GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Servië na de verkiezingen
7.2.2024 - (2024/2521(RSP))
ter vervanging van de volgende ontwerpresoluties:
B9‑0106/2024 (The Left)
B9‑0108/2024 (S&D)
B9‑0131/2024 (Verts/ALE)
B9‑0132/2024 (PPE)
B9‑0133/2024 (Renew)
B9‑0134/2024 (ECR)
Michael Gahler, Vladimír Bilčík, Željana Zovko, Rasa Juknevičienė, Andrius Kubilius, Andrey Kovatchev
namens de PPE-Fractie
Pedro Marques, Andreas Schieder, Tonino Picula, Thijs Reuten
namens de S&D-Fractie
Klemen Grošelj, Petras Auštrevičius, Izaskun Bilbao Barandica, Olivier Chastel, Katalin Cseh, Karin Karlsbro, Michael Kauch, Ilhan Kyuchyuk, Nathalie Loiseau, Karen Melchior, Urmas Paet, Dragoş Pîslaru, María Soraya Rodríguez Ramos, Ramona Strugariu, Dragoş Tudorache, Hilde Vautmans
namens de Renew-Fractie
Viola von Cramon‑Taubadel
namens de Verts/ALE-Fractie
Anna Fotyga, Angel Dzhambazki, Assita Kanko, Elżbieta Kruk, Witold Jan Waszczykowski, Anna Zalewska, Joachim Stanisław Brudziński, Adam Bielan, Waldemar Tomaszewski
namens de ECR-Fractie
Emmanuel Maurel
namens de Fractie The Left
Ontwerpresolutie van het Europees Parlement over de situatie in Servië na de verkiezingen
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Servië, en met name die van 10 mei 2023 over het Commissieverslag 2022 over Servië[1],
– gezien de eerdere verklaringen van de EU over Servië, en met name de gezamenlijke verklaring van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, Josep Borrell, en de commissaris voor Nabuurschap en Uitbreiding, Olivér Várhelyi, van 19 december 2023 over de parlementsverkiezingen,
– gezien de verklaring met de eerste bevindingen en conclusies van de internationale verkiezingswaarnemingsmissie over de vervroegde parlementsverkiezingen van 17 december 2023 in Servië,
– gezien het gezamenlijk advies van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE)/het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten (ODIHR) en de Commissie van Venetië van 19 december 2022 over het grondwettelijke en rechtskader voor de werking van de democratische instellingen in Servië – kieswet en verkiezingsadministratie,
– gezien het verkiezingswaarnemingsverslag van de ad-hoccommissie van het Bureau van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa van 17 januari 2024, getiteld “Observation of the early parliamentary elections in Serbia (17 December 2023)”,
– gezien de toespraak over de verkiezingen in Servië die de commissaris voor Justitie, Didier Reynders, op 17 januari 2024 namens de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV), Josep Borrell, in de plenaire vergadering van het Parlement heeft gehouden,
– gezien de open brief over de situatie in Servië na de verkiezingen, ondertekend door de voorzitters van de Commissies Buitenlandse Zaken van verschillende EU-landen,
– gezien de mede door het Parlement gefaciliteerde parlementaire dialoog in Servië,
– gezien de grondwet van Servië van 2006 en zijn wet van 2022 inzake de verkiezing van parlementsleden,
– gezien Speciaal verslag 01/2022 van de Europese Rekenkamer van 10 januari 2022, getiteld “EU-steun voor de rechtsstaat in de Westelijke Balkan: ondanks inspanningen nog steeds fundamentele problemen”,
– gezien artikel 132, leden 2 en 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat er na de massale schietpartijen in Belgrado en nabij Mladenovac in mei 2023 over heel Servië massaprotesten zijn gehouden onder de leus “Servië tegen geweld”; overwegende dat de president van Servië op 1 november 2023 de roep van de oppositie om vervroegde verkiezingen heeft aangehaald als reden om het parlement te ontbinden; overwegende dat hij vervolgens vervroegde parlementsverkiezingen heeft gepland op 17 december 2023;
B. overwegende dat alle parlementsverkiezingen in Servië sinds 2012, op één na, vervroegde verkiezingen waren; overwegende dat dit de derde parlementsverkiezing in minder dan vier jaar tijd was;
