GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Venezuela
17.7.2019 - (2019/2730(RSP))
ter vervanging van de volgende ontwerpresoluties:
B9‑0006/2019 (PPE)
B9‑0008/2019 (ECR)
B9‑0009/2019 (S&D)
B9‑0010/2019 (Renew)
Esteban González Pons, Michael Gahler, Dolors Montserrat, Leopoldo López Gil, Cláudia Monteiro de Aguiar, Antonio López‑Istúriz White, Paulo Rangel, Ivan Štefanec, Vladimír Bilčík, Pilar del Castillo Vera, Javier Zarzalejos, Francisco José Millán Mon, Antonio Tajani, Isabel Wiseler‑Lima, Daniel Caspary, Nuno Melo
namens de PPE-Fractie
Kati Piri, Javi López, Tonino Picula, Isabel Santos
namens de S&D-Fractie
Dita Charanzová, Andrus Ansip, Petras Auštrevičius, José Ramón Bauzá Díaz, Izaskun Bilbao Barandica, Jordi Cañas, Olivier Chastel, Dacian Cioloș, Martina Dlabajová, Pascal Durand, Laurence Farreng, Valter Flego, Luis Garicano, Cristian Ghinea, Klemen Grošelj, Christophe Grudler, Bernard Guetta, Irena Joveva, Pierre Karleskind, Ondřej Kovařík, Ilhan Kyuchyuk, Javier Nart, Jan‑Christoph Oetjen, Urmas Paet, Maite Pagazaurtundúa, Dragoş Pîslaru, Samira Rafaela, Frédérique Ries, María Soraya Rodríguez Ramos, Stéphane Séjourné, Michal Šimečka, Susana Solís Pérez, Nicolae Ştefănuță, Ramona Strugariu, Irène Tolleret, Dragoş Tudorache, Viktor Uspaskich, Hilde Vautmans, Marie‑Pierre Vedrenne
namens de Renew-Fractie
Anna Fotyga, Hermann Tertsch, Karol Karski, Kosma Złotowski, Jadwiga Wiśniewska, Carlo Fidanza, Nicola Procaccini, Charlie Weimers, Raffaele Stancanelli, Alexandr Vondra, Ruža Tomašić, Assita Kanko, Beata Kempa
namens de ECR-Fractie
Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Venezuela
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Venezuela, met name die van 27 februari 2014 over de situatie in Venezuela[1], van 18 december 2014 over de vervolging van de democratische oppositie in Venezuela[2], van 12 maart 2015 over de situatie in Venezuela[3], van 8 juni 2016 over de situatie in Venezuela[4], van 27 april 2017 over de situatie in Venezuela[5], van 8 februari 2018 over de situatie in Venezuela[6], van 3 mei 2018 over de verkiezingen in Venezuela[7], van 5 juli 2018 over de migratiecrisis en de humanitaire situatie in Venezuela en aan zijn landsgrenzen met Colombia en Brazilië[8], van 25 oktober 2018 over de situatie in Venezuela[9], van 31 januari 2019 over de situatie in Venezuela[10] en van 28 maart 2019 over de noodsituatie in Venezuela[11],
– gezien het verslag over Venezuela van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de VN van 4 juli 2019,
– gezien de verklaringen van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) over Venezuela van 10 januari 2019, 26 januari 2019, 24 februari 2019, 28 maart 2019, 4 april 2019, 30 april 2019, 18 juni 2019 en 16 juli 2019,
– gezien het verslag van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) over Venezolaanse migranten en vluchtelingen van 8 maart 2019,
– gezien de vierde internationale technische vergadering in het kader van het proces van Quito, gehouden te Buenos Aires op 4 en 5 juli 2019,
– gezien de verklaring van de Groep van Lima van 30 april 2019,
– gezien de verklaring van de Groep van Lima van 3 mei 2019,
– gezien de verklaring over de gezamenlijke vergadering van de internationale contactgroep en de Groep van Lima over de situatie in Venezuela van 3 juni 2019,
– gezien Besluit (GBVB) 2018/1656 van de Raad van 6 november 2018 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2017/2074 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Venezuela[12], waarmee de gerichte beperkende maatregelen die momenteel van kracht zijn worden verlengd tot 14 november 2019,
– gezien het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof,
– gezien de grondwet van Venezuela,
– gezien artikel 132, leden 2 en 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de politieke, economische, institutionele, sociale en multidimensionale humanitaire crisis tussen 2018 en 2019 aanzienlijk is verslechterd; overwegende dat een toenemend tekort aan geneesmiddelen en voedsel, massale schendingen van de mensenrechten, hyperinflatie, politieke onderdrukking, corruptie en geweld het leven van mensen in gevaar brengen, waardoor zij gedwongen worden het land te verlaten;
B. overwegende dat de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten, Michelle Bachelet, van 19 tot en met 21 juni 2019 het land bezocht heeft; overwegende dat zij er bij de feitelijke regering van Venezuela op heeft aangedrongen onmiddellijk concrete maatregelen te nemen om de ernstige schendingen van de mensenrechten in het land te beëindigen; overwegende dat tevens is erkend dat Venezuela meer dan een decennium lang een reeks wetten, beleidslijnen en praktijken heeft vastgesteld en ten uitvoer heeft gelegd die de democratische ruimte hebben beperkt, de overheidsinstellingen hebben verzwakt en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht hebben aangetast;
C. overwegende dat meer dan 7 miljoen mensen in Venezuela humanitaire bijstand nodig hebben; overwegende dat de feitelijke regering van Maduro het recht op voedsel heeft geschonden, met inbegrip van de verplichting van de staat om ervoor te zorgen dat de bevolking geen honger lijdt; overwegende dat volgens de VN 3,7 miljoen Venezolanen ondervoed zijn, wat in het bijzonder schadelijk is voor kinderen en zwangere vrouwen; overwegende dat 94 % van de bevolking onder de armoedegrens en 62 % in extreme armoede leeft; overwegende dat 70 % van de kinderen niet naar school gaat; overwegende dat sommige vrouwen gedwongen zijn geweest seks te hebben in ruil voor voedsel en herhaaldelijk te maken hebben gehad met geweld;
D. overwegende dat de gezondheidssituatie in Venezuela schrijnend is: ziekenhuizen kampen met een tekort aan personeel, voorraden, geneesmiddelen en elektriciteit, wat tussen november 2018 en februari 2019 ten minste 1 557 levens heeft geëist; overwegende dat vier van de grootste steden van Venezuela, waaronder Caracas, kampen met een tekort aan essentiële geneesmiddelen van 60 % tot 100 %; overwegende dat de moedersterfte is toegenomen en dat veel vrouwen het land hebben moeten verlaten om te bevallen;
E. overwegende dat meer dan 3,4 miljoen Venezolanen het land hebben moeten ontvluchten; overwegende dat het totale aantal Venezolanen dat gedwongen is te migreren eind 2019 meer dan 5 miljoen zal bedragen, waarmee het de op één na grootste migratie- en vluchtelingencrisis ter wereld is; overwegende dat door deze migratiestroom een grote druk is ontstaan op de buurlanden, maar ook in toenemende mate op de Europese Unie en de gebieden van haar lidstaten in de Caribische regio;
F. overwegende dat, volgens de Mensenrechtenraad van de VN, in de afgelopen anderhalf jaar tijdens veiligheidsoperaties in Venezuela bijna 7 000 personen buitengerechtelijk zijn gedood; overwegende dat de feitelijke autoriteiten in het kader van hun beleid van sociale controle gebruikmaken van de FAES (de troepen voor speciale acties van de Bolivariaanse nationale politie) en andere veiligheidstroepen; overwegende dat de families van degenen die tijdens de protesten buitengerechtelijk zijn gedood nog steeds belemmerd worden om hun recht op de waarheid, op gerechtigheid en schadevergoeding uit te oefenen;
G. overwegende dat het regime stelselmatig foltering toepast om demonstranten te intimideren en af te schrikken, wat een klimaat van terreur creëert; overwegende dat in het verslag van de Mensenrechtenraad werd vastgesteld dat veiligheids- en inlichtingendiensten, met name de SEBIN (de Bolivariaanse inlichtingendienst) en het DGCIM (het directoraat-generaal Militaire Contraspionage), routinematig gebruikmaken van dergelijke praktijken; overwegende dat politieke gevangenen in Venezuela worden gemarteld en dat velen onder hen momenteel afgezonderd worden, waardoor zij geen contact kunnen opnemen met hun advocaten of familieleden, die vrezen voor hun leven en lichamelijke integriteit;
H. overwegende dat van 22 parlementsleden, onder wie de voorzitter van de Nationale Vergadering, de parlementaire onschendbaarheid is opgeheven; overwegende dat 2 parlementsleden gevangen zitten en 16 parlementsleden bescherming hebben gezocht in ambassades, het land hebben verlaten of zijn ondergedoken;
I. overwegende dat inheemse volkeren slachtoffer zijn van geweldsmisdrijven; overwegende dat 63 leden van inheemse gemeenschappen willekeurig zijn aangehouden en gemarteld, dat er 7 zijn overleden en dat er meer dan 23 gewond zijn geraakt en naar ziekenhuizen in het buitenland moesten reizen om te worden behandeld;
J. overwegende dat mijnbouw en oliewinning, met name in afgelegen regio’s en gebieden met een rijke biodiversiteit, funest zijn voor het levensonderhoud van minderheden, zoals inheemse en zwarte gemeenschappen, die worden verdreven of het slachtoffer worden van ernstig geweld door militaire strijdkrachten, criminele bendes en gewapende groepen als zij zich tegen deze activiteiten verzetten en hun rechten opeisen;
K. overwegende dat Rafael Acosta Arévalo, een kapitein-ter-zee die is gearresteerd en gefolterd omdat hij een moordcomplot tegen Nicolás Maduro zou hebben gesmeed, op 29 juni 2019 in gevangenschap is overleden; overwegende dat de feitelijke autoriteiten zijn stoffelijk overschot elf dagen hebben verborgen voordat ze het hebben begraven, zonder de grondrechten van zijn familie en haar wens te rouwen om de overledene te eerbiedigen;
L. overwegende dat Rufo Chacón, een zestienjarige Venezolaanse jongen, op 2 juli blind is geworden nadat overheidsfunctionarissen hem tijdens een protest tegen het gebrek aan gas om te koken in het gezicht hadden geschoten;
M. overwegende dat de EU in reactie op de crisis 117,6 miljoen EUR aan noodhulp en ontwikkelingshulp heeft gemobiliseerd en samenwerkt met kwetsbare bevolkingsgroepen in Venezuela (60 % van de financiering) en zijn buurlanden (40 % van de financiering); overwegende dat de tot nu toe verzamelde steun voor het regionale vluchtelingen- en migrantenplan van de VN slechts 22 % van het gevraagde bedrag vertegenwoordigt (159 miljoen USD van de gevraagde 738 miljoen USD);
1. herhaalt zijn diepe bezorgdheid over de ernstige noodtoestand in Venezuela, die de levens van burgers ernstig in gevaar brengt;
2. spreekt nogmaals zijn volledige steun uit voor de legitieme interim-president Juan Guaidó en voor de Nationale Vergadering, het legitieme democratische orgaan van Venezuela, waarvan de bevoegdheden moeten worden hersteld en geëerbiedigd, net als de prerogatieven en de veiligheid van haar leden; veroordeelt het feit dat de parlementaire onschendbaarheid van 22 parlementsleden is opgeheven en dat twee parlementsleden gevangen zijn genomen; spreekt andermaal zijn bezorgdheid uit over het gebrek aan legitimiteit van de presidentsverkiezingen van mei 2018;
3. veroordeelt de felle repressie en het geweld, die hebben geleid tot doden en gewonden; spreekt zijn solidariteit uit met de Venezolaanse bevolking en betuigt zijn oprechte medeleven aan de familieleden en vrienden van de slachtoffers;
4. onderstreept, in overeenstemming met het verslag van de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten, Michelle Bachelet, dat Nicolás Maduro en de strijdkrachten en inlichtingendiensten van zijn onwettige regime rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor het willekeurige gebruik van geweld om het democratisch overgangsproces en het herstel van de rechtsstaat in Venezuela te onderdrukken; veroordeelt het gebruik, in alle omstandigheden, van willekeurige opsluitingen, foltering en buitengerechtelijke executies, die krachtens internationale verdragen verboden zijn, met inbegrip van de verdragen waarbij Venezuela partij is;
5. veroordeelt, in overeenstemming met het verslag van Michelle Bachelet, de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten, de gevallen van misbruik door wetshandhavingsfunctionarissen en de brutale repressie door veiligheidstroepen; dringt aan op de instelling, met de hulp van de internationale gemeenschap, van een onpartijdig en onafhankelijk nationaal mechanisme om de buitengerechtelijke executies te onderzoeken die tijdens veiligheidsoperaties werden uitgevoerd, om ervoor te zorgen dat de verantwoordelijken ter verantwoording worden geroepen en dat de families van de slachtoffers een schadevergoeding ontvangen en beschermd worden tegen intimidatie en represailles;
6. dringt er sterk op aan de beschikbaarheid en toegankelijkheid van voedsel, geneesmiddelen en gezondheidszorg te garanderen en daarbij bijzondere aandacht te schenken aan diensten voor moeder en kind; roept de feitelijke Venezolaanse autoriteiten op ervoor te zorgen dat de humanitaire hulp zonder politieke vooringenomenheid onder de gehele bevolking wordt verdeeld;
7. benadrukt de noodzaak om alle vervolging en selectieve repressie op politieke gronden te stoppen, publiekelijk te veroordelen, te bestraffen en te voorkomen; verzoekt om de vrijlating van alle personen die op arbitraire wijze van hun vrijheid zijn beroofd;
