Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B8-0068/2016Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B8-0068/2016

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de associatieovereenkomsten / diepe en brede vrijhandelsruimten met Georgië, Moldavië en Oekraïne

20.1.2016 - (2015/3032(RSP))

ingediend overeenkomstig artikel 123, leden 2 en 4, van het Reglement
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de fracties:
Verts/ALE (B8-0068/2016)
PPE (B8-0069/2016)
ALDE (B8-0077/2016)
ECR (B8-0078/2016)
S&D (B8-0079/2016)

Cristian Dan Preda, Elmar Brok, Jacek Saryusz-Wolski, Andrej Plenković, Sandra Kalniete, Jerzy Buzek, David McAllister, Michael Gahler, Daniel Caspary, Iuliu Winkler, Andrzej Grzyb, Tunne Kelam, Jaromír Štětina, Alojz Peterle, Davor Ivo Stier, László Tőkés, Jarosław Wałęsa, Bogdan Andrzej Zdrojewski, Mariya Gabriel, Fernando Ruas, Siegfried Mureşan, Agnieszka Kozłowska-Rajewicz, Dariusz Rosati, Andrea Bocskor, Anna Maria Corazza Bildt, Roberta Metsola namens de PPE-Fractie
Knut Fleckenstein, Victor Boştinaru, Richard Howitt, David Martin, Nikos Androulakis, Zigmantas Balčytis, Hugues Bayet, Brando Benifei, Goffredo Maria Bettini, José Blanco López, Vilija Blinkevičiūtė, Biljana Borzan, Nicola Caputo, Andi Cristea, Nicola Danti, Isabella De Monte, Tanja Fajon, Monika Flašíková Beňová, Doru-Claudian Frunzulică, Eider Gardiazabal Rubial, Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, Neena Gill, Sylvie Guillaume, Liisa Jaakonsaari, Afzal Khan, Miapetra Kumpula-Natri, Javi López, Sorin Moisă, Alessia Maria Mosca, Victor Negrescu, Norbert Neuser, Pier Antonio Panzeri, Ioan Mircea Paşcu, Emilian Pavel, Vincent Peillon, Pina Picierno, Tonino Picula, Miroslav Poche, Inmaculada Rodríguez-Piñero Fernández, Siôn Simon, Monika Smolková, Tibor Szanyi, Claudia Tapardel, Marc Tarabella, István Ujhelyi, Julie Ward, Boris Zala, Kati Piri namens de S&D-Fractie
Charles Tannock, Ryszard Antoni Legutko, Anna Elżbieta Fotyga, Mark Demesmaeker, Ryszard Czarnecki, Tomasz Piotr Poręba, Kosma Złotowski, Kazimierz Michał Ujazdowski, Zdzisław Krasnodębski, Angel Dzhambazki, Edward Czesak namens de ECR-Fractie
Petras Auštrevičius, Javier Nart, Marietje Schaake, Johannes Cornelis van Baalen, Beatriz Becerra Basterrechea, Dita Charanzová, Martina Dlabajová, José Inácio Faria, Fredrick Federley, Marian Harkin, Ivan Jakovčić, Kaja Kallas, Ilhan Kyuchyuk, Valentinas Mazuronis, Louis Michel, Norica Nicolai, Urmas Paet, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Jozo Radoš, Jasenko Selimovic, Pavel Telička, Ivo Vajgl namens de ALDE-Fractie
Heidi Hautala, Rebecca Harms, Peter Eriksson, Ulrike Lunacek, Igor Šoltes
namens de Verts/ALE-Fractie


Procedure : 2015/3032(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B8-0068/2016
Ingediende teksten :
RC-B8-0068/2016
Debatten :
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over de associatieovereenkomsten / diepe en brede vrijhandelsruimten met Georgië, Moldavië en Oekraïne

(2015/3032(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien de associatieovereenkomsten / diepe en brede vrijhandelsruimten (AA's/DCFTA's) tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, Moldavië en Oekraïne, anderzijds,

–  gezien zijn eerdere resoluties over Georgië, Moldavië en Oekraïne en zijn recente resolutie van 9 juli 2015 over de herziening van het Europees nabuurschapsbeleid[1],

–  gezien de gezamenlijke verklaring van de topbijeenkomst van het Oostelijk partnerschap die op 21 en 22 mei 2015 plaatsvond in Riga,

