GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de aanhoudende onderdrukking van de bevolking van Belarus, met name de zaken van Andrzej Poczobut en Ales Bjaljatski
13.3.2023 - (2023/2573(RSP))
ter vervanging van de volgende ontwerpresoluties:
B9‑0164/2023 (PPE)
B9‑0165/2023 (Renew)
B9‑0166/2023 (Verts/ALE)
B9‑0167/2023 (S&D)
B9‑0168/2023 (ECR)
Sandra Kalniete, Michael Gahler, Rasa Juknevičienė, Željana Zovko, David McAllister, Andrius Kubilius, Isabel Wiseler‑Lima, Vladimír Bilčík, Tomasz Frankowski, Andrzej Halicki, Arba Kokalari, Andrey Kovatchev, David Lega, Miriam Lexmann, Antonio López‑Istúriz White, Elżbieta Katarzyna Łukacijewska, Liudas Mažylis, Janina Ochojska, Radosław Sikorski, Milan Zver
namens de PPE-Fractie
Pedro Marques, Tonino Picula, Thijs Reuten, Juozas Olekas
namens de S&D-Fractie
Petras Auštrevičius, Nicola Beer, Bernard Guetta, Karen Melchior, Karin Karlsbro, Ramona Strugariu, Hilde Vautmans
namens de Renew-Fractie
Viola von Cramon‑Taubadel, Hannah Neumann
namens de Verts/ALE-Fractie
Anna Fotyga, Beata Mazurek, Angel Dzhambazki, Elżbieta Kruk, Tomasz Piotr Poręba, Dominik Tarczyński, Witold Jan Waszczykowski, Jadwiga Wiśniewska, Andżelika Anna Możdżanowska, Alexandr Vondra, Veronika Vrecionová, Assita Kanko, Jacek Saryusz‑Wolski, Beata Kempa, Joachim Stanisław Brudziński, Zbigniew Kuźmiuk, Charlie Weimers, Adam Bielan, Roberts Zīle, Zdzisław Krasnodębski, Eugen Jurzyca, Bogdan Rzońca, Elżbieta Rafalska, Ryszard Czarnecki, Waldemar Tomaszewski
namens de ECR-Fractie
Fabio Massimo Castaldo, Nikolaj Villumsen, Silvia Modig
Resolutie van het Europees Parlement over de aanhoudende onderdrukking van de bevolking van Belarus, met name de zaken van Andrzej Poczobut en Ales Bjaljatski
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Belarus,
– gezien het Handvest van de Verenigde Naties, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing en alle andere mensenrechtenverdragen waarbij Belarus partij is,
– gezien de conclusies van de Europese Raad van 21 en 22 oktober 2021,
– gezien de verklaringen van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, Josep Borrell, van 25 maart 2021 over tegen de Bond van Polen in Belarus gerichte acties, van 17 januari 2023 over de rechtszaken tegen oppositieleiders en journalisten en van 3 maart 2023 over de veroordeling van Ales Bjaljatski en andere mensenrechtenverdedigers, alsmede de verklaring van de woordvoerder van de Europese Dienst voor extern optreden van 7 oktober 2022 over de uitspraak van de rechtbank tegen onafhankelijke mediavertegenwoordigers,
– gezien het verslag van de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten van 4 maart 2022 over de mensenrechtensituatie in Belarus in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2020 en in de nasleep daarvan, en gezien de verklaring van de woordvoerder van de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten van 6 januari 2023 over rechtszaken in Belarus,
– gezien de verslagen van 4 mei 2022 en 20 juli 2022 van de speciale VN-rapporteur voor de mensenrechtensituatie in Belarus, Anaïs Marin, aan de VN-Mensenrechtenraad, de oproep van VN-deskundigen van 10 oktober 2022 tot onmiddellijke vrijlating van de gevangengenomen Nobelprijswinnaar en andere mensenrechtenverdedigers in Belarus en de opmerking van de woordvoerder van de VN voor de mensenrechten, Ravina Shamdasani, van 3 maart 2023 over de veroordeling van mensenrechtenverdedigers in Belarus,
– gezien de verklaring van de ministers van Buitenlandse Zaken van de G7 van 4 november 2022 over Belarus,
– gezien de verklaring van de Commissaris voor de Mensenrechten van de Raad van Europa van 3 maart 2023 over de veroordeling van Nobelprijswinnaar Bjaljatski en andere mensenrechtenverdedigers,
– gezien de verklaringen van de vertegenwoordiger van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) voor mediavrijheid, Teresa Ribeiro, van 13 juli 2022 over de voortdurende opsluiting van journalisten en andere personen die werkzaam zijn in de media in Belarus, van 15 september 2022 over de aanhoudende gevangenneming van journalisten in Belarus en van 7 oktober 2022 over de aanhoudende vervolging van Belarussische mediaprofessionals,
– gezien artikel 132, leden 2 en 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat sinds het uitbreken van vreedzame protesten na de grootschalige fraude bij de presidentsverkiezingen van 9 augustus 2020, het regime van Loekasjenka zijn repressie tegen het Belarussische volk heeft voortgezet, waarbij vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, mensenrechtenverdedigers, journalisten, activisten van de oppositie en vele anderen zijn geïntimideerd, vervolgd, gearresteerd, gemarteld en veroordeeld wegens protest tegen het regime, tegen de systematische mensenrechtenschendingen of tegen de steun van het regime voor de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne; overwegende dat strafrechtelijke vervolging een van de zwaarste vormen van onderdrukking blijft en op grote schaal voorkomt;