C. overwegende dat naar aanleiding van het plotselinge en gelijktijdige aftreden van 65 burgemeesters van de regeringspartij, onder wie de burgemeester van Belgrado, en het besluit van het parlement van de autonome regio Vojvodina om zichzelf te ontbinden, hoewel er stabiele meerderheden waren, op dezelfde dag (17 december 2023) provinciale verkiezingen en, in een derde van de Servische gemeenten, vervroegde gemeenteraadsverkiezingen in Vojvodina werden uitgeschreven; overwegende dat het geen goede, vaste praktijk is om gedeeltelijke gemeenteraads- en parlementsverkiezingen op dezelfde dag te houden; overwegende dat de vervroegde gedeeltelijke gemeenteraadsverkiezingen door talrijke waarnemers worden beschouwd als een instrument voor de huidige regering om de macht te consolideren en als misbruik van het stemrecht van lokale gemeenschappen;
D. overwegende dat de verkiezingen plaatsvonden in een context van toegenomen sociale polarisatie en hevige concurrentie tussen tegengestelde politieke agenda’s; overwegende dat zij werden gekenmerkt door een ongekend hoge mate van negatieve campagnes en angst, alsook door aanvallen op politieke tegenstanders en journalisten;
E. overwegende dat Servië in de aanloop naar de verkiezingsdag had verzuimd uitvoering te geven aan de belangrijkste aanbevelingen van de OVSE/het ODIHR en de Commissie van Venetië, met inbegrip van de aanbevelingen over het waarborgen van een gelijk speelveld, maatregelen om misbruik van openbare functies en overheidsmiddelen te voorkomen, scheiding tussen officiële taken en campagneactiviteiten, en doeltreffende mechanismen ter voorkoming van intimidatie en druk op kiezers, met inbegrip van het kopen van stemmen;
F. overwegende dat de campagne over het algemeen werd gekenmerkt door nog extremere polarisatie, agressieve retoriek, persoonlijke aanvallen, verbaal geweld en opruiende taal; overwegende dat druk op werknemers in de publieke sector, misbruik van overheidsmiddelen en beïnvloeding van kiezers tot zorgen hebben geleid over de vrijheid van kiezers om zonder ongepaste druk een keuze te maken; overwegende dat deze praktijken, naast een belemmering van de toegang tot openbare locaties voor de oppositie, het speelveld hebben gekanteld en de scheidslijn tussen de staat en de regeringspartij hebben vervaagd, hetgeen in strijd is met de internationale normen; overwegende dat de door Rusland gefinancierde kanalen “Sputnik Serbia” en “Russia Today Balkan” actief hebben bijgedragen aan de verspreiding van desinformatie, hoofdzakelijk over oppositiekandidaten;
G. overwegende dat de campagne voor het overgrote deel werd gedomineerd door de zittende president Vučić, die, hoewel hij geen kandidaat was in deze verkiezingen, erg betrokken was bij evenementen van de Servische Progressieve Partij (SNS) en daardoor centraal stond in de dagelijkse campagnes; overwegende dat de lijst waarvan de leiding bij de SNS berustte, naar de heer Vučić werd genoemd;
H. overwegende dat de toezichthouders voor de campagne en voor de elektronische media er over het algemeen niet in zijn geslaagd om overtredingen tijdens de verkiezingsperiode tegen te gaan;
I. overwegende dat er een internationale verkiezingswaarnemingsmissie werd georganiseerd door de OVSE/het ODIHR, de Parlementaire Vergadering van de OVSE, de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa en het Europees Parlement om vast te stellen of de verkiezingen plaatsvonden in overeenstemming met de nationale wetgeving en voldeden aan de OVSE-verbintenissen en andere internationale verplichtingen en normen voor democratische verkiezingen;
J. overwegende dat de kiezerslijsten zijn bijgewerkt via het centraal kiezersregister en dat het uiteindelijke aantal kiezers 6 500 666 bedroeg; overwegende dat er naar verluidt veel overleden personen in het register zijn blijven staan;
K. overwegende dat de opkomst 58,58 % bedroeg, iets meer dan bij de vorige verkiezingen in 2022;
L. overwegende dat vrouwen 43 % van de 2 817 parlementaire kandidaten uitmaakten en dat er inspanningen zijn geleverd om de participatie van vrouwen te bevorderen, maar dat vrouwen niettemin over het algemeen ondervertegenwoordigd blijven in verkozen en benoemde functies;
M. overwegende dat de verkiezingen over het algemeen vlot zijn verlopen, maar dat de dag werd gekenmerkt door talrijke procedurele tekortkomingen, waaronder een inconsistente toepassing van waarborgen tijdens het stemmen en tellen, te grote drukte bij de stemlokalen, schendingen van het stemgeheim, talrijke gevallen van groepsgewijs stemmen en enkele fysieke aanvallen;
