GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over het feit dat het een jaar geleden is dat Rusland Oekraïne binnenviel en een aanvalsoorlog tegen dat land begon
15.2.2023 - (2023/2558(RSP))
ter vervanging van de volgende ontwerpresoluties:
B9‑0126/2023 (Renew)
B9‑0131/2023 (Verts/ALE)
B9‑0132/2023 (PPE)
B9‑0134/2023 (ECR)
B9‑0139/2023 (S&D)
Michael Gahler, Andrius Kubilius, Rasa Juknevičienė, Željana Zovko, David McAllister, Vangelis Meimarakis, Siegfried Mureşan, Jerzy Buzek, Isabel Wiseler‑Lima, Traian Băsescu, Vasile Blaga, Vladimír Bilčík, Ioan‑Rareş Bogdan, Daniel Buda, Cristian‑Silviu Buşoi, Peter van Dalen, Gheorghe Falcă, Tomasz Frankowski, Andrzej Halicki, Sandra Kalniete, Arba Kokalari, Andrey Kovatchev, David Lega, Miriam Lexmann, Antonio López‑Istúriz White, Elżbieta Katarzyna Łukacijewska, Aušra Maldeikienė, Marian‑Jean Marinescu, Gabriel Mato, Liudas Mažylis, Dace Melbārde, Francisco José Millán Mon, Dan‑Ştefan Motreanu, Gheorghe‑Vlad Nistor, Janina Ochojska, Radosław Sikorski, Michaela Šojdrová, Eugen Tomac, Inese Vaidere, Tom Vandenkendelaere, Javier Zarzalejos, Milan Zver, Ewa Kopacz
namens de PPE-Fractie
Pedro Marques, Tonino Picula, Włodzimierz Cimoszewicz, Raphaël Glucksmann, Sven Mikser, Thijs Reuten, Juozas Olekas, Pina Picierno, Dan Nica, Maria Grapini, Rovana Plumb, Victor Negrescu
namens de S&D-Fractie
Petras Auštrevičius, Nathalie Loiseau, José Ramón Bauzá Díaz, Katalin Cseh, Vlad Gheorghe, Klemen Grošelj, Karin Karlsbro, Moritz Körner, Ilhan Kyuchyuk, Karen Melchior, Javier Nart, Urmas Paet, Dragoş Pîslaru, María Soraya Rodríguez Ramos, Michal Šimečka, Ramona Strugariu, Hilde Vautmans
namens de Renew-Fractie
Viola von Cramon‑Taubadel, Hannah Neumann
namens de Verts/ALE-Fractie
Anna Fotyga, Eugen Jurzyca, Alexandr Vondra, Veronika Vrecionová, Beata Mazurek, Elżbieta Kruk, Adam Bielan, Roberts Zīle, Witold Jan Waszczykowski, Joachim Stanisław Brudziński, Dominik Tarczyński, Zbigniew Kuźmiuk, Elżbieta Rafalska, Ryszard Czarnecki, Jacek Saryusz‑Wolski, Beata Szydło, Angel Dzhambazki, Hermann Tertsch
namens de ECR-Fractie
Nikolaj Villumsen, Silvia Modig
Resolutie van het Europees Parlement over het feit dat het een jaar geleden is dat Rusland Oekraïne binnenviel en een aanvalsoorlog tegen dat land begon
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Oekraïne en Rusland, met name de resoluties die zijn aangenomen sinds de escalatie van de oorlog van Rusland tegen Oekraïne in februari 2022,
– gezien de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds[1], die in 2014 werd ondertekend, en de diepe en brede vrijhandelsruimte tussen de Europese Unie en Oekraïne die daar een onderdeel van vormt,
– gezien het VN-Handvest, de Verdragen van Den Haag, de Verdragen van Genève en de aanvullende protocollen daarbij en het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof,
– gezien het verzoek van Oekraïne om toetreding tot de Europese Unie d.d. 28 februari 2022 en gezien de toekenning van de status van kandidaat-lidstaat aan Oekraïne door de Europese Raad op 23 juni 2022, gebaseerd op een positief advies van de Commissie ter zake en in overeenstemming met hetgeen het Europees Parlement hierover heeft verklaard,
– gezien de gezamenlijke verklaring naar aanleiding van de 24e top EU-Oekraïne van 3 februari 2023,
– gezien de conclusies van de Europese Raad van 9 februari 2023,
– gezien de toespraak van president Volodymyr Zelensky van Oekraïne tijdens zijn bezoek aan het Parlement op 9 februari 2023,
– gezien artikel 132, leden 2 en 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat Rusland sinds 24 februari 2022 een illegale, niet-uitgelokte en niet‑gerechtvaardigde aanvalsoorlog tegen Oekraïne voert; overwegende dat deze aanvalsoorlog een schaamteloze en flagrante schending van het VN-Handvest en van de fundamentele beginselen van het internationaal recht vormt; overwegende dat Oekraïne al sinds het uitbreken van protesten in november 2013 tegen het besluit van de toenmalige president om de ondertekening van de associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne op te schorten, gebukt gaat onder Russische agressie; overwegende dat het optreden van Rusland in Oekraïne sinds het uitbreken van de oorlog een jaar geleden een bedreiging vormt voor de vrede en de veiligheid in Europa en de rest van de wereld;
