GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over Iran, en in het bijzonder de vergiftiging van honderden schoolmeisjes
15.3.2023 - (2023/2587(RSP))
ter vervanging van de volgende ontwerpresoluties:
B9‑0170/2023 (The Left)
B9‑0172/2023 (Verts/ALE)
B9‑0175/2023 (Renew)
B9‑0177/2023 (PPE)
B9‑0180/2023 (S&D)
B9‑0181/2023 (ECR)
Željana Zovko, David Lega, Michael Gahler, Isabel Wiseler‑Lima, David McAllister, Frances Fitzgerald, Tom Vandenkendelaere, Andrius Kubilius, Antonio López‑Istúriz White, Ivan Štefanec, Peter Pollák, Inese Vaidere, Michaela Šojdrová, Vladimír Bilčík, Vangelis Meimarakis, Stelios Kympouropoulos, Krzysztof Hetman, Tomáš Zdechovský, Eugen Tomac, Sandra Kalniete
namens de PPE-Fractie
Pedro Marques, Evin Incir, Dietmar Köster, Alessandra Moretti, Thijs Reuten
namens de S&D-Fractie
Samira Rafaela, Abir Al‑Sahlani, Petras Auštrevičius, Nicola Beer, Izaskun Bilbao Barandica, Dita Charanzová, Olivier Chastel, Katalin Cseh, Vlad Gheorghe, Bernard Guetta, Svenja Hahn, Karin Karlsbro, Moritz Körner, Nathalie Loiseau, Karen Melchior, Frédérique Ries, María Soraya Rodríguez Ramos, Michal Šimečka, Ramona Strugariu, Hilde Vautmans
namens de Renew-Fractie
Ernest Urtasun, Hannah Neumann
namens de Verts/ALE-Fractie
Adam Bielan, Anna Fotyga, Karol Karski, Assita Kanko, Jadwiga Wiśniewska, Denis Nesci, Eugen Jurzyca, Raffaele Stancanelli, Alexandr Vondra, Veronika Vrecionová, Elżbieta Kruk, Waldemar Tomaszewski, Beata Kempa, Joachim Stanisław Brudziński, Ladislav Ilčić, Witold Jan Waszczykowski, Zbigniew Kuźmiuk, Bogdan Rzońca, Elżbieta Rafalska, Ryszard Czarnecki, Sergio Berlato
namens de ECR-Fractie
Cornelia Ernst, Marisa Matias
namens de Fractie The Left
Fabio Massimo Castaldo
Resolutie van het Europees Parlement over Iran, en in het bijzonder de vergiftiging van honderden schoolmeisjes
Het Europees Parlement,
A. overwegende dat vrouwen en meisjes in Iran grootschalige, vreedzame protesten hebben geleid om te pleiten voor democratie en de afschaffing van de systemische discriminatie van vrouwen;
B. overwegende dat sinds november 2022 duizenden meisjes en vrouwen in Iran zijn aangevallen met giftige stoffen en dat meisjes daardoor niet naar school kunnen gaan;
C. overwegende dat dit zich afspeelt in een tijd waarin de onderdrukking van vrouwen die hun recht op vrijheid uitoefenen, ernstiger is dan ooit;
1. veroordeelt in de krachtigste bewoordingen deze gruwelijke poging om vrouwen en meisjes in Iran de mond te snoeren; betuigt zijn diepe solidariteit met de Iraanse studenten die tijdens de incidenten zijn vergiftigd, alsmede met hun familieleden;
2. laakt andermaal het beleid van het regime dat tegen vrouwen en meisjes gericht is en spreekt nogmaals zijn absolute steun uit voor het pleidooi van Iraanse vrouwen en meisjes voor de afschaffing van alle systemische discriminatie;
3. verzoekt de Mensenrechtenraad van de VN met klem de onafhankelijke internationale onderzoeksmissie onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de vergiftiging van de schoolmeisjes en dringt erop aan dat de verantwoordelijken ter verantwoording worden geroepen; dringt er bij de Iraanse autoriteiten op aan de onafhankelijke internationale onderzoeksmissie van de VN en de speciale rapporteur van de VN voor de mensenrechtensituatie in de Islamitische Republiek Iran volledige toegang te verlenen;
4. herinnert eraan dat de Islamitische Republiek Iran de volledige verantwoordelijkheid draagt voor de waarborging van het grondrecht van vrouwen en meisjes op onderwijs en wijst erop dat het ontnemen van onderwijs aan meisjes verwoestende gevolgen heeft voor de toekomst van de betrokken meisjes; verzoekt de Iraanse autoriteiten met klem niet-discriminerende toegang tot onderwijs te garanderen voor meisjes en alle wetgeving die discriminerend is ten aanzien van vrouwen en meisjes in te trekken;
5. laakt het maandenlange verzuim van het regime om op te treden, alsmede het opzettelijk tegenhouden van geloofwaardige berichten van systematische gifaanvallen op schoolmeisjes;
6. hekelt alle politiek ingegeven gerechtelijke procedures tegen personen die verslag uitbrengen over de vergiftiging, en met name Ali Pourtabatabaei; dringt erop aan dat het recht van Iraniërs op vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vreedzame vergadering, evenals de mediavrijheid worden geëerbiedigd; pleit voor de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van alle personen die wegens de uitoefening van hun grondrechten gevangen zijn genomen of zijn vervolgd en eist dat alle aanklachten tegen deze personen worden ingetrokken;
7. verzoekt de Raad andermaal de Islamitische Revolutionaire Garde aan te merken als terroristische organisatie en de lijst van EU-sancties, onder meer in het kader van de wereldwijde EU-sanctieregeling voor de mensenrechten, uit te breiden met alle personen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor mensenrechtenschendingen in Iran, onder wie opperste leider Ali Khamenei, president Ebrahim Raisi en procureur-generaal Mohammad Jafar Montazeri;
8. verzoekt de Commissie en de lidstaten andermaal de technische en capaciteitsondersteuning aan het Iraanse maatschappelijk middenveld te vergroten; verzoekt de lidstaten met klem de afgifte van visa, de verlening van asiel en de verstrekking van noodsubsidies aan mensen die Iran moeten verlaten, en met name aan vrouwen en meisjes, te vergemakkelijken;
9. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de VV/HV, alsmede aan de Islamitische Raadgevende Vergadering en de opperste leider van de Islamitische Republiek Iran.