Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B7-0280/2012Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B7-0280/2012

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de opvolging van de verkiezingen in de Democratische Republiek Congo

12.6.2012 - (2012/2673(RSP))

ingediend overeenkomstig artikel 110, leden 2 en 4, van het Reglement
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de fracties:
ECR (B7‑0280/2012)
ALDE (B7‑0289/2012)
PPE (B7‑0290/2012)
Verts/ALE (B7‑0291/2012)
GUE/NGL (B7‑0292/2012)
S&D (B7‑0295/2012)

Mariya Nedelcheva, Filip Kaczmarek, Gay Mitchell, Michèle Striffler, Michael Gahler, Cristian Dan Preda, Roberta Angelilli, Alf Svensson, Peter Šťastný, Rafał Trzaskowski, Mario Mauro, Joachim Zeller namens de PPE-Fractie
Véronique De Keyser, Ricardo Cortés Lastra, Ana Gomes, Thijs Berman, Norbert Neuser, Michael Cashman namens de S&D-Fractie
Charles Goerens, Ivo Vajgl, Olle Schmidt, Louis Michel, Marielle de Sarnez, Robert Rochefort, Marietje Schaake, Kristiina Ojuland namens de ALDE-Fractie
Isabelle Durant, Bart Staes, Raül Romeva i Rueda, Judith Sargentini, Jean Lambert namens de Verts/ALE-Fractie
Charles Tannock, Martin Callanan, Oldřich Vlasák, Jan Zahradil, Ryszard Antoni Legutko, Ryszard Czarnecki, Tomasz Piotr Poręba, Miroslav Ouzký namens de ECR-Fractie
Marie-Christine Vergiat namens de GUE/NGL-Fractie

Procedure : 2012/2673(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B7-0280/2012
Ingediende teksten :
RC-B7-0280/2012
Debatten :
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over de opvolging van de verkiezingen in de Democratische Republiek Congo

(2012/2673(RSP))

Het Europees Parlement,

–   gezien de Beginselverklaring inzake internationale verkiezingswaarneming, die in oktober 2005 in de VN is herdacht,

–   gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens,

–   gezien het Afrikaanse Handvest voor mensenrechten en volkerenrechten, dat door de Democratische Republiek Congo (DRC) in 1982 werd geratificeerd,

–   gezien de mededeling van de Commissie over verkiezingsondersteuning en -waarneming door de EU,

–   gezien zijn eerdere resoluties over de Democratische Republiek Congo,

–   gezien de in juni 2000 ondertekende partnerschapsovereenkomst van Cotonou,

–   gezien de resolutie van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU van 22 november 2007 over de toestand in de DRC, met name in het oosten van het land, en de gevolgen daarvan voor de regio,

–   gezien gemeenschappelijk optreden 2009/769/GBVB van de Raad van 19 oktober 2009 tot wijziging van gemeenschappelijk optreden 2007/405/GBVB met betrekking tot de politiemissie van de Europese Unie in het kader van de hervorming van de veiligheidssector en haar aansluitpunten met het rechtsstelsel in de DRC (Europol RD Congo),

–   gezien de EU-missie ter hervorming van de veiligheidssector in de DRC (EUSEC RD Congo), opgericht in juni 2005 (gemeenschappelijk optreden 2005/355/GBVB van de Raad van 2 mei 2005 met betrekking tot de adviserende en bijstandverlenende EU-missie voor de hervorming van de veiligheidssector in de DRC),

–   gezien het mandaat van de verkiezingswaarnemingsmissie (EUEOM) van de Europese Unie voor de presidents- en parlementsverkiezingen van 28 november 2011 om een gedetailleerde, onpartijdige en onafhankelijke evaluatie van de verkiezingen op te stellen, in overeenstemming met het nationale en regionale rechtskader alsook met de internationale normen en verdragen die de DRC heeft ondertekend,

–   gezien het mandaat van de delegatie van het Europees Parlement, die zich bij de EUEOM heeft gevoegd en met de conclusies ervan heeft ingestemd,

–   gezien de verklaring die de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, Catherine Ashton, op 9 december 2011 over de verkiezingen in de DRC heeft afgelegd (A507/1/11 REV 1),

–   gezien de gezamenlijke verklaring van 2 december 2011 van hoge vertegenwoordiger Ashton en commissaris Piebalgs over de verkiezingen, alsmede de Verklaring van 7 juni 2012,

–   gezien de verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, Catherine Ashton, van 20 december 2011, over de verkiezingen in de DRC,

–   gezien het eindverslag van de verkiezingswaarnemingsmissie van de Europese Unie in de DRC en de aanbevelingen daarin,

–   gezien de in april 2012 door de onafhankelijke nationale verkiezingscommissie (CENI) gedane aanbevelingen,

–   gezien artikel 110, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

–   gezien artikel 122 van zijn Reglement,

A. overwegende dat de verkiezingswaarnemingsmissie van de Europese Unie in de DRC in haar eindverslag tot de slotsom komt dat de verkiezingen zijn ontsierd door een gebrek aan transparantie en geloofwaardigheid ten gevolge van een groot aantal onregelmatigheden en gevallen van fraude;

B.  overwegende dat de EUEOM in de DRC ter attentie van de Congolese overheid 22 aanbevelingen heeft geformuleerd die erop gericht zijn de transparantie en de geloofwaardigheid van de stembusgang op wezenlijke punten te verbeteren en die technisch uitvoerbaar zijn in de aanloop naar de komende provinciale en lokale verkiezingen;

C. overwegende dat vicevoorzitter/hoge vertegenwoordiger Catherine Aston namens de EU nogmaals haar bezorgdheid heeft geuit over de ernstige tekortkomingen en het gebrek aan transparantie bij de bundeling en de bekendmaking van de verkiezingsresultaten, waar onder meer op werd gewezen door de verkiezingswaarnemers van de EU;

D. overwegende dat het Hooggerechtshof van de DRC, ondanks de tekortkomingen die de Congolese autoriteiten zelf en de onafhankelijke nationale verkiezingscommissie (CENI) hadden vastgesteld, de definitieve uitslag van beide verkiezingen heeft bevestigd en de herverkiezing van de zittende president Joseph Kabila op 16 december 2011 officieel heeft bekrachtigd;

E.  overwegende dat de vastgestelde datum voor provinciale en plaatselijke verkiezingen, namelijk 25 maart 2012, niet is geëerbiedigd en dat de voorzitter van de CENI op 6 juni 2012 een gewijzigd tijdschema heeft aangekondigd voor provinciale, stedelijke, gemeentelijke en plaatselijke verkiezingen, hetgeen betekent dat het electorale proces zal voortduren tot in 2014;

F.  overwegende dat de CSAC, de hoge raad voor audiovisuele media en communicatie, niet in staat is gebleken te waarborgen dat alle kandidaten in de media gelijke kansen krijgen;

G. overwegende dat de straffeloosheid van ernstige mensenrechtenschendingen een klimaat van onveiligheid creëert en dat de mensenrechtensituatie en het democratiseringsproces in de Democratische Republiek Congo nog steeds zorgen baren omdat het aantal politiek gemotiveerde schendingen van de mensenrechten is toegenomen in de aanloop naar de presidentsverkiezingen;

H. overwegende dat de onderdrukking van mensenrechtenactivisten en journalisten in Congo is toegenomen en dat deze het slachtoffer zijn van willekeurige arrestaties en intimidatie;

I.   overwegende dat de moord op Floribert Chebeya Bahizire, een vooraanstaande Congolese mensenrechtenactivist en de wijze waarop met deze zaak is omgegaan niet alleen op zichzelf ernstige misdrijven zijn, maar dat hiermee ook een buitengewoon kwalijk signaal wordt afgegeven aan allen die zich in Congo inzetten voor de mensenrechten;

J.   overwegende dat zich in de aanloop naar verkiezingen een aantal problemen heeft opgestapeld, waaronder het systeem van één ronde voor de presidentsverkiezingen, een niet gevalideerde kieslijst, onvoldoende legitimiteit van de CENI, een ondermaats en onvoldoende in de praktijk gebracht juridisch kader alsmede de benoeming van een aantal rechters aan het Hooggerechtshof;

K. overwegende dat de EU in het kader van deel A van het 10e Europese Ontwikkelingsfonds steun verleent aan projecten ter bevordering van goed bestuur, zoals de uitvoering van democratische en eerlijke verkiezingen;

L.  merkt op dat de EU deze verkiezingen financieel ondersteunt met een bedrag van 47,5 miljoen euro, met daarbovenop nog eens 2 miljoen euro voor veiligheidsmaatregelen; spreekt zijn waardering uit voor het werk van de 147 waarnemers die in 2011 in het kader van de verkiezingswaarnemingsmissie van de EU toezicht uitoefenden op de verkiezingen in de DRC;

M. overwegende dat de VN-Veiligheidsraad in zijn resolutie 1991 van 28 juni 2011 het mandaat van de VN-Stabilisatiemissie in de DRC (MONUSCO) verlengde tot 30 juni 2012;

N.  overwegende dat de toename van de werkloosheid, de sociale achteruitgang en de verarming van de bevolking mede bijdragen tot de politieke instabiliteit in de Democratische Republiek Congo;

O. overwegende dat in Congo zelf 1,7 miljoen mensen ontheemd zijn en dat zich in de buurlanden nog eens 426 000 Congolese vluchtelingen bevinden;

1.  gelooft dat om een democratische samenleving op te bouwen vooral een sterke politieke wil en een ambitieuze visie van de politieke leiders, zowel in de regering als in de oppositie, nodig is, met als doel politieke instellingen op te bouwen die de mensenrechten en sociale, economische en milieurechten van de bevolking garanderen;

2.  is van mening dat de politieke leiders, de maatschappelijke organisaties, de religieuze leiders en de vrouwenverenigingen in de DRC een nationale consensus dienen te bereiken over de nodige instellingen en vastgestelde en overeengekomen procedures waarmee de democratie in de praktijk kan worden gebracht;

3.  beschouwt een onafhankelijke rechtspraak en onafhankelijke media als cruciaal voor de vormgeving en reglementering van het democratisch proces met het oog op de versteviging van de rechtsstaat, de ontwikkeling van democratische instellingen, waaronder een functionerend parlement ter uitdrukking van het politiek pluralisme, en de versterking van de rol van maatschappelijke organisaties;

4.  is van mening dat verkiezingen een noodzakelijke, maar niet de enige voorwaarde zijn voor een succesvol democratiseringsproces aangezien dit meer omvat dan alleen het organiseren van verkiezingen; meent dat een democratiseringsproces alleen succesvol kan verlopen als er ook wordt gewerkt aan de sociaaleconomische ontwikkeling van een land, en om de bevolking de basisvoorzieningen te geven waar ze recht op heeft, zoals onderwijs, gezondheid en werkgelegenheid

5.  betuigt eer aan het Congolese volk dat massaal aan de presidents- en parlementsverkiezingen van november 2011 heeft deelgenomen en hiermee bewijst hoezeer het gehecht is aan de totstandkoming van een daadwerkelijke democratie in de DRC;

6.  Moedigt de regering aan een politieke dialoog aan te gaan met alle partijen, met inbegrip van de oppositiegroepringen en het maatschappelijk middenveld, en zo de weg te bereiden voor daadwerkelijke democratie en politieke hervormingen in het land;

7.  onderstreept het belang van de oprichting van een Constitutioneel Hof, dat moet zorgen voor meer transparantie bij de verkiezingen, in het bijzonder wat de afhandeling van verkiezingsgeschillen betreft;

8.  constateert eens te meer dat de CENI, de onafhankelijke nationale verkiezingscommissie, in gebreke is gebleven en dringt aan op diepgaande hervormingen op vele vlakken, in de allereerste plaats in haar samenstelling, die daadwerkelijk paritair moet worden gemaakt zodat ze het gehele Congolese samenleving vertegenwoordigt;

9.  verheugt zich over de bereidheid van de CENI om het vertrouwen van de verschillende belanghebbenden terug te winnen en de aanbevelingen van de EU-verkiezingswaarnemingsmissie uit te voeren, en vraagt dat de CENI met het oog hierop een concreet en adequaat actieplan voorstelt;

10. wijst met klem op de sleutelrol die in het kader van de verkiezingen is weggelegd voor het Congolese maatschappelijke middenveld op het vlak van burgereducatie en nationale observatie; vraagt derhalve aan de Europese Unie en de internationale gemeenschap de DRC te begeleiden in haar inspanningen om de democratie en de vrede te consolideren, de Congolese ngo's te ondersteunen bij de bewustmaking van de kiezers en de interne verkiezingswaarneming en het Congolese volk te steunen in zijn streven naar democratie en sociale rechtvaardigheid;

11. dringt erop aan de CSAC, de hoge raad voor audiovisuele media en communicatie, in staat te stellen daadwerkelijk en efficiënt te opereren om te waarborgen dat het beginsel wordt nageleefd dat alle verkiezingskandidaten in de media gelijke kansen krijgen;

12. veroordeelt ten stelligste de betreurenswaardige gewelddaden en de schendingen van de grondrechten bij de verkiezingen van 28 november en dringt er bij de Congolese autoriteiten op aan de onderste steen boven te halen bij het opsporen van de schuldigen; juicht de inspanningen van leger en politie toe om alle schendingen van de mensenrechten effectief tegen te gaan, en moedigt ze daarin aan;

13. benadrukt dat geen serieuze vorderingen zijn geboekt bij het strafrechtelijk onderzoek naar mensenrechtenschendingen, in het bijzonder grootschalige verkrachtingen; stelt vast dat het gerechtelijk apparaat nauwelijks in staat is gebleken recht te spreken en de slachtoffers een schadeloosstelling te bieden;