B. overwegende dat Russische troepen sindsdien willekeurige aanvallen uitvoeren op woongebieden en civiele infrastructuur; overwegende dat er reeds duizenden burgers, waaronder honderden kinderen, zijn gedood en dat nog veel meer mensen gefolterd, geïntimideerd, seksueel misbruikt of ontvoerd zijn of gedwongen ontheemd zijn geraakt; overwegende dat dit onmenselijke gedrag van de Russische strijdkrachten en gelieerde groeperingen compleet indruist tegen het internationaal humanitair recht; overwegende dat Rusland op 30 september 2022 eenzijdig de annexatie van de gedeeltelijk door Rusland bezette Oekraïense regio’s Donetsk, Cherson, Loehansk en Zaporizja heeft uitgeroepen, nadat het eerder de Krim al had geannexeerd; overwegende dat de pogingen van Rusland om bezette delen van Oekraïne etnisch te zuiveren gepaard zijn gegaan met massale wreedheden; overwegende dat Rusland zich ten doel stelt de nationale identiteit van Oekraïne te vernietigen, de Oekraïense cultuur te wissen en de zelfstandigheid van Oekraïne als staat ongedaan te maken;
C. overwegende dat miljoenen Oekraïners binnen en buiten Oekraïne ontheemd zijn geraakt doordat ze zich genoodzaakt zagen te vluchten voor de Russische agressie; overwegende dat de aanhoudende Russische agressie tegen Oekraïne mensen zal blijven dwingen hun thuis te ontvluchten; overwegende dat de oorlogsmisdaden van Rusland een generatie Oekraïense kinderen met een trauma zullen opzadelen en ertoe zullen leiden dat miljoenen Oekraïense burgers en militairen moeten worden behandeld wegens geestelijke nood, depressies, angst en posttraumatische stressstoornissen;
D. overwegende dat bij de bevrijding van Oekraïense gebieden zeer veel bewijs is gevonden dat erop duidt dat Russische strijdkrachten en gelieerde troepen zich structureel en op grote schaal schuldig hebben gemaakt aan mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdrijven, waaronder standrechtelijke executies, het dumpen van lichamen in massagraven, verkrachting en andere vormen van seksueel geweld, foltering, het gebruik van burgers als menselijk schild, gedwongen overbrenging van burgers (waaronder kinderen) naar Rusland, vernietiging van ecosystemen, het gebruik van explosieven met gevolgen voor een groot gebied, waaronder illegale clustermunitie, in dichtbevolkte gebieden en gerichte vernietiging van civiele infrastructuur, waaronder ziekenhuizen, huizen en scholen;
E. overwegende dat vrouwen en meisjes tijdens humanitaire en ontheemdingscrises een groot risico lopen omdat zij nog altijd onevenredig vaak het slachtoffer worden van gendergerelateerd geweld;
F. overwegende dat de Russische blokkade van de uitvoer van Oekraïens graan er het afgelopen jaar toe heeft geleid dat vele miljoenen mensen binnen en buiten Oekraïne gevaar liepen het slachtoffer te worden van een hongersnood, en dat deze situatie deed denken aan de Holodomor;
G. overwegende dat uit de Russische aanvalsoorlog blijkt dat Moskou nog altijd een koloniale houding heeft ten aanzien van zijn buurlanden; overwegende dat het Europese continent vanuit Rusland een constante dreiging van agressie zal blijven ervaren zolang Rusland een imperialistische staat blijft; overwegende dat talloze internationale actoren Rusland hebben erkend als staatssponsor van terrorisme en als staat die zich schuldig maakt aan terroristische activiteiten, en dat het tijd is dat daar nu concrete maatregelen tegen worden genomen;
H. overwegende dat Oekraïne nu erkend wordt als kandidaat voor een volwaardig lidmaatschap van de Europese Unie en dat het land van de EU op alle gebieden massale steun heeft ontvangen, waaronder militaire steun van een ongekende omvang; overwegende dat de EU, haar lidstaten en de Europese financiële instellingen sinds februari 2022 steun hebben toegezegd voor een totaalbedrag van zo’n 67 miljard EUR, onder meer in de vorm van militaire steun;
I. overwegende dat de Russische aanvalsoorlog het grootste militaire conflict op het Europese continent is sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog, en een illustratie vormt van het toenemende spanningsveld tussen autoritarisme en democratie;
1. verklaart zich nogmaals onverminderd solidair met het volk en de leiders van Oekraïne en spreekt nogmaals zijn onwrikbare steun uit voor de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen;
2. veroordeelt nogmaals in de sterkste bewoordingen de illegale, niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, alsook de betrokkenheid van Belarus bij deze oorlog; eist dat Rusland en de aan Rusland gelieerde troepen alle militaire activiteiten staken, met name de aanvallen op woongebieden en civiele infrastructuur, en dat Rusland alle strijdkrachten, gelieerde troepen en militaire uitrusting uit het gehele internationaal erkende grondgebied van Oekraïne terugtrekt, een eind maakt aan de deportaties van Oekraïense burgers en alle Oekraïners die gevangen zijn gezet, vrijlaat;
3. spreekt zijn waardering uit voor de moedige burgers van Oekraïne, die terecht de Sacharovprijs voor de vrijheid van denken 2023 hebben gekregen en die hun land en de soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit van hun land standvastig blijven verdedigen, en die tevens de vrijheid, de democratische beginselen, de rechtsstaat en de Europese waarden blijven verdedigen tegen een wreed regime dat probeert om de democratie te ondermijnen, de Unie te verzwakken en verdeeldheid te zaaien;
4. betuigt zijn diepste medeleven met de families en geliefden van de dappere strijders die hun leven hebben gegeven om Oekraïne, de Oekraïense bevolking en de vrijheid en democratie te verdedigen; pleit ervoor dat de EU en haar lidstaten steun blijven verlenen voor de behandeling en revalidatie van personen die gewond zijn geraakt toen zij zich inzetten voor de verdediging van Oekraïne en vindt dat deze steun zou moeten worden verhoogd;
5. verklaart vastbesloten te zijn bij te dragen aan de handhaving van de mentale veerkracht van het Oekraïense volk en zijn geloof in een betere toekomst waarin in Oekraïne en Europa vrede zal heersen, geen enkel deel van het Oekraïense grondgebied door Rusland bezet zal zijn en geen enkele Oekraïense burger of andere burger zich bedreigd of aangevallen zal voelen omdat hij in vrede, veiligheid en welvaart en met inachtneming van de Europese waarden en beginselen wil leven;
6. spreekt zijn grote waardering uit voor de solidariteit die door EU-burgers en maatschappelijke organisaties in de EU, de lidstaten en de EU zelf aan de dag wordt gelegd ten aanzien van Oekraïne en de Oekraïners; steunt de verlenging van de richtlijn tijdelijke bescherming[2] ten behoeve Oekraïners die ontheemd zijn geraakt als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne;
7. is van mening dat de afloop van de oorlog en het standpunt dat de internationale gemeenschap met betrekking tot deze oorlog inneemt, zeer bepalend zullen zijn voor eventuele toekomstige acties van andere autoritaire regimes, die het verloop van deze oorlog op de voet volgen;
8. onderstreept dat het winnen van de oorlog tegen Rusland het belangrijkste doel van Oekraïne is, in die zin dat Oekraïne in staat is alle troepen, gelieerde groeperingen en bondgenoten van Rusland uit het internationaal erkende grondgebied van Oekraïne te verdrijven; is van mening dat dit doel alleen kan worden bereikt als de leveringen van alle soorten wapens, zonder uitzondering, blijvend worden gecontinueerd en gestaag worden uitgebreid;
9. eist dat Rusland definitief een einde maakt aan de schending en bedreiging van de soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit van Oekraïne en andere buurlanden; wijst erop dat de Russische agressie niet uitsluitend Oekraïne raakt, maar ook schadelijke gevolgen heeft voor de veiligheid en economieën van alle landen van het Oostelijk Partnerschap van de EU, met name de Republiek Moldavië, die voortdurend te maken heeft met politieke chantage, veiligheidsdreigingen en provocaties door Rusland met als doel de Moldavische regering te destabiliseren en de democratie in het land te ondermijnen, waarmee het Europees traject van het land gedwarsboomd dreigt te worden; neemt kennis van de recente verklaring van president Maia Sandu van de Republiek Moldavië die waarschuwt voor een staatsgreep in het land; dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan de Republiek Moldavië te blijven steunen, omdat kwetsbaarheden van dit land negatieve gevolgen kunnen hebben voor de weerbaarheid van Oekraïne en tevens voor de veiligheid van Europa; dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan solidariteit en samenwerking in het kader van het Oostelijk Partnerschap van de EU te bevorderen en daarbij alle middelen in te zetten die nodig zijn om op passende wijze op opkomende dreigingen te reageren en de stabiliteit en welvaart van de regio te waarborgen;
10. benadrukt dat president Poetin en andere Russische leiders die deze aanvalsoorlog tegen Oekraïne hebben gepland en er de bevelen toe hebben gegeven, alsook de Belarussische bondgenoten, ter verantwoording moeten worden geroepen voor de daden van agressie die zij hebben gepleegd;
11. herhaalt zijn verzoek aan de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) en de lidstaten om de eis te ondersteunen dat verantwoording wordt afgelegd voor de misdaden die tijdens de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne zijn gepleegd, met name het misdrijf agressie, oorlogsmisdrijven, misdaden tegen de menselijkheid en genocide; herhaalt om die reden zijn oproep aan de Commissie, de VV/HV en de lidstaten om in samenwerking met Oekraïne en de internationale gemeenschap te streven naar oprichting van een speciaal tribunaal dat belast wordt met het onderzoek naar en het vervolgen van het misdrijf agressie tegen Oekraïne, gepleegd door de leiders en de bondgenoten van Rusland;
12. verzoekt de VV/HV, de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de lidstaten en hun diplomatieke diensten zo nauw en intensief mogelijk met internationale partners samen te blijven werken om de eensgezindheid binnen de internationale gemeenschap te vergroten wat betreft de veroordeling en bestrijding van de Russische aanvalsoorlog en wat betreft het ter verantwoording roepen van de plegers van oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en het misdrijf agressie; spreekt opnieuw zijn volledige steun uit voor de werkzaamheden van het Internationaal Strafhof die erop gericht zijn een einde te maken aan de straffeloosheid met betrekking tot plegers van de ernstigste misdrijven die de internationale gemeenschap aangaan;
13. veroordeelt in de krachtigst mogelijke bewoordingen het gebruik van seksueel en gendergerelateerd geweld als oorlogswapen en wijst erop dat dergelijk geweld een oorlogsmisdaad is; verzoekt de EU en de landen die vrouwen en meisjes die Oekraïne zijn ontvlucht opvangen, om de toegang van deze vrouwen en meisjes tot diensten op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten te waarborgen, met name noodanticonceptie, ook voor slachtoffers van verkrachting, en de dienstverlening op dit gebied in Oekraïne te ondersteunen;
14. onderstreept dat Oekraïne humanitaire hulp moet blijven krijgen en dat de behoeften van de miljoenen ontheemden uit en binnen Oekraïne, met name de ontheemden die tot kwetsbare groepen behoren, moeten worden gelenigd; herhaalt dat de nog altijd plaatsvindende gedwongen verplaatsingen en deportaties van Oekraïense kinderen, waaronder kinderen uit zorginstellingen, naar Rusland en de gedwongen adoptie van deze kinderen door Russische families in strijd zijn met het Oekraïense recht en het internationale recht; benadrukt dat het onder dwang overbrengen van kinderen van een groep naar een andere groep valt onder het misdrijf genocide, zoals neergelegd in artikel II van het Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide; verzoekt de internationale gemeenschap in dit kader om steun te verlenen aan de inspanningen van de Oekraïense autoriteiten om bewijs van de mensenrechtenschendingen tijdens de Russische oorlog tegen Oekraïne te verzamelen, te documenteren en te bewaren;
15. Welcomes and fully endorses the statement by President Zelenskyy in his address to the European Parliament that ‘This is our Europe. These are our rules. This is our way of life. And for Ukraine, it’s a way home’; deelt nogmaals mee het verzoek van Oekraïne om lidmaatschap van de Europese Unie te steunen; pleit voor een innovatieve en flexibele interactie tussen de lopende werkzaamheden in verband met de uitvoering van de associatieovereenkomst en de werkzaamheden met het oog op toetredingsonderhandelingen, waarbij deze werkzaamheden elkaar aanvullen, opdat Oekraïne geleidelijk kan gaan deelnemen aan de eengemaakte markt en de sectorale programma’s van de EU en tevens toegang krijgt tot EU-middelen op de respectieve gebieden, zodat Oekraïense burgers reeds tijdens het toetredingsproces de vruchten hiervan kunnen plukken en niet pas na afronding van dit proces;
16. benadrukt dat de Russische aanvalsoorlog de geopolitieke situatie in Europa fundamenteel heeft veranderd, en dat de EU daarom doortastende, moedige en omvattende politieke, veiligheids- en financiële besluiten moet nemen; spreekt in dit verband nogmaals zijn steun uit voor het besluit van de Europese Raad om Oekraïne de status van kandidaat-lidstaat van de EU toe te kennen; verzoekt Oekraïne, de Commissie en de Raad voorbereidingen te treffen om ervoor te zorgen dat de toetredingsonderhandelingen nog dit jaar van start kunnen gaan; is van mening dat het EU-lidmaatschap van Oekraïne ten goede zou komen aan de geostrategische positie van een verenigd en sterk Europa en blijk zou geven van leiderschap, vastberadenheid en visie;
17. is ingenomen met het besluit van de Europese Raad om Oekraïne de status van kandidaat-lidstaat van de EU toe te kennen; benadrukt dat toetreding van Oekraïne tot de EU onderworpen is aan artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, waarbij de in dit kader geldende procedures gevolgd moeten worden en aan de voor het lidmaatschap geldende criteria moet worden voldaan, met name de zogeheten criteria van Kopenhagen voor EU-lidmaatschap, en benadrukt dat het hierbij gaat om een op verdiensten gebaseerd proces, in het kader waarvan bepaalde belangrijke hervormingen moeten worden vastgesteld en doorgevoerd, met name op het gebied van democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten, de markteconomie en de tenuitvoerlegging van het EU‑acquis; verzoekt de Oekraïense regering om te blijven werken aan het versterken van het lokale zelfbestuur, een hervorming die nationaal en internationaal zeer positief is ontvangen, en het succes van de decentralisatie te verankeren in de algehele opzet van het wederopbouw-, herstel- en reconstructieproces in Oekraïne;
18. spreekt nogmaals zijn steun uit voor de verlening van militaire hulp aan Oekraïne zolang als nodig is; erkent de inspanningen van de lidstaten om militaire steun te verlenen en de inspanningen van de VV/HV om deze te coördineren, om Oekraïne in staat te stellen zijn legitieme recht om zich te verdedigen tegen de Russische aanvalsoorlog uit te oefenen; roept de lidstaten desondanks nogmaals op om meer en sneller militaire steun te verlenen, niet alleen om Oekraïne in staat te stellen zich tegen Russische aanvallen te verdedigen, maar ook om Oekraïne in staat te stellen de volledige controle over zijn gehele internationaal erkende grondgebied terug te krijgen; verzoekt de lidstaten, de VS, het VK en Canada om hun belofte om Oekraïne te voorzien van moderne gevechtstanks snel na te komen; onderstreept het belang van nauwe coördinatie tussen en eensgezindheid onder de Oekraïense bondgenoten ten aanzien van de beoordeling van kritieke verzoeken van de Oekraïense autoriteiten om zware wapens en geavanceerde luchtverdedigingssystemen; dringt erop aan dat er serieus wordt nagedacht over levering van westerse gevechtsvliegtuigen, helikopters en geschikte raketsystemen aan Oekraïne en over het opvoeren van de leveringen van munitie;
19. verzoekt de Raad om vast te houden aan zijn sanctiebeleid ten aanzien van Rusland en Belarus en tegelijkertijd de doeltreffendheid en impact van dit beleid te monitoren, te evalueren en te vergroten; verzoekt de Commissie en de lidstaten toe te zien op een snelle uitvoering en strikte handhaving van alle sancties; verzoekt de Raad tegen eind februari 2023 zijn tiende sanctiepakket goed te keuren en het toepassingsgebied van de sancties aanzienlijk uit te breiden, met name de sancties gericht op de economie en de energiesector, door de invoer van fossiele brandstoffen, uranium en diamanten uit Rusland te verbieden, alsook de sancties tegen personen en entiteiten, en sancties op te leggen aan alle personen die banden hebben met de zogenaamde Wagner-groep en andere door Rusland gefinancierde gewapende groepen, milities en gelieerde troepen, met inbegrip van die welke actief zijn in de bezette gebieden van Oekraïne; verzoekt alle lidstaten eensgezind te blijven reageren op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en verzoekt alle kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de EU zich achter het sanctiebeleid van de EU te scharen;
20. verzoekt de Commissie om het effect van de sancties op het vermogen van Rusland tot oorlogvoering te beoordelen en tevens onderzoek te doen naar omzeiling van sancties; herinnert eraan dat schending van de beperkende maatregelen is toegevoegd aan de EU‑lijst van strafbare feiten;
21. maakt zich grote zorgen over de berichten dat diverse derde landen Rusland helpen om de sancties te omzeilen, waaronder berichten dat Iran en Noord-Korea voortdurend militair materieel aan Rusland leveren, dat Chinese defensiebedrijven die in handen zijn van de staat uitrusting voor tweeërlei gebruik, navigatieapparatuur, verstoringstechnologie en onderdelen voor gevechtsvliegtuigen naar Rusland transporteren en berichten over activiteiten van een “schaduwvloot” of “duistere vloot”, en verzoekt de Commissie om ervoor te zorgen dat er geen Russisch gas witgewassen wordt door de invoer door de EU van gas uit derde landen, zoals Azerbeidzjan, omdat met een dergelijke invoer de Europese sancties omzeild zouden worden; dringt er bij de EU, de lidstaten en hun bondgenoten op aan de doeltreffendheid van de reeds opgelegde sancties te vergroten, onverwijld maatregelen te nemen om elke poging om de bestaande sancties te omzeilen te dwarsbomen, en te werken aan een aanvullend sanctiemechanisme waarmee eventuele mazen in de wetgeving kunnen worden gedicht; veroordeelt de landen die Rusland helpen om de effecten van de opgelegde sancties te ontlopen en dringt erop aan dat bedrijven, verenigingen en personen die bijdragen aan omzeiling van sancties zonder uitzondering worden vervolgd;
22. verzoekt de Commissie en de medewetgevers de wettelijke regeling te voltooien die het mogelijk maakt Russische tegoeden die door de EU zijn bevroren te confisqueren en te gebruiken om de diverse gevolgen van de Russische agressie tegen Oekraïne te compenseren, en deze middelen onder meer in te zetten voor de wederopbouw van Oekraïne en voor schadeloosstelling van de slachtoffers van de Russische agressie; is vast van mening dat Rusland na afloop van de oorlog verplicht moet worden tot het doen van herstelbetalingen, om ervoor te zorgen dat Rusland een substantiële bijdrage levert aan de wederopbouw van Oekraïne;
23. veroordeelt nogmaals het recente besluit van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) om Russische en Belarussische sporters toe te staan onder een neutrale vlag deel te nemen aan de kwalificaties voor de Olympische Spelen van 2024 in Parijs, hetgeen haaks staat op het vrijwel totale isolement van deze landen en door beide regimes voor propagandadoeleinden zal worden gebruikt; roept de lidstaten en de internationale gemeenschap op druk uit te oefenen op het IOC om dit besluit, dat een schande is voor de internationale sportwereld, terug te draaien en bij andere sportieve, culturele of wetenschappelijke evenementen hetzelfde standpunt in te nemen;
24. verzoekt de EU en haar lidstaten actief steun te verlenen aan de diplomatieke inspanningen van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA), dat heeft voorgesteld een zone voor nucleaire veiligheid en beveiliging in te stellen rond de kerncentrale van Zaporizja in Oekraïne; onderstreept het belang van het behoud van de integriteit van infrastructuur en van een vlotte toegang tot nucleaire faciliteiten voor de IAEA-missie; verzoekt de EU-instellingen en de lidstaten om ervoor te zorgen dat Rosatom geen verdere investeringen kan doen in kritieke infrastructuur in de EU en dringt erop aan dat alle activiteiten van Rosatom in de EU worden stopgezet;
25. roept de EU-instellingen op om Oekraïense ambtenaren meer mogelijkheden te bieden om de werkzaamheden van de EU-instellingen te bestuderen en te observeren; pleit ervoor dat de procedures voor de oprichting van de Academie voor openbaar bestuur voor het Oostelijk Partnerschap in gang worden gezet;
26. verzoekt de EU en de lidstaten strategisch op te treden en proactief te werken aan de bestrijding van hybride dreigingen en te voorkomen dat Rusland zich mengt in de politiek, de verkiezingen of andere democratische processen in Oekraïne en in de EU, waarbij met name aandacht besteed moet worden aan de kwaadaardige handelingen van Rusland die erop gericht zijn de publieke opinie te beïnvloeden en de Europese integratie te ondermijnen; verzoekt de EU en de lidstaten zich beter te wapenen tegen desinformatie en ontwrichtende campagnes die bedoeld zijn om democratische processen te ondergraven en verdeeldheid te zaaien in Oekraïne en in de EU, en te voorkomen dat Europese omroepbedrijven en televisiezenders diensten verlenen aan Russische televisiezenders of bijdragen aan de verspreiding van Russische inhoud die desinformatie bevat;
27. verzoekt de Algemene Vergadering van de VN de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne op haar agenda te houden en verzoekt de partners van de EU in de hele wereld politieke en humanitaire steun te blijven verlenen aan Oekraïne, dat zijn onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit verdedigt; verzoekt de Europese Dienst voor extern optreden en de lidstaten om met wereldleiders uit andere regio’s intensiever overleg te voeren over de verlening van steun aan Oekraïne en de internationale druk op het Russische regime op te voeren;
28. betuigt zijn dankbaarheid aan de landen die sinds het begin van de oorlog een ongekende eenheidsgezindheid ten aanzien van en solidariteit met Oekraïne hebben betoond en het land hebben gesteund en dat nog steeds doen;
29. verklaart zich solidair met en steunt de moedige personen in Rusland en Belarus die zich tegen de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne uitspreken;
30. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de president, regering en Verchovna Rada van Oekraïne, de Verenigde Naties, het Internationaal Olympisch Comité en de Russische en Belarussische autoriteiten.
- [1] PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3.
- [2] Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12).