Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B8-0414/2017Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B8-0414/2017

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de zaak van de Azerbeidzjaanse journalist Afgan Mukhtarli

14.6.2017 - (2017/2722(RSP))

ingediend overeenkomstig artikel 135, lid 5, en artikel 123, lid 4, van het Reglement
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de fracties:
ECR (B8-0414/2017)
Verts/ALE (B8-0415/2017)
S&D (B8-0416/2017)
ALDE (B8-0417/2017)
GUE/NGL (B8-0418/2017)
PPE (B8-0420/2017)

Cristian Dan Preda, Željana Zovko, Sandra Kalniete, Elmar Brok, Mairead McGuinness, Brian Hayes, Lefteris Christoforou, József Nagy, Marijana Petir, Ivan Štefanec, Milan Zver, Dubravka Šuica, Pavel Svoboda, Tunne Kelam, Patricija Šulin, Krzysztof Hetman, Jarosław Wałęsa, Sven Schulze, Tomáš Zdechovský, Ivana Maletić, Claude Rolin, Romana Tomc, László Tőkés, Bogdan Brunon Wenta, Eduard Kukan, Csaba Sógor, Adam Szejnfeld, Luděk Niedermayer, Giovanni La Via, Elisabetta Gardini, Michaela Šojdrová, Jiří Pospíšil, Jaromír Štětina, Bogdan Andrzej Zdrojewski, Deirdre Clune, Elżbieta Katarzyna Łukacijewska, Laima Liucija Andrikienė, Roberta Metsola, Stanislav Polčák, Jeroen Lenaers, Andrey Kovatchev, Julia Pitera namens de PPE-Fractie
Elena Valenciano, Victor Boştinaru, Soraya Post, Ana Gomes namens de S&D-Fractie
Charles Tannock, Karol Karski, Branislav Škripek, Ruža Tomašić, Monica Macovei namens de ECR-Fractie
Petras Auštrevičius, Izaskun Bilbao Barandica, Johannes Cornelis van Baalen, Beatriz Becerra Basterrechea, Dita Charanzová, Gérard Deprez, María Teresa Giménez Barbat, Martina Dlabajová, Marian Harkin, Ivan Jakovčić, Louis Michel, Javier Nart, Urmas Paet, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Jozo Radoš, Frédérique Ries, Marietje Schaake, Jasenko Selimovic, Pavel Telička, Paavo Väyrynen, Ramon Tremosa i Balcells, Cecilia Wikström, Patricia Lalonde, Valentinas Mazuronis namens de ALDE-Fractie
Marie-Christine Vergiat, Merja Kyllönen, Miguel Urbán Crespo, Tania González Peñas, Estefanía Torres Martínez, Xabier Benito Ziluaga, Lola Sánchez Caldentey namens de GUE/NGL-Fractie
Heidi Hautala, Rebecca Harms, Ulrike Lunacek, Indrek Tarand, Bronis Ropė, Igor Šoltes, Bodil Valero, Jordi Solé namens de Verts/ALE-Fractie
Ignazio Corrao, Fabio Massimo Castaldo, Isabella Adinolfi namens de EFDD-Fractie

Procedure : 2017/2722(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B8-0414/2017
Ingediende teksten :
RC-B8-0414/2017
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over de zaak van de Azerbeidzjaanse journalist Afgan Mukhtarli

(2017/2722(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn eerdere resoluties over Azerbeidzjan, met name die over de mensenrechtensituatie en de rechtsstaat,

–  gezien de band tussen de EU en Azerbeidzjan, die in 1999 tot stand kwam in de vorm van een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (PSO), de oprichting van het Oostelijk Partnerschap en de deelname van Azerbeidzjan in de Parlementaire Vergadering Euronest,

–  gezien het besluit van de Milli Majlis van de Republiek Azerbeidzjan van 30 september 2016 tot intrekking van zijn eerdere besluit - van 14 september 2015 - houdende beëindiging van het lidmaatschap en participatie van het land in de Parlementaire Vergadering Euronest,

–  gezien het op 14 november 2016 aan de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV/VV) gegeven mandaat om namens de EU en haar lidstaten onderhandelingen te voeren over een alomvattende overeenkomst met de Republiek Azerbeidzjan, alsook gezien de start van de onderhandelingen over de hierboven bedoelde overeenkomst op 7 februari 2017,