8. herinnert eraan dat de intimidatie van en aanvallen op inheemse volkeren, met inbegrip van hun leiders, moeten stoppen, en dat de autoriteiten hen moeten beschermen en alle nodige maatregelen moeten nemen om hun individuele en collectieve rechten te beschermen, met inbegrip van hun recht op land;
9. onderstreept dat grootschalige projecten voor het genereren van inkomensbronnen om de economische crisis te boven te komen moeten worden vermeden wanneer deze schadelijk zijn voor het milieu, het klimaat en het levensonderhoud van gemeenschappen in de regio; dringt aan op de onvoorwaardelijke bescherming van inheemse en zwarte gemeenschappen in afgelegen gebieden die het milieu beschermen tegen activiteiten zoals goudwinning in de Venezolaanse regio Arco Minero del Orinoco;
10. vestigt de aandacht op de steeds ernstiger migratiecrisis in de gehele regio en prijst de inspanningen en de solidariteit van de buurlanden, in het bijzonder Colombia, Ecuador en Peru; verzoekt de Commissie met deze landen te blijven samenwerken, niet alleen door humanitaire hulp te verstrekken, maar ook door meer middelen te verschaffen en door middel van ontwikkelingsbeleid;
11. bekrachtigt zijn eerdere standpunt dat een vreedzame, democratische en inclusieve oplossing de enige duurzame uitweg is uit de huidige politieke impasse en de ernstige sociale en humanitaire crisis die daar het gevolg van is; wijst erop dat in de lopende dialoog rekening moet worden gehouden met de routekaart van de Nationale Vergadering van Venezuela; steunt het lopende door Noorwegen gefaciliteerde proces en is verheugd dat beide partijen ermee hebben ingestemd een vredesdialoog aan te gaan; benadrukt dat een dergelijk proces alleen succes kan hebben als de nodige vertrouwenwekkende maatregelen worden getroffen; benadrukt dat het enige doel van de dialoog het scheppen van voorwaarden moet zijn voor vrije, transparante en geloofwaardige presidentsverkiezingen op basis van een overeengekomen kalender, eerlijke voorwaarden voor alle spelers, transparantie en de aanwezigheid van geloofwaardige internationale waarnemers;
12. dringt er bij de Raad op aan bijkomende sancties op te leggen aan de feitelijke autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de schendingen van de mensenrechten en de repressie; is van oordeel dat de EU-autoriteiten de bewegingsvrijheid van de betrokken personen moeten beperken, en hun tegoeden en visa moeten bevriezen, alsook die van hun naaste familie;
13. verzoekt de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) het voortouw te nemen bij het EU-beleid inzake de situatie in Venezuela en te blijven samenwerken met de contactgroep en de democratische landen in de regio die door de Groep van Lima worden vertegenwoordigd;
14. biedt zijn volledige steun aan het onderzoek van het Internationaal Strafhof (ICC) naar de talrijke misdrijven en gevallen van onderdrukking door het Venezolaanse regime; dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan zich aan te sluiten bij het initiatief van verschillende staten die partij zijn bij het ICC om de misdrijven tegen de menselijkheid van de feitelijke regering-Maduro te onderzoeken, teneinde de schuldigen ter verantwoording te roepen;
15. steunt het initiatief om een onderzoekscommissie bij de Mensenrechtenraad van de VN in te stellen, teneinde de individuele verantwoordelijkheden met betrekking tot de systematische schendingen van de mensenrechten in Venezuela te bepalen;
16. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de rechtmatige tijdelijke president alsook de Nationale Vergadering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela, de regeringen en parlementen van de landen van de Groep van Lima, de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering en de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten.
- [1] PB C 285 van 29.8.2017, blz. 145.
- [2] PB C 294 van 12.8.2016, blz. 21.
- [3] PB C 316 van 30.8.2016, blz. 190.
- [4] PB C 86 van 6.3.2018, blz. 101.
- [5] PB C 298 van 23.8.2018, blz. 137.
- [6] PB C 463 van 21.12.2018, blz. 61.
- [7] Aangenomen teksten, P8_TA(2018)0199.
- [8] Aangenomen teksten, P8_TA(2018)0313.
- [9] Aangenomen teksten, P8_TA(2018)0436.
- [10] Aangenomen teksten, P8_TA(2019)0061.
- [11] Aangenomen teksten, P8_TA(2019)0327.
- [12] PB L 276 van 7.11.2018, blz. 10.