese Unie op 10 november 2008 namens EU heeft afgelegd over het Gemeenschappelijk Standpunt van de Raad 2008/844/GBVB tot wijziging van het Gemeenschappelijk Standpunt 2006/276/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde ambtsbekleders van Wit-Rusland,

–  gezien de conclusies van de Raad met betrekking tot Wit-Rusland van 13 oktober 2008 houdende opheffing van het verbod op politieke contacten met de Wit-Russische autoriteiten en, voor zes maanden, van het visumverbod voor Wit-Russische functionarissen, waaronder president Alexander Loekasjenko,

–  gezien het EU-Jaarverslag mensenrechten 2008 van de Raad, van 27 november 2008,

–  gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over het Oostelijk partnerschap, van 3 december 2008,

–  gezien het eindverslag van de verkiezingswaarnemingsmissie van de OVSE/ODIHR, van 27 november 2008,

–  gelet op artikel 103, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de Raad in zijn conclusies van 13 oktober 2008 heeft bevestigd dat hij hoopt op geleidelijke nieuwe toenadering tot Wit-Rusland en dat hij bereid is tot het op gang brengen van een dialoog met de Wit-Russische instanties en andere politieke krachten in het land ter bevordering van werkelijke vooruitgang op weg naar democratie en eerbiediging van de mensenrechten in dat land,

B.  overwegende dat de Raad, ter bevordering van de dialoog met de Wit-Russische instanties en met het oog op de goedkeuring van positieve maatregelen ter consolidatie van democratie en eerbiediging van de mensenrechten heeft besloten dat de reisbeperkingen die voor een aantal leidende figuren uit Wit-Rusland zijn ingesteld gedurende een verlengbare periode van zes maanden niet zullen gelden, behalve voor hen die betrokken waren bij de verdwijningen in 1999 en 2000 en voor de voorzitter van de centrale kiescommissie,

C.  overwegende dat de Commissie als reactie op de positieve maatregelen die door Wit-Rusland zijn genomen met Wit-Rusland reeds een intensievere dialoog heeft aangeknoopt in sectoren zoals energie, milieu, douane, vervoer en voedselveiligheid, en heeft bevestigd bereid te zijn deze technische gesprekken die voor beide zijden voordelen bieden, verder uit te breiden,

D.  overwegende dat de verkiezingswaarnemingsmissie van de OVSE/ODIHR in haar eindverslag heeft verklaard dat er weliswaar kleine verbeteringen waren, maar dat de verkiezingen van 28 september 2008, die plaatsvonden in een streng gecontroleerde omgeving met een nauwelijks zichtbare campagne en werden gekenmerkt door een gebrek aan transparantie bij het tellen van de stemmen en het samentellen van de resultaten van verschillende stembureaus, uiteindelijk niet aan de internationaal erkende democratische normen voldeden, overwegende dat Lidzya Yarmoshyna, de voorzitter van de centrale verkiezingscommissie, heeft toegegeven dat de verkiezingen van september door de Europese partners niet "volledig en onvoorwaardelijk" zijn erkend als beantwoordend aan de internationale normen van Europese partners", en dat derhalve het "uiteindelijke doel" van de verkiezingen niet is gerealiseerd,

E.  overwegende dat de Commissie het Oostelijk partnerschapsinitiatief op gang heeft gebracht om de samenwerking met een aantal Oost-Europese landen, waaronder Wit-Rusland, op te voeren, mits Wit-Rusland voldoet aan specifieke normen in verband met democratie, eerbiediging van de mensenrechten en van de rechtsstaat,

F.  overwegende dat de Wit-Russische minister van Buitenlandse Zaken, Syarhei Martynau , heeft verklaard dat "Wit-Rusland positief staat tegenover deelname in het Oostelijk Partnerschapsinitiatief" en daaraan heeft toegevoegd dat Wit-Rusland van plan is te participeren in dit initiatief,

G.  overwegende dat de Wit-Russische autoriteiten de oppositieactivist Alyaksandr Barazenka hebben veroordeeld tot één jaar beperking van de bewegingsvrijheid voor zijn deelname aan een demonstratie in 2008,

H.  overwegende dat de Wit-Russische autoriteiten een toenemend aantal rooms-katholieke priesters en nonnen het recht op het uitoefenen van hun ambt en het geven van onderwijs ontzeggen,

1.  spreekt zijn waardering uit voor het besluit van de Wit-Russische instanties de Beweging voor de Vrijheid onder leiding van Aliaksandr Milinkevich, voormalig kandidaat voor het Wit-Russische presidentschap, te registreren; spreekt de hoop uit dat de Wit-Russische instanties de omstandigheden voor registratie en werkzaamheden van andere niet-gouvernementele organisaties met inbegrip van de mensenrechtenorganisatie Nasja Viasna zullen verbeteren,

