GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de Filipijnen
18.4.2018 - (2018/2662(RSP))
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de fracties:
PPE (B8‑0198/2018)
S&D (B8‑0202/2018)
ECR (B8‑0203/2018)
ALDE (B8‑0205/2018)
Verts/ALE (B8‑0206/2018)
GUE/NGL (B8‑0208/2018)
Cristian Dan Preda, Tomáš Zdechovský, Patricija Šulin, Francis Zammit Dimech, Milan Zver, Csaba Sógor, Mairead McGuinness, Romana Tomc, Ivan Štefanec, Eduard Kukan, Elisabetta Gardini, Giovanni La Via, Adam Szejnfeld, Michaela Šojdrová, Tunne Kelam, Bogdan Andrzej Zdrojewski, David McAllister, Lars Adaktusson, Krzysztof Hetman, Željana Zovko, Bogdan Brunon Wenta, Sandra Kalniete, Elmar Brok, Dubravka Šuica, Pavel Svoboda, Ivana Maletić, Laima Liucija Andrikienė, Seán Kelly, Deirdre Clune, Andrey Kovatchev, Julia Pitera, Marijana Petir, Inese Vaidere, László Tőkés, Stanislav Polčák, Jiří Pospíšil namens de PPE-Fractie
Elena Valenciano, Victor Boştinaru, Soraya Post, Neena Gill namens de S&D-Fractie
Charles Tannock, Notis Marias, Valdemar Tomaševski, Branislav Škripek, Pirkko Ruohonen-Lerner, Raffaele Fitto, Ruža Tomašić, Monica Macovei, Anna Elżbieta Fotyga namens de ECR-Fractie
Urmas Paet, Nedzhmi Ali, Petras Auštrevičius, Beatriz Becerra Basterrechea, Izaskun Bilbao Barandica, Dita Charanzová, Gérard Deprez, Martina Dlabajová, María Teresa Giménez Barbat, Nathalie Griesbeck, Marian Harkin, Filiz Hyusmenova, Ivan Jakovčić, Petr Ježek, Ilhan Kyuchyuk, Patricia Lalonde, Valentinas Mazuronis, Louis Michel, Javier Nart, Maite Pagazaurtundúa Ruiz, Jozo Radoš, Marietje Schaake, Jasenko Selimovic, Ramon Tremosa i Balcells, Ivo Vajgl, Johannes Cornelis van Baalen, Hilde Vautmans namens de ALDE-Fractie
Barbara Lochbihler, Ernest Urtasun, Jakop Dalunde, Davor Škrlec, Heidi Hautala, Igor Šoltes namens de Verts/ALE-Fractie
Miguel Urbán Crespo, Anne-Marie Mineur, Merja Kyllönen, Patrick Le Hyaric, Tania González Peñas, Dimitrios Papadimoulis, Xabier Benito Ziluaga, Estefanía Torres Martínez, Malin Björk, Stelios Kouloglou, Barbara Spinelli, Marie-Christine Vergiat namens de GUE/NGL-Fractie
Fabio Massimo Castaldo, Ignazio Corrao namens de EFDD-Fractie
Resolutie van het Europees Parlement over de Filipijnen
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over de situatie in de Filipijnen, met name die van 15 september 2016[1] en 16 maart 2017[2],
– gezien de verklaring van 16 maart 2018 van de woordvoerder van de EDEO over de Filipijnen en het Internationaal Strafhof,
– gezien de verklaringen van de EU-delegatie en de woordvoerder van de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV),
– gezien de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie (EU) en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek der Filipijnen, anderzijds,
– gezien het gezamenlijke werkdocument van de diensten van de Commissie van 19 januari 2018 over de beoordeling van de Filipijnen in het kader van de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur (SAP+) over de periode 2016-2017 (SWD(2018)0032),
– gezien de verklaringen van de Hoge Commissaris van de VN voor de rechten van de mens, Zeid Ra'ad Al Hussein, over de beschuldigingen van de regering van de Filipijnen dat de speciaal rapporteur van de VN voor de rechten van inheemse volken en andere mensenrechtenactivisten betrokken zouden zijn bij terroristische activiteiten,
– gezien de resultaten van de ASEAN-EU-top ter gelegenheid van de viering van de 40e verjaardag van de dialoog tussen de ASEAN en de EU, en gezien het actieplan ASEAN-EU (2018-2022),