N. overwegende dat volgens de kiescommissie van de Servische Republiek de SNS 46,75 % van de stemmen heeft gewonnen, terwijl de grootste coalitie van de oppositie, “Servië tegen geweld”, 23,66 % heeft gekregen, de Socialistische Partij van Servië 6,55 %, de NADA-coalitie 5,02 %, “Wij – de stem van het volk” 4,69 % en vijf minderheidslijsten samen 3,68 %;
O. overwegende dat in de verklaring met de eerste bevindingen en conclusies van de internationale verkiezingswaarnemingsmissie wordt benadrukt dat de vervroegde parlementsverkiezingen van 17 december weliswaar technisch in goede banen zijn geleid en dat de kiezers voldoende politieke alternatieven hadden, maar dat de president tijdens de verkiezingen alomtegenwoordig was, hetgeen samen met de systeemvoordelen van de regerende partij voor een onrechtvaardige situatie zorgde; overwegende dat het eindverslag van de OVSE/het ODIHR naar verwachting in de komende weken zal worden gepubliceerd;
P. overwegende dat de belangrijkste beschuldigingen van onregelmatigheden tijdens de verkiezingsdag met name betrekking hebben op Belgrado, waar “schijnkiezers” uit andere Servische gemeenten die die dag geen verkiezingen hielden, alsook uit buurlanden, door de autoriteiten werden ingeschreven op adressen waar zij niet woonden; overwegende dat kiezers die in het buitenland wonen volgens talloze berichten door de regeringspartij per bus naar Servië zijn vervoerd om hun stem uit te brengen voor de gemeenteraadsverkiezingen in Belgrado;
Q. overwegende dat de Servische maatschappelijke organisatie CRTA een diepgaande analyse heeft uitgevoerd op basis van beperkte gegevens en middelen, en tot de zeer voorzichtige schatting is gekomen dat de onnauwkeurigheden in het kiezersregister ten minste 30 000 kiezers betreffen; overwegende dat zij over hard bewijs beschikken dat deze onnauwkeurigheden deel uitmaakten van een strategie van illegale en onwettige manipulatie van de verkiezingen om de uitslag te beïnvloeden en de wil van de kiezers te verdraaien; overwegende dat mensen uit heel Servië en het buitenland (Bosnië en Herzegovina en Montenegro) werden gebracht om te stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen in Belgrado; overwegende dat zelfs regeringsfunctionarissen en politici uit Bosnië en Herzegovina openlijk hebben gestemd bij de gemeenteraadsverkiezingen in Belgrado; overwegende dat de Servische regering deze praktijk als legitiem heeft verdedigd;
R. overwegende dat andere belangrijke beschuldigingen van onregelmatigheden onder meer betrekking hebben op het kopen van stemmen, vooringenomenheid in de media, druk op werknemers in de publieke sector en sociaal kwetsbare groepen, misbruik van overheidsmiddelen, intimidatie en het vullen van stembussen met valse stembiljetten;
S. overwegende dat de Servische autoriteiten alle onregelmatigheden ontkennen; overwegende dat zowel de Servische president als de door het Kremlin gecontroleerde media hebben beweerd dat andere landen op brute wijze hebben ingegrepen in het verkiezingsproces in Servië, maar dat voor deze beweringen geen onderbouwd bewijs is geleverd; overwegende dat premier Brnabić de Russische inlichtingendiensten in het openbaar heeft bedankt voor het aanreiken van informatie over door de oppositie geplande activiteiten; overwegende dat de verspreiding van Russische desinformatie en het Russische discours een ernstig en hardnekkig probleem is in Servië, met name tijdens verkiezingscampagnes; overwegende dat het Kremlin de openbare protesten tegen de door fraude gekenmerkte parlementsverkiezingen in Servië heeft veroordeeld als westerse pogingen om de regering omver te werpen en een nieuwe “Maidan-staatsgreep” te orkestreren;
T. overwegende dat onafhankelijke Servische organisaties die de onregelmatigheden tijdens de recente verkiezingen aan de kaak stellen, voortdurend door regeringsfunctionarissen worden aangevallen; overwegende dat de Servische autoriteiten, hoewel die organisaties veel concrete aanwijzingen voor verkiezingsfraude aan het licht hebben gebracht, tot nu toe hebben geweigerd deze meldingen van onregelmatigheden te onderzoeken en in plaats daarvan hebben geprobeerd de verkiezingswaarnemers die verslag uitbrachten van de onregelmatigheden in diskrediet te brengen en te intimideren; overwegende dat vooraanstaande Servische politici, onder wie de president, sinds de verkiezingen ten onrechte kwaadspreken over leden van het Europees Parlement en andere leden van de internationale verkiezingswaarnemingsmissie;
