Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B8-0358/2017Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B8-0358/2017

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over Zuid-Sudan

17.5.2017 - (2017/2683(RSP))

ingediend overeenkomstig artikel 135, lid 5, en artikel 123, lid 4, van het Reglement
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de fracties:
EFDD (B8‑0358/2017)
ECR (B8‑0359/2017)
Verts/ALE (B8‑0360/2017)
S&D (B8‑0362/2017)
GUE/NGL (B8‑0364/2017)
PPE (B8‑0367/2017)
ALDE (B8‑0370/2017)

Cristian Dan Preda, Tomáš Zdechovský, Elmar Brok, David McAllister, Deirdre Clune, Mariya Gabriel, Pavel Svoboda, Jarosław Wałęsa, Agnieszka Kozłowska-Rajewicz, Tunne Kelam, Milan Zver, Krzysztof Hetman, Dubravka Šuica, Maurice Ponga, Sven Schulze, Stanislav Polčák, Michaela Šojdrová, Lefteris Christoforou, Marijana Petir, Claude Rolin, Ivan Štefanec, Eva Maydell, Bogdan Brunon Wenta, Csaba Sógor, Adam Szejnfeld, Sandra Kalniete, Patricija Šulin, Brian Hayes, Luděk Niedermayer, Elisabetta Gardini, Željana Zovko, Roberta Metsola, Michael Gahler, Laima Liucija Andrikienė, Ivana Maletić, Andrey Kovatchev, Jiří Pospíšil, Julia Pitera, Anna Záborská, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, László Tőkés, Inese Vaidere, Mairead McGuinness, Giovanni La Via namens de PPE-Fractie
Elena Valenciano, Victor Boştinaru, Soraya Post, Jytte Guteland namens de S&D-Fractie
Charles Tannock, Karol Karski, Ryszard Antoni Legutko, Ryszard Czarnecki, Tomasz Piotr Poręba, Jadwiga Wiśniewska, Branislav Škripek, Ruža Tomašić, Anna Elżbieta Fotyga, Notis Marias, Monica Macovei, Jana Žitňanská, Arne Gericke namens de ECR-Fractie
Javier Nart, Izaskun Bilbao Barandica, Nedzhmi Ali, Petras Auštrevičius, Beatriz Becerra Basterrechea, Dita Charanzová, Marielle de Sarnez, Gérard Deprez, Martina Dlabajová, Nathalie Griesbeck, Marian Harkin, Filiz Hyusmenova, Ivan Jakovčić, Petr Ježek, Ilhan Kyuchyuk, Louis Michel, Urmas Paet, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Frédérique Ries, Robert Rochefort, Marietje Schaake, Jasenko Selimovic, Hannu Takkula, Pavel Telička, Hilde Vautmans, Paavo Väyrynen, Cecilia Wikström, Ivo Vajgl, María Teresa Giménez Barbat namens de ALDE-Fractie
Lola Sánchez Caldentey, Tania González Peñas, Estefanía Torres Martínez, Xabier Benito Ziluaga, Miguel Urbán Crespo, Marie-Christine Vergiat, Dimitrios Papadimoulis, Stelios Kouloglou, Kostas Chrysogonos, Merja Kyllönen namens de GUE/NGL-Fractie
Jordi Solé, Bodil Valero, Bart Staes, Igor Šoltes, Ernest Urtasun, Davor Škrlec, Judith Sargentini namens de Verts/ALE-Fractie
Ignazio Corrao, Fabio Massimo Castaldo, Piernicola Pedicini, Isabella Adinolfi, Laura Ferrara, Laura Agea, Rolandas Paksas, Beatrix von Storch namens de EFDD-Fractie
Barbara Kappel


Procedure : 2017/2683(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B8-0358/2017
Ingediende teksten :
RC-B8-0358/2017
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over Zuid-Sudan

(2017/2683(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over Sudan en Zuid-Sudan,

–  gezien de verklaring van 8 mei 2017 van de Trojka (de VS, de VK en Noorwegen) en de EU over de veiligheidssituatie in Zuid-Sudan,

–  gezien de verklaring van 29 april 2017 van de woordvoerder van de secretaris-generaal van de VN over Zuid-Sudan,

