Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B8-0680/2015Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B8-0680/2015

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Jemen

8.7.2015 - (2015/2760(RSP))

ingediend overeenkomstig artikel 123, leden 2 en 4, van het Reglement
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de fracties:
Verts/ALE (B8-0680/2015)
PPE (B8-0681/2015)
ALDE (B8-0682/2015)
S&D (B8-0683/2015)
ECR (B8-0686/2015)
GUE/NGL (B8-0687/2015)

Cristian Dan Preda, Arnaud Danjean, Jacek Saryusz-Wolski, Elmar Brok, Ramona Nicole Mănescu, Michèle Alliot-Marie, David McAllister, Claude Rolin, Michael Gahler, Mariya Gabriel, Davor Ivo Stier, Ramón Luis Valcárcel Siso namens de PPE-Fractie
Victor Boştinaru, Enrique Guerrero Salom, Elena Valenciano, Richard Howitt, Afzal Khan, Josef Weidenholzer, Ana Gomes, Alessia Maria Mosca, Nicola Caputo, Marlene Mizzi, Norbert Neuser, Brando Benifei, Maria Grapini, Marc Tarabella, Krystyna Łybacka, Doru-Claudian Frunzulică, Vilija Blinkevičiūtė, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Simona Bonafè, Demetris Papadakis, Tonino Picula, Liisa Jaakonsaari, Zigmantas Balčytis, Goffredo Maria Bettini, Eric Andrieu, Momchil Nekov, Miroslav Poche, Julie Ward, Hugues Bayet, Tibor Szanyi, Neena Gill, José Blanco López, Claudia Tapardel, Patrizia Toia, Damiano Zoffoli, Theresa Griffin namens de S&D-Fractie
Charles Tannock, Mark Demesmaeker, Angel Dzhambazki, Jana Žitňanská, Beatrix von Storch, Ashley Fox, Ryszard Czarnecki, Raffaele Fitto, Ryszard Antoni Legutko, Tomasz Piotr Poręba, Marcus Pretzell, Remo Sernagiotto, Marek Jurek, Branislav Škripek namens de ECR-Fractie
Marietje Schaake, Nedzhmi Ali, Petras Auštrevičius, Beatriz Becerra Basterrechea, Izaskun Bilbao Barandica, Dita Charanzová, Gérard Deprez, Marielle de Sarnez, Martina Dlabajová, José Inácio Faria, Antanas Guoga, Filiz Hyusmenova, Petr Ježek, Ilhan Kyuchyuk, Alexander Graf Lambsdorff, Louis Michel, Urmas Paet, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Jozo Radoš, Frédérique Ries, Hannu Takkula, Pavel Telička, Ramon Tremosa i Balcells, Ivo Vajgl, Johannes Cornelis van Baalen namens de ALDE-Fractie
Javier Couso Permuy namens de GUE/NGL-Fractie
Alyn Smith, Barbara Lochbihler, Bodil Valero, Tamás Meszerics, Davor Škrlec namens de Verts/ALE-Fractie
Ignazio Corrao, Fabio Massimo Castaldo


Procedure : 2015/2760(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B8-0680/2015
Ingediende teksten :
RC-B8-0680/2015
Debatten :
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Jemen

(2015/2760(RSP))

Het Europees Parlement,

–   gezien zijn eerdere resoluties over Jemen,

–   gezien de verklaring van 26 maart 2015 van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV), Federica Mogherini, over de situatie in Jemen,

–   gezien de gezamenlijke verklaring van 1 april 2015 van de VV/HV, Federica Mogherini, en de commissaris voor Humanitaire Hulp en Crisisbeheersing, Christos Stylianides, over de gevolgen van de gevechten in Jemen,

–   gezien de gezamenlijke verklaring van 11 mei 2015 van de VV/HV, Federica Mogherini, en de commissaris voor Humanitaire Hulp en Crisisbeheersing, Christos Stylianides, over het voorstel voor een wapenstilstand in Jemen,