B. overwegende dat er in maart 2023 meer dan 1 450 mensen op de door het mensenrechtencentrum Vjasna bijgehouden lijst van Belarussische politieke gevangenen stonden, waaronder de winnaar van de Sacharovprijs en de Nobelprijs voor de vrede Ales Bjaljatski; overwegende dat er voor zover Vjasna weet ten minste 2 900 mensen zijn veroordeeld in politiek gemotiveerde strafzaken; overwegende dat het regime van Loekasjenka in 2022 ten minste 1 200 politieke veroordelingen heeft uitgesproken wegens aanklachten van criminaliteit en 215 kanalen van de geschreven pers heeft gesloten, en dat er sinds 2020 in Belarus meer dan 1 000 ngo’s zijn opgeheven;
C. overwegende dat Ales Bjaljatski, een vooraanstaande mensenrechtenactivist, oprichter en voorzitter van het mensenrechtencentrum Vjasna en winnaar van de Nobelprijs voor de vrede en de Sacharovprijs, op 12 februari 2022 werd gearresteerd en in voorlopige hechtenis werd gesteld; overwegende dat hij tussen 2011 en 2014 gevangen werd genomen en opnieuw in 2021, in de nasleep van de massale prodemocratische demonstraties na de presidentsverkiezingen van 2020; overwegende dat Ales Bjaljatski, Valjantsin Stefanovitsj, lid van het mensenrechtencentrum Vjasna, mensenrechtenverdediger Zmitser Salawjov en Oeladzimir Labkovitsj, coördinator van de campagne “Mensenrechtenverdedigers voor vrije verkiezingen”, op 3 maart 2023 zijn veroordeeld tot respectievelijk 10, 9, 8 en 7 jaar gevangenisstraf in politiek gemotiveerde rechtszaken; overwegende dat Leanid Soedalenka, advocaat van de afdeling van Vjasna in Homel, en Tatsjana Lasitsa, een vrijwilliger van Vjasna, op 3 november 2021 werden veroordeeld tot respectievelijk drie en tweeënhalf jaar gevangenisstraf;
D. overwegende dat Andrzej Poczobut, journalist en lid van de Bond van Polen in Belarus, op 18 maart 2021 werd gearresteerd en later tot drie jaar gevangenisstraf werd veroordeeld op beschuldiging van “het publiekelijk beledigen van de president van Belarus” en “het aanzetten tot etnische haat”; overwegende dat de regionale rechtbank van Hrodna hem op 8 februari 2023 schuldig heeft bevonden aan het aanmoedigen van acties die gericht waren op het schaden van de nationale veiligheid van de Republiek Belarus en het aanzetten tot etnische vijandigheid, en hem heeft veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf;
E. overwegende dat journalisten nog altijd tot de groepen behoren waar het regime het het meest op heeft gemunt; overwegende dat er momenteel in Belarus meer dan dertig journalisten in de gevangenis zitten; overwegende dat in oktober 2022 ten minste 29 onafhankelijke mediakanalen als “extremistisch” waren aangemerkt en door de autoriteiten waren geblokkeerd; overwegende dat volgens de Belarussische vereniging van journalisten het openbare debat bijna volledig wordt gesmoord en de media ernstig worden onderdrukt; overwegende dat nu de onafhankelijke media volledig aan banden zijn gelegd er in Belarus geen vrijheid van meningsuiting meer bestaat en het regime het internet geheel en al controleert;
F. overwegende dat de aanklachten tegen Andrzej Poczobut en Ales Bjaljatski algemeen worden beschouwd als politiek gemotiveerd en bedoeld om onafhankelijke stemmen het zwijgen op te leggen en de vrijheid van meningsuiting en vereniging te onderdrukken;
G. overwegende dat Belarussische democratische politieke krachten nog altijd worden vervolgd; overwegende dat door het regime van Loekasjenka verstekprocedures zijn ingeleid tegen leiders van de democratische krachten in Belarus en dat vele leiders en vertegenwoordigers van de democratische oppositiepartijen nog steeds onder onmenselijke omstandigheden gevangen worden gehouden; overwegende dat de stadsrechtbank van Minsk op 6 maart 2023 de leider van de Belarussische democratische oppositie en het hoofd van het verenigd overgangskabinet, Svjatlana Tsichanowskaja, bij verstek tot 15 jaar gevangenisstraf heeft veroordeeld; overwegende dat de rechtbank ook andere leden van de coördinatieraad, namelijk Pavel Latoesjka, tot 18 jaar gevangenisstraf heeft veroordeeld, en Maryja Maroz, Volha Kavalkova en Sjarhej Dylewski elk tot twaalf jaar gevangenisstraf; overwegende dat de vonnissen zijn uitgesproken enkele dagen nadat een Belarussische rechtbank de gevangenisstraf van 18 jaar van de echtgenoot van Tsichanowskaja, de dissident en prodemocratische activist Sjarhej Tsichanowski, met 18 maanden heeft verlengd; overwegende dat een aantal van de veroordeelden winnaars zijn van de Sacharovprijs voor de vrijheid van denken;
H. overwegende dat op 17 oktober 2022 de politieke gevangene Mikalai Awtoechovitsj in een politiek gemotiveerde zaak in Belarus een ongekend strenge straf van 25 jaar in een streng beveiligde strafkolonie opgelegd heeft gekregen, terwijl elf anderen werden veroordeeld tot gevangenisstraffen van maximaal twintig jaar;
I. overwegende dat de autoriteiten in Belarus herhaaldelijk de mensenrechten van de burgers van het land hebben geschonden, waaronder het recht op vrijheid van meningsuiting, vreedzame vergadering en vereniging; overwegende dat repressie alle sectoren van de samenleving blijft treffen; overwegende dat de vervolging van personen wordt voortgezet onder het mom van de bestrijding van extremisme en terrorisme; overwegende dat in januari 2022 wijzigingen van het Belarussische wetboek van strafrecht in werking zijn getreden, waarbij strafrechtelijke aansprakelijkheid voor deelname aan de activiteiten van niet-geregistreerde organisaties opnieuw is ingevoerd; overwegende dat de autoriteiten in mei 2022 de toepassing van de doodstraf hebben uitgebreid tot “pogingen tot terrorisme”, een aanklacht die eerder werd gebruikt in processen tegen politieke activisten; overwegende dat het Belarussische regime de vrijheid van vereniging ernstig blijft beperken; overwegende dat de regering van Belarus in december 2022 bij het parlement een wetsvoorstel tot wijziging van de wet op de politieke partijen heeft ingediend, hetgeen uiteindelijk zou kunnen leiden tot het feitelijke verbod van tegen het regime gekante politieke partijen;
J. overwegende dat Loekasjenka in oktober 2022 de terugtrekking van Belarus uit het Eerste Facultatief Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten heeft ondertekend en daarmee het mandaat van de VN-Commissie voor de rechten van de mens heeft geblokkeerd om klachten over mensenrechten van personen in Belarus te ontvangen en te beoordelen – een van de laatste verhaalsmogelijkheden voor vervolgde Belarussen;
K. overwegende dat administratieve vervolging een van de instrumenten is die het regime van Loekasjenka gebruikt om de oppositie en alle stemmen die het regime in twijfel trekken het zwijgen op te leggen; overwegende dat het mensenrechtencentrum Vjasna in januari 2023 melding maakte van ten minste 350 arrestaties en 141 gevallen van politiek gemotiveerde administratieve vervolging;
L. overwegende dat de vervolging van onafhankelijke vakbonden nog steeds voortduurt; overwegende dat de Belarussische autoriteiten wetgeving hebben gewijzigd zodat meer organisaties als “extremistisch” kunnen worden bestempeld; overwegende dat het Hooggerechtshof van Belarus in juli 2022 vier grote onafhankelijke vakbonden en het Congres van Democratische Vakbonden van Belarus heeft ontbonden; overwegende dat in januari 2023 de onafhankelijke vakbondsleiders Henadz Fjadynitsj en Vasil Berasnew werden veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf, en Vatslaw Aresjka werd veroordeeld tot acht jaar; overwegende dat in februari 2023 de leden van de groep Rabotsjy Roech (Arbeidersbeweging) Sjarhej Sjelest, Oeladzimir Zjoerawka, Andrej Pahjaryla, Hanna Ablab, Aljaksandr Hasjnikaw, Sjarhej Dzjoeba, Ihar Mints, Valjantsin Tseranevitsj, Sjarhej Sjametska en Aljaksandr Kapsjoel werden beschuldigd van hoogverraad en van het oprichten van en deelnemen aan een extremistische organisatie en werden veroordeeld tot een gevangenisstraf van elf tot vijftien jaar; overwegende dat het ministerie van Binnenlandse Zaken van Belarus activisten en leiders van de democratische vakbeweging blijft toevoegen aan lijsten van extremisten en terroristen;
M. overwegende dat het regime zijn onderdrukking van advocaten voortzet als vergelding voor het feit dat zij hun standpunt uiten over rechtenkwesties, cliënten vertegenwoordigen in politiek gemotiveerde zaken of voor het feit dat zij zich uitspreken tegen de oorlog in Oekraïne; overwegende dat sinds augustus 2020 ten minste zeventig advocaten hun vergunning hebben verloren na arbitraire beslissingen van het ministerie van Justitie of politiek gemotiveerde procedures voor royement; overwegende dat in 2022 zeven advocaten werden geconfronteerd met politiek gemotiveerde strafrechtelijke aanklachten en nog steeds te maken hebben met administratieve aanklachten, aanhoudingen, huiszoekingen en intimidatie; overwegende dat Vital Brahinets is veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf wegens zijn verdediging van verschillende politieke gevangenen, onder wie Ales Bjaljatski;
N. overwegende dat het regime van Loekasjenka steeds onderdrukkender maatregelen treft tegen nationale minderheden, met name de Poolse en Litouwse minderheid – zoals het sluiten van scholen die in de nationale minderheidstaal onderwijzen – en maatregelen tegen de organisaties die deze minderheden vertegenwoordigen, zoals de Bond van Polen in Belarus; overwegende dat de Poolse en andere nationale minderheden al vele jaren stelselmatig worden gediscrimineerd, waarbij de meest prominente gevallen van repressie gericht zijn tegen Andżelika Borys en Andrzej Poczobut;
O. overwegende dat het regime van Loekasjenka zijn beleid van russificatie van Belarus voortzet, met als strategisch doel uitingen van Belarussische nationale identiteit, zo ook haar taal en cultuur, te marginaliseren en te vernietigen; overwegende dat dit beleid ook een verbod inhoudt op nationale en historische symbolen van Belarus, zoals de wit-rood-witte vlag en het Pahonia-wapen, en de sluiting van uitgeverijen en particuliere scholen en de opschorting van Belarussische taalcursussen;
P. overwegende dat het onwettige regime van Loekasjenka de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging blijft beperken; overwegende dat er volgens de coördinatieraad diverse rooms-katholieke, Grieks-katholieke en orthodoxe priesters en protestantse dominees op verschillende manieren onder druk zijn gezet, waarbij zij geldboetes maar soms ook lange gevangenisstraffen kregen opgelegd, zoals Sjarhej Rezanovitsj die veroordeeld werd tot 16 jaar gevangenisstraf;
Q. overwegende dat politieke gevangenen nog eens extra worden onderdrukt en in zeer mensonterende omstandigheden verkeren; overwegende dat politieke gevangenen in de praktijk in omstandigheden worden vastgehouden die verboden zijn op grond van de internationale verplichtingen van Belarus: zij krijgen onder valse voorwendselen tuchtstraffen opgelegd en worden in strafcellen geplaatst; overwegende dat politieke gevangenen melding blijven maken van hun tanende gezondheid, vernedering en mishandeling; overwegende dat het beveiligingsniveau van hun detentie in sommige gevallen wordt verhoogd en dat de duur van hun gevangenisstraf willekeurig wordt verlengd, het recht op correspondentie wordt geschonden en politieke gevangenen geen familiebezoek krijgen, zoals blijkt uit de zaak van Palina Sjarenda-Panasjoek;
R. overwegende dat duizenden Belarussen al dan niet onder dwang hun land hebben moeten verlaten en in het buitenland een veilig heenkomen hebben moeten zoeken; overwegende dat de Belarussische autoriteiten maatregelen blijven nemen die de rechten van in het buitenland wonende Belarussen beperken; overwegende dat in het door het Loekasjenka-regime opgezette programma “De weg naar huis” Belarussen die het land de afgelopen jaren hebben verlaten, worden “uitgenodigd” om naar Belarus terug te keren, met de belofte dat zij niet zullen worden vervolgd, mits zij een officiële bekentenis afleggen; overwegende dat vele Belarussen die naar hun land zijn teruggekeerd, zijn gearresteerd, vervolgd en soms tot een gevangenisstraf zijn veroordeeld omdat zij hebben deelgenomen aan protesten, op sociale media commentaren hebben gepubliceerd waarin kritiek werd geuit op het regime van Loekasjenka of donaties hebben gegeven aan slachtoffers van de onderdrukking in Belarus; overwegende dat het Belarussische regime in januari 2023 een wet heeft aangenomen waarmee personen in ballingschap die van zogenaamde extremisme-gerelateerde misdrijven worden beschuldigd – de lijst van deze personen bevat al meer dan 2 000 namen – het staatsburgerschap wordt ontnomen;
S. overwegende dat er na ruim twee jaar geen aanwijzingen zijn dat de Belarussische autoriteiten onderzoek doen naar de duizenden meldingen van politiegeweld die sinds de protesten in augustus 2020 zijn ingediend of naar de moorden op demonstranten; overwegende dat de wijdverbreide straffeloosheid voor schendingen van de mensenrechten de hopeloze situatie van het Belarussische volk bestendigt; overwegende dat het recht van slachtoffers op een eerlijk proces wordt belemmerd door het ontbreken van een rechtsstaat; overwegende dat Belarus als enige land in Europa nog steeds de doodstraf voltrekt;
T. overwegende dat de Belarussische autoriteiten vaak hun toevlucht nemen tot surveillance, onlinecensuur en desinformatie, waarbij zij gebruikmaken van technologie om controle over de bevolking uit te oefenen; overwegende dat deze onderdrukkende praktijken de zoveelste stap vormen in de richting van digitaal autoritarisme en de onderdrukking van de digitale rechten van de bevolking van Belarus, met de verergerende intimidatie van burgers en een krimpende ruimte voor het maatschappelijk middenveld tot gevolg; overwegende dat het regime van Loekasjenka ook werkt aan transnationale onderdrukking van Belarussische burgers die in het buitenland wonen;
U. overwegende dat de EU sancties heeft opgelegd aan personen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de onderdrukking in Belarus, en steun heeft verleend aan het maatschappelijk middenveld en de onafhankelijke media in het land;
V. overwegende dat de Belarussische autoriteiten de ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne blijven steunen door Rusland toe te staan Belarussisch grondgebied te gebruiken voor militaire aanvallen op Oekraïne; overwegende dat tal van Belarussische burgers worden vervolgd omdat zij hun steun voor Oekraïne uitspreken, de regering bekritiseren omdat zij de aanvalsoorlog van Rusland steunt of verslag uitbrengen over de verplaatsingen van Russische troepen en militaire uitrusting binnen Belarus;
W. overwegende dat het Comité van Ministers van de Raad van Europa op 7 september 2022 de secretaris-generaal van de Raad van Europa heeft verzocht een contactgroep voor Belarus op te zetten in samenwerking met vertegenwoordigers van de Belarussische democratische krachten en het maatschappelijk middenveld; overwegende dat de officiële Missie van Democratisch Belarus op 1 maart 2023 in Brussel is geopend in het bijzijn van Svjatlana Tsichanowskaja;
1. betuigt nogmaals zijn solidariteit met de bevolking van Belarus, die blijft opkomen voor een soeverein, vrij en democratisch Belarus, en daarbij zelfs haar vrijheid en leven op het spel zet; blijft er bij de overheidsautoriteiten op aandringen onmiddellijk een einde te maken aan de repressie tegen de bevolking van Belarus, eist de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van alle politieke gevangenen en alle personen die willekeurig worden vastgehouden, gearresteerd of veroordeeld op politieke gronden, en de intrekking van alle aanklachten tegen hen, alsmede hun volledige rehabilitatie en financiële compensatie voor de schade die zij hebben geleden als gevolg van hun onwettige detentie;
2. blijft in de krachtigste bewoordingen de aanhoudende repressie in Belarus, onder meer in de vorm van politiek gemotiveerde showprocessen, veroordelen; veroordeelt de systematische onderdrukking door het Loekasjenka-regime van de bevolking van Belarus, als gevolg waarvan sinds de gestolen presidentsverkiezingen van 9 augustus 2020 duizenden Belarussen ertoe gedwongen werden het land te ontvluchten; herhaalt dat deze aanhoudende campagne van systematische onderdrukking gelijkstaat aan ernstige mensenrechtenschendingen;
3. herinnert de Belarussische autoriteiten aan hun verplichtingen om de mensenrechten van alle burgers van Belarus te eerbiedigen, waaronder het recht op vrijheid van meningsuiting, vreedzame vergadering en vereniging; dringt erop aan dat de fundamentele vrijheden en de mensenrechten, de rechtsstaat en een functionerende onafhankelijke rechterlijke macht in Belarus worden gewaarborgd; herhaalt zijn oproep aan de Belarussische autoriteiten om onmiddellijk alle doodvonnissen om te zetten en een acuut moratorium op de toepassing van de doodstraf in te stellen als een stap in de richting van de volledige en permanente afschaffing daarvan; veroordeelt de nieuwe wet die voorziet in de toepassing van de doodstraf tegen functionarissen en militairen die veroordeeld zijn wegens hoogverraad; dringt erop aan een einde te maken aan de discriminatie van vrouwen en kwetsbare groepen, waaronder personen die tot minderheden behoren, personen met een handicap en lhbtqi-personen;
4. herhaalt dat moet worden voldaan aan de legitieme eisen van het Belarussische volk met betrekking tot democratie op basis van mensenrechten en fundamentele vrijheden, welvaart, soevereiniteit en veiligheid; herhaalt zijn eerdere oproepen tot het organiseren van nieuwe vrije en eerlijke verkiezingen met internationale waarnemers van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de OVSE (ODIHR); wijst erop dat de EU en haar lidstaten de uitslag van de presidentsverkiezingen van 2020 niet hebben erkend en Aljaksandr Loekasjenka niet erkennen als de legitieme president van Belarus;
5. veroordeelt de detentie en veroordeling van Andrzej Poczobut en de veroordeling van Ales Bjaljatski, Valjantsin Stefanovitsj, Zmitser Salawjov en Oeladzimir Labkovitsj, aangezien dit wijst op de inspanningen van het regime om alle maatschappelijke betrokkenheid bij de verdediging van de mensenrechten en alle onafhankelijke journalistieke werkzaamheden in het land te onderdrukken; hekelt de talloze schendingen van hun recht op een eerlijk proces en pleit voor hun onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating, alsook voor hun volledige rehabilitatie en schadeloosstelling;
6. laakt de veroordeling bij verstek van Svetlana Tsichanowskaja, leider van de Belarussische democratische oppositie en hoofd van het verenigd overgangskabinet, en andere leden van de coördinatieraad, namelijk Pavel Latoesjka, Maryja Maroz, Volha Kavalkova en Sjarhej Dylewski; verwerpt de uitspraak van de rechtbank, op grond waarvan het uitoefenen van het democratisch recht om zich kandidaat te stellen voor verkiezingen neerkomt op “samenzwering met als doel de macht te grijpen”; eist dat het regime van Loekasjenka de vonnissen herroept en alle aanklachten tegen de vier activisten intrekt; eist dat geen enkele activist die is veroordeeld wegens zijn of haar steun voor of actieve deelname aan de prodemocratische oppositie wordt uitgesloten van verkiesbare functies in Belarus; verzoekt de lidstaten, met name de landen waar deze vooraanstaande leden van de democratische krachten in Belarus momenteel verblijven, om hun veiligheid en bescherming tegen het regime van Loekasjenka te waarborgen;
7. veroordeelt de intense intimidatie en vervolging van vakbonden; hekelt de politiek gemotiveerde veroordelingen van onafhankelijke vakbondsleiders zoals Henadz Fjadynitsj, Vasil Berasnew en Vatslaw Aresjka en de leden van de Rabotsjy Roech (Arbeidersbeweging), die getuigen van een totale veronachtzaming van hun mensenrechten en duidelijke schendingen zijn van de internationale arbeidsverdragen;
8. veroordeelt de vervolging van de Poolse, Litouwse en andere nationale minderheidsgroepen in Belarus en hun vertegenwoordigers, met inbegrip van de besluiten om Poolse en Litouwse scholen te sluiten en het onderwijs in deze talen af te schaffen, alsook de vernieling van Poolse begraafplaatsen en erfgoed; verzoekt de Belarussische autoriteiten alle maatregelen tegen nationale minderheden te staken en hun rechten, waaronder hun recht op onderwijs in minderheidstalen, te eerbiedigen;
9. hekelt het feit dat politiek gemotiveerde processen achter gesloten deuren en zonder behoorlijke rechtsgang worden gevoerd, waardoor de internationale verplichtingen en verbintenissen van het land worden geschonden en oppositieleiders strenge en ongerechtvaardigde straffen krijgen opgelegd; roept de EU-delegatie voor de betrekkingen met Belarus en de ambassades van de lidstaten in Belarus op om de processen van alle politieke gevangenen te blijven observeren en volgen; spoort de Raad en de Commissie aan nieuwe mogelijkheden te verkennen om de vrijlating van alle politieke gevangenen te bewerkstelligen; verzoekt het Internationaal Comité van het Rode Kruis en andere organisaties politieke gevangenen te bezoeken, met name die met ernstige gezondheidsproblemen;
10. veroordeelt de door Aljaksandr Loekasjenka ondertekende wet inzake staatsburgerschap, die het mogelijk maakt om in het buitenland wonende Belarussen hun staatsburgerschap te ontnemen; benadrukt dat de Belarussische autoriteiten artikel 15 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, waarbij Belarus partij is en dat het recht op een nationaliteit waarborgt en willekeurige ontneming ervan verbiedt, schenden; dringt er bij de Belarussische autoriteiten op aan het programma “De weg naar huis” stop te zetten;
11. benadrukt dat er een uitgebreid onderzoek nodig is naar de misdaden die het regime van Loekasjenka tegen de bevolking van Belarus heeft gepleegd; roept de lidstaten op het beginsel van universele rechtsmacht actief toe te passen en rechtszaken voor te bereiden tegen Belarussische functionarissen, onder wie Aljaksandr Loekasjenka, die verantwoordelijk zijn voor of medeplichtig zijn aan systematisch geweld en onderdrukking en misdaden tegen de menselijkheid;
12. herhaalt zijn krachtige veroordeling van de betrokkenheid van Belarus bij de ongerechtvaardigde en niet-uitgelokte aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne; veroordeelt de oorlogszuchtige retoriek van het Loekasjenka-regime ten opzichte van Oekraïne en de massale verspreiding van propaganda en desinformatie over de aanvalsoorlog; herhaalt dat Loekasjenka en andere Belarussische functionarissen de verantwoordelijkheid voor deze aanvalsoorlog en voor in Oekraïne gepleegde oorlogsmisdaden delen en ter verantwoording moeten worden geroepen in een speciaal tribunaal voor het misdrijf van agressie tegen Oekraïne en op andere passende internationale rechtbanken, en verzoekt de EU en haar lidstaten inspanningen in deze richting te ondersteunen; betuigt zijn steun aan de Belarussische vrijwilligers en partizanen die strijden voor de onafhankelijkheid van Belarus en Oekraïne helpen zich te verdedigen tegen de aanvalsoorlog van Rusland; stelt vast dat het regime van Loekasjenka een medeplichtige is van een staat die terrorisme sponsort en die terroristische middelen gebruikt;
13. neemt met bezorgdheid kennis van de voortdurende zogenaamde integratie van Rusland en Belarus op verschillende gebieden, die de facto neerkomt op bezetting, en met name de geleidelijke militarisering van Belarus en de regio, onder meer door de aanwezigheid van Russische troepen in Belarus, hetgeen een uitdaging vormt voor de veiligheid en stabiliteit van het Europese continent en indruist tegen de wil van het Belarussische volk; betreurt het besluit van Belarus om afstand te doen van zijn niet-nucleaire status;
14. roept de EU en haar lidstaten op de EU-sancties tegen personen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de repressie in Belarus uit te breiden en aan te scherpen en daar alle personen in op te nemen die de repressie door het regime van de democratische oppositie en de politieke activisten mede mogelijk hebben gemaakt, onder wie rechters, officieren van justitie en personeel van wetshandhavingsdiensten, gevangenissen en strafkolonies, en toezien op de juiste handhaving van de sancties; betreurt het dat Belarus niet is opgenomen in het tiende sanctiepakket tegen Rusland en degenen die het land ondersteunen; roept ertoe op om geloofwaardige sancties aan de Belarussische personen en entiteiten die de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne steunen, op te leggen, en de nodige maatregelen in te voeren om te voorkomen dat de EU-sancties tegen Rusland via Belarus worden omzeild en de aan Rusland opgelegde beperkende maatregelen ook toe te passen op het regime van Loekasjenka in Belarus; pleit ervoor dat potas, de belangrijkste inkomstenbron van het regime, op de sanctielijst wordt geplaatst;
15. roept de EU en haar lidstaten op de situatie in Belarus aan de orde te blijven stellen in alle relevante Europese en internationale organisaties, met name de VN en haar gespecialiseerde organen, de OVSE en de Internationale Arbeidsorganisatie, met als doel de internationale aandacht voor de mensenrechtenschendingen te vergroten, het internationale optreden als reactie op de situatie in Belarus aan te scherpen en de tegenwerking van Rusland en andere landen ten aanzien van een dergelijk optreden te overwinnen;
16. verzoekt de EU en haar lidstaten samen te werken met internationale partners, zoals het Moskou-mechanisme van de OVSE en de VN-Mensenrechtenraad, alsook met mensenrechtenactivisten en maatschappelijke organisaties ter plaatse, om te waarborgen dat mensenrechtenschendingen worden gedocumenteerd en gemeld, dat de daders ter verantwoording worden geroepen en dat er gerechtigheid komt voor de slachtoffers; prijst in dit verband het werk van het Internationaal Platform inzake verantwoordingsplicht voor Belarus en roept de EU en de lidstaten op hun steun aan deze organisatie voort te zetten; spoort het Internationaal Strafhof aan een onderzoek in te stellen en een strafrechtelijk onderzoek in te leiden tegen het Belarussische regime in gevallen van misdaden tegen de menselijkheid;
17. dringt er bij de gehele internationale gemeenschap op aan de kandidatuur van Belarus voor de niet-permanente zetel van de groep van Oost-Europese landen in de VN-Veiligheidsraad voor 2024-2025 af te wijzen;
18. spoort de lidstaten aan te werken aan de versterking van het mandaat en de functie van de speciale rapporteur van de VN voor de mensenrechtensituatie in Belarus en het onderzoek van het Bureau van de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten (OHCHR) naar Belarus om individuele klachten van burgers van Belarus te kunnen ontvangen en doeltreffend te kunnen behandelen; spreekt zijn steun uit voor de oproep van internationale en Belarussische maatschappelijke organisaties van 13 februari 2023 aan de volwaardige leden en de leden met waarnemersstatus van de VN-Mensenrechtenraad om een onafhankelijk onderzoeksmechanisme in te stellen als aanvulling op en follow-up van de werkzaamheden van het bestaande OHCHR-onderzoek, en dringt erop aan dat er voor de werking van dit mechanisme voldoende middelen en financiering worden uitgetrokken;
19. wijst op de cruciale rol die onafhankelijke media, vakbonden en maatschappelijke organisaties spelen bij de bekrachtiging van de democratische aspiraties van het Belarussische volk, zowel in Belarus zelf als in ballingschap; roept de EU-instellingen op de steun voor capaciteitsopbouw aan het maatschappelijk middenveld, de vrije media, onafhankelijke vakbonden en de prodemocratische activisten in Belarus en in ballingschap op te voeren; verzoekt de Commissie en de lidstaten steun te blijven verlenen aan het maatschappelijk middenveld in Belarus, de onafhankelijke media en de democratische politieke groeperingen en structuren, waaronder de coördinatieraad en het verenigd overgangskabinet; verzoekt de democratische krachten van Belarus de eenheid te handhaven en te bevorderen met het oog op een vrij, democratisch en onafhankelijk Belarus;
20. verzoekt de EU-instellingen en de lidstaten steun en bescherming te bieden aan mensenrechtenactivisten en het maatschappelijk middenveld in Belarus, die te maken hebben met ernstige repressie, onder meer door noodvisa af te geven om Belarus zo nodig te verlaten; verzoekt de EU-instellingen de inspanningen van de lidstaten om de Belarussen die hun land moeten ontvluchten te beschermen en op te vangen, te blijven steunen; verzoekt de lidstaten steun te verlenen aan de Belarussische burgers die in de EU verblijven, wier identiteitsdocumenten verlopen en die geen mogelijkheid hebben om ze te verlengen aangezien zij niet naar Belarus kunnen terugkeren;
21. veroordeelt de inspanningen van het Loekasjenka-regime om de Belarussische cultuur uit te roeien en een beleid van russificatie van de Belarussische bevolking te voeren; verzoekt de EU om de Belarussische cultuur en Belarussische culturele organisaties te steunen; veroordeelt de weigering om het proces van Ales Bjaljatski in het Belarussisch in plaats van in het Russisch te voeren en de afwijzing van het verzoek van Ales Bjaljatski om een tolk, waaruit het anti-Belarussische beleid van het regime van Loekasjenka blijkt; steunt de viering van het Belarussische volk op 25 maart, de dag waarop de onafhankelijkheid van Belarus in 1918 werd afgekondigd;
22. verzoekt de Commissie en de lidstaten stappen te ondernemen om ervoor te zorgen dat zowel buitenlandse als binnenlandse bedrijven die actief zijn in Belarus bijzondere zorgvuldigheid betrachten en hun verantwoordelijkheid nemen om de mensenrechten te eerbiedigen in zowel hun activiteiten als hun toeleveringsketens, in overeenstemming met de leidende beginselen van de VN; verzoekt alle in de EU gevestigde bedrijven een einde te maken aan hun betrekkingen met Belarussische leveranciers die openlijk het gewelddadige regime van Loekasjenka steunen of anderszins de leidende beginselen van de VN schenden; verzoekt de Raad sancties op te leggen aan Belarussische of internationale bedrijven die zich niet aan de regels houden; dringt er bij het regime van Loekasjenka op aan een einde te maken aan de dwangarbeid in strafkolonies;
23. verzoekt de Commissie een taskforce op te richten die een beleidsdialoog met de vertegenwoordigers van democratisch Belarus zal aangaan om te werken aan een breed multisectoraal akkoord dat de basis zal vormen voor samenwerking met een democratisch Belarus zodra het huidige regime niet meer aan de macht is; herhaalt dat dit gepaard moet gaan met een plan voor financiële en administratieve middelen, dat moet worden uitgevoerd om, zodra het kan, de noodzakelijke hervormingen in het land door te voeren en te financieren; is ingenomen met de oprichting van de Missie voor Democratisch Belarus in Brussel en verzoekt de EU-instellingen deze missie en de ambassades van Belarus te ondersteunen;
24. wijst er andermaal op hoe belangrijk het is de betrekkingen tussen de Belarussische democratische krachten en het Parlement te formaliseren om de Belarussische vertegenwoordiging op het internationale toneel te versterken; pleit daarom voor een hernieuwde, officieel erkende democratische vertegenwoordiging van Belarus in de Parlementaire Vergadering Euronest en de Delegatie voor de betrekkingen met Belarus;
25. wijst op het belang van de versterking van de eenheid van de EU ten aanzien van Belarus, ook wat betreft de diplomatieke isolatie van het huidige regime; veroordeelt alle acties, waaronder bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders aan de feitelijke autoriteiten in Minsk, die twijfel kunnen doen rijzen over de ondubbelzinnige niet-erkenning door de Unie van het Loekasjenka-regime; betreurt in dit verband het bezoek van de Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken Péter Szijjártó aan Minsk op 13 februari 2023, hetgeen indruist tegen het EU-beleid ten aanzien van Belarus en de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, en keurt het af dat sommige lidstaten nog steeds Schengenvisa afgeven aan personen die nauwe banden hebben met Aljaksandr Loekasjenka;
26. veroordeelt nogmaals het recente besluit van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) om Belarussische sporters toe te staan onder een neutrale vlag deel te nemen aan de kwalificaties voor de Olympische Spelen van 2024 in Parijs, hetgeen haaks staat op de vrijwel totale boycot van Belarus en door het regime voor propagandadoeleinden zal worden gebruikt; roept de lidstaten en de internationale gemeenschap op druk uit te oefenen op het IOC om dit besluit terug te draaien en bij andere culturele, wetenschappelijke of sportevenementen hetzelfde standpunt in te nemen;
27. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de Internationale Arbeidsorganisatie, het Internationale Comité van het Rode Kruis, de vertegenwoordigers van de Belarussische democratische krachten en de feitelijke autoriteiten van de Republiek Belarus.