U. overwegende dat de oppositie de uitslag van de verkiezingen, met name de gemeenteraadsverkiezingen in Belgrado, ter discussie heeft gesteld, wat heeft geleid tot grote vreedzame demonstraties op initiatief van de coalitie van de oppositie “Servië tegen geweld” en de onpartijdige vereniging ProGlas om te eisen dat de verkiezingen nietig worden verklaard en dat er een nieuwe stembusgang wordt gehouden; overwegende dat de kiescommissie van de Servische Republiek de klachten van de oppositie heeft afgewezen; overwegende dat de oppositie er bij het Constitutioneel Hof op heeft aangedrongen de verkiezingsuitslag ongeldig te verklaren omdat zij van mening is dat er op grote schaal is gefraudeerd;
V. overwegende dat een protest op 24 december 2023 gewelddadig is geworden toen een deel van de demonstranten het gemeenteparlement van Belgrado bestormde, waarna de politie 38 mensen heeft gearresteerd, onder wie studenten, die werden vervolgd wegens het verstoren van de grondwettelijke orde en van wie sommigen nog steeds onder huisarrest staan; overwegende dat verscheidene vreedzame demonstranten beweren dat de demonstraties werden geïnfiltreerd door gemaskerde hooligans; overwegende dat de vreedzame demonstranten ook het onevenredige gebruik van geweld door de politie aan de kaak hebben gesteld;
W. overwegende dat de afgelopen tien jaar sinds president Vučić aan de macht is gekomen, in Servië sprake is van een voortdurende uitholling van de mediavrijheid, die wordt gekenmerkt door politieke druk, bedreigingen en zelfs fysieke aanvallen op journalisten; overwegende dat Servië in de “World Press Freedom Index” van Reporters zonder Grenzen een van de laagst geplaatste landen in Europa is, en dat het land in 2023 twaalf plaatsen is gezakt naar nummer 91;
X. overwegende dat de rechtsstaat en de goede werking van de democratische instellingen van Servië een belangrijke uitdaging blijven voor het toetredingsproces van Servië tot de EU;
1. betreurt het feit dat de Servische parlements- en gemeenteraadsverkiezingen van 17 december 2023 niet in overeenstemming waren met de internationale normen en de toezeggingen van Servië om vrije en eerlijke verkiezingen te houden, vanwege het hardnekkige en systematische misbruik van instellingen en de media door de zittende partijen om een oneerlijk en onrechtmatig voordeel te behalen; is van mening dat niet kan worden gesteld dat deze verkiezingen onder rechtvaardige omstandigheden hebben plaatsgevonden; is verontrust door de berichten over wijdverspreide en systematische fraude die de integriteit van de verkiezingen in Servië heeft aangetast;
2. wijst erop dat de internationale verkiezingswaarnemingsmissie heeft verklaard dat de verkiezingen over het algemeen soepel zijn verlopen, maar dat er op de dag zelf sprake was van talloze procedurele tekortkomingen, zoals een inconsistente toepassing van waarborgen tijdens het stemmen en tijdens het tellen van de stemmen, te grote drukte bij de stemlokalen, schendingen van het stemgeheim en talrijke gevallen van “groepsstemmen”; spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over deze onregelmatigheden en het algemene verkiezingsklimaat, dat niet voldeed aan de normen die verwacht worden van een kandidaat-lidstaat van de EU; herinnert de Servische autoriteiten eraan dat de goede werking van de democratische instellingen van Servië centraal staat in het EU-toetredingsproces en de methode voor toetreding tot de EU;
3. neemt met ernstige bezorgdheid kennis van het uitgebreide bewijs dat door de internationale en binnenlandse waarnemers is verzameld waaruit blijkt dat er in de aanloop naar en tijdens de verkiezingsdag sprake is geweest van activiteiten die de uitslag van de verkiezingen zouden kunnen hebben gewijzigd en met name de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen in Belgrado ernstig zouden kunnen hebben beïnvloed; wijst erop dat deze activiteiten de legitimiteit van de parlementsverkiezingen ernstig hebben ondermijnd;
4. dringt aan op een onafhankelijk internationaal onderzoek door erkende internationale juridische deskundigen en instellingen naar de onregelmatigheden bij de parlements-, provinciale en gemeenteraadsverkiezingen, met bijzondere aandacht voor de gemeenteraadsverkiezingen van Belgrado, aangezien bepaalde aantijgingen, waaronder die met betrekking tot georganiseerde kiezersmigratie op lokaal niveau, buiten het toepassingsgebied van de verslagen van het OVSE/ODIHR vallen; is voorstander van de snelle inzet van een ad-hoconderzoeksmissie in Servië, met deelname van het Parlement;