14. uit zijn bezorgdheid over het feit dat de moordenaars van Floribert Chebeya nog steeds op vrije voeten zijn, ondanks een rechterlijke uitspraak; dringt er bij de Congolese justitie op aan het beroep dat de weduwe van Chebeya tegen deze uitspraak heeft ingesteld in behandeling te nemen en hiervoor een datum vast te stellen;

15. verzoekt de Congolese autoriteiten in naam van de vrijheid van meningsuiting de distributie in de DRC van de film van regisseur Thierry Michel over deze kwestie rechtstreeks noch indirect te belemmeren;

16. verzoekt de Congolese regering zich te verbinden tot een politiek waarbij alle mensenrechten, waaronder de vrijheid van meningsuiting, het recht om te demonstreren, vrijheid van geloof en beëindiging van discriminatie op grond van geslacht of seksuele oriëntatie, daadwerkelijk worden geëerbiedigd; benadrukt het belang van versterking van de rechtsstaat, behoorlijk bestuur, bestrijding van corruptie en controle over de veiligheidsdiensten;

17. verzoekt de huidige regering van de DRC haar inspanningen op te voeren om de rechtsstaat en de veiligheid van de Congolese bevolking op het volledige grondgebied van de DRC te waarborgen; verzoekt de premier, die binnen de regering officieel verantwoordelijk is voor de overheidsfinanciën, ervoor te zorgen dat in de beleidsvorming van de regering van de DRC voortaan systematisch de hoogste normen voor financieel beheer en solide begrotingsprocedures worden gehanteerd;

18. stelt vast dat de discriminatie van vrouwen, die hen belemmert aan het politieke leven deel te nemen, voortduurt ondanks het feit dat het beginsel van gelijke rechten van mannen en vrouwen en de paritaire aanwezigheid van mannen en vrouwen in de besluitvormingsorganen in de grondwet is verankerd; stelt voor dat alle nodige maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de vrouwen aan het politieke leven kunnen deelnemen en dat de kieswet wordt gewijzigd om het beginsel van paritaire vertegenwoordiging van mannen en vrouwen erin vast te leggen;

19. verwelkomt de aankondiging, in een persbericht van 6 juni 2012, van het bureau van de CENI dat het bij besluit N 019/CEN/BUR/12 een gewijzigd tijdschema heeft vastgesteld voor provinciale, stedelijke, gemeentelijke en plaatselijke verkiezingen, hetgeen betekent dat het electorale proces zal voortduren tot in 2014;

20. verzoekt de CENI een organisatie- en begrotingsplan op te stellen die een duidelijke blauwdruk bevatten van hoe de komende verkiezingen zullen worden georganiseerd; meent dat deze blauwdruk ter goedkeuring zou moeten worden voorgelegd aan alle politieke partijen en maatschappelijke organisaties;

21. doet een oproep aan alle leden van de presidentiële meerderheid en de oppositie, het ambtelijk apparaat, het maatschappelijk middenveld en de Congolese bevolking in het algemeen om ervoor te zorgen dat de verkiezingen die in het kader van het gewijzigde tijdschema tussen nu en 2014 zullen plaatsvinden, transparant, geloofwaardig en betrouwbaar zijn en dat de mensenrechten en fundamentele vrijheden worden geëerbiedigd;

22. spoort de Commissie en de lidstaten ertoe aan de financiële steun van de EU aan de Congolese verkiezingen te koppelen aan de voorwaarde dat de aanbevelingen van de EUEOM effectief in praktijk worden gebracht;

23. onderstreept dat de veiligheids- en de mensenrechtensituatie in het land een bedreiging blijft vormen voor de stabiliteit in de regio en wijst erop dat vrede, veiligheid, democratie en goed bestuur absolute vereisten zijn voor de ontwikkeling op lange termijn van de DRC;

24. wenst dat het Congolese parlement wordt betrokken bij het toezicht op de mijnbouwsector en pleit voor een onafhankelijk onderzoek met het oog op het waarborgen van een transparante werking van deze sector;

25. steunt het creëren van de post van Speciaal rapporteur voor de DRC in de Raad voor de mensenrechten en de verlenging van het mandaat van de MONUSCO ter bescherming van de burgerbevolking;

26. dringt er bij de Congolese overheid op aan het Afrikaans Handvest voor democratie, verkiezingen en goed bestuur zo spoedig mogelijk te ratificeren;

27. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Afrikaanse Unie, de regeringen van de landen uit de regio van de Grote Meren, de VN-Raad voor de mensenrechten en de autoriteiten van de Democratische Republiek Congo.