–  gezien de voortgangsverslagen van 18 december 2015 over de tenuitvoerlegging door Georgië en Oekraïne van het actieplan voor visumliberalisering,

–  gezien de aanbevelingen van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de integratie van het maatschappelijk middenveld in de beleidsvormings- en hervormingsprocessen,

–  gezien artikel 123, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat Georgië, Moldavië en Oekraïne alle drie de associatieovereenkomsten (AA's), inclusief de diepe en brede vrijhandelsruimten (DCFTA's), hebben geratificeerd en daarmee hebben gekozen voor verdere politieke en economische integratie met de Europese Unie en het doorvoeren van vergaande hervormingen op talrijke terreinen, waaronder democratie, goed bestuur, de rechtsstaat en de mensenrechten;

B.  overwegende dat de EU zich bewust is van de Europese aspiraties van de drie landen, en de toegevoegde waarde van de AA's voor hun hervormingsprocessen benadrukt;

C.  overwegende dat goed bestuur, democratie, de rechtsstaat en mensenrechten de kern blijven vormen van het Europees nabuurschapsbeleid (ENP) en een fundamentele inzet vereisen, met name van de drie landen die AA's met de EU hebben ondertekend;

D.  overwegende dat Rusland, direct dan wel indirect, betrokken blijft bij conflicten en interne verdeeldheid die alle drie de associatielanden raken: de bezette gebieden van Abchazië en Zuid-Ossetië / de regio Tsinvali in Georgië, de kwestie-Transnistrië in Moldavië en de Russische annexatie van de Krim en de betrokkenheid van Rusland bij het conflict in het oostelijk deel van Oekraïne;

E.  overwegende dat in april 2014 visumvrij reizen werd ingevoerd tussen de EU en Moldavië, en overwegende dat in de meest recente verslagen van de Commissie van december 2015 wordt aangegeven dat Georgië en Oekraïne nu voldoen aan de vereisten die zijn vastgelegd in de actieplannen voor visumliberalisering;

F.  overwegende dat de betrokkenheid van de EU bij de landen van het Oostelijk Partnerschap op grote weerstand is gestuit en agressieve reacties heeft uitgelokt bij de Russische Federatie, zoals vergeldingsmaatregelen tegen de associatielanden; overwegende dat de EU en de lidstaten een aantal sancties en beperkende maatregelen hebben ingesteld tegen de Russische Federatie en Russische functionarissen;

1.  benadrukt het belang van de associatieovereenkomsten (AA's) en de diepe en brede vrijhandelsruimten (DCFTA's) die daar deel van uitmaken; verwelkomt de vooruitgang die tot nu toe is verwezenlijkt en dringt erop aan dat de EU en de drie partnerlanden de tenuitvoerlegging van deze AA's/DCFTA's en de bijbehorende associatieagenda's als topprioriteit beschouwen; benadrukt dat de Raad van de Europese Unie de AA's unaniem heeft ondertekend;

2.  verwelkomt de inspanningen van Georgië, Moldavië en Oekraïne om te waarborgen dat de nationale wetgeving wordt aangepast aan de EU-normen, op basis van de bepalingen van de AA's/DCFTA's; wijst erop dat het succes daarvan afhangt van een groot aantal factoren, waaronder een stabiele politieke omgeving, strategische planning, concrete hervormingsplannen en een goed gebruik van financiële en technische internationale steun;

3.  steunt in dit verband de gerichte en veelzijdige financiële en technische bijstand die de EU en andere financiële instellingen verstrekken aan Oekraïne en Georgië, maar benadrukt dat de financiële hulp van de EU aan al haar partners afhankelijk is gesteld van concrete hervormingsmaatregelen; benadrukt de cruciale rol die de Commissie moet spelen bij het mogelijk maken van de tenuitvoerlegging van de AA's/DCFTA's en het monitoren en ondersteunen van de relevante autoriteiten, zowel op technisch als op financieel gebied;

4.  herinnert eraan dat de beschikbaar gestelde middelen goed besteed moet worden, en op zichzelf niet voldoende zijn om de economie te stabiliseren en dat er geen blijvend succes tot stand kan worden gebracht zonder de voortdurende inzet van de partners om structurele hervormingen door te voeren en ten uitvoer te leggen, te zorgen voor een stijging van de binnenlandse vraag en sociale cohesie te bereiken;