–  gezien het eindverslag van 13 april 2017 van het panel van deskundigen van de VN-Veiligheidsraad over Zuid-Sudan,

–  gezien de verklaring van 25 maart 2017 van de 30e buitengewone top van de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit (IGAD) over Zuid-Sudan,

–  gezien het resultaat van de 34e zitting van de Mensenrechtenraad in Genève, van 27 februari tot 24 maart 2017,

–  gezien de verklaring van 23 maart 2017 van de voorzitter van de VN-Veiligheidsraad over Zuid-Sudan,

–  gezien de verklaring van de Europese Commissie van 1 februari 2017,

–  gezien resolutie 2327 (2016) van de VN-Veiligheidsraad van 16 december 2016,

–  gezien de conclusies van de Europese Raad over Zuid-Sudan van 12 december 2016,

–  gezien het humanitaire verslag van het VN-Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (OCHA) van 9 mei 2017,

–  gezien de overeenkomst van 17 augustus 2015 betreffende de oplossing van het conflict in Zuid-Sudan (ARCSS),

–  gezien het alomvattend vredesakkoord (CPA) voor Sudan van 2005,

–  gezien de herziene Partnerschapsovereenkomst van Cotonou,

–  gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens,

–  gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten,

–  gezien het Afrikaans Handvest van de rechten van de mens en de volkeren,

–  gezien het verdrag inzake de internationale handel in conventionele wapens, het zogenaamde Wapenhandelsverdrag,

–  gezien artikel 135, lid 5, en artikel 123, lid 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat Zuid-Sudan al meer dan drie jaar in een burgeroorlog gewikkeld is die is uitgebroken nadat de president van het land en lid van de etnische groep Dinka, Salva Kiir, zijn ontslagen vicepresident, Riek Machar, een etnische Nuer, beschuldigde van het beramen van een staatsgreep tegen hem; overwegende dat Riek Machar deze beschuldiging heeft ontkend;

B.  overwegende dat ondanks de sluiting van de ARCSS in augustus 2015, er nog steeds volledig voorbijgegaan wordt aan de internationale mensenrechten en het humanitair recht en de verantwoordingsplicht voor de schendingen en inbreuken tijdens het conflict tekortschiet;

C.  overwegende dat het land als gevolg van de burgeroorlog met hongersnood en het instorten van de economie wordt geconfronteerd, 3,6 miljoen mensen gedwongen zijn hun huizen te ontvluchten en naar schatting 4,9 miljoen voedselonzekerheid kennen; overwegende dat de humanitaire nood alarmerend blijft toenemen met naar schatting 7,5 miljoen mensen die humanitaire bijstand behoeven en meer dan een miljoen mensen die momenteel onderdak geboden wordt in VN-gebouwen; overwegende dat VN-organisaties oproepen tot meer humanitaire hulp en stellen dat zij ten minste 1,4 miljard USD nodig hebben om "onvoorstelbaar" menselijk lijden te helpen verlichten; overwegende dat momenteel slechts voor 14 % van dit bedrag financiering is;

D.  overwegende dat bij de huidige cijfers eind 2017 de halve bevolking van het land zal zijn omgekomen of ontheemd; overwegende dat niet bekend is hoeveel mensen als gevolg van het geweld zijn omgekomen;

E.  overwegende dat volgens het meest recente verslag van het VN-panel van deskundigen, de regering van Zuid-Sudan een van de grootste daders van geweld en mensenrechtenschendingen in het land is, de hongersnood door de mens veroorzaakt is en een van belangrijkste redenen hiervoor de verspilling van geld aan wapens door de regering van Zuid-Sudan;

F.  overwegende dat in de afgelopen weken grote offensieven van de regering in de staten Yuai, Waat, Tonga en Kodok hebben geleid tot tragische humanitaire gevolgen, waaronder de ontheemding van 50 000 tot 100 000 personen; overwegende dat dit gebeurd is nadat op 8 april 2017 in de westelijk gelegen stad Wau talrijke burgers gedood zijn als collectieve straf voor hun etnische afkomst en politieke opvattingen; overwegende dat regeringstroepen burgers blijven bestoken in strijd met het recht inzake gewapende conflicten, en de VN-missie hebben weerhouden de burgers te beschermen;