–   gezien de gezamenlijke verklaring van 3 juli 2015 van de VV/HV, Federica Mogherini, en de commissaris voor Humanitaire Hulp en Crisisbeheersing, Christos Stylianides, over de crisis in Jemen,

–   gezien de conclusies van de Raad van 20 april 2015 over Jemen,

–   gezien resoluties 2014 (2011), 2051 (2012), 2140 (2014), 2201 (2015) en 2216 (2015) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties,

–   gezien de verklaring van 24 mei 2015 van de medevoorzitters van de 24ste Gezamenlijke Raad en ministeriële bijeenkomst van de Samenwerkingsraad van de Golf en de Europese Unie (GCC-EU),

–   gezien de persverklaring van de VN-Veiligheidsraad van 25 juni 2015 over de situatie in Jemen,

–   gezien het vredesakkoord en de nationale partnerschapsovereenkomst van 21 september 2014, het document met de resultaten van de conferentie voor nationale dialoog van 25 januari 2014 en het initiatief van de Samenwerkingsraad van de Golf van 21 november 2011,

–   gezien het Handvest van de Verenigde Naties,

–   gezien artikel 123, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

A. overwegende dat de huidige crisis in Jemen het gevolg is van het feit dat de opeenvolgende regeringen er niet in zijn geslaagd tegemoet te komen aan het legitieme verlangen van de Jemenitische bevolking naar democratie, economische en sociale ontwikkeling, stabiliteit en veiligheid; overwegende dat hierdoor een gewelddadig conflict kon uitbreken, omdat er geen inclusieve regering werd gevormd, de macht niet eerlijk werd verdeeld en de vele tribale spanningen, de algemene onveilige situatie en de verlamde economie stelselmatig werden genegeerd;

B.  overwegende dat het conflict in Jemen zich heeft uitgebreid tot 20 van de 22 gouvernementen; overwegende dat volgens de laatste geconsolideerde cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie tussen 19 maart en 5 mei 2015 ten minste 1 439 doden zijn gevallen en 5 951 mensen, waaronder veel burgers, gewond zijn geraakt; overwegende dat sinds het uitbreken van de vijandelijkheden meer dan 3 000 doden zijn gevallen en meer dan 10 000 mensen gewond zijn geraakt;

C. overwegende dat Jemen een van de armste landen van het Midden-Oosten is, met hoge werkloosheidscijfers en wijdverbreid analfabetisme en een gebrek aan basisvoorzieningen; overwegende dat thans 20 miljoen mensen humanitaire hulp nodig hebben, waaronder naar schatting 9,4 miljoen Jemenitische kinderen, meer dan 250 000 vluchtelingen en 335 000 ontheemden in eigen land;

D. overwegende dat de recente ontwikkelingen ernstige risico's inhouden voor de stabiliteit in de regio, met name in de Hoorn van Afrika, het gebied rond de Rode Zee en het Midden-Oosten in ruimere zin;

E.  overwegende dat op 26 maart 2015 een door Saudi-Arabië geleide coalitie, waar Bahrein, Egypte, Jordanië, Koeweit, Marokko, Qatar, Sudan en de Verenigde Arabische Emiraten deel van uitmaken, op verzoek van de Jemenitische president Abd-Rabbu Mansour Hadi in Jemen een militair offensief tegen de Houthi-rebellen heeft ingezet; overwegende dat deze coalitie naar verluidt internationaal verboden clusterbommen in Jemen gebruikt en overwegende dat deze situatie momenteel onderzocht wordt door de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten;

F.  overwegende dat in Jemen talloze burgerslachtoffers zijn gemaakt door de gewapende Houthi-groepen en daarbij aangesloten strijdkrachten, onder meer door het gebruik van luchtafweermunitie die na het neerkomen in bewoonde gebieden ontploft, waardoor burgers worden gedood en verminkt;

G. overwegende dat diverse malen bij luchtaanvallen van de door Saudi-Arabië geleide militaire coalitie burgers in Jemen zijn gedood, hetgeen in strijd is met het internationaal humanitair recht, en dat derhalve alle mogelijke stappen moeten worden ondernomen om burgerslachtoffers te voorkomen of tot een minimum te beperken;

H. overwegende dat Saudi-Arabië niet alleen luchtaanvallen heeft uitgevoerd, maar Jemen ook een zeeblokkade heeft opgelegd, met dramatische gevolgen voor de burgerbevolking, waarvan bijna 80 % (22 miljoen mensen) dringend behoefte heeft aan voedsel, water en medische benodigdheden;

I.   overwegende dat VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon op 15 juni 2015, in het licht van de VN-vredesbesprekingen, heeft opgeroepen tot een nieuw humanitair bestand van ten minste twee weken tijdens de ramadan, zodat alle Jemenieten in nood kritieke hulp kunnen krijgen, maar dat er geen akkoord is bereikt; overwegende dat de oorlogvoerende partijen in Jemen op 19 juni 2015 geen staakt-het-vuren-overeenkomst hebben bereikt tijdens de diplomatieke besprekingen die tot stand zijn gebracht door de speciale gezant van de VN, Ismail Ould Cheikh Ahmed;

J.   overwegende dat op 30 juni 2015 naar schatting 1 200 gevangenen, waaronder personen die ervan verdacht worden tot Al Qaida te behoren, ontsnapten uit de gevangenis van de stad Taïz; overwegende dat er in april al 300 gevangenen ontsnapt waren uit een andere gevangenis in de provincie Hadramout; overwegende dat er terroristische aanslagen worden gepleegd in Jemen, zoals de aanslagen van 17 juni in Sanaa, onder meer op drie moskeeën, waarbij talrijke doden en gewonden zijn gevallen;

K. overwegende dat de VN op 1 juli 2015 crisisniveau 3 hebben afgekondigd in Jemen, dat geldt als het allerhoogste niveau; overwegende dat de VN in het kader van haar hulpprogramma 11,7 miljoen van de meest hulpbehoevende mensen zal proberen te bereiken; overwegende dat de gezondheidszorg ineen zou dreigen te storten nu minstens 160 zorginstellingen gesloten zijn vanwege onveiligheid en een gebrek aan brandstof en voorraden;

L.  overwegende dat 15,9 miljoen mensen in Jemen humanitaire hulp nodig hebben; overwegende dat kinderen, de meest kwetsbare bevolkingsgroep, vanwege de algemeen heersende onveiligheid geen toegang hebben tot de gezondheidszorg en voeding die zij nodig hebben;

M. overwegende dat 9,9 miljoen kinderen ernstig worden getroffen door het conflict en dat sinds maart 2015 279 kinderen zijn gedood en 402 kinderen gewond zijn geraakt; overwegende dat minstens 1,8 miljoen kinderen wegens sluitingen van scholen in verband met het conflict geen toegang tot onderwijs meer hebben, waardoor zij een groter risico lopen door gewapende groeperingen te worden gerekruteerd of gebruikt en op andere manieren te worden misbruikt; overwegende dat uit informatie van Unicef blijkt dat bijna een derde van alle strijders in Jemen kinderen zijn, waarbij alleen al tussen 26 maart en 24 april 2015 ten minste 140 kinderen zijn gerekruteerd; overwegende dat is bevestigd dat in 2014 156 kinderen zijn gerekruteerd en ingezet in gewapende groeperingen; overwegende dat dit cijfer in 2015 al is verdubbeld;

N. overwegende dat Unicef schat dat meer dan een half miljoen kinderen jonger dan vijf jaar het risico lopen ernstige acute ondervoeding te ontwikkelen, terwijl 1,2 miljoen kinderen jonger dan vijf jaar risico lopen op gematigde acute ondervoeding – bijna een verdubbeling sinds het begin van de crisis;

O. overwegende dat het gezondheidsstelsel op instorten staat en dat door het sluiten van de vaccinatiediensten ongeveer 2,6 miljoen kinderen jonger dan vijftien jaar het risico lopen besmet te raken met de mazelen en 2,5 miljoen kinderen met buikloop, een potentieel dodelijke ziekte die zich tijdens conflicten en volksverhuizingen snel verspreidt; overwegende dat de knokkelkoorts-epidemie snel toeneemt, dat patiënten met chronische ziekten geen behandeling krijgen en dat vitale medische benodigdheden en medisch personeel de beoogde personen niet kunnen bereiken;

P.  overwegende dat de brandstof in Jemen snel opraakt en dat dit nu al de distributie van hulpgoederen ernstig belemmert en weldra zal leiden tot een levensbedreigend watertekort, omdat het onder droogte lijdende Jemen voor zijn watervoorziening geheel afhankelijk is van gemotoriseerde pompen in diepe putten;

Q. overwegende dat Jemen ook de rechtstreeks gevolgen ondervindt van de humanitaire crisis in de Hoorn van Afrika, aangezien meer dan 250 000 vluchtelingen, vooral uit Somalië, in het land vastzitten en er in precaire omstandigheden leven; overwegende dat Jemen bovendien volgens ramingen van de regering ongeveer een miljoen Ethiopische migranten telt;

R.  overwegende dat humanitaire organisaties het merendeel van hun buitenlands personeel uit het land hebben geëvacueerd, vanwege de verslechterende veiligheidssituatie; overwegende dat slechts weinig organisaties nog in Jemen kunnen werken en dat hun handelingsvrijheid ernstig beperkt is;

S.  overwegende dat Al Qaida op het Arabische Schiereiland (AQAP) heeft kunnen profiteren van de verslechtering van de politieke en veiligheidssituatie in Jemen om zijn aanwezigheid op te voeren en het aantal en de impact van zijn terroristische aanvallen te vergroten;

T.  overwegende dat de zogenaamde Islamitische Staat (ISIS)/Da'esh zich in Jemen heeft gevestigd en terroristische aanslagen heeft uitgevoerd op sjiitische moskeeën, waarbij honderden mensen zijn omgekomen; overwegende dat naar verwachting zowel AQAP als ISIS/Da'esh van het machtsvacuüm in Jemen zullen profiteren om hun capaciteiten te verhogen en aanslagen te beramen op Jemenitische veiligheidstroepen, Houthi's en elke westerse aanwezigheid;

U. overwegende dat de escalatie van het gewapende conflict een bedreiging vormt voor het culturele erfgoed in Jemen; overwegende dat het Werelderfgoedcomité op 2 juli 2015 twee locaties in Jemen heeft opgenomen op de lijst van bedreigd werelderfgoed, te weten de oude stad van Sanaa en de oude ommuurde stad Shibam;

V. overwegende dat de EU een wapenembargo en verdere gerichte sancties heeft opgelegd aan een Houthi-leider en de zoon van voormalig president Ali Abdullah Saleh; overwegende dat dezelfde beperkingen al sinds december 2014 gelden voor twee andere leden van de Houthi-beweging, alsook voor de voormalig president;

W. overwegende dat de afdeling van de Commissie voor humanitaire hulp en civiele bescherming (ECHO) in 2015 een bedrag van 25 miljoen EUR aan humanitaire steun heeft uitgetrokken voor gemeenschappen in het land die getroffen worden door acute ondervoeding, het gewapende conflict en gedwongen verplaatsing; overwegende dat de totale EU-steun ‒ van de lidstaten en de Commissie tezamen ‒ voor humanitaire hulp in Jemen in 2014 100,8 miljoen EUR bedroeg, waarvan 33 miljoen EUR afkomstig was van ECHO;

X. overwegende dat in de herziene humanitaire oproep van de VN sprake was van een bedrag van 1,6 miljard USD, maar dat slechts circa 10 % van dat bedrag momenteel is gefinancierd;

1.  is ernstig bezorgd over de snel verslechterende politieke, humanitaire en veiligheidssituatie in Jemen; roept alle strijdende partijen op het geweld onmiddellijk te staken; betuigt zijn medeleven met de nabestaanden van de slachtoffers; onderstreept dat de EU zich zal blijven inzetten om Jemen en de Jemenitische bevolking bij te staan;

2.  verklaart nogmaals zijn krachtige steun voor de eenheid, soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit van Jemen en dat het de Jemenitische bevolking bijstaat;

3.  veroordeelt de destabiliserende en gewelddadige unilaterale acties van de Houthi's en militaire troepen die loyaal zijn aan voormalig president Saleh; veroordeelt eveneens de luchtaanvallen van de door Saudi-Arabië geleide coalitie en de zeeblokkade van Jemen, die geleid hebben tot duizenden doden, Jemen verder hebben gedestabiliseerd, omstandigheden hebben gecreëerd die bijdragen tot de verspreiding van terroristische en extremistische organisaties, zoals ISIS/Da'esh en AQAP, en de reeds kritieke humanitaire situatie hebben verslechterd;

4.  roept alle partijen in Jemen, en met name de Houthi's, op om hun geschillen op te lossen door middel van dialoog en overleg; roept tevens alle regionale actoren op om constructief met de Jemenitische partijen samen te werken met het oog op een de­escalatie van de crisis en het voorkomen van nog meer instabiliteit in de regio; roept alle partijen op zich te onthouden van beschietingen of luchtaanvallen op locaties van het cultureel erfgoed en om deze locaties niet voor militaire doeleinden te gebruiken;

5.  is verheugd over het feit dat de EU zich andermaal vastbesloten heeft verklaard om de dreiging die uitgaat van extremistische en terroristische groeperingen zoals AQAP aan te pakken en hen te beletten de huidige situatie verder uit te buiten;

6.  veroordeelt elke vorm van geweld en elke poging tot of dreiging met het gebruik van geweld tegen deelnemers aan door de VN tot stand gebrachte gesprekken; onderstreept dat de door de VN tot stand gebrachte inclusieve politieke dialoog een door de Jemenieten geleid proces moet zijn, waarbij wordt gestreefd naar een op consensus gebaseerde politieke oplossing van de crisis in Jemen, in overeenstemming met het GCC-initiatief en het bijbehorende uitvoeringsmechanisme, de resultaten van de veelomvattende conferentie voor nationale dialoog, het vredesakkoord en de nationale partnerschapsovereenkomst alsook de relevante resoluties van de VN-Veiligheidsraad;

7.  veroordeelt in de scherpste bewoordingen de terroristische aanvallen van ISIS/Da'esh op sjiitische moskeeën in Sanaa en Saada, waarbij honderden mensen zijn omgekomen en gewond zijn geraakt, alsook de verspreiding van de extreme sektarische ideologie die de basis vormt voor deze misdaden;

8.  is verontrust over het feit dat AQAP heeft kunnen profiteren van de verslechterende politieke en veiligheidssituatie in Jemen; dringt er bij alle partijen in het conflict op aan blijk te geven van hun vastberadenheid om de hoogste prioriteit toe te kennen aan de strijd tegen extremistische en terroristische groeperingen als ISIS/Da'esh en AQAP;

9.  veroordeelt het rekruteren en gebruiken van kinderen door de partijen in het conflict;

10. betuigt zijn volledige steun aan de inspanningen van de VN en Ismail Ould Cheikh Ahmed, de speciale gezant van de secretaris-generaal van de VN voor Jemen, om te bemiddelen bij de vredesonderhandelingen tussen de partijen; steunt de inspanningen van Oman om een staakt-het-vuren tussen de Houthi's en de aan de regering van Jemen loyale troepen te bereiken als eerste stap in de richting van onderhandelingen over een politieke oplossing;

11. benadrukt dat alleen een politieke, inclusieve en via onderhandelingen tot stand gekomen oplossing voor het conflict mogelijk is; dringt er derhalve bij alle Jemenitische partijen op aan via dialoog, compromis en het verdelen van macht te werken aan de oplossing van hun geschillen, zodat een regering van nationale eenheid kan worden gevormd teneinde de vrede te herstellen, een economische en financiële instorting van het land te voorkomen en de humanitaire crisis aan te pakken;

12. roept op tot een humanitair bestand, zodat zo snel mogelijk levensreddende bijstand kan worden geboden aan de Jemenitische bevolking; vraagt alle partijen met klem de verstrekking van humanitaire noodhulp aan alle delen van Jemen te vereenvoudigen en voor een snelle, veilige en ongehinderde doorgang te zorgen zodat humanitaire organisaties burgers kunnen bereiken die humanitaire hulp - inclusief medische verzorging - nodig hebben, in overeenstemming met de beginselen van onpartijdigheid, neutraliteit en onafhankelijkheid; herhaalt eveneens dat de toegang tot Jemen voor commerciële leveringen daarom absoluut moet worden versoepeld;

13. roept alle partijen op om het internationaal humanitair recht en het internationaal recht inzake de mensenrechten na te leven, burgers te beschermen, zich te onthouden van aanvallen op civiele infrastructuur, met name medische faciliteiten en watervoorziening, en van het gebruik van civiele gebouwen voor militaire doeleinden, en om zo spoedig mogelijk met de VN en humanitaire hulporganisaties samen te werken om bijstand te verlenen aan wie hulp nodig heeft;

14. onderstreept dat gecoördineerd humanitair optreden onder leiding van de VN noodzakelijk is, en dringt er bij alle landen op aan bij te dragen aan het lenigen van de humanitaire noden; verzoekt de internationale gemeenschap bij te dragen tot de herziene humanitaire oproep van de VN;

15. vraagt om een onafhankelijk internationaal onderzoek naar alle vermeende schendingen van de internationale mensenrechten en het internationaal humanitair recht;

16. wijst op de vooruitgang die is geboekt in het constituerende comité en verzoekt om een inclusieve en transparante grondwet die tegemoet komt aan de legitieme aspiraties van de Jemenitische bevolking, waarin de resultaten van de conferentie voor nationale dialoog tot uitdrukking komen, en om het houden van een referendum over de ontwerpgrondwet alsook van tijdige algemene verkiezingen, zodat voorkomen kan worden dat de humanitaire en veiligheidssituatie in Jemen verder verslechtert;

17. herhaalt dat vrijheid van godsdienst en overtuiging een grondrecht is, en veroordeelt met klem elke vorm van geweld of discriminatie op grond van godsdienst en overtuiging in Jemen; betuigt andermaal zijn steun voor alle initiatieven om de dialoog en het wederzijds respect tussen religieuze en andere gemeenschappen te bevorderen; verzoekt alle religieuze autoriteiten verdraagzaamheid te bevorderen en initiatieven te nemen tegen haat, sektarisme en gewelddadige en extremistische radicalisering;

18. verzoekt de VV/HV om samen met de lidstaten binnen de VN met spoed te zoeken naar steun voor een groots internationaal plan om de watervoorziening in Jemen te garanderen, omdat een dergelijke stap essentieel kan zijn om een mogelijk vredesproces tot een succesvol einde te brengen en de bevolking het perspectief te bieden dat zij de landbouw kan verbeteren, zichzelf kan voeden en het land weer op kan bouwen;

19. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de secretaris-generaal van de Samenwerkingsraad van de Golf, de secretaris-generaal van de Liga van Arabische Staten en de regering van Jemen.