5. verzoekt de Commissie het initiatief te nemen om een deskundigenmissie naar Servië te sturen om de situatie met betrekking tot de recente verkiezingen en de ontwikkelingen na de verkiezingen te beoordelen, met als doel om de voorwaarden voor een noodzakelijke maatschappelijke dialoog te scheppen en het vertrouwen van het publiek in de instellingen te herstellen, en om de systemische problemen met de rechtsstaat in Servië te beoordelen en aan te pakken, naar het voorbeeld van de “Priebe-verslagen”;
6. betreurt het uitblijven van een institutionele reactie op de ernstige beschuldigingen van betrokkenheid van de zittende partijen bij verkiezingsmanipulatie en misbruik, wat bijdraagt tot een klimaat van straffeloosheid en de voortzetting van deze praktijken waarborgt; stelt met bezorgdheid vast dat sommige van de onregelmatigheden in de aanloop naar de verkiezingen van december 2023 potentiële schendingen vormen van het Servische recht en de Servische grondwet; benadrukt dat als deze praktijken zonder consequenties kunnen worden voortgezet, zij het vertrouwen in het verkiezingsproces en de instellingen in Servië zullen blijven ondermijnen, met als gevolg dat het democratisch bestuur en de verdere Europese integratie onherroepelijk worden belemmerd; benadrukt dat er grondig onderzoek moet worden gedaan naar alle klachten over de verkiezingen, waaronder het recente verzoek tot nietigverklaring van de gemeenteraadsverkiezingen van Belgrado van 17 december 2023, dat door een medewerker van de coalitie “Servië tegen geweld” is ingediend bij het constitutioneel hof;
7. betreurt het uitblijven van de vervolging en bestraffing van overtredingen bij de verkiezingen, waaronder ernstige beschuldigingen van onrechtmatige manipulatie van het kiezersregister en het stemrecht, het onder druk zetten en intimideren van burgers en verkiezingskandidaten, gevallen van corruptie, vervalsing van handtekeningen van burgers, cliëntelisme, onrechtmatig gebruik van gegevens van burgers, misbruik van overheidsfuncties en een gebrek aan doeltreffende mechanismen om te voorkomen dat de zittende macht een oneerlijk institutioneel voordeel bij de verkiezingen behaalt;
8. dringt er bij de Servische autoriteiten op aan een onderzoek in te stellen naar degenen die zich schuldig hebben gemaakt aan strafbare feiten tijdens de verkiezingen en aanvallen op studenten, en hen te vervolgen en voor de rechter te brengen;
9. veroordeelt de georkestreerde aanvallen van Servische functionarissen op verkiezingswaarnemers, onder wie leden van het Europees Parlement, en dringt aan op de terugkeer naar een respectvol en constructief debat, waarbij het belang van wederzijds respect in het democratische proces wordt benadrukt; is ernstig bezorgd over de pogingen om de waarnemers in diskrediet te brengen en te intimideren; dringt er bij de Servische autoriteiten op aan alles in het werk te stellen om verdere desinformatiecampagnes tegen verkiezingswaarnemers te voorkomen en voorwaarden te scheppen die nationale en internationale verkiezingswaarnemers in staat stellen hun werk doeltreffend uit te voeren, en hen te beschermen tegen geweld, bedreigingen, vergelding, discriminatie, druk of andere willekeurige maatregelen als gevolg van de legitieme uitoefening van hun rechten en vrijheden; prijst het werk van de Servische waarnemers van het Centrum voor onderzoek, transparantie en verantwoordingsplicht (CRTA) en het Centrum voor vrije verkiezingen en democratie (CeSID);
10. is bezorgd over het feit dat de woonadressen van bepaalde categorieën burgers, onder meer in Belgrado en Zuid-Servië, zijn “gepassiviseerd”, waardoor deze mensen hun stemrecht wordt ontzegd; verzoekt de verantwoordelijke autoriteiten deze ernstige schendingen van het kiesrecht onverwijld ongedaan te maken;
11. dringt er bij de Republiek Servië op aan de zorgen over de deelname van nationale minderheden aan het verkiezingsproces aan te kaarten, door ervoor te zorgen dat de criteria voor de minderheidsstatus consequent worden toegepast, en er aandacht voor te hebