GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over orgaanhandel in China
11.12.2013 - (2013/2981(RSP))
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de fracties:
Verts/ALE (B7‑0562/2013)
PPE (B7‑0577/2013)
ALDE (B7‑0582/2013)
ECR (B7‑0583/2013)
José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Elmar Brok, Mairead McGuinness, Tunne Kelam, Monica Luisa Macovei, Ria Oomen-Ruijten, Cristian Dan Preda, Inese Vaidere, Filip Kaczmarek, Mariya Gabriel, Bernd Posselt, Philippe Boulland, Jean Roatta, Eduard Kukan, Roberta Angelilli, Petri Sarvamaa, Eija-Riitta Korhola, Giovanni La Via, Sergio Paolo Francesco Silvestris, Sari Essayah, Michael Gahler, Krzysztof Lisek, Jarosław Leszek Wałęsa, Csaba Sógor, Davor Ivo Stier, Kinga Gál, Tadeusz Zwiefka, László Tőkés, Bogusław Sonik namens de PPE-Fractie
Leonidas Donskis, Edward McMillan-Scott, Louis Michel, Sarah Ludford, Jelko Kacin, Kristiina Ojuland, Frédérique Ries, Ramon Tremosa i Balcells, Marielle de Sarnez, Angelika Werthmann, Robert Rochefort, Izaskun Bilbao Barandica, Hannu Takkula, Johannes Cornelis van Baalen namens de ALDE-Fractie
Helga Trüpel, Barbara Lochbihler, Werner Schulz, Nicole Kiil-Nielsen, Bart Staes, Mark Demesmaeker, Raül Romeva i Rueda, Rui Tavares namens de Verts/ALEFractie
Charles Tannock, Adam Bielan, Roberts Zīle namens de ECRFractie
Claudio Morganti, Mara Bizzotto namens de EFDFractie
Resolutie van het Europees Parlement over orgaanhandel in China
Het Europees Parlement,
– gezien zijn resoluties van 7 september 2006[1] en 14 maart 2013[2] over de betrekkingen tussen de EU en China, zijn resolutie van 13 december 2012 over het jaarverslag 2011 over mensenrechten en democratie in de wereld en het mensenrechtenbeleid van de Europese Unie[3], zijn resolutie van 16 december 2010 over het jaarverslag 2009 over mensenrechten in de wereld en het mensenrechtenbeleid van de Europese Unie[4], alsmede zijn resolutie van 19 mei 2010 over de mededeling van de Commissie: "Actieplan inzake orgaandonatie en transplantatie (2009-2015): hechtere samenwerking tussen de lidstaten"[5],
– gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie van 18 december 2012 en met name artikel 3 over het recht op de menselijke integriteit,
– gezien de hoorzittingen van 21 november 2009, 6 december 2012 en 2 december 2013 van de subcommissie mensenrechten en gezien de getuigenissen van de voormalige Canadese staatssecretaris voor de betrekkingen met Azië en de Stille Oceaan David Kilgour en van mensenrechtenadvocaat David Matas over het op grote schaal verwijderen van organen bij aanhangers van de Falun Gong-leer, zonder hun toestemming, in China sinds 2000,
– gezien het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, door China geratificeerd op 4 oktober 1988,
– gezien artikel 122, lid 5, en artikel 110, lid 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de Volksrepubliek China jaarlijks meer dan 10 000 orgaantransplantaties uitvoert en 165 Chinese centra voor orgaantransplantatie ermee adverteren dat zij binnen twee à vier weken passende organen kunnen vinden, terwijl het land tot nog toe geen georganiseerd of doeltreffend openbaar systeem voor orgaandonatie of –distributie kent; overwegende dat het systeem voor orgaantransplantatie in China niet voldoet aan de eisen van de Wereldgezondheidsorganisatie betreffende transparantie en traceerbaarheid bij de methodes voor verkrijging van organen, en dat de Chinese regering zich verzet tegen onafhankelijk onderzoek naar het systeem; overwegende dat geïnformeerde toestemming op vrijwillige basis de voorwaarde vormt voor ethische orgaandonatie;
B. overwegende dat de Volksrepubliek China bijzonder lage percentages vrijwillige orgaandonatie kent als gevolg van traditionele overtuigingen; overwegende dat China in 1984 regelgeving invoerde die het verwijderen van organen bij geëxecuteerde gevangenen toestond;
C. overwegende dat de regering van de Volksrepubliek China niet in staat bleek een bevredigende verklaring te geven voor de herkomst van het surplus aan organen toen hierom werd gevraagd door de voormalig speciaal VN-rapporteur inzake foltering en andere wrede, onmenselijke en vernederende behandeling of bestraffing, Manfred Nowak, en de Canadese onderzoekers David Matas, mensenrechtenadvocaat, en David Kilgour, voormalig Canadees staatssecretaris voor de betrekkingen met Azië en de Stille Oceaan;
D. overwegende dat Huang Jiefu, directeur van het Chinese comité voor orgaandonatie en voormalig plaatsvervangend minister van Volksgezondheid, op de conferentie over orgaandonatie en -transplantatie in Madrid in 2010 verklaarde dat in China meer dan 90% van de bij overleden donoren weggenomen en voor transplantatie bestemde organen afkomstig was van geëxecuteerde gevangenen, en heeft gezegd dat uiterlijk medio 2014 alle ziekenhuizen die orgaantransplantaties mogen uitvoeren, niet langer organen van geëxecuteerde gevangenen mogen gebruiken en verplicht zullen worden om alleen organen te gebruiken die vrijwillig zijn gedoneerd en via een in opbouw zijnd nationaal systeem worden toegewezen;
E. overwegende dat de Volksrepubliek China het voornemen heeft aangekondigd om het verwijderen van organen bij geëxecuteerde gevangenen tot 2015 geleidelijk te zullen afbouwen en een digitaal systeem voor orgaantoewijzing, bekend als het China Organ Transplant Response System (COTRS), te zullen invoeren, waarmee het zijn eigen toezegging tegenspreekt dat alle ziekenhuizen die orgaantransplantaties mogen uitvoeren vanaf medio 2014 niet langer organen van geëxecuteerde gevangenen mogen gebruiken;
F. overwegende dat de Chinese communistische partij in juli 1999 overging tot een intensieve golf van vervolgingen in het hele land om de spirituele leer van Falun Gong uit te roeien, als gevolg waarvan honderdduizenden Falun Gong-aanhangers werden gearresteerd en gevangen gezet; overwegende dat er berichten zijn dat Oeigoerse en Tibetaanse gevangenen eveneens het slachtoffer van gedwongen orgaantransplantaties zijn geworden;
G. overwegende dat de VN-commissie tegen foltering en de speciale VN-rapporteur inzake foltering en andere wrede, onmenselijke en vernederende behandeling of bestraffing hun bezorgdheid hebben uitgesproken over de beschuldigingen van orgaanverwijdering bij gevangenen, en de regering van de Volksrepubliek China hebben opgeroepen tot meer verantwoordingsplicht en transparantie in het systeem van orgaantransplantatie en tot bestraffing van degenen die verantwoordelijk zijn voor misbruik; overwegende dat het doden van om godsdienstige of politieke redenen vastgehouden gevangenen met het doel hun organen ten behoeve van transplantatie te verkopen een schandelijke en onduldbare schending is van het grondrecht op leven;
H. overwegende dat de Algemene VN-Vergadering China op 12 november 2013 heeft gekozen tot lid van de VN-Mensenrechtenraad voor een periode van drie jaar vanaf 1 januari 2014;
1. spreekt zijn ernstige verontrusting uit over de aanhoudende en geloofwaardige berichten over het systematische, door de staat gesanctioneerde verwijderen van organen bij gewetensgevangenen in de Volksrepubliek China, onder meer bij grote aantallen Falun Gong-aanhangers die om hun geloofsovertuiging gevangen zijn gezet, en bij leden van andere religieuze of etnische minderheden;
2. benadrukt dat het onaanvaardbaar is dat de geleidelijke afschaffing van orgaanverwijdering bij geëxecuteerde gevangenen nog tot 2015 doorloopt; roept de regering van de Volksrepubliek China op onmiddellijk een einde te maken aan de praktijk van orgaanverwijdering bij gewetensgevangenen en leden van religieuze en etnische minderheden;
3. roept de EU en de lidstaten op de kwestie van orgaanverwijdering in China op de agenda te plaatsen; beveelt de Unie en de lidstaten aan misbruik op het gebied van orgaantransplantatie in China publiekelijk te veroordelen en de aandacht van hun naar China reizende burgers op dit vraagstuk te vestigen; dringt aan op een grondig en transparant onderzoek door de EU naar de praktijken op het gebied van orgaantransplantatie in China en op vervolging van degenen die in dergelijke onethische praktijken te zijn verwikkeld;
4. roept de Chinese autoriteiten op uitvoerig antwoord te geven op de verzoeken van de speciale VN-rapporteur inzake foltering en andere wrede, onmenselijke en vernederende behandeling of bestraffing en de speciale VN-rapporteur voor vrijheid van godsdienst en overtuiging, die de Chinese regering hebben gevraagd toe te lichten wat de herkomst is van het surplus aan organen naar aanleiding van de toename van het aantal orgaantransplantaties, en hen toestemming te verlenen voor onderzoek naar de praktijken op het gebied van orgaantransplantatie in China;
5. roept op tot onmiddellijke vrijlating van alle gewetensgevangenen in China, met inbegrip van Falun Gong-aanhangers;
6. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de speciale EU-vertegenwoordiger voor de mensenrechten, de secretaris-generaal van de VN, de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties, de regering van de Volksrepubliek China en het Chinese Nationale Volkscongres.
- [1] PB C 305 E van 14.12.2006, blz. 219.
- [2] Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0097.
- [3] Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0503.
- [4] PB C 169 E van 15.6.2012, blz. 81.
- [5] PB C 161 E van 31.5.2011, blz. 65.