–  gezien het bezoek van de president van Azerbeidzjan, Ilham Aliyev, aan Brussel op 6 februari 2017,

–  gezien het recente bezoek van een delegatie van de Commissie buitenlandse zaken aan Azerbeidzjan op 22 mei 2017,

–  gezien het Internationaal Verdrag van de VN inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijningen,

–  gezien het rapport "Freedom of the World 2017" van Freedom House, waarin de pers en het internet in Azerbeidzjan als "niet vrij", respectievelijk "gedeeltelijk vrij" worden gekwalificeerd,

–  gezien de verklaring van de HV/VV over de veroordeling van Mehman Huseynov in Azerbeidzjan op 7 maart 2017,

–  gezien de associatieovereenkomst/de diepe en brede vrijhandelsruimte (AA/DCFTA) tussen de EU en Georgië, die op 1 juli 2016 in werking is getreden,

–  gezien de eerdere verklaringen van de commissaris voor mensenrechten van de Raad van Europa, Nils Muiznieks, over de vervolging van journalisten, organisaties van het maatschappelijk middenveld, mensenrechtenactivisten en leden van de oppositie in Azerbeidzjan,

–  gezien de verklaring van de directeur van ODIHR van de OVSE, Michael Georg Link, over de vermeende ontvoering en mishandeling tijdens zijn detentie van de Azerbeidzjaanse journalist en mensenrechtenactivist Afgan Mukhtarli van 8 juni 2017,

–  gezien de verklaring van de woordvoerder van de HV/VV over de "illegale detentie van Azerbeidzjaanse staatsburgers die in Georgië wonen",

–  gezien artikel 135, lid 5, en artikel 123, lid 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat Afgan Mukhtarli, een Azerbeidzjaanse onderzoeksjournalist in ballingschap, die in 2015 naar Tbilisi verhuisde, daar op 29 mei 2017 verdween en een paar uur later weer boven water kwam in Baku;

B.  overwegende dat Afgan Mukhtarli volgens zijn advocaat opgepakt werd door niet-geïdentificeerde mannen die naar verluidt Georgische politie-uniformen droegen, in een auto geduwd, geslagen en naar de grens met Azerbeidzjan overgebracht werd, waar naar verluidt een bedrag van 10 000 EUR in zijn kleding werd verstopt;

C.  overwegende dat Afgan Mukhtarli nu vervolgd wordt wegens het illegaal oversteken van de grens, smokkel en verzet tegen de politie; overwegende dat hij hiervoor tot een gevangenisstraf van meerdere jaren veroordeeld kan worden, en verder overwegende dat een rechtbank hem op 31 mei 2017 tot drie maanden detentie in afwachting van de behandeling van zijn zaak heeft veroordeeld;

D.  overwegende dat Afgan Mukhtarli voor meerdere onafhankelijke media heeft gewerkt, waaronder Radio Free Europe / Radio Liberty, en bekend is om zijn kritische journalistieke houding ten opzichte van de Azerbeidzjaanse autoriteiten; overwegende dat hij voor ballingschap in Georgië had gekozen om aan vergeldingsmaatregelen van de Azerbeidzjaanse autoriteiten vanwege zijn werk te ontkomen;

E.  overwegende dat Georgië partij is bij het Europees mensenrechtenverdrag en derhalve de plicht heeft de veiligheid van op zijn grondgebied verblijvende Azerbeidzjaanse staatsburgers te waarborgen en de gedwongen terugkeer naar hun land te verhinderen; overwegende dat het land echter steeds vaker weigert de verblijfsvergunning van de personen in kwestie te verlengen;

F.  overwegende dat de president van Georgië, Giorgi Margvelashvili, heeft verklaard dat de ontvoering van Afgan Mukhtarli een "ernstige uitdaging" voor de (Georgische) staat en soevereiniteit vormt;

G.  overwegende dat het Georgische Ministerie van Binnenlandse Zaken uit hoofde van artikel 143 (onwettige detentie) van het wetboek van strafrecht een onderzoek naar het geval-Afgan Mukhtarli is gestart en over dit dossier contact met zijn Azerbeidzjaanse tegenhanger heeft opgenomen;

H.  overwegende dat de mensenrechtensituatie in Azerbeidzjan in het algemeen de afgelopen jaren aanleiding is geweest tot grote bezorgdheid, in het bijzonder vanwege de voortdurende intimidatie en onderdrukking, de vervolging, foltering, reisverboden en beperkingen van de bewegingsvrijheid van leiders van ngo's, mensenrechtenactivisten, leden van de oppositie, journalisten en andere vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld;

I.  overwegende dat het Hof van Beroep in Baku op 17 mei 2017 om de terugzending naar Azerbeidzjan heeft gevraagd van Leyla en Arif Yunus, die politiek asiel gekregen hebben in Nederland, met het oog op een nieuwe rechtszaak;

J.  overwegende dat de arrondissementsrechtbank in Sabail op 12 mei 2017, naar aanleiding van een verzoek van het Ministerie van Vervoer, Communicatie en Technologieën, het besluit heeft bekrachtigd om vijf media te verbieden, waaronder de Azerbeidzjaanse tak van Radio Free Europe / Radio Liberty, Azadliq.infor, Meydan TV en de satellietzenders Turan TV en Azerbaijani Saadi;

K.  overwegende dat het herstel van de betrekkingen tussen de Milli Majlis van de Republiek Azerbeidzjan en het Europees Parlement, en het herstelde lidmaatschap van en de participatie in de Parlementaire Vergadering Euronest en haar activiteiten, nuttig zijn gebleken;

L.  overwegende dat de EU en Azerbeidzjan op 7 februari 2017 onderhandelingen zijn gestart over een nieuwe overeenkomst die voortbouwt op de beginselen zoals bekrachtigd in de toetsing in 2015 van het Europees Nabuurschapsbeleid, en die een nieuwe grondslag vormt voor politieke dialoog en samenwerking tussen de EU en Azerbeidzjan;

1.  veroordeelt in krachtige bewoordingen de ontvoering van Afgan Mukhtarli in Tbilisi, alsook zijn willekeurige detentie daarna in Baku; beschouwt dit als een ernstige schending van mensenrechten, en veroordeelt deze grove inbreuk op het recht;

2.  verzoekt de Georgische autoriteiten met klem snel een diepgaand, transparant en doeltreffend onderzoek naar de gedwongen verdwijning van Afgan Mukhtarli in Georgië en zijn illegale overbrenging naar Azerbeidzjan te initiëren, en de daders voor het gerecht te brengen;

3.  acht het van het grootste belang dat de Georgische autoriteiten al het mogelijke ondernemen om voor volledige duidelijkheid te zorgen in verband met het vermoeden van betrokkenheid van Georgische agenten bij de gedwongen verdwijning;

4.  herinnert eraan dat het de verantwoordelijkheid van de Georgische autoriteiten is om alle staatsburgers van derde landen die in Georgië wonen of politiek asiel aanvragen, en/of in hun land van herkomst vervolgd dreigen te worden wegens hun inzet voor mensenrechten of politieke activiteiten, te beschermen; herinnert in dit verband aan artikel 3 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, dat door Georgië ondertekend is;

5.  veroordeelt met klem de vervolging van Afgan Mukhtarli op grond van fake beschuldigingen, en herhaalt dat hij geviseerd wordt vanwege zijn werk als onafhankelijke journalist;

6.  vraagt de Azerbeidzjaanse autoriteiten alle beschuldigingen tegen Afgan Mukhtarli onmiddellijk en onvoorwaardelijk te laten vallen en hem, alsook iedereen die vastzit vanwege de uitoefening van hun grondrechten, waaronder het recht van vrije meningsuiting, vrij te laten; vraagt de Georgische autoriteiten in het dossier-Afgan Mukhtarli al het nodige te doen vis-à-vis de autoriteiten van Azerbeidzjan om hem in de gelegenheid te stellen zich weer bij zijn familie te voegen;

7.  vindt het uitermate zorgwekkend dat de zaak-Afgan Mukhtarli een zoveelste voorbeeld is van een situatie waarin de Azerbeidzjaanse autoriteiten critici in ballingschap, alsook hun familieleden in Azerbeidzjan zelf, intimideren en vervolgen; herinnert aan de eerdere gevallen waarin internationale arrestatiebevelen werden uitgevaardigd tegen Azerbeidzjaanse staatsburgers in ballingschap die zich kritisch over de autoriteiten uitlieten;

