Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B7-0062/2009Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B7-0062/2009

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de zaak Yevgeni Zhovtis in Kazachstan

16.9.2009

ingediend overeenkomstig artikel 122, lid 5, van het Reglement
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de volgende fracties:
Verts/ALE (B7‑0062/2009)
S&D (B7‑0064/2009)
ALDE (B7‑0066/2009)
PPE (B7‑0069/2009)

Elisabeth Jeggle, Bernd Posselt, Eija-Riitta Korhola, Laima Liucija Andrikienė namens de PPE-Fractie
Véronique De Keyser namens de S&D­Fractie
Renate Weber, Marielle De Sarnez, Niccolò Rinaldi namens de ALDE-Fractie
Heidi Hautala, Bart Staes namens de Verts/ALE-Fractie


Procedure : 2009/2678(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B7-0062/2009
Ingediende teksten :
RC-B7-0062/2009
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over de zaak Yevgeni Zhovtis in Kazachstan

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Kazachstan en de Centraal-Aziatische Republieken,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 20 februari 2008 over een EU-strategie voor Centraal Azië,

–   gezien de EU-strategie voor Centraal-Azië, goedgekeurd op 23 juni 2007,

–   gezien het regionale strategiedocument van de EU inzake steun aan Centraal Azië 2007-2013,

–   gezien de conclusies van de tiende bijeenkomst van de Samenwerkingsraad EU-Kazachstan,

–   gezien de conclusies van het Achtste Parlementaire Samenwerkingscomité EU-Kazachstan, bijeen in Brussel op 31 maart 2008,

–   gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en Kazachstan, die op 1 juli 1999 in werking is getreden,

–   gelet op artikel 122, lid 5, van zijn Reglement,

A. overwegende dat de betrekkingen en de samenwerking tussen de EU en Kazachstan voortdurend en op alle niveaus intensiever worden; overwegende dat Kazachstan een sleutelrol speelt voor de stabiliteit en de veiligheid van Centraal Azië en de economische ontwikkeling van de gehele regio,

B.  overwegende dat Kazachstan in 2010 het voorzitterschap van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) zal overnemen; overwegende dat deze taak het aanzien en de verantwoordelijkheid van dit land op het gebied van democratie en mensenrechten zal doen toenemen; overwegende dat de OVSE Kazachstan heeft opgeroepen de democratische hervormingen verder door te voeren alvorens het voorzitterschap over te nemen,

C. overwegende dat, ondanks deze belangrijke internationale taak, de binnenlandse situatie in Kazachstan de laatste maanden is verslechterd met een recente aanscherping van de beperkingen voor de media en een aantal controversiële terechtstellingen,

D. overwegende dat Yevgeni Zhovtis, directeur van het Internationale Bureau voor de mensenrechten en de rechtsstaat in Kazachstan en vooraanstaand strijder voor de mensenrechten, op 3 september is veroordeeld wegens doodslag vanwege het met zijn auto aanrijden en om het leven brengen van een voetganger op 26 juli, en veroordeeld is tot vier jaar in een strafkolonie,

E.  overwegende dat Yevgeni Zhovtis op 27 juli 2009 is aangewezen als getuige bij het politieonderzoek dat dezelfde dag is gestart; overwegende dat zijn status in het onderzoek op 28 juli 2009 is omgezet in die van verdachte, maar dat zijn advocaten in strijd met de Kazachse wetgeving pas op 14 augustus 2009 van deze ontwikkeling op de hoogte zijn gebracht,

F.  overwegende dat het Bureau voor democratische instellingen en mensenrechten, verbonden aan het OVSE, heeft verklaard dat "twijfelachtige procedures mogelijkerwijs inbreuk hebben gemaakt op het recht van Zhovtis op een eerlijk proces, zoals gewaarborgd door de grondwet van Kazachstan, het lidmaatschap van het land van de OVSE en de fundamentele internationale normen",

G. overwegende dat dhr. Zhovtis op bijeenkomsten van de OVSE heeft getuigd van schendingen van de mensenrechten in zijn land, die de vraag oproepen of Kazachstan wel geschikt is om een organisatie voor te zitten die gewijd is aan het handhaven van democratische grondbeginselen,

H. overwegende dat in het verleden ernstige bezorgdheid is geuit over de processen en daaropvolgende gevangenisstraffen van andere Kazachse mensenrechtenactivisten, waaronder Ramazan Yesergepov en Sergei Duvanov,

I.   overwegende dat in juni 2008 en opnieuw in mei 2009 de Kazachse minister van Buitenlandse Zaken Marat Tahzin in verband met het komende voorzitterschap van zijn land van de OVSE verbeteringen heeft toegezegd op het gebied van de versterking en handhaving van de mensenrechten in Kazachstan,

J.   overwegende dat artikel 2 van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst oproept tot eerbiediging van de democratie, de internationale rechtsbeginselen en de mensenrechten,

1.  wil geen kritiek uiten op de onafhankelijkheid van het juridisch stelsel, dat een hoofdonderdeel vormt van elk democratisch systeem, maar uit wel zijn ernstige bezorgdheid over de manier waarop het onderzoek naar het tragische voorval en het daaropvolgende proces hebben plaatsgevonden, en vestigt de aandacht op beschuldigingen dat tijdens het proces geen getuigenissen ter verdediging van dhr. Zhovtis waren toegestaan als bewijs;

2.  roept de Kazachse autoriteiten op om onverwijld en met volledige transparantie en onverkorte eerbiediging van de rechtsstaat een nieuw volledig en eerlijk onderzoek uit te voeren naar de omstandigheden van het voorval, en de veroordeling en strafvoltrekking in deze zaak dienovereenkomstig te heroverwegen;

3.  dringt er bij de Kazachse autoriteiten op aan de details van de zaak Yevgeni Zhovtis langs officiële weg over te brengen en hem volwaardige rechtsmiddelen te bieden, waaronder het recht op beroep, overeenkomstig de Kazachse wetgeving;

4.  wijst op de ernstige twijfel over de feitelijke inzet van de Kazachse regering om veranderingen door te voeren die werd geuit door mensenrechtenorganisaties toen in 2007 werd besloten Kazachstan het voorzitterschap van de OVSE toe te kennen, en verwacht dat de Kazachse autoriteiten de nodige inspanningen zullen verrichten om de situatie op het gebied van democratisering en mensenrechten te verbeteren en hierbij zichtbaar vooruitgang te boeken alvorens het voorzitterschap van de OVSE over te nemen;

5.  verzoekt de Commissie in dit verband de steun van de EU te verhogen en de samenwerking op deze gebieden met Kazachstan te intensiveren ten einde de Kazachse regering beter voor te bereiden op het overnemen van deze belangrijke internationale taak;

6.  verzoekt de Raad om deze kwestie resoluut bij de Kazachse autoriteiten aan te kaarten en met name aandacht te besteden aan de zaak Zhovtis in het kader van de mensenrechtendialoog EU-Kazachstan, waarvan de tweede ronde gepland staat voor 21 oktober 2009, en tevens op de Samenwerkingsraad EU-Kazachstan van medio november 2009;

7.  dringt er bij de Commissie op aan haar projecten en programma's in Kazachstan in het kader van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten (EIDHR) uit te breiden;

7.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de secretaris-generaal van de VN, de speciaal vertegenwoordiger van de EU voor Centraal Azië, de OVSE, de Raad van Europa en het parlement, de regering en de president van Kazachstan.