– gezien de verklaring van de voorzitter van de Subcommissie mensenrechten (DROI) van het Europees Parlement van 23 februari 2018, waarin hij het onaanvaardbaar noemt dat senator De Lima zonder aanklacht gevangen wordt gehouden,
– gezien de diplomatieke betrekkingen tussen de Filipijnen en de EU (voorheen de Europese Economische Gemeenschap (EEG)), die zijn aangegaan op 12 mei 1964 met de benoeming van de ambassadeur van de Filipijnen voor de EEG,
– gezien de status van de Filipijnen als stichtend lid van de Associatie van Zuidoost-Aziatische staten (ASEAN),
– gezien het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind,
– gezien het Internationaal Verdrag van de VN inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijningen,
– gezien de EU-richtsnoeren inzake mensenrechten,
– gezien het statuut van Rome,
– gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948,
– gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (ICCPR),
– gezien artikel 135, lid 5, en artikel 123, lid 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de Filipijnen en de EU reeds lang diplomatieke, economische, culturele en politieke betrekkingen onderhouden; overwegende dat de Europese Unie en de Filipijnen met de ratificatie van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst bekrachtigd hebben dat zij zich committeren aan de beginselen van goed bestuur, democratie, rechtsstatelijkheid, mensenrechten, aan de bevordering van sociale en economische ontwikkeling, alsook aan de vrede en veiligheid in de regio;
B. overwegende dat er in de Filipijnen volgens de berichten sinds 1 juli 2016 circa 12 000 mensen, waaronder vrouwen en kinderen, gedood zijn in het kader van een lopende campagne tegen verdovende middelen die internationaal de "oorlog tegen drugs" van president Duterte genoemd wordt; overwegende dat president Duterte heeft verklaard zijn antidrugscampagne voort te zullen zetten tot het einde van zijn ambtstermijn in 2022; overwegende dat de EU zich ernstig zorgen blijft maken over het hoge aantal mensen die in het kader van de campagne tegen illegale drugs in de Filipijnen worden gedood;
C. overwegende dat de speciaal rapporteur van de VN voor inheemse volken, de Filipijnse Victoria Tauli-Corpuz, beschuldigd is van terrorisme en samen met 600 anderen, waaronder leiders van inheemse volken en mensenrechtenactivisten, in maart 2018 door de Filipijnse regering op een lijst van terroristische organisaties is geplaatst; overwegende dat VN-deskundigen wettelijke immuniteit genieten; overwegende dat de beschuldigingen tegen mevrouw Tauli-Corpuz zijn geuit nadat zij de aanvallen van het leger op de autochtone Lumad-bevolking in Mindanao had veroordeeld; overwegende dat mevrouw Tauli-Corpuz erop heeft gewezen dat autochtonen die hun eigendom op vreedzame wijze verdedigen gepest, gefolterd en gearresteerd worden;
D. overwegende dat senator Leila De Lima, een mensenrechtenactiviste en de meest vooraanstaande critica van de antidrugscampagne van president Duterte op 19 september 2016 uit haar ambt van voorzitter van de senaatscommissie voor Justitie en Mensenrechten werd ontzet en op 23 februari 2017 werd gearresteerd; overwegende dat senator De Lima het onderzoek leidde naar de buitengerechtelijke executies in Davao toen president Duterte burgemeester was van die stad; overwegende dat serieus gevreesd wordt dat de vergrijpen waarvoor senator De Lima wordt aangeklaagd vrijwel geheel in scène gezet en politiek gemotiveerd zijn;
E. overwegende dat het feit dat de Filipijnse autoriteiten het gemunt hebben op inheemse volken een ernstig punt van zorg is; overwegende dat de VN eind december de alarmbel luidde over de massale schendingen van de mensenrechten van de Lumads op het Filipijnse eiland Mindanao; overwegende dat VN-deskundigen schatten dat er sinds oktober 2017 minstens 2 500 Lumads uit hun woonplaats verdreven zijn; overwegende dat gevreesd wordt dat sommige van deze aanvallen het gevolg zijn van de ongegronde verdenking dat de Lumads betrekkingen onderhouden met terreurgroepen of van hun verzet tegen mijnbouwactiviteiten op voorouderlijk land;
F. overwegende dat de Filipijnen het Statuut van Rome op 28 december 2000 hebben ondertekend en op 30 augustus 2011 hebben geratificeerd; overwegende dat de procureur-generaal van het Internationaal Strafhof een preliminair onderzoek heeft geopend naar de situatie in de Filipijnen, waarin de misdrijven zullen worden geanalyseerd die sinds ten minste 1 juli 2016 in het land bedreven zouden zijn in de context van de door de regering van de Filipijnen gelanceerde campagne tegen drugs;
G. overwegende dat het Internationaal Strafhof op 19 maart 2018 door de VN in kennis werd gesteld van het feit dat de Filipijnen op 17 maart 2018 een schriftelijke kennisgeving van terugtrekking uit het Statuut van Rome hadden neergelegd;
H. overwegende dat het Huis van Afgevaardigden op 7 maart 2017 een wet heeft aangenomen tot herinvoering van de doodstraf; overwegende dat die wet nog door de senaat moet worden goedgekeurd voordat de president er kracht van wet aan kan geven; overwegende dat president Duterte actief campagne heeft gevoerd voor de herinvoering van de doodstraf; overwegende dat herinvoering van de doodstraf een flagrante schending zou betekenen van het tweede facultatieve protocol bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (ICCPR), waarbij de Filipijnen sinds 2007 partij zijn;
I. overwegende dat de Filipijnen op de corruptieranglijst van Transparency International van 180 landen de 111e plaats bekleden;
J. overwegende dat de ruimte voor het maatschappelijk middenveld steeds kleiner wordt; overwegende dat mensenrechtenactivisten in de Filipijnen volgens de berichten te maken hebben met een steeds vijandiger klimaat; overwegende dat president Duterte verklaringen heeft afgelegd waarin hij de politie aanmoedigt om aanvallen uit te voeren op mensenrechtengroeperingen en -advocaten;
K. overwegende dat personen die alleen maar openbare uitspraken doen tegen de buitengerechtelijke executies het risico lopen de Filipijnen niet meer binnen te mogen komen;
L. overwegende dat president Duterte een aantal geringschattende en vernederende uitspraken heeft gedaan over vrouwen, verkrachting herhaaldelijk heeft goedgepraat en ertoe heeft opgeroepen vrouwen dood te schieten;
M. overwegende dat mensenrechtenverdedigers, journalisten en activisten doorlopend geconfronteerd worden met bedreiging, intimidatie, pesterij en geweld wanneer zij proberen buitengerechtelijke executies en andere mensenrechtenschendingen in de Filipijnen in de openbaarheid te brengen; overwegende dat de LGTBI-gemeenschap voortdurend gepest wordt;
N. overwegende dat de Filipijnen een land is dat in aanmerking komt voor het Stelsel van Algemene Preferenties + (SAP +) van de Europese Unie;
O. overwegende dat in de tussen de Filipijnen en de EU gesloten partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst wordt gepleit voor de oprichting van een zinvolle mensenrechtendialoog in de vorm van een werkgroep voor de rechten van de mens;
1. verzoekt de regering van de Filipijnen onmiddellijk een eind te maken aan de buitengerechtelijke executies die onder het mom van een "oorlog tegen drugs" worden uitgevoerd; veroordeelt ten stelligste het hoge aantal buitengerechtelijke executies door de strijdkrachten en burgerwachtgroeperingen in het kader van de antidrugscampagne; betuigt zijn medeleven met de nabestaanden van de slachtoffers; toont zich ernstig bezorgd over geloofwaardige berichten die erop wijzen dat de Filipijnse politie bewijs vervalst om buitengerechtelijke executies te rechtvaardigden, en dat voornamelijk arme stedelingen daarvan het doelwit zijn;
2. neemt nota van de recente initiatieven van de regering om een meer uniforme en geïntegreerde aanpak tegen drugs tot stand te brengen die gebaseerd is op wetshandhaving, gerechtigheid, rechtshulp en rehabilitatie en integratie; is ingenomen met Resolutie 516 van de Filipijnse senaat van 25 september 2017 waarin de autoriteiten worden opgeroepen de nodige stappen te ondernemen om een eind te maken aan het ongebreideld doden van burgers, en met name van kinderen; verzoekt de regering de bestrijding van drugsmokkelnetwerken en grote drugsbaronnen prioriteit te geven boven de jacht op kleine gebruikers; benadrukt dat de autoriteiten van de Filipijnen bij hun strijd tegen illegale drugs de nadruk moeten leggen op de volksgezondheid en zich volledig moeten houden aan de regels inzake een eerlijke rechtsbedeling, in overeenstemming met het nationaal en internationaal recht; verzoekt de regering specifiek geweldloos beleid vast te stellen;
3. verzoekt de autoriteiten volledig mee te werken aan de speciale VN-procedures; verzoekt de autoriteiten van de Filipijnen om onmiddellijk onpartijdig en zinvol onderzoek naar deze buitengerechtelijke executies in te stellen en om alle daders te vervolgen en te berechten; verzoekt de EU en haar lidstaten steun te geven aan een door de Verenigde Naties geleid onderzoek naar de executies in de Filipijnen, en verlangt dat degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn worden berecht;
4. herhaalt zijn verzoek aan de autoriteiten van de Filipijnen om senator Leila De Lima vrij te laten en haar passende veiligheids- en gezondheidsomstandigheden te bieden zolang zij nog gevangen zit; herhaalt eveneens zijn verzoek aan de autoriteiten om haar een eerlijk proces te geven en alle politiek gemotiveerde aanklachten tegen haar te laten vallen; dringt erop aan dat de EU de zaak tegen senator De Lima op de voet blijft volgen;
5. verzoekt de Filipijnse autoriteiten mensenrechtenactivisten van de terrorismelijst te halen, alle aanklachten tegen hen te laten vallen en hun toe te staan hun activiteiten ongestoord uit te voeren; herinnert de Filipijnse autoriteiten eraan dat mevrouw Victoria Tauli-Corpuz immuniteit geniet krachtens het Verdrag inzake de voorrechten en immuniteiten van de Verenigde Naties van 1946;
6. is ingenomen met het initiatief van het Internationaal Strafhof om een onderzoek in te stellen naar de misdrijven tegen de menselijkheid die zouden zijn gepleegd bij de executies in het kader van de "oorlog tegen drugs"; verzoekt de Filipijnse regering haar volledige medewerking te geven aan de procureur-generaal van het Internationaal Strafhof bij diens preliminaire onderzoek naar de situatie in de Filipijnen; betreurt ten zeerste dat de regering van de Filipijnen besloten heeft haar terugtrekking uit het Statuut van Rome in gang te zetten; verzoekt de regering op dat besluit terug te komen;
7. is ernstig gealarmeerd over het besluit van het Huis van Afgevaardigden tot herinvoering van de doodstraf; verzoekt de autoriteiten van de Filipijnen om onmiddellijke beëindiging van de lopende procedures met het oog op de herinvoering van de doodstraf; herinnert eraan dat de EU de doodstraf beschouwt als een wrede en onmenselijke bestraffing die geen afschrikking vormt voor crimineel gedrag; verzoekt de regering van de Filipijnen af te zien van verlaging van de minimumleeftijd voor strafrechtelijke aansprakelijkheid;
8. is bezorgd over het stijgende corruptieniveau onder het huidige Filipijnse bewind; verzoekt de Filipijnse autoriteiten zich meer in te spannen om corruptie effectief aan te pakken; benadrukt in dit verband het belang van naleving van de grondbeginselen van democratie en rechtsstatelijkheid;
9. veroordeelt alle vormen van bedreiging, intimidatie, pesterij en geweld tegen degenen die proberen buitengerechtelijke executies en andere mensenrechtenschendingen in de Filipijnen in de openbaarheid te brengen, zoals mensenrechtenbeschermers, journalisten en activisten; verzoekt de regering van de Filipijnen met klem te waarborgen dat mensenrechtenbeschermers, journalisten en activisten hun werk kunnen doen in een stimulerende omgeving en zonder represailles te hoeven vrezen;
10. verzoekt de Filipijnen niet langer personen uit het land te weren die beschouwd worden als critici van het beleid van president Duterte;
11. verzoekt de Filipijnen te voldoen aan de uit het internationaal recht voortvloeiende verplichting om de mensenrechten van inheemse volken te beschermen, ook in het kader van gewapende conflicten;
12. veroordeelt elke vorm van geweld tegen vrouwen en herinnert eraan dat dit geweld een ernstige schending van de mensenrechten en van de waardigheid van vrouwen en meisjes betekent; veroordeelt met klem de neerbuigende en vrouwonvriendelijke uitspraken van president Duterte over vrouwelijke strijders; herinnert de president eraan dat het aanzetten van staatstroepen tot seksueel geweld bij gewapende conflicten in strijd is met het internationaal humanitair recht; verzoekt de president vrouwen met respect te behandelen en zich te onthouden van het aanzetten tot geweld tegen vrouwen;
13. moedigt de EU en haar lidstaten aan te overwegen om een verzoek in te dienen het Filipijnse lidmaatschap van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties te schrappen voordat het huidige lidmaatschap van het land afloopt (eind 2018);
14. herinnert de autoriteiten van de Filipijnen aan hun verplichtingen uit hoofde van het internationaal recht, de SAP+-regeling en de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, met name met betrekking tot de mensenrechten en de consequenties van niet-naleving van de desbetreffende bepalingen; benadrukt dat de voortuitgang bij de tenuitvoerlegging van de SAP+-regeling weliswaar zeer positief is, maar dat er nog steeds ernstigere zorg bestaat omtrent mensenrechtenschendingen in verband met de oorlog tegen drugs; herinnert in dit verband aan zijn eerdere resolutie over de Filipijnen van 16 maart 2017 en verzoekt de Commissie en de Dienst voor Extern Optreden alle mogelijke middelen, met inbegrip van die van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, aan te wenden om de Filipijnen ertoe over te halen een einde te maken aan de buitengerechtelijke executies in verband met de antidrugscampagne en om, als er geen duidelijke veranderingen plaatsvinden, de procedurele stappen te initiëren die kunnen leiden tot de tijdelijke intrekking van de SAP+-preferenties; verzoekt de EU alle haar ter beschikking staande instrumenten in te zetten om de regering van de Filipijnen te helpen bij het eerbiedigen van haar internationale mensenrechtenverplichtingen;
15. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de president, de regering en het parlement van de Filipijnen, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor mensenrechten, en de regeringen van de ASEAN-lidstaten.
- [1] Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0349.
- [2] Aangenomen teksten, P8_TA(2017)0088.