G.  overwegende dat ziekenhuizen en klinieken door de regering zijn verwoest, hetgeen als een oorlogsmisdrijf kan worden aangemerkt; overwegende dat apparatuur in ziekenhuizen en klinieken is gestolen, met als gevolg de sluiting van de gebouwen en mensen die geen toegang hebben tot levensreddende medische zorg;

H.  overwegende dat een op de drie scholen in Zuid-Sudan verwoest, beschadigd, bezet of gesloten is, wat gevolgen heeft voor het onderwijs van een hele generatie kinderen; overwegende dat naar schatting meer dan 600 000 kinderen jonger dan vijf jaar momenteel ondervoed zijn;

I.  overwegende dat ongeveer twee miljoen kinderen het land zijn ontvlucht, 62 % van alle vluchtelingen uit het land, en het conflict ondraaglijke trauma's, stress en emotionele verwarring bij hen veroorzaakt; overwegende dat naar schatting 17 000 kinderen, meestal jongens, door legers en gewapende groepen geronseld of gebruikt zijn als soldaten; overwegende dat duizenden kinderen zijn vermoord, verkracht, ontheemd of tot wees gemaakt;

J.  overwegende dat als oorlogswapen vrouwen en meisjes systematisch verkracht en ontvoerd worden, en uit een VN-onderzoek blijkt dat 70 % van de vrouwen in de kampen van ontheemden in Juba verkracht zijn, het overgrote deel door politiemensen of soldaten;

K.  overwegende dat vanwege instabiliteit in naburige landen Zuid-Sudan ook ongeveer 270 000 vluchtelingen herbergt uit Sudan, de Democratische Republiek Congo (DRC), Ethiopië en de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR);

L.  overwegende dat in juni 2016 de Wereldgezondheidsorganisatie heeft verklaard dat een cholera-epidemie is uitgebroken, welke inmiddels duizenden heeft getroffen en in de afgelopen weken in omvang is toegenomen; overwegende dat de vele doden door cholera, malaria, mazelen, diarree en acute ademhalingsaandoeningen het gevolg zijn van extreme armoede en deplorabele leefomstandigheden en vermeden hadden kunnen worden als de slachtoffers toegang hadden gehad tot medische zorg;

M.  overwegende dat de ARCSS bepaalt dat het mandaat van de overgangsregering van nationale eenheid afloopt na de verkiezingen in augustus 2018;

N.  overwegende dat volgens VN- en andere geloofwaardige rapporten wapenmakelaars in de EU-lidstaten en talrijke derde landen helikopters en machinegeweren hebben overgebracht naar gewapende groeperingen in Zuid-Sudan en militaire logistieke bijstand hebben geboden; overwegende dat het langdurige karakter van het conflict gezorgd heeft voor de opkomst van nieuwe gewapende groeperingen en de militarisering van de samenleving;

O.  overwegende dat het aantal aanvallen op humanitaire konvooien en personeel bijzonder zorgwekkend is; overwegende dat sinds december 2013 ten minste 79 hulpverleners zijn gedood; overwegende dat, onlangs, in maart 2017, zes hulpverleners en hun chauffeurs zijn gedood in wat tot dusverre de bloedigste aanslag op hulpverleners is geweest;

P.  overwegende dat op 21 februari 2017 de Commissie na het uitbreken van de hongersnood een noodhulppakket van 82 miljoen EUR heeft aangekondigd; overwegende dat de EU een van de grootste donoren van het land is, door meer dan 40 % van alle humanitaire financiering voor de ondersteuning van levensreddende programma's in 2016 voor haar rekening te nemen en 381 miljoen EUR aan humanitaire bijstand te besteden sinds het begin van het conflict in 2013;

1.  spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over het aanhoudende conflict in Zuid-Sudan; verzoekt om een onmiddellijk einde aan alle militaire operaties en wijst president Salva Kiir, alsook de voormalige vicepresident, Riek Machar, nogmaals op hun verplichtingen uit hoofde van de ARCSS; roept president Kiir op zijn toezegging aan de IGAD-staatshoofden op 25 maart 2017 een eenzijdig staakt-het-vuren af te kondigen, gestand te doen;

