GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over het hardhandige optreden van de Chinese regering tegen de vreedzame protesten in de Volksrepubliek China
14.12.2022 - (2022/2992(RSP))
ter vervanging van de volgende ontwerpresoluties:
B9‑0563/2022 (Verts/ALE)
B9‑0569/2022 (Renew)
B9‑0572/2022 (S&D)
B9‑0573/2022 (ECR)
Pedro Marques, Isabel Santos, Thijs Reuten, Carina Ohlsson, René Repasi, Raphaël Glucksmann
namens de S&D-Fractie
Engin Eroglu, Petras Auštrevičius, Nicola Beer, Izaskun Bilbao Barandica, Dita Charanzová, Olivier Chastel, Katalin Cseh, Svenja Hahn, Karin Karlsbro, Moritz Körner, Ilhan Kyuchyuk, Nathalie Loiseau, Karen Melchior, Frédérique Ries, Michal Šimečka, Nicolae Ştefănuță, Ramona Strugariu, Dragoş Tudorache, Hilde Vautmans, Marie‑Pierre Vedrenne
namens de Renew-Fractie
Reinhard Bütikofer
namens de Verts/ALE-Fractie
Anna Fotyga, Angel Dzhambazki, Charlie Weimers, Roberts Zīle, Assita Kanko, Carlo Fidanza, Adam Bielan, Witold Jan Waszczykowski, Valdemar Tomaševski
namens de ECR-Fractie
Fabio Massimo Castaldo
Resolutie van het Europees Parlement over het hardhandige optreden van de Chinese regering tegen de vreedzame protesten in de Volksrepubliek China
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over China, met name die van 9 juni 2022 over de mensenrechtensituatie in Xinjiang, inclusief de politiedossiers van Xinjiang[1], van 20 januari 2022 over schendingen van de fundamentele vrijheden in Hongkong[2], van 16 september 2021 over een nieuwe EU-strategie ten aanzien van China[3], van 20 mei 2021 over de Chinese sancties als vergelding tegen EU-instanties, EP-leden en leden van nationale parlementen[4], van 21 januari 2021 over het harde optreden tegen de democratische oppositie in Hongkong[5], van 12 september 2018 over de stand van zaken van de betrekkingen tussen de EU en China[6] en van 16 december 2015 over de betrekkingen EU-China[7],
– gezien de top EU-China van 1 april 2022,
– gezien de slotopmerkingen van de VN-Commissie voor de rechten van de mens over de Speciale Administratieve Regio Hongkong van China en de Speciale Administratieve Regio Macau van China met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, aangenomen op 27 juli 2022,
– gezien de Chinees-Britse Gezamenlijke Verklaring van 1984 en de Chinees-Portugese Gezamenlijke Verklaring van 1987,
– gezien de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 12 maart 2019 getiteld “EU-China – Een strategische visie” (JOIN(2019)0005),
– gezien de toekenning van de Sacharovprijs 2019 aan Ilham Tohti, een Oeigoerse econoom die vreedzaam strijdt voor de rechten van de Oeigoerse minderheid in China,
– gezien het besluit van de Raad van de EU van 5 december 2022 om de maatregelen uit hoofde van Verordening (EU) 2020/1998 van de Raad van 7 december 2020 betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige schendingen van de mensenrechten[8] te verlengen,
– gezien de opmerkingen van de voorzitter van de Europese Raad Charles Michel na de ontmoeting met de Chinese president Xi Jinping op 1 december 2022,
– gezien de persmededeling van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) van 2 december 2022 getiteld “EU-VS: Overleg tussen de viceminister van Buitenlandse Zaken van de VS Wendy Sherman en de secretaris-generaal van de Europese Dienst voor extern optreden Stefano Sannino”,
– gezien de elfde strategische dialoog tussen de EU en China van 28 september 2021 tussen vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken (VV/HV) Josep Borrell en staatsraad/minister van Buitenlandse Zaken Wang Yi,
– gezien artikel 35 van de grondwet van de Volksrepubliek China, waarin is bepaald dat de burgers van de Volksrepubliek China vrijheid van meningsuiting, persvrijheid, vrijheid van vergadering, van vereniging, van betoging en van demonstratie moeten genieten,
– gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 16 december 1966, dat China in 1998 heeft ondertekend maar niet heeft geratificeerd,
– gezien het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie 2020-2024 en de EU‑richtsnoeren over mensenrechtenverdedigers,
– gezien het verslag over Xinjiang van het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten dat op 31 augustus 2022 werd gepubliceerd,
– gezien de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948,
– gezien artikel 144, lid 5, en artikel 132, lid 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de bevordering en eerbiediging van mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat de kern moeten uitmaken van de betrekkingen die de EU met China onderhoudt, in overeenstemming met het engagement van de EU om deze waarden in haar extern optreden uit te dragen en de toezegging van China om zich bij zijn eigen ontwikkeling en in het kader van internationale samenwerking aan deze waarden te zullen houden;
B. overwegende dat China sinds 2020 een zeer streng zero-COVID-beleid voert, waarbij op grote schaal wordt getest en langdurige en ad-hoclockdowns worden opgelegd, waardoor de vrijheid en rechten van de bevolking ernstig worden beknot;
C. overwegende dat deze strikte beperkingen hebben geleid tot frequente en aanhoudende lockdowns, verplicht grootschalig en systematisch testen en quarantaine, alsook onevenredige en ernstige beperkingen van het vrije verkeer binnen China; overwegende dat deze beperkingen tevens hebben geleid tot tekorten aan essentiële goederen, waaronder levensmiddelen, belemmering van de toegang tot de gezondheidszorg en een toename van de jeugdwerkloosheid in de Volksrepubliek China;
D. overwegende dat er in de dagen en weken vóór het uitbreken van de wijdverbreide protesten al grote spanningen waren in sommige fabrieken, zoals de Foxconn-fabrieken, waar werknemers massaal op de vlucht sloegen om te ontsnappen aan de radicale en volledige lockdown van de fabriek naar aanleiding van COVID-uitbraken op de productiesites en uit protest tegen het herhaaldelijk niet betalen van bonussen tijdens de lockdowns; overwegende dat de fabrieksprotesten zijn uitgemond in geweld en dat in video’s op sociale media te zien is hoe werknemers door de politie worden geslagen;
E. overwegende dat als gevolg van de strikte handhaving van de lockdowns soms hele gebouwen, met inbegrip van nooduitgangen, werden verzegeld; overwegende dat op 24 november in een woongebouw in Urumqi, een stad in Xinjiang waar al meer dan 100 dagen een ononderbroken lockdown van kracht was, een brand is uitgebroken waarbij ten minste tien mensen om het leven zijn gekomen; overwegende dat het dodental volgens lokale bronnen en berichten op sociale media veel hoger ligt[9], tot wel 40 slachtoffers; overwegende dat de bewoners van dit gebouw naar verluidt in hun appartementen waren opgesloten en dat de tussenkomst van de brandweer, vermoedelijk als gevolg van beperkingen in het kader van het zero-COVID-beleid, werd vertraagd;
F. overwegende dat de bevolking op 26 november 2022 voor het eerst sinds de protesten op het Tienanmen-plein in 1989 op straat is gekomen in Peking, Shanghai en andere grote Chinese steden, en naar verluidt in meer dan 100 universiteiten, om tegen het zero-COVID-beleid van China te protesteren en om het autoritaire regime van de Chinese Communistische Partij aan de kaak te stellen; overwegende dat de demonstranten er al snel voor kozen om een blanco vel papier te gebruiken als symbool om hun woede over de onderdrukking van de vrije meningsuiting te uiten;
G. overwegende dat de politiediensten zich aanvankelijk terughoudend opstelden, maar daarna snel zijn overgegaan tot het uiteenslaan van de mensenmassa’s en tot grootschalige arrestaties in verschillende steden; overwegende dat de politie in Shanghai bijvoorbeeld pepperspray heeft gebruikt om ongeveer 300 demonstranten die zich hadden verzameld, te verjagen; overwegende dat berichten over het protest onmiddellijk van de sociale mediaplatforms in China werden verwijderd in een poging kritiek te onderdrukken; overwegende dat de Chinese staatsmedia tot dusver eenvoudigweg hebben vermeden om over de protesten verslag uit te brengen;
H. overwegende dat sommige demonstranten oproepen tot het ontslag van president Xi Jinping, hetgeen een ongekende uitdaging is voor het huidige leiderschap van het land;
I. overwegende dat vrouwen het voortouw hebben genomen bij deze protesten; overwegende dat de vrouwenrechtensituatie in China de laatste jaren is verslechterd; overwegende dat uit studies is gebleken dat lockdowns het risico op gendergerelateerd huiselijk geweld doen toenemen;
J. overwegende dat er melding is gemaakt van een sterke politieaanwezigheid en interventies die hebben geleid tot talrijke arrestaties van vreedzame demonstranten; overwegende dat de autoriteiten volgens verschillende mensenrechtenorganisaties ook inbreuk hebben gemaakt op het recht van demonstranten op rechtsbijstand, waarbij sommige advocaten door lokale autoriteiten werden gewaarschuwd om zaken niet in behandeling te nemen;
K. overwegende dat artikel 35 van de grondwet van de Volksrepubliek China bepaalt dat de burgers van de Volksrepubliek China vrijheid van meningsuiting, persvrijheid, vrijheid van vergadering, van vereniging, van betoging en van demonstratie moeten genieten; overwegende dat de in dat artikel vastgelegde vrijheden voortdurend worden geschonden;
L. overwegende dat de mensenrechtensituatie in China sinds het aantreden van president Xi Jinping in maart 2013 drastisch is verslechterd; overwegende dat de Chinese regering zich steeds vijandiger opstelt ten aanzien van de mensenrechten en de rechtsstaat; overwegende dat de illegale grootschalige surveillance en monitoring van burgers in China is uitgebreid;
M. overwegende dat de Chinese autoriteiten de afgelopen jaren de online censuur hebben aangescherpt, met name sinds de uitbraak van COVID-19; overwegende dat de Chinese autoriteiten en politie een van de meest geavanceerde bewakingssystemen ter wereld hebben opgezet, waarbij zij gebruikmaken van krachtige gezichtsherkenningssoftware en -technologie om de fundamentele vrijheden systematisch ernstig te beperken of zelfs massaal de mensenrechten te schenden; overwegende dat de bezorgdheid bestaat dat het veiligheidsapparaat deze technologieën voor massasurveillance en gezichtsherkenning zal gebruiken om demonstranten op een later tijdstip te vervolgen;
N. overwegende dat de Chinese autoriteiten volgens recente berichten in het kader van de jongste protesten het hoogste niveau van de mediacensuur (“respons in noodsituaties”) hebben toegepast; overwegende dat socialemediaplatforms een actieve en essentiële rol hebben gespeeld bij het verspreiden van inhoud over het hele land; overwegende dat veiligheidstroepen ook burgers op straat staande hebben gehouden, hun elektronische apparaten hebben gecontroleerd en hen gedwongen hebben om bepaalde applicaties, inhoud en foto’s in verband met de protesten te verwijderen; overwegende dat de Chinese autoriteiten na het uitbreken van de protesten onmiddellijk zijn begonnen met het op grote schaal traceren van berichtenapps, sociale media en mobieletelefoongegevens die zij als verdacht beschouwden, alsook van het gebruik van virtuele private netwerken, om personen van wie wordt vermoed dat zij de protesten hebben georganiseerd of eraan hebben deelgenomen, te identificeren, te intimideren en lastig te vallen;
O. overwegende dat de Chinese autoriteiten de laatste jaren maatschappelijke groeperingen hebben ontmanteld en tal van onafhankelijke activisten hebben gevangengezet, waardoor grootschalige protesten uiterst moeilijk te organiseren zijn; overwegende dat er in de afgelopen maanden sporadische protesten zijn geweest naar aanleiding van het COVID-19-beleid, de economische problemen, de censuur en de uitbreiding van de bevoegdheden van president Xi Jinping, zowel in China als door Chinese onderdanen in het buitenland;
P. overwegende dat China zich schuldig maakt aan grensoverschrijdende repressie en surveillance door middel van diverse activiteiten, variërend van spionage, cyberaanvallen, fysieke aanvallen en het uitgeven van rode kennisgevingen via Interpol tot externe politiebureaus op het grondgebied van de EU;
Q. overwegende dat studenten in een op nationaal niveau gecoördineerde actie een maand vroeger van de universiteit naar huis werden gestuurd om te voorkomen dat zij zouden blijven deelnemen aan georganiseerde protesten;
R. overwegende dat sommige Chinese diplomaten zich schuldig hebben gemaakt aan geweld en bedreigingen jegens Chinese studenten en tegenstanders in het buitenland, met de eis dat zij “zich ervan onthouden het beleid van China voor de preventie en bestrijding van de epidemie te verstoren en in diskrediet te brengen”;
S. overwegende dat China een beleid van systematische vervolging voert tegen de Oeigoerse bevolking en andere etnische minderheden, mensenrechtenverdedigers, sociale activisten, religieuze groeperingen, journalisten en demonstranten tegen onrechtvaardigheden, en alle afwijkende meningen en stemmen van de oppositie in toenemende mate onderdrukt; overwegende at het verlies van mensenlevens bij de brand in Urumqi een nieuwe tragedie toevoegt aan de wreedheden op het gebied van de mensenrechten in de Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang;
1. veroordeelt ten stelligste de door de Chinese regering geleide reactie op de vreedzame protesten en de vervolging van de vreedzame demonstranten in de Volksrepubliek China; betuigt zijn medeleven en solidariteit met de slachtoffers van de brand in Urumqi en met hun familieleden; verzoekt de Chinese regering om transparant te zijn over het aantal slachtoffers en over de omstandigheden waaronder zij om het leven zijn gekomen; dringt aan op een snel, doeltreffend en grondig onderzoek naar de brand in Urumqi;
2. betuigt zijn solidariteit met de Chinese bevolking in haar strijd voor de fundamentele vrijheden; veroordeelt de vervolging van de vreedzame demonstranten; verlangt dat alle politiediensten reageren in overeenstemming zijn met de internationale normen, ook met de Grondbeginselen van de Verenigde Naties voor het gebruik van geweld en vuurwapens door politiefunctionarissen;
3. geeft uiting aan zijn ernstige bezorgdheid over mensenrechtenschendingen in China, onder meer in het kader van het zero-COVID-beleid;
4. merkt op dat alle slachtoffers van de brand in Urumqi behoren tot de Oeigoerse bevolkingsgroep[10], hetgeen het lijden van deze etnische groep, die het slachtoffer is van wreedheden op het gebied van de mensenrechten in de Oeigoerse autonome regio Xinjiang, verergert; wijst erop dat het Europees Parlement deze wreedheden heeft erkend als misdaden tegen de menselijkheid en als een ernstig risico op genocide[11];
5. veroordeelt in de krachtigste bewoordingen het feit dat de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vergadering en de persvrijheid en de sociale media in China ernstig worden beknot; verzoekt de Chinese regering de vrijheid van meningsuiting, vereniging, vergadering, pers en media te waarborgen, zoals verankerd in de Chinese grondwet en in de internationale mensenrechtenwetgeving;
6. veroordeelt ten stelligste de gewelddadige aanval op en de gevangenneming van een buitenlandse journalist die verslag deed van deze protesten; herinnert eraan dat de persvrijheid een fundamenteel beginsel is en een essentiële pijler van elke democratie; verzoekt China er zorg voor te dragen dat alle journalisten hun werk vrijelijk en zonder belemmeringen of angst voor represailles kunnen verrichten, zoals voorzien in de Chinese wetgeving; benadrukt dat de pers- en mediavrijheid moeten worden gewaarborgd; dringt er bij de Chinese autoriteiten op aan zich niet langer te bemoeien met advocaten en beoefenaars van juridische beroepen, mensenrechtenactivisten en anderen die openlijk hun bezorgdheid uiten over de betogers of die het recht op vreedzaam protest verdedigen, en hen niet langer te hinderen en te intimideren;
7. verlangt dat China onmiddellijk een einde maakt aan de onderdrukking en intimidatie van vreedzame betogers en de grondrechten voor iedereen waarborgt; verzoekt de Chinese autoriteiten alle ten onrechte vastgehouden demonstranten onmiddellijk vrij te laten; verlangt dat alle gegevens die onlangs over vreedzame demonstranten zijn verzameld, worden gewist en in geen enkel geval in de toekomst worden gebruikt; verlangt dat familieleden van alle personen die van hun vrijheid zijn beroofd in kennis worden gesteld van hun verblijfplaats en de aanklachten tegen hen;
8. onderkent dat het een uitdaging is om het COVID-19-beleid zo uit te stippelen dat het juiste evenwicht wordt gevonden tussen bescherming van de volksgezondheid en bescherming van rechten en vrijheden; herinnert eraan hoe belangrijk evenredigheid is; neemt ter kennis dat enkele van strengste COVID-19-beperkingen in China zijn opgeheven;
9. stelt vast dat de protestbeweging mensen met een zeer verschillende achtergrond heeft verenigd en in het hele land heeft plaatsgevonden; wijst op het opmerkelijke feit dat interetnische solidariteit is uitgesproken met de slachtoffers van de brand in Xinjiang, terwijl de Han-bevolking van China de afgelopen zes jaar niet noemenswaardig heeft gereageerd op het vreselijke lot van de Oeigoeren;
10. verzoekt de Chinese en lokale autoriteiten een einde te maken aan de onderdrukking van de Oeigoeren en herinnert eraan dat de Oeigoeren in de regio onderworpen zijn aan intensieve surveillance, dwangarbeid, onvrijwillige sterilisatie en geboortepreventie, evenals aan andere schendingen van hun rechten, welke neerkomen op misdaden tegen de menselijkheid en een ernstig risico op genocide vormen; is in dit verband ingenomen met het voorstel van de Commissie om het op de markt brengen van producten die zijn gemaakt met behulp van dwangarbeid te verbieden;
11. veroordeelt ten stelligste het wijdverbreide gebruik van grootschalige surveillance en de huidige censuur van de sociale netwerken; dringt er bij de Chinese autoriteiten op aan een einde te maken aan deze schending van de grondrechten op privacy en vrijheid van meningsuiting, en aan de manipulatie van informatie op de sociale netwerken;
12. herhaalt zijn bezorgdheid over het feit dat de Chinese autoriteiten de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten, Michelle Bachelet, tijdens haar bezoek aan China geen volledige toegang hebben verleend tot onafhankelijke maatschappelijke organisaties en voorvechters van de mensenrechten; herhaalt zijn oproep aan de Chinese autoriteiten om onafhankelijke journalisten, internationale waarnemers en onderzoeksinstanties, waaronder met name de mandaathouders van de speciale procedures van de VN-Mensenrechtenraad en de speciale vertegenwoordiger van de EU voor de mensenrechten, dezelfde vrije, zinvolle en ongehinderde toegang te verlenen; steunt de oproep van 50 mensenrechtendeskundigen van de Verenigde Naties om in de VN-Mensenrechtenraad tot vaststelling van een speciaal mandaat om toe te zien op en verslag uit te brengen over de mensenrechtensituatie in China; verzoekt de EU en haar lidstaten met gelijkgestemde partners te blijven samenwerken aan de instelling van een onderzoeksmechanisme in de VN-Mensenrechtenraad om ernstige schendingen van de mensenrechten in China te monitoren, te beoordelen en openbaar te maken;
13. dringt er bij de EU en de lidstaten op aan bescherming en ondersteuning te bieden aan mensenrechten- en democratieactivisten in China, met name door contact te leggen met de lokale en nationale autoriteiten en de EU-richtsnoeren inzake mensenrechtenverdedigers en ander relevant EU-beleid, waaronder het nieuwe EU‑actieplan inzake mensenrechten en democratie, volledig toe te passen; is ingenomen met de voortzetting van de bilaterale dialoog tussen de EU en de VS over China, en met name met de verklaring dat “de Verenigde Staten en de Europese Unie nooit meer op één lijn hebben gezeten met onze strategische visies dan nu”;
14. verzoekt de EU en andere internationale organisaties te controleren en te beoordelen in hoeverre de reacties van China op deze protesten in overeenstemming zijn met de internationale mensenrechtennormen en met de verplichtingen van het land uit hoofde van het internationaal recht inzake de mensenrechten; benadrukt hoe belangrijk het is dat de EU-delegatie in Peking toezicht blijft houden op de detentie van vreedzame demonstranten en op alle processen tegen personen die worden vervolgd wegens de uitoefening van hun recht op vrijheid van vreedzame vergadering en meningsuiting, en daarbij de EU-richtsnoeren inzake mensenrechtenverdedigers en ander relevant EU‑beleid volledig toepast;
15. verzoekt de VV/HV, Josep Borrell, om met concrete stappen vervolg te geven aan de recente besprekingen van de Europese Raad door de besprekingen op het niveau van de ministers van Buitenlandse Zaken van de lidstaten te intensiveren; verzoekt de EDEO en de Commissie een permanente discussie over China op te zetten in het kader van de Groep Azië-Oceanië; is ingenomen met het besluit de sancties in reactie op de mensenrechtenschendingen in Xinjiang te verlengen tot 8 december 2023; herhaalt zijn oproep tot aanvullende EU-sancties tegen Chinese functionarissen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor misdaden tegen de menselijkheid; verzoekt de autoriteiten van de EU-lidstaten de mogelijkheid in overweging te nemen om Chinese functionarissen die verantwoordelijk worden geacht voor misdaden tegen de menselijkheid te vervolgen op grond van het beginsel van universele jurisdictie;
16. deelt zijn diepe bezorgdheid over de recente onthullingen over het bestaan van Chinese politiebureaus buiten China in diverse EU-lidstaten en overal ter wereld; verzoekt de Commissie, de Raad en nationale rechtshandhavingsinstanties dringend te zorgen voor een goede coördinatie om deze praktijken aan het licht te brengen, passende maatregelen te nemen en alle Chinese politiebureaus buiten China te sluiten; verzoekt de EU en de lidstaten om, in nauwe samenwerking met gelijkgestemde partners, alle kanalen die de transnationale repressiecampagnes van China faciliteren, welke met name gericht zijn tegen leden van de diaspora, op te sporen en stil te leggen;
17. verzoekt de lidstaten al hun uitleveringsverdragen met China en Hongkong op te zeggen; dringt er voorts bij de lidstaten op aan voorzichtigheid te betrachten wanneer zij samenwerken in internationale fora voor rechtshandhaving, zoals Interpol en het Bureau van de Verenigde Naties voor drugs- en misdaadbestrijding; verzoekt de lidstaten voorts de veiligheid van Chinese vluchtelingen die onder hun jurisdictie vallen, naar behoren te waarborgen om te voorkomen dat zij gevangen worden genomen, worden “overgehaald om terug te keren” of worden overgebracht naar een niet-EU-land waaruit zij gemakkelijk naar China kunnen worden gerepatrieerd;
18. roept alle leden van de internationale gemeenschap en alle belanghebbenden op de kwestie van de vrijheid van meningsuiting aan de orde te stellen wanneer zij samenwerken met de Volksrepubliek China; is ingenomen met het feit dat voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, de kwestie van de demonstraties bij Xi Jinping aan de orde heeft gesteld; dringt aan op onvoorwaardelijke bereidheid om de mensenrechtendialoog tussen de EU en China te hervatten, die al meer dan drie jaar niet heeft plaatsgevonden; merkt tevens op dat alle Europese leiders de Chinese autoriteiten duidelijk moeten informeren over de vastbeslotenheid van de EU om te reageren op een escalatie van de onderdrukking van demonstranten door de kwestie bij internationale organisaties aan de orde te stellen en, indien nodig, aanvullende sancties op te leggen;
19. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten, de regering en het parlement van de Volksrepubliek China, alsmede aan alle ambassadeurs van de Volksrepubliek China in de EU-lidstaten.
- [1] Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0237.
- [2] PB C 336 van 2.9.2022, blz. 2.
- [3] PB C 117 van 11.3.2022, blz. 40.
- [4] PB C 15 van 12.1.2022, blz. 170.
- [5] PB C 456 van 10.11.2021, blz. 242.
- [6] PB C 433 van 23.12.2019, blz. 103.
- [7] PB C 399 van 24.11.2017, blz. 92.
- [8] PB L 410I van 7.12.2020, blz. 1.
- [9] https://edition.cnn.com/2022/12/01/china/china-protests-urumqi-fire-deaths-covid-dst-intl-hnk/index.html.
- [10] https://www.rfa.org/english/news/uyghur/urumqi-fire-12022022172846.html.
- [11] Aangenomen teksten, P9_TA(2022)0237l.