2.  spreekt zijn waardering uit voor het besluit van de Wit-Russische instanties druk en distributie van de twee onafhankelijke kranten Narodnaia Volia en Naja Niva toe te staan; herinnert er tegelijkertijd aan dat er nog altijd 13 onafhankelijke dagbladen zijn die op registratie wachten; spreekt zijn waardering uit voor het besluit van de Wit-Russische regering de internationale normen met betrekking tot internetmedia te bespreken en over deze thema's overleg te voeren met de Wit-Russische vereniging van verslaggevers; gaat ervan uit dat er eveneens adequate voorwaarden worden geschapen voor de werkzaamheden van andere onafhankelijke media in Wit-Rusland o.m. de mogelijkheid van advertenties;

3.  neemt kennis van de bereidheid van Wit-Rusland de aanbevelingen van OVSE/ODIHR over verbetering van de kieswet in detail te bespreken; beschouwt dit als een belangrijke en bemoedigende stap van de kant van Wit-Rusland en ziet uit naar snelle tenuitvoerlegging ervan en naar aanvullende maatregelen die aansluiten bij de verwachtingen van de EU;

4.  spreekt zijn waardering uit voor de vrijlating van politieke gevangenen in Wit-Rusland , maar betreurt dat Alyaksandr Kazulin, Syarhei Parsyukevich en Andrei Kim niet alle rechten genieten die door de grondwet van de republiek Wit-Rusland aan de Wit-Russische burgers worden gewaarborgd, zoals het geval is met Alyaksandr Barazenka, die in afwachting van zijn berechting twee weken in verzekerde bewaring verbleef wegens zijn deelname aan demonstratie in 2008; betreurt eveneens dat de vrijheid van andere activisten op diverse manieren wordt beperkt;

5.  is verheugd over het besluit van de Wit-Russische autoriteiten om tijdelijk het aan een aantal slachtoffers van de ramp in Tsjernobyl opgelegde reisverbod op te heffen om ze in de gelegenheid te stellen aan rust- en herstelprogramma's deel te nemen, en hoopt dat voor de langere termijn een structurele oplossing kan worden gevonden; verzoekt het Tjsechische voorzitterschap met klem om op zo kort mogelijke termijn met de Wit-Russische autoriteiten te onderhandelen over een voor de hele EU geldende overeenkomst die kinderen in staat stelt de reis te maken van Wit-Rusland naar de EU-landen die aan dergelijke rust- en herstelprogramma's deelnemen;

6.  wijst er andermaal op dat Wit-Rusland om de betrekkingen met de EU aanzienlijk te verbeteren (1) een land zonder politieke gevangenen moet blijven, (2) dat de regering de vrijheid van meningsuiting voor de media moet waarborgen, (3) met de OVSE moet blijven samenwerken aan hervorming van het kiesstelsel, (4) de voorwaarden waaronder niet-gouvernementele organisaties moeten werken moet verbeteren, en (5) de vrijheid van vergadering en politieke vereniging moet waarborgen;

7.  roept de Wit-Russische regering met klem op om de mensenrechten te eerbiedigen door:

  • a)de noodzakelijke veranderingen aan te brengen in het Wit-Russische wetboek van strafrecht en de artikelen 367, 368 en 369-1, en met name 193 , af te schaffen daar deze veelal misbruikt worden als middel van onderdrukking;
  • b)studenten die wegens hun opstelling als burger van de universiteit zijn gestuurd en hun studies in het buitenland moeten voortzetten, niet met strafvervolging bedreigen, ook niet wegens het ontlopen van legerdienst in Wit-Rusland;
  • c)alle obstakels voor een correcte registratie van NGO's in Wit-Rusland weg te nemen; het verbod op het gebruik van particuliere appartementen als adres voor de registratie van verenigingen zonder winstoogmerk op te heffen; presidentieel decreet N 533 van 23 oktober 2007 ter regulering van het gebruik van kantoorfaciliteiten door niet-gouvernementele organisaties en politieke partijen opnieuw te bezien;
  • d)verbetering aan te brengen in de behandeling van en het respect voor nationale minderheden, inclusief erkenning van het legaal gekozen, door Angelika Borys geleide orgaan Bond van Polen in Wit-Rusland, hun cultuur, kerken, onderwijssysteem, en historisch en materieel erfgoed;

   om een eind te maken aan de isolatie van de rest van Europa die het land zichzelf heeft opgelegd en de betrekkingen tussen de EU en Wit-Rusland aanzienlijk te verbeteren;

8.  wijst erop dat de democratische oppositie deel moet vormen van het proces van geleidelijke hernieuwing van de betrokkenheid bij Wit-Rusland;

9.  verzoekt de Raad en de Commissie verdere stappen te nemen om de visumprocedures voor burgers van Wit-Rusland te vereenvoudigen en te liberaliseren, aangezien dergelijke maatregelen van wezenlijke betekenis zijn om de belangrijkste doelstelling van het beleid van de EU jegens Wit-Rusland te verwezenlijken, te weten het versoepelen en intensiveren van de menselijke contacten die op hun beurt het democratiseren van het land vergemakkelijken; verzoekt hen in dit verband de mogelijkheden te bezien om de visakosten voor Wit-Russische burgers die de Schengenzone binnenkomen te verlagen en de procedure om hen te ontvangen te vereenvoudigen; verzoekt de Wit-Russische autoriteiten een eind te maken aan de praktijk van het toekennen van uitreisvisa aan hun burgers, in het bijzonder kinderen en studenten;

10.  verzoekt de Raad en de Commissie na te denken over de selectieve toepassing van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsbeleid en de mensenrechten- en democratie-instrumenten op Wit-Rusland door meer steun toe te kennen aan de Wit-Russische maatschappelijke organisaties ; verzoekt de Raad en de Commissie van de Wit-Russische regering te verlangen dat zij als teken van goede wil en verandering in positieve richting toestaat dat de Europese universiteit voor menswetenschappen in ballingschap in Vilnius legaal naar Wit-Rusland terugkeert en onder goede omstandigheden kan gaan werken aan haar eigen toekomst in Minsk; verzoekt de Raad en de Commissie financiële steun te verlenen aan de onafhankelijke Wit-Russische televisiezender Belsat; verzoekt de Raad en de Commissie de Wit-Russische regering op te roepen de televisiezender Belsat officieel in Wit-Rusland te registreren;

11.  verzoekt de Raad en de Commissie in dit verband na te denken over maatregelen gericht op verbetering van het ondernemingsklimaat, de handel, investeringen, energie- en vervoersinfrastructuur en de grensoverschrijdende samenwerking tussen de EU en Wit-Rusland, teneinde bij te dragen tot het welzijn en de welvaart van de burgers van Wit-Rusland, alsook aan hun mogelijkheden vrijelijk te communiceren met en te reizen naar de EU;

12  verzoekt de Raad en de Commissie te bekijken of de Europese Investeringsbank kan deelnemen aan investeringen in Wit-Russische infrastructuur voor de doorvoer van energie; beklemtoont het belang van de deelname van Europese bedrijven aan het privatiseringsproces in Wit-Rusland;

13.  verzoekt de Wit-Russische instanties tijdens de bouw van een nieuwe kerncentrale strikt de hand te houden aan internationale veiligheidsnormen en -eisen; verzoekt Wit-Rusland het aanvullend IAEA-protocol bij de alomvattende waarborgovereenkomst te ratificeren; verzoekt de Commissie de tenuitvoerlegging door Wit-Rusland van de aanbevelingen van het IAEA, de eisen van het verdrag inzake de veiligheid van kerninstallaties en het non-proliferatieverdrag, alsook de gevolgen die de exploitatie van de kerncentrale kan hebben voor buurlanden in de EU, te controleren en hierover verslag te doen aan het Parlement;

14.  betreurt dat de Wit-Russische overheid de laatste jaren herhaaldelijk heeft besloten inreisvisa te weigeren aan Europese en nationale parlementsleden; verzoekt de Wit-Russische overheid geen hindernissen meer op te werpen die de delegatie van het Europees Parlement voor de betrekkingen met Wit-Rusland beletten het land te bezoeken;

15.  is verheugd over de tot nu toe door de Wit-Russische autoriteiten gevolgde benadering om, ondanks enorme druk, de unilaterale onafhankelijkheidsverklaringen van Zuid-Ossetië en Abchazië niet te erkennen;

16.  veroordeelt het feit dat Wit-Rusland het enige land in Europa is dat nog steeds de doodstraf kent, hetgeen in strijd is met VN-waarden;

17.  verzoekt de Wit-Russische instanties de vrijheid van godsdienst te eerbiedigen; veroordeelt het feit dat Europese burgers, onder wie priesters, herhaaldelijk door Wit-Rusland worden uitgewezen, hetgeen haaks staat op het proces van vertrouwenwekkende maatregelen ten opzichte van de EU;

18.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de parlementen en regeringen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de Parlementaire Vergaderingen van de OVSE en de Raad van Europa, het secretariaat van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten en het parlement en de regering van Wit-Rusland.