2.  roept op tot een onmiddellijke en volledige stopzetting door alle partijen bij gewapende conflicten van alle seksuele gewelddaden tegen burgers, met name vrouwen en meisjes; wijst er nogmaals op dat verkrachting als oorlogswapen op grond van internationaal recht een oorlogsmisdrijf is; verzoekt de regering van Zuid-Sudan bescherming te bieden aan alle kwetsbare groepen, daders voor de rechter te brengen en een einde te maken aan de straffeloosheid van politie en leger;

3.  veroordeelt alle aanvallen op burgers en humanitaire hulpverleners, waarbij aanvallen op laatstgenoemden levensreddende hulp en bevoorrading verstoren; benadrukt dat er geen militaire oplossing voor het conflict kan zijn en dat de regering van Zuid-Sudan moet zorgen voor een serieus staakt-het-vuren waaruit blijkt dat men daadwerkelijk ijvert voor vrede en stabiliteit; is van oordeel dat een vredesinspanning verder moet gaan dan een simpele beëindiging van vijandelijkheden, en de terugtrekking van troepen en de ontbinding van etnische milities moet omvatten, waardoor ongehinderde humanitaire bijstand en de vrijlating van politieke gevangenen mogelijk gemaakt wordt;

4.  spreekt zijn grote bezorgdheid uit over de ernstige humanitaire situatie in het hele land die blijft verslechteren; verzoekt daarom nogmaals de EU en haar lidstaten om meer humanitaire hulp teneinde de hongersnood te verlichten, en de regering van Zuid-Sudan onder druk te zetten om de aanvoerroutes voor de humanitaire hulp open te houden;

5.  betreurt het dat alle partijen in Zuid-Sudan kinderen ronselen voor het gewapende conflict; benadrukt dat het ronselen van kinderen door de partijen in een conflict een oorlogsmisdrijf is waarvoor de opdrachtgevers strafrechtelijk verantwoordelijk moeten worden gehouden; waarschuwt dat een hele generatie jonge kinderen momenteel riskeert geen enkel onderwijs te krijgen en ernstige trauma's en emotionele verwarring op te lopen; verzoekt de EU om humanitaire en ontwikkelingsprogramma's die bijdragen aan elementair onderwijs, langetermijnrevalidatie en begeleiding; veroordeelt ten sterkste het gebruik van onderwijsfaciliteiten voor militaire operaties;

6.  verzoekt de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid alle beschikbare middelen in te zetten om de VN, de Afrikaanse Unie (AU) en IGAD te betrekken bij het starten van een nieuw politiek proces voor de verwezenlijking van een duurzaam staakt-het-vuren en volledige tenuitvoerlegging van de hoofdstukken inzake veiligheid en bestuur van het vredesakkoord;

7.  is van mening dat de Afrikaanse Unie, ondersteund door de EU en de lidstaten, een actieve rol moet spelen bij de bemiddeling om te komen tot een politieke oplossing met het oog op duurzame vrede in Zuid-Sudan, en meer middelen beschikbaar moet stellen voor de afgezant van de AU in Zuid-Sudan, Alpha Oumar Konare; steunt oproepen voor een door de commissie van de AU te organiseren internationale conferentie, met deelname van de VN en IGAD, met het oog op de bundeling en afstemming van internationale inspanningen om te komen tot een einde aan de oorlog in Zuid-Sudan;

8.  spreekt nogmaals zijn volledige steun uit aan de werkzaamheden van de speciale vertegenwoordiger van de VN voor Zuid-Sudan en het mandaat van de VN-missie in Zuid-Sudan (UNMISS) en haar regionale beschermingsmacht, die de taak hebben burgers te beschermen, geweld tegen hen te ontmoedigen en de omstandigheden te creëren die nodig voor het verlenen van humanitaire hulp; verzoekt alle partijen de snelle installatie te vergemakkelijken van een actieve, door de VN-Veiligheidsraad gemandateerde regionale beschermingsmacht, die bedoeld is om een actieve aanwezigheid van UNMISS te versterken, en verzoekt de lidstaten en de VV/HV UNMISS zo spoedig mogelijk en substantieel met Europese capaciteiten te versterken;

9.  beklemtoont de noodzaak om een hybride rechtbank voor Zuid-Sudan op te richten, waarvan de AU de juridische status vaststelt met medewerking en middelen van de VN en de EU; herinnert eraan dat dit onderdeel uitmaakt van het vredesakkoord van 2016 en dan ook geen onderwerp van onderhandeling meer mag zijn;

10.  dringt erop aan dat, om zinvol en inclusief te zijn, het proces van nationale dialoog aan duidelijke normen moet voldoen, waaronder neutraal leiderschap en inclusie van oppositiegroeperingen en burgers die in het buitenland verblijven, en dat bij het proces ook vertegenwoordigers van alle partijen bij het conflict en andere Zuid-Sudanese belanghebbenden worden betrokken, waaronder vrouwenvertegenwoordigers, om legitiem en effectief te zijn;

11.  veroordeelt alle pogingen om de vrijheid van meningsuiting te beperken, een elementair mensenrecht dat deel uitmaakt van een echt politiek debat; betreurt het vermoorden van humanitaire hulpverleners, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en journalisten, en eist dat de daders van dergelijke misdrijven voor de rechter worden gebracht; eist de onmiddellijke vrijlating van alle politieke gevangenen;

12.  veroordeelt alle aanvallen op school- en openbare gebouwen en het gebruik van scholen voor militaire doeleinden; verzoekt alle partijen de richtsnoeren voor de bescherming van scholen en universiteiten tegen militair gebruik tijdens gewapende conflicten in acht te nemen;

13. betreurt het dat de VN-Veiligheidsraad op 23 december 2016 de resolutie niet heeft aangenomen die een wapenembargo voor Zuid-Sudan, een reisverbod voor drie leidinggevende Zuid-Sudanese leiders en de bevriezing van hun tegoeden behelsde; verzoekt de EU een internationaal wapenembargo tegen Zuid-Sudan na te streven dat doeltreffend kan worden afgedwongen; is verontrust door meldingen van wapentransporten naar Sudan, in strijd met het Gemeenschappelijk Standpunt van de Raad (2008/944/CFSP), die worden gefaciliteerd door in de EU gevestigde wapenmakelaars; dringt er bij de lidstaten en de VV/HV op aan de naleving van het EU-regeling inzake wapenbeheersing te verbeteren en langs officiële weg derde landen aan te spreken die aantoonbaar wapens uitvoeren naar en militaire logistieke bijstand bieden aan Zuid-Sudan;

14.  verzoekt de autoriteiten ervoor te zorgen dat elke terugkeer of herplaatsing van intern ontheemden op een veilige en waardige wijze plaatsvindt; roept op tot het gebruik van gerichte sancties tegen elke belangrijke politicus of militair in de regering of de oppositie die het conflict in stand houdt of mensenrechten schendt, als onderdeel van een EU-strategie om de verlening van humanitaire hulp, het behoud van een staakt-het-vuren en de totstandkoming van een vernieuwd politiek proces ter uitvoering van het vredesakkoord te verzekeren;

15.  is van mening dat, vanwege het terugkerende conflict, de onzekerheid en massale ontheemding van mensen, geloofwaardige en vreedzame verkiezingen in het huidige politieke klimaat niet kunnen plaatsvinden; herinnert eraan dat het mandaat van de overgangsregering van nationale eenheid tot juni 2018 geldt; benadrukt het belang om Zuid-Sudanese vrouwen een volwaardige rol te laten spelen in de vredesbesprekingen en het bestuur van het land; verzoekt de EU op lokaal niveau vrouwen te steunen die de kwaliteit van de vredesonderhandelingen aantoonbaar verhogen door de achterdocht te verminderen, vertrouwen te kweken en verzoening te bevorderen;

16.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de regering van Zuid-Sudan, de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit, de mensenrechtencommissaris voor Zuid-Sudan, de Nationale Wetgevende Vergadering van Zuid-Sudan, de instellingen van de Afrikaanse Unie, de covoorzitters van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU en de secretaris-generaal van de VN.