8.  dringt aan op een onmiddellijk, volledig, transparant, geloofwaardig en onpartijdig onderzoek naar de dood - op 28 april 2017 tijdens zijn detentie door de autoriteiten van Azerbeidzjan - van de Azerbeidzjaanse blogger en activist Mehman Galandarov, wiens lichaam ook niet aan zijn familie is teruggegeven;

9.  dringt aan op de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating uit de gevangenis van alle politieke gevangenen, waaronder journalisten, mensenrechtenactivisten en andere vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, in het bijzonder Afgan Mukhtarli, Ilkin Rustamzadeh, Rashad Ramazanov, Seymur Hazi, Giyas Ibrahimov, Mehman Huseynov, Bayram Mammadov, Ilgar Mammadov, Araz Guliyev, Tofig Hasanli, Ilgiz Qahramanov, Afgan Sadygov en anderen, waaronder, maar niet uitsluitend, diegenen die genoemd worden in de desbetreffende uitspraken van het Europees Hof voor de rechten van de mens, en dringt erop aan alle aanklachten tegen hen te laten vallen, alsook op het volledige herstel van hun politieke en burgerrechten, en vindt dat dit ook moet gelden voor eerder gevangen genomen en inmiddels vrijgelaten politieke gevangenen zoals Intigam Aliyev, Khadija Ismayilova en anderen;

10.  vraagt de Azerbeidzjaanse autoriteiten de lopende vervolging van Leyla en Arif Yunus te stoppen, en wijst Interpol erop dat deze zaak ingegeven is door politieke overwegingen;

11.  herhaalt zijn dringende oproep aan de Azerbeidzjaanse autoriteiten een eind te maken aan de praktijk van de selectieve strafvervolging en gevangenneming van journalisten, mensenrechtenactivisten en anderen die de regering bekritiseren, en te waarborgen dat alle personen in detentie, met inbegrip van journalisten, politieke activisten en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, een eerlijk proces krijgen;

12.  vraagt de Azerbeidzjaanse autoriteiten met klem ervoor te zorgen dat onafhankelijke groeperingen van het maatschappelijk middenveld en activisten ongehinderd en zonder angst voor vervolging kunnen werken, waaronder middels het intrekken van de wetten die het maatschappelijk middenveld ernstig beperken, het deblokkeren van de bankrekeningen van ngo's en hun leiders, en het toestaan van buitenlandse financiering;

13.  dringt er bij de regering van Azerbeidzjan op aan zich volledig aan alle uitspraken van het Europees Hof voor de rechten van de mens te houden, en ten volle samen te werken met de Commissie van Venetië van de Raad van Europa en zijn commissaris voor mensenrechten, en uitvoering te geven aan hun aanbevelingen, alsook aan de speciale procedures van de VN met betrekking tot mensenrechtenactivisten, het recht op vrijheid van vereniging en vreedzame vergadering, vrijheid van meningsuiting en willekeurige detentie, met als doel haar wetgeving te herzien en haar werkwijze aan te passen in volledige overeenstemming met de conclusies van de deskundigen;

14.  juicht het toe dat Azerbeidzjan in 2015 en 2016 meerdere bekende mensenrechtenactivisten, journalisten en activisten heeft vrijgelaten;

15.  onderstreept het belang van een goed politiek klimaat tussen de regering, de oppositie en het maatschappelijk middenveld;

16.  onderstreept het belang van de nieuwe partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en Azerbeidzjan; beklemtoont dat democratische hervormingen, de rechtsstaat, goed bestuur en eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden bij de nieuwe overeenkomst leidend moeten zijn; wijst erop dat het de situatie gedurende het hele proces van onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst nauw zal volgen alvorens te besluiten er al dan niet mee in te stemmen;

17.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Europese Dienst voor extern optreden, de Europese Raad, de Commissie, de presidenten, regeringen en parlementen van Azerbeidzjan en Georgië, de Raad van Europa, de OVSE en de VN-Mensenrechtenraad.