5.  is van mening dat parlementaire controle een essentiële voorwaarde is voor de democratische ondersteuning van EU-beleid; dringt er derhalve bij de Commissie op aan dat zij op tijdige wijze de regelmatige en grondige monitoring van de tenuitvoerlegging van de AA's/DCFTA's door het Europees Parlement mogelijk maakt; roept op tot het geven van een nieuwe impuls aan de Parlementaire Vergadering Euronest en aan het intensiveren van de werkzaamheden daarvan, om nieuwe uitdagingen op doeltreffende wijze te kunnen aangaan; pleit voor de uitwisseling van beste praktijken en voor het sluiten van memoranda van overeenstemming, gebaseerd op het memorandum van overeenstemming dat is ondertekend met de Verchovna Rada, en dat kan dienen als voorbeeld voor parlementaire samenwerking;

6.  benadrukt het belang van het ontwikkelen van de sociale dimensie van het partnerschap, in overeenstemming met de bepalingen in de associatieagenda's en de relevante conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie; dringt er bij alle partijen op aan hun toezeggingen op het gebied van de fundamentele arbeids- en milieunormen gestand te doen;

7.  onderstreept dat het de territoriale integriteit van alle drie de landen krachtig ondersteunt; roept de Russische Federatie op een einde te maken aan de bezetting van de Krim en alle directe en indirecte inmenging in het lopende conflict in Oekraïne en in de bevroren conflicten in Georgië en Moldavië onmiddellijk stop te zetten; verwelkomt het besluit van de Raad van 21 december 2015 om de economische sancties tegen de Russische Federatie te verlengen, als gevolg van de niet-naleving van de akkoorden van Minsk;

8.  onderstreept dat de associatielanden er uit vrije wil voor hebben gekozen om de betrekkingen met de EU te verdiepen, en dat hun keuze volledig moet worden gerespecteerd en niet onder druk mag worden gezet door derden; veroordeelt in dit verband de acties die Rusland onderneemt om de pro-Europese koers van de drie associatielanden te ondermijnen of te laten mislukken, en roept op tot het verrichten van meer inspanningen om desinformatie tegen te gaan en de strategische communicatie over EU-beleid en -activiteiten in het oostelijk partnerschap te verbeteren, tezamen met de activiteiten verricht door de EU East StratCom Task Force;

9.  is zeer ingenomen met de recentste en laatste voortgangsverslagen, door de Commissie gepubliceerd op 18 december 2015, over de tenuitvoerlegging door Georgië en Oekraïne van hun respectievelijke actieplannen voor visumliberalisering; verwacht van de Raad en de lidstaten dat zij doorgaan op de ingeslagen weg en de twee landen zonder uitstel een visumvrije reisregeling toekennen; prijst Moldavië voor de correcte uitvoering van de regeling inzake visumliberalisering, die sinds april 2014 van kracht is, en is van oordeel dat Moldavië hiermee de hele regio het goede voorbeeld geeft;

10.  onderstreept dat de belangrijkste doelstellingen van de DCFTA's op kleine schaal zijn om tastbare en duurzame verbeteringen tot stand te brengen in de leefomstandigheden van gewone burgers door stabiliteit te garanderen, mogelijkheden te creëren voor kmo's en banen te scheppen; wijst erop dat de tenuitvoerlegging van de DCFTA in Oekraïne, gezien de huidige slechte economische omstandigheden in dat land, gevolgen zal hebben voor de economie en arbeidsmarkt, en sociale effecten zal teweegbrengen die niet genegeerd mogen worden; benadrukt dat de totstandbrenging van bilaterale DCFTA's met Oekraïne, Georgië en Moldavië een belangrijk instrument vormt ter bevordering van moderne, transparante en voorspelbare handel, harmonisatie van regelgeving en geleidelijke economische integratie van de partnerlanden in de interne markt van de EU, en een positieve invloed heeft op directe buitenlandse investeringen, die leiden tot meer werkgelegenheid en duurzame groei, met als uiteindelijke doel de verwezenlijking van een grotere economische ruimte waarbinnen de regels van de WTO worden geëerbiedigd en soevereine keuzes worden gerespecteerd;

