GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de reactie van de EU op de uitbraak van het ebolavirus
16.9.2014 - (2014/2842(RSP))
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de fracties:
ECR (B8‑0107/2014)
Verts/ALE (B8‑0108/2014)
S&D (B8‑0114/2014)
ALDE (B8‑0119/2014)
PPE (B8‑0126/2014)
Davor Ivo Stier, Peter Liese, Giovanni La Via, Bogdan Brunon Wenta, Gabrielius Landsbergis, Teresa Jiménez-Becerril Barrio, Françoise Grossetête, Annie Schreijer-Pierik, Philippe Juvin, Cristian Dan Preda, Mariya Gabriel, Francesc Gambús, Elisabetta Gardini, Ivana Maletić namens de PPE-Fractie
Knut Fleckenstein, Kathleen Van Brempt, Norbert Neuser, Matthias Groote, Enrique Guerrero Salom, Linda McAvan, Maria Arena, Marlene Mizzi, Tonino Picula, Nicola Caputo, Christel Schaldemose, Gilles Pargneaux, Kashetu Kyenge, Liisa Jaakonsaari, Glenis Willmott, Andi Cristea, Vilija Blinkevičiūtė namens de S&D-Fractie
Nirj Deva, Jan Zahradil namens de ECR-Fractie
Charles Goerens, Gérard Deprez, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Louis Michel, Marietje Schaake, Javier Nart, Dita Charanzová, Catherine Bearder, Robert Rochefort, Frédérique Ries, Marielle de Sarnez, José Inácio Faria, Nathalie Griesbeck, Ramon Tremosa i Balcells, Juan Carlos Girauta Vidal, Martina Dlabajová, Petr Ježek, Fredrick Federley, Andrus Ansip, Gerben Jan Gerbrandy, Ivan Jakovčić, Johannes Cornelis van Baalen namens de ALDE-Fractie
Michèle Rivasi, Maria Heubuch, Keith Taylor, Bart Staes, Judith Sargentini, Jean Lambert, Claude Turmes namens de Verts/ALE-Fractie
Fabio Massimo Castaldo, Ignazio Corrao
Resolutie van het Europees Parlement over de reactie van de EU op de uitbraak van het ebolavirus
Het Europees Parlement,
– gezien de mededeling "Public Health Emergency of International Concern" van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van 8 augustus 2014,
– gezien de door de WHO opgestelde routekaart bij wijze van "Reactie op de uitbraak van het ebolavirus" van 28 augustus 2014,
– gezien de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van de Europese Unie betreffende de ebolocrisis in West-Afrika van 15 augustus 2014,
– gezien de risicobeoordeling met betrekking tot de uitbraak van het ebolavirus van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) van 27 augustus 2014,
– gezien de verklaring over de uitbraak van het ebolavirus in West-Afrika van de commissaris voor Volksgezondheid, Tonio Borg, van 8 augustus 2014,
– gezien de verklaring over de reactie van de EU op de uitbraak van het ebolavirus van de commissaris voor Ontwikkeling, Andris Piebalgs, en de commissaris voor Humanitaire Hulp en Crisisbestrijding, Kristalina Georgieva, van 5 september 2014,
– gezien het evenement op hoog niveau van de Europese Commissie van 15 september 2014 ter coördinatie van de reactie op de uitbraak van het ebolavirus in West-Afrika,
– gezien de op 21 augustus 2014 door de Afrikaanse Unie (AU) ingestelde missie voor steunverlening bij de uitbraak van het ebolavirus in West-Afrika (ASEOWA),
– gezien de speciale briefing van de VN over ebola door Dr. Joanne Liu, de internationale voorzitter van Artsen zonder Grenzen, van 2 september 2014,
– gezien de verklaring van de minister van Defensie van Liberia, Brownie Samukai, in de VN-Veiligheidsraad over de bedreiging voor het voortbestaan van zijn land door de uitbraak van het ebolavirus,
– gezien de bijeenkomst van de VN-Veiligheidsraad op 18 september 2014, waar de ebolacrisis bovenaan de agenda zal staan,
– gezien artikel 123, leden 2 en 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de virale ebolaziekte, vroeger bekend onder de naam hemorragische ebolakoorts, een ernstige, vaak dodelijke, bij mensen voorkomende ziekte is;
B. overwegende dat sinds de officiële aanvang van de ebola-uitbraak op 22 maart 2014 in Guinee, de epidemie vier andere landen heeft bereikt (Liberia, Nigeria, Sierra Leone en Senegal), meer dan 4 000 mensen heeft getroffen en meer dan 2 000 mensen het leven heeft gekost, en dat er ook een onbekend aantal personen met het ebolavirus besmet, c.q. aan besmetting met het ebolavirus overleden is;
C. overwegende dat de epidemie zich steeds sneller en verder uitbreidt in West-Afrika, en er tevens een afzonderlijke uitbraak van het virus is in de Democratische Republiek Congo;
D. overwegende dat de WHO erkent dat de uitbraak van het ebolavirus aanvankelijk is onderschat en denkt dat het aantal patiënten de komende drie maanden de 20 000 zou kunnen overschrijden;
E. overwegende dat de WHO heeft gemeld dat dit de grootste uitbraak in de geschiedenis is in termen van aantallen ziektegevallen en doden en wat betreft de geografische verspreiding ervan, en heeft verklaard dat de crisis een volksgezondheidscrisis van internationale omvang is waarvoor een gecoördineerde internationale reactie nodig is;
F. overwegende dat er in de door het ebolavirus getroffen gebieden 4,5 miljoen kinderen onder de leeftijd van vijf jaar wonen en dat vrouwen onevenredig zwaar door het virus worden getroffen vanwege hun verzorgende rol (het gaat daarbij om 75 procent van de gevallen);
G. overwegende dat de routekaart van de WHO een aantal concrete en onmiddellijke maatregelen bevat die tot doel hebben de overdracht van ebola wereldwijd een halt toe te roepen binnen een termijn van zes tot negen maanden en tegelijkertijd snel om te gaan met de gevolgen van eventuele verdere internationale verspreiding, en dat tevens wordt erkend dat het nodig is de bredere sociaaleconomische impact van de uitbraak aan te pakken;
H. overwegende dat de meest actieve ngo's in het gebied, zoals Artsen zonder Grenzen en het Internationale Rode Kruis en de Internationale Rode Halve Maan, de reactie van de internationale gemeenschap gevaarlijk ontoereikend hebben genoemd, aangezien uiterst beperkte capaciteiten ter plekke leiden tot kritieke tekortkomingen op alle terreinen van de reactie: medische zorgverlening, de opleiding van gezondheidswerkers, infectiebeheersing, de opsporing van contacten, epidemiologisch toezicht, waarschuwings- en verwijzingssystemen, maatschappelijke vorming en mobilisering;
I. overwegende dat de dienst Ontwikkelingssamenwerking (DG DEVCO) en de dienst Humanitaire Hulp en Burgerbescherming (DG ECHO) van de Commissie meer dan 147 miljoen EUR aan humanitaire en ontwikkelingshulp hebben toegezegd om de verspreiding van het virus een halt toe te roepen, behandeling en hoognodige uitrusting ter beschikking te stellen aan besmette personen, en humanitaire deskundigen in te zetten;
J. overwegende dat van de toegezegde 147 miljoen EUR slechts 11,9 miljoen EUR specifiek bedoeld is voor humanitaire noodhulp;
K. overwegende dat alle partnerorganisaties die ter plekke opereren, onderstrepen dat er niet alleen dringend behoefte is aan geld, maar ook aan operationele capaciteit om de patiënten te kunnen isoleren en behandelen, waarbij o.a. moet worden gedacht aan gekwalificeerd personeel en logistiek materiaal;
L. overwegende dat de Commissie de situatie volgt middels haar Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC), dat als platform moet fungeren voor de coördinatie van de EU-steun;
M. overwegende dat de EU humanitaire deskundigen heeft ingezet in de regio, die toezicht houden op de situatie en contacten onderhouden met partnerorganisaties en plaatselijke overheden;
N. overwegende dat de lidstaten van de EU in staat zijn op korte termijn hulpteams te mobiliseren voor vroegtijdige diagnose, isolatie (met scheiding van verdachte en bevestigde gevallen), monitoring van contactpersonen en het traceren van besmettingsketens, maatregelen voor begrafenissen, onderwijs en plaatselijke ondersteuning;
O. overwegende dat de getroffen landen nu reeds met een tekort aan voedsel en schoon water te kampen hebben, alsook met de ineenstorting van hun economieën door een verstoring van de handel, de commerciële vluchten en het oogsten na de uitbraak van de epidemie, wat heeft geleid tot sociale onrust, mensen die vluchten, chaos, bedreigingen van de openbare orde en een verdere verspreiding van het virus;
P. overwegende dat de uitbraak van het ebolavirus ernstige tekortkomingen in de gezondheidsstelsels van de getroffen landen aan het licht heeft gebracht, alsook de dringende behoefte aan steun om deze te verbeteren;
1. betreurt het verlies aan mensenlevens in de regio die door de uitbraak van het ebolavirus is getroffen en betuigt zijn oprechte deelneming aan de Afrikaanse regeringen en bevolkingen die getroffen zijn door de uitbraak;
2. is van mening dat de internationale gemeenschap een grotere rol moet spelen, maar dat de Afrikaanse landen ook hun deel van de verantwoordelijkheid op zich moeten nemen, aangezien de ebola-uitbraak een mondiale uitdaging vormt op het vlak van veiligheid en niet enkel een probleem van West-Afrika is, maar een probleem op wereldschaal;
3. roept de Commissie op om meer inspanningen te leveren en te zorgen voor een gecoördineerd optreden met de Verenigde Naties bij de bestrijding van de ebola-uitbraak; vraagt de VN-Veiligheidsraad samen met de getroffen partnerlanden de mogelijkheid te onderzoeken om militaire en civiele defensiemiddelen in te zetten onder leiding van de secretaris-generaal en gecoördineerd door het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden;
4. waardeert en steunt de voortdurende uitbreiding van de financiële inzet van de Europese Commissie in termen van humanitaire en ontwikkelingshulp ter bestrijding van de crisis, en met name haar steun voor de ASEOWA-missie van de Afrikaanse Unie;
5. prijst het werk dat, ondanks de uitdagingen, door de partnerorganisaties ter plekke wordt gedaan en is ten zeerste ingenomen met de belangrijke bijdrage en de ondersteuning die ze leveren om deze uitbraak onder controle te krijgen;
6. herinnert de lidstaten eraan dat de financiële steun die wordt verleend aan de getroffen landen niet ten koste mag gaan van de ontwikkelingshulp op lange termijn, maar er een aanvulling op moet vormen;
7. betreurt het dat de internationale gemeenschap de crisis aanvankelijk heeft onderschat en veel te laat begonnen is met het uitwerken van een adequate en gecoördineerde strategie;
8. is ingenomen met de toezeggingen van de lidstaten tijdens het evenement op hoog niveau van de Europese Commissie op 15 september 2014, en dringt er bij de Raad van de Europese Unie op aan een bijeenkomst van ministers te organiseren om een noodplan uit te werken, een medische reactie te mobiliseren en humanitaire hulp ter beschikking te stellen vanuit de lidstaten, en gecoördineerd door de Commissie;
9. roept de Commissie ertoe op behoeftenanalytische en landenspecifieke plannen op te stellen ter bepaling en coördinatie van de behoefte aan en het inzetten van geschoolde gezondheidswerkers, mobiele laboratoria, laboratoriumapparatuur, beschermende kleding en behandelingscentra met geïsoleerde behandelruimten;
10. verzoekt de lidstaten voor coördinatie te zorgen met betrekking tot vluchten en luchtbruggen voor het vervoer van medisch personeel en uitrusting naar de getroffen landen en de regio, en, indien nodig, voor medische evacuaties te zorgen;
11. benadrukt dat het nodig is de wetenschappelijke samenwerking en technologische bijstand te intensiveren in de door deze uitbraak getroffen gebieden, met als doel te zorgen voor klinische, epidemiologische en diagnostische infrastructuur, met inbegrip van duurzame infrastructuur en bewaking, waarbij bijzondere aandacht dient te worden besteed aan de inschakeling van plaatselijk personeel, onder meer door middel van opleiding;
12. roept de Commissie op om, door middel van het ERCC, nauwe contacten te onderhouden met het ECDC, de WHO en de lidstaten, via het Comité voor de beveiliging van de gezondheid;
13. verzoekt de Commissie erop toe te zien dat alle financiële middelen die voor het stoppen van de ebola-epidemie ter beschikking worden gesteld, daadwerkelijk voor dat doel worden uitgegeven in de getroffen landen en niet voor iets anders;
14. beschouwt de WHO-routekaart voor de bestrijding van het ebolavirus als een goed uitgangspunt voor prioritaire activiteiten, met name de gedifferentieerde reactie ten behoeve van landen met een groot aantal besmettingen, verdachte gevallen en buurlanden, waar de voorbereidingsmaatregelen moeten worden verbeterd;
15. is ingenomen met de discussies over de manieren waarop vredeshandhavingsinspanningen van de VN, mits de juiste training, de bestrijding van ebola in de regio verder kunnen ondersteunen;
16. roept de Raad en de Commissie op de Afrikaanse Unie te steunen en aan te moedigen met betrekking tot de behoefte aan een holistisch actieplan, aangezien de situatie snel achteruit blijft gaan en een bedreiging vormt voor zowel de economie als de openbare orde in de getroffen landen, en omdat de ebolacrisis zeer complex is geworden, met gevolgen op politiek, economisch, sociaal en veiligheidsgebied die de regio zullen blijven beïnvloeden tot ver na de huidige medische noodsituatie;
17. benadrukt dat de huidige crisis niet kan worden opgelost door gezondheidsstelsels alleen, maar dat een gezamenlijke aanpak met de betrokkenheid van verschillende sectoren (gezondheidszorg, onderwijs en opleiding, sanitaire voorzieningen, voedselhulp) nodig is om de kritieke tekortkomingen op het vlak van alle essentiële diensten aan te pakken;
18. is van oordeel dat het plaatselijk medisch personeel betrokken moet worden bij de behandeling van de getroffen bevolking en als verbindingsschakel moet fungeren tussen de bevolking en de internationale medische teams;
19. pleit voor educatieve en voorlichtingsacties om het bewustzijn omtrent de symptomen en preventieve maatregelen te verhogen, teneinde meer vertrouwen te wekken en de bevolking beter te doen meewerken aan ebolabestrijdingsmaatregelen, aangezien communicatie en informatie een belangrijk aspect van de strijd tegen de uitbraak van het ebolavirus vormen;
20. benadrukt dat de ebolabestrijding niet mag leiden tot stigmatisering van de overlevende patiënten in de betrokken gemeenschappen of landen;
21. roept de lidstaten op te zorgen voor een nauwgezette infectiebeheersing en, in samenwerking met het ECDC, omvattender informatie aan te bieden aan het publiek over de risico's;
22. roept de lidstaten en de Commissie op het medische onderzoek en de productie van efficiënte geneesmiddelen en vaccins tegen ebola te coördineren en te intensiveren en voorrang te verlenen aan de noodzakelijke klinische proeven voor het uittesten van bestaande potentiële behandelingen;
23. is daarnaast van oordeel dat een duidelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen tests voor vaccinaties voor ebola en de behandeling van personen die met het ebolavirus besmet zijn; is van oordeel dat de klinische proeven in verband met de ontwikkeling van een ebolavaccin aan de geldende WHO-regels moeten voldoen;
24. vraagt zijn Commissie ontwikkelingssamenwerking gedetailleerde aanbevelingen te doen om de gevolgen op lange termijn van de epidemie in te perken en om de gezondheidsstelsels van de getroffen landen te versterken zodat gelijkaardige uitbraken worden vermeden;
25. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de regeringen en parlementen van de Afrikaanse Unie, de secretaris-generaal van de VN en de Wereldgezondheidsorganisatie.