Gezamenlijke ontwerpresolutie - RC-B8-0225/2018Gezamenlijke ontwerpresolutie
RC-B8-0225/2018

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de verkiezingen in Venezuela

2.5.2018 - (2018/2695(RSP))

ingediend overeenkomstig artikel 123, leden 2 en 4, van het Reglement
ter vervanging van de ontwerpresoluties ingediend door de fracties:
PPE, ECR, ALDE (B8‑0225/2018)
S&D (B8‑0226/2018)

Esteban González Pons, Luis de Grandes Pascual, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Cristian Dan Preda, David McAllister, Ivan Štefanec, Lorenzo Cesa, Tunne Kelam, Jaromír Štětina namens de PPE-Fractie
Francisco Assis, Ramón Jáuregui Atondo namens de S&D-Fractie
Charles Tannock, Raffaele Fitto, Monica Macovei, Ruža Tomašić, Valdemar Tomaševski namens de ECR-Fractie
Javier Nart, Beatriz Becerra Basterrechea namens de ALDE-Fractie

Procedure : 2018/2695(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
RC-B8-0225/2018
Ingediende teksten :
RC-B8-0225/2018
Debatten :
Aangenomen teksten :

Resolutie van het Europees Parlement over de verkiezingen in Venezuela

(2018/2695(RSP))

Het Europees Parlement,

–  gezien zijn vele resoluties over Venezuela, met name die van 27 februari 2014 over de situatie in Venezuela[1], die van 18 december 2014 over de vervolging van de democratische oppositie in Venezuela[2], en die van 12 maart 2015[3], 8 juni 2016[4], 27 april 2017[5] en 8 februari 2018[6] over de situatie in Venezuela,

–  gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948,

–  gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten,

–  gezien het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof,

–  gezien de verklaringen van "El Grupo de Lima" van 23 januari 2018 en 14 februari 2018,

–  gezien de conclusies van de Raad van 13 november 2017 en 22 januari 2018,

–  gezien de verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) van 26 januari 2018 over de laatste ontwikkelingen in Venezuela,

–  gezien de verklaring van 8 februari 2018 van de procureur-generaal van het Internationaal Strafhof, mevrouw Fatou Bensouda,

–  gezien de verklaring van de VV/HV van 19 april 2018 over de situatie in Venezuela,

–  gezien de verklaring van 20 april van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) over de verslechterende humanitaire situatie in Venezuela,

–  gezien de verklaring van zijn Coördinatiegroep democratieondersteuning en verkiezingen van 23 april 2018,

–  gezien artikel 123, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de vervroegde presidentsverkiezingen waartoe is besloten door de internationaal niet-erkende Nationale Grondwetgevende Vergadering en waaraan de Nationale Kiesraad zijn goedkeuring heeft verleend nu gehouden zullen worden op 20 mei 2018; overwegende dat de Nationale Kiesraad heeft besloten de deelname aan gelijktijdig gehouden lokale en regionale verkiezingen te beperken tot partijen die een kandidaat leveren voor de presidentsverkiezingen;

B.  overwegende dat het Venezolaanse Hooggerechtshof op 25 januari 2018 heeft besloten de Mesa de la Unidad Democrática (MUD), een coalitie van oppositiepartijen, van de presidentsverkiezingen uit te sluiten, hetgeen een ernstige inbreuk op het beginsel van rechtvaardige verkiezingen vormt, waardoor kandidaten van de oppositie niet vrij en onder gelijke voorwaarden aan de verkiezingen mogen deelnemen;

C.  overwegende dat niet aan de voorwaarden voor geloofwaardige, transparante en inclusieve verkiezingen is voldaan, zoals gebleken is bij de besprekingen in Santo Domingo, waar geen akkoord werd bereikt tussen de Venezolaanse regering en de oppositie; overwegende dat de internationale democratische organen, waaronder de Europese Unie, de uitnodiging om als waarnemer te fungeren bij een dergelijk onwettig verkiezingsproces, hebben afgeslagen;

D.  overwegende dat de Raad van de Europese Unie op 13 november 2017 heeft besloten Venezuela een wapenembargo op te leggen, alsook een embargo op aanverwant materiaal dat voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt; overwegende dat de Raad van de Europese Unie op 22 januari 2018 heeft besloten zeven Venezolaanse overheidsambtenaren sancties in de vorm van beperkende maatregelen op te leggen, zoals een reisverbod en bevriezing van tegoeden, wegens het niet eerbiedigen van de democratische beginselen;

E.  overwegende dat de recente ontwikkelingen in Venezuela tot verdere polarisatie en verslechtering van de situatie van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat leiden; overwegende dat Venezuela kampt met een ongekende politieke, economische, maatschappelijke en humanitaire crisis waarbij al veel doden zijn gevallen;

1.  is sterk gekant tegen het besluit van de internationaal niet-erkende Nationale Grondwetgevende Vergadering waaraan de Nationale Kiesraad zijn goedkeuring heeft verleend om vervroegde presidentsverkiezingen te houden, die nu gepland staan voor 20 mei 2018; verzoekt om de onmiddellijke schorsing van deze organen totdat aan de voorwaarden voor geloofwaardige, transparante en inclusieve verkiezingen is voldaan;

2.  benadrukt dat alleen verkiezingen die gebaseerd zijn op een uitvoerbare verkiezingskalender waarover overeenstemming is bereikt in het kader van de nationale dialoog met alle relevante actoren en politieke partijen, met inachtneming van gelijke, eerlijke en transparante voorwaarden voor deelname – waaronder de opheffing van het verbod op deelname voor politieke tegenstanders, de vrijlating van politieke gevangenen, een evenwichtige samenstelling van een onpartijdige Nationale Kiesraad en voldoende waarborgen, zoals toezicht door onafhankelijke internationale waarnemers – door de EU zullen worden erkend;

3.  verlangt dat er onmiddellijk verkiezingen worden uitgeschreven die aan alle internationale normen voldoen en volledig in overeenstemming zijn met de criteria van de OAS; benadrukt dat de wettige regering die na deze verkiezingen zal aantreden de huidige economische en sociale crisis in Venezuela dringend moet aanpakken en zich moet inzetten voor verzoening in het land;

4.  verzoekt zowel de regering als de oppositie onverwijld een plan voor macro-economische stabilisatie vast te stellen, samen met de internationale financiële instellingen, teneinde het hoofd te bieden aan de talrijke uitdagingen waarvoor het land zich geplaatst ziet, zoals de humanitaire crisis die wordt veroorzaakt door de hyperinflatie en het tekort aan basisgoederen en geneesmiddelen; verzoekt de Venezolaanse regering nogmaals humanitaire hulp toe te laten tot het land;

5.  verklaart dat het Europees Parlement onder de huidige omstandigheden de verkiezingen, die het gevolg zijn van deze onrechtmatige procedure, niet kan erkennen; verzoekt de Europese Unie, de OAS en "El Grupo de Lima" in dit verband de krachten te bundelen en eendrachtig op te treden;

6.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regering en Nationale Vergadering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela, de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering en de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten.

 

Laatst bijgewerkt op: 3 mei 2018
Juridische mededeling - Privacybeleid