11.  benadrukt dat de hervormingsagenda op energieke wijze verder moet worden uitgevoerd, met name op het gebied van de rechterlijke macht, de rechtsstaat en de strijd tegen corruptie en georganiseerde criminaliteit, als belangrijke voorwaarden voor de sociaaleconomische ontwikkeling van de drie associatielanden;

12.  herhaalt dat het belangrijk is dat het maatschappelijk middenveld betrokken wordt bij de beleidsvorming en bij hervormingen; benadrukt de rol die de relevante platforms voor het maatschappelijk middenveld als voorzien in de AA's bij dit proces kunnen spelen, met name bij het proces van publieke bewustmaking en het toezicht op de uitvoering van de overeenkomsten; wijst erop hoe belangrijk het is om de bevolking van de associatielanden de voordelen uit te leggen van de tenuitvoerlegging van de AA's/DCFTA's en eventuele mythen te ontzenuwen;

13.  benadrukt het belang van de bepalingen in de AA's/DCFTA's over de samenwerking op energiegebied met het oog op de voorzieningszekerheid en de ontwikkeling van concurrerende, transparante en niet-discriminerende energiemarkten, in overeenstemming met EU-voorschriften en -normen, en met het oog op hernieuwbare energie en energie-efficiëntie; staat achter de intentie van de EU om via de energiegemeenschap een volledige integratie van de energiemarkt met die van Moldavië, Oekraïne en Georgië te bevorderen;

14.  is ingenomen met het feit dat de uitvoer uit Georgië en Moldavië naar de EU, ondanks de negatieve economische ontwikkeling in de regio, in de eerste twaalf maanden na het begin van de tenuitvoerlegging van de DCFTA's is toegenomen, te weten een stijging van de EU-import uit Georgië van 15 % en uit Moldavië van 62 %, en verwacht dezelfde positieve ontwikkeling voor Oekraïne; verzoekt de Commissie jaarlijks in detail verslag uit te brengen over de tenuitvoerlegging van de DCFTA's met Georgië, Moldavië en Oekraïne, met name over het antiontwijkingsmechanisme voor Georgië en het antiontwijkingsmechanisme en de vrijwaringsclausule in het geval van Moldavië;

15.  benadrukt dat krachtens artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie elk Europees land het lidmaatschap van de Europese Unie kan aanvragen, mits het de democratische beginselen in acht neemt, de fundamentele vrijheden, de mensenrechten en de rechten van minderheden eerbiedigt en het functioneren van de rechtsstaat garandeert;

16.  is tevreden over de deelname van de drie landen aan of hun medewerking met EU-programma's, zoals het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme), Horizon 2020, Erasmus+, Marie Skłodowska-Curie en Creatief Europa; merkt op dat deze samenwerking wederzijds voordelen oplevert en de partnerlanden bovendien de gelegenheid biedt om vertrouwd te raken met EU-werkmethoden en -beleid;

17.  is ingenomen met de nieuwe focus van het herziene ENB op en het voornemen van de EU tot intensivering van de samenwerking met de EU-partners op het gebied van conflictpreventie, terrorismebestrijding, de aanpak van radicalisering en hervorming van de veiligheidssector; is van oordeel dat dergelijke samenwerking substantieel moet zijn en zich moet richten op de aanpak van gemeenschappelijke veiligheidsdreigingen en de ontwikkeling van gezamenlijke maatregelen voor het oplossen van conflicten, onder meer door middel van een grotere participatie in missies en opleidingsactiviteiten van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) en acties op het gebied van de non-proliferatie van massavernietigingswapens en de bestrijding van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW's); spreekt opnieuw zijn steun uit voor de EU-missie voor bijstandsverlening inzake grensbeheer aan Moldavië en Oekraïne (EUBAM), de adviesmissie van de EU voor de hervorming van de civiele veiligheidssector in Oekraïne (EUAM Ukraine) en de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgië (EUMM), alsmede voor de inspanningen gericht op de vreedzame oplossing van conflicten waar de drie landen mee te maken hebben;

Georgië

18.  is tevreden met de vooruitgang die Georgië de laatste drie jaar heeft geboekt op alle terreinen die vallen onder de vier blokken van het actieplan visumliberalisering en prijst de Georgische autoriteiten om het engagement waarvan zij op dit gebied blijk geven;

19.  benadrukt het feit dat vrije media, vrije meningsuiting en pluriformiteit van de informatie fundamentele waarden zijn van een democratische samenleving; maakt zich zorgen over de negatieve gevolgen voor de pluriformiteit van de media van zaken als die van de omroeporganisatie Rustavi 2; verzoekt de Georgische autoriteiten in dit kader de pluriformiteit van de media, de redactionele onafhankelijkheid en de transparantie met betrekking tot de eigendom van de media te garanderen, met name aan de vooravond van de parlementsverkiezingen van 2016; steunt het voorstel van de Georgische autoriteiten om een deskundigendelegatie van hoge adviseurs, bestaande uit gepensioneerde rechters van het Europees Hof van Justitie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, naar Georgië te zenden om toezicht uit te oefenen op de zaak Rustavi 2;

20.  onderstreept in dit verband dat gerechtelijke procedures transparant en onpartijdig moeten zijn en niet politiek gemotiveerd mogen zijn; verzoekt Georgië voort te gaan met de hervorming van het gerechtelijk apparaat en deze volledig ten uitvoer te leggen, inclusief een versterking van de onafhankelijkheid ervan en de depolitisering van het Openbaar Ministerie; blijft bezorgd over het gebrek aan verantwoordingsplicht van het Openbaar Ministerie en over de onduidelijke criteria op grond waarvan aanklagers en opsporingsambtenaren worden benoemd; roept op tot voortdurende inspanningen voor het bereiken van volledige onafhankelijkheid, efficiëntie, onpartijdigheid en professionaliteit van de rechterlijke macht, het Openbaar Ministerie en het ministerie van Binnenlandse Zaken, alsook van de onlangs opgerichte veiligheidsdienst, met inbegrip van parlementaire controle op deze instellingen; maakt zich zorgen over het verregaande gebruik van voorarrest, met name voor politici en activisten, dat een uitzonderlijke maatregel moet zijn die alleen wordt toegepast in dringende en ondubbelzinnige omstandigheden;

21.  herinnert aan de verklaring van de Commissie van Venetië van de Raad van Europa van 22 september 2015 over de ongeoorloofde druk uitgeoefend op rechters van het grondwettelijk hof van Georgië, en roept de regering van Georgië op passende stappen te nemen, waaronder maatregelen ter bescherming van leden van het hof en hun familieleden en een grondig onderzoek naar alle vormen van intimidatie, om de plegers daarvan voor de rechter te brengen;

22.  onderstreept het feit dat het bestaan van een politieke oppositie van cruciaal belang is voor een evenwichtig en volwaardig politiek systeem en benadrukt dat elke daad van geweld tegen leden van welke politieke partij dan ook onmiddellijk grondig moet worden onderzocht; dringt er bij alle politieke actoren in Georgië op aan om het politieke klimaat te verbeteren en confrontaties en polarisatie te vermijden en de dialoog tussen partijen te waarborgen met het oog op versterking van de democratie en de rechtsstaat;

23.  roept op tot volledige tenuitvoerlegging van de aanbevelingen vastgelegd in het belangrijke rapport "Georgia in Transition" van speciaal adviseur van de EU Thomas Hammarberg over de grondwets- en juridische hervorming en de mensenrechten;

24.  spreekt zijn waardering uit voor het innovatieve e-aanbestedingssysteem dat door Georgië is ingevoerd, en dat ervoor gezorgd heeft dat de transparantie, doeltreffendheid en controleerbaarheid, allemaal belangrijke factoren in de strijd tegen corruptie, aanzienlijk zijn toegenomen;

Moldavië

25.  maakt zich ernstige zorgen over de feitelijke, stelselmatige politieke instabiliteit die sinds de laatste parlementsverkiezingen van 30 november 2014 nog altijd voortduurt, en is van mening dat de huidige politieke impasse in Moldavië een kritiek punt heeft bereikt, waarbij het risico bestaat dat de instellingen van het land gedestabiliseerd raken en de economie in het gedrang komt, hetgeen ernstige gevolgen heeft voor de instroom van directe buitenlandse investeringen (FDI);

26.  dringt er bij de politieke actoren in Moldavië op aan vaart te zetten achter de lopende onderhandelingen en een nieuwe regeringscoalitie te vormen die onmiddellijk verder kan gaan met het hervormingsproces, in het belang van de hele Moldavische bevolking en ook om te voldoen aan de eisen van de Wereldbank en het Internationale Monetaire Fonds (IMF); wijst op de mislukte pogingen om een nieuwe regering te vormen op 4 en 13 januari 2016; verzoekt de Moldavische partijen de grimmige geopolitieke gevolgen onder ogen te zien als hun inspanningen om een nieuwe regering te vormen tot niets hebben geleid op 29 januari 2016, de termijn die is gesteld met een uitspraak van het constitutioneel hof, en neemt nota van de laatste ontwikkelingen, die een goede kans bieden op de totstandkoming van een nieuwe regering;

27.  onderstreept het feit dat bijkomende inspanningen nodig zijn voor het bestrijden van corruptie, het creëren van een onafhankelijk en gedepolitiseerd gerecht, het ongedaan maken van corruptie op overheidsniveau en het stabiliseren van de Moldavische economie; betreurt het feit dat door de politieke instabiliteit van de Moldavische instellingen en het feit dat deze geen resultaten kunnen leveren, de financiële hulp van de EU sinds begin 2015 is opgeschort;

28.  verzoekt de Commissie en de lidstaten om alle nodige technische kennis en financiële steun te verstrekken aan de toekomstige regering van Moldavië, in navolging van de steungroep voor Oekraïne, onder andere door deskundigen en ambtenaren uit Brussel en hoofdsteden van lidstaten te detacheren en ze in te zetten in het Moldavische bestuur zodat ze ter plaatse dagelijks kunnen helpen bij en controle uitoefenen op de doorvoering van de hervormingen;

29.  dringt er bij de autoriteiten op aan een volledig en grondig onderzoek uit te voeren naar het corruptieschandaal en de diefstal van 1 miljard EUR uit het banksysteem, de verantwoordelijken voor het gerecht te brengen en te waarborgen dat de gestolen middelen worden teruggegeven; is van oordeel dat de aanhoudende bankencrisis aantoont dat binnen het juridisch kader dringend systemische verbeteringen moeten worden doorgevoerd ter verbetering van het toezicht op en de transparantie van de activiteiten van de bankensector; verzoekt de Commissie in dit kader de lopende justitiële onderzoeken nauwlettend te volgen en de Moldavische autoriteiten te voorzien van de nodige expertise en bijstand om de onderzoeken uit te voeren en af te ronden, mocht dit nodig zijn;

30.  vraagt om een grondige hervorming van de mediasector en om volledige transparantie met betrekking tot de eigendom van de media; spreekt in dit verband zijn bezorgdheid uit over het gebrek aan werkelijke concurrentie, en verzoekt om de vaststelling van een strenge wet inzake belangenconflicten;

Oekraïne

31.  is ingenomen met de inwerkingtreding van de DCFTA EU-Oekraïne op 1 januari 2016; vindt het echter kwalijk dat de Russische Federatie haar vrijhandelsovereenkomst met Oekraïne unilateraal heeft opgeschort, zware handelsbeperkingen heeft opgelegd voor Oekraïense exportproducten naar Rusland, en de doorvoer van goederen naar derde landen belemmert, hetgeen in strijd is met de verdragen van de Wereldhandelsorganisatie en andere bilaterale handelsverdragen; dringt er bij de EU op aan Oekraïne te steunen bij huidige en toekomstige twisten met Rusland binnen de WTO, door zich als derde partij in zaken te voegen;

32.  benadrukt de ongekende openheid en inspanningen van de Commissie sinds meer dan anderhalf jaar om alle twijfels aan Russische zijde in verband met de gevolgen van de tenuitvoerlegging van de DCFTA bespreekbaar te maken en praktische oplossingen te vinden; betreurt het dat Rusland geen concrete voorbeelden aandraagt van de manier waarop zijn eigen markt en handel zou worden getroffen door de inwerkingtreding van de DCFTA; wijst er nogmaals op dat de tenuitvoerlegging van de AA/DCFTA Rusland voordelen kan bieden, zoals meer handels- en economische activiteiten en een stabielere regio; roept in dit verband op tot het onderzoeken van verdere mogelijkheden voor een dialoog op hoog niveau;

33.  verzoekt de lidstaten de missie van de Organisatie voor veiligheid en samenwerking in Europa (OVSE) volledig bemand en operationeel te houden; neemt kennis van de verzoeken van de Oekraïense regering om een uitgebreide internationale vredesmacht langs de Oekraïens-Russische grens en in de districten Loegansk en Donetsk; stemt ermee in dat een door de EU geleide GVDB-missie moet worden aangeboden aan de bij het conflict betrokken partijen zodra de situatie dit toelaat, waarbij deze missie ondersteuning biedt bij taken als het opruimen van mijnen, hulp bij de voorbereiding van lokale verkiezingen en het garanderen van onbelemmerde toegang voor humanitaire hulporganisaties;

34.  maakt zich ernstige zorgen over de tenuitvoerlegging van de akkoorden van Minsk tegen de aanvankelijk overeengekomen termijn van 31 december 2015; wijst erop dat de Russische autoriteiten een bijzondere verantwoordelijkheid hebben op dit vlak; herinnert eraan dat de schendingen van het staakt-het-vuren zijn toegenomen sinds half oktober 2015, dat waarnemers van de speciale waarnemingsmissie (SMM) van de OVSE nog altijd beperkt worden in hun bewegingsvrijheid, dat het herstel van de Oekraïense controle over de volledige lengte van zijn grens met Rusland niet is verwezenlijkt, dat er geen akkoord is bereikt over de omstandigheden waarin de plaatselijke verkiezingen in de tijdelijk bezette gebieden Loehansk en Donetsk moeten plaatsvinden, en dat niet alle gevangenen en onrechtmatig opgesloten personen zoals Nadiya Savchenko en Oleg Sentsov zijn vrijgelaten;

35.  verwelkomt de publicatie van het rapport van de Nederlandse Onderzoeksraad voor Veiligheid over de crash van vlucht 17 van Malaysia Airlines (MH17), waarbij 298 onschuldige burgers werden gedood; steunt de oprichting van een internationaal strafrechtelijk tribunaal, en roept de Russische Federatie op tot volledige medewerking met de internationale gemeenschap bij de uitvoering van een omvattend en onpartijdig strafrechtelijk onderzoek, om de schuldigen voor de rechter te brengen; betreurt het besluit van de Russische Federatie om de resolutie van de VN Veiligheidsraad over de oprichting van een internationaal hof voor het onderzoek naar deze misdaad te blokkeren;

36.  betreurt het dat de aanhoudende Russische agressie tot een rampzalige humanitaire situatie in het Donetsbekken heeft geleid en dat Oekraïense en internationale humanitaire organisaties geen toegang krijgen tot de bezette gebieden; spreekt zijn grote bezorgdheid uit over de ernstige humanitaire situatie van de meer dan 1,5 miljoen binnenlandse ontheemden; is zeer bezorgd over de mensenrechtenschendingen in de door Rusland bezette Krim, met name de benarde situatie van de Krim-Tataren, en benadrukt de behoefte aan verder financiële steun van de EU voor Oekraïne;

37.  is ingenomen met de voortdurende inspanningen van de Oekraïense autoriteiten om het actieplan voor visumliberalisering uit te voeren en complimenteert hen met het positieve definitieve voortgangsverslag over de tenuitvoerlegging van dat plan; spreekt zijn tevredenheid uit over de vaststelling van nieuwe wetgeving en van beleid waarmee de bescherming tegen discriminatie is verbeterd; verwacht van de Oekraïense overheid dat ze haar anti-corruptietoezeggingen in het eerste kwartaal van 2016 nakomt;

38.  benadrukt dat de grootste uitdaging van de hervormingsinspanningen de wijdverspreide corruptie is; is ingenomen met de tot nu toe genomen besluiten, zoals de vaststelling van anticorruptiewetgeving, de oprichting van instellingen (het nationale anti-corruptiebureau, het nationaal agentschap voor de preventie van corruptie, een speciale anti-corruptieaanklager), de instelling van mechanismen en de oprichting van het nationaal agentschap voor de terugvordering van opbrengsten uit corruptie; verwelkomt daarnaast de recente goedkeuring van de wet inzake overheidssubsidies voor politieke partijen, die op 1 juli 2016 in werking zal treden, alsmede van de wet inzake openbare aanbestedingen;

39.  begrijpt dat de oorlogssituatie in het oosten van Oekraïne de hervormingsinspanning ernstig bemoeilijkt; maakt echter duidelijk dat het succes en de veerkracht van Oekraïne jegens externe vijanden sterk afhankelijk zijn van de vitaliteit van zijn economie en rechtskader, een goed functionerende democratie en groeiende welvaart;

40.  is verheugd over het lopende proces van grondwetshervormingen op het vlak van decentralisatie en de rechtspraak; herinnert eraan dat de Commissie van Venetië positieve aanbevelingen heeft gedaan over beide reeksen grondwetswijzigingen; benadrukt dat verdere vooruitgang geboekt moet worden op deze en andere gebieden, met name de economie, waar betere regelgeving en demonopolisering prioriteit moeten behouden, tezamen met fiscale hervormingen, verbetering van de transparantie en de verwezenlijking van een gunstig investeringsklimaat; is verontrust over de toestand waarin de Oekraïense economie verkeert en over de algemene financiële situatie van het land; neemt kennis van de lichte vooruitgang die is gemeld in de stabilisatie van de economische prestaties; prijst de gedenkwaardige deal voor schuldverlichting, die Oekraïne in september 2015 met zijn schuldeisers heeft weten te sluiten; herinnert eraan dat de internationale gemeenschap, met name de EU, in Europa gevestigde internationale financiële instellingen, het IMF en individuele landendonoren, een ongekend hoog bedrag van omstreeks 20 miljard EUR heeft toegezegd;

41.  verwelkomt de actieve steun van de EU en de solidariteit in de energiesector, waardoor de Russische gasleveranties aan Oekraïne hervat konden worden voor de winterperiode 2015-2016; roept de lidstaten op het potentieel voor doorvoer door Oekraïne volledig te benutten en de samenwerking te versterken, teneinde de energievoorziening van zowel de EU als Oekraïne te waarborgen, en te voorkomen dat nieuwe pijpleidingen worden aangelegd via andere landen dan Oekraïne, in het bijzonder de ontwikkeling van het project "Nord Stream II" voor de levering van Russisch gas aan Europa, dat nadelig zou kunnen zijn voor de strategie van de EU voor de diversificatie van energiebronnen en voor het EU-recht; steunt het voornemen van de EU om via de energiegemeenschap te werken aan volledige integratie van de energiemarkt met Oekraïne en om de energieafhankelijkheid te verminderen zonder particuliere huishoudens te zwaar te belasten; dringt er bij de EU en de regering van Oekraïne op aan maatregelen uit te werken om maatschappelijke ongemakken te verzachten;

42.  waardeert het doeltreffende en dynamische werk van het Parlementair Associatiecomité EU-Oekraïne bij het toezicht op de politieke, economische en veiligheidssituatie in Oekraïne, evenals zijn inzet en steun voor de verbetering van de op de EU georiënteerde hervormingsprocessen van de Oekraïense autoriteiten; wijst op het memorandum van overeenstemming dat in 2015 is ondertekend door de Verkhovna Rada van Oekraïne en het Europees Parlement met het oog op de oprichting van een gezamenlijk kader voor parlementaire steun en capaciteitsopbouw tussen de twee parlementen;

43.  benadrukt dat het maatschappelijk middenveld in Oekraïne moet worden versterkt om de autoriteiten te adviseren en te ondersteunen bij de verwezenlijking van de beloofde hervormingen en op te treden als een doeltreffende waakhond en klokkenluider; is ingenomen met de doeltreffende samenwerking tussen de deskundigengemeenschap en de Verkhovna Rada tijdens het hervormingsproces en de tenuitvoerlegging van de AA/DCFTA; vindt het prijzenswaardig dat de prioriteiten van de Verkhovna Rada vorm hebben gekregen na een uitvoerige dialoog met het maatschappelijk middenveld;

44.  toont zich uiterst bezorgd over de achtergrond waartegen het op stapel staande Nederlandse raadplegende referendum over de AA/DCFTA tussen de EU en de Oekraïne zal worden gehouden; vertrouwt erop dat de beslissing van de Nederlanders zal worden genomen op grond van de voordelen van de overeenkomst, en dat de concrete effecten voor de EU in het algemeen en Nederland in het bijzonder op waarde worden geschat;

o

o  o

 

45.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de lidstaten, de regeringen en parlementen van de landen van het Oostelijk Partnerschap en van de Russische Federatie, de parlementaire vergadering Euronest, en de parlementaire vergaderingen van de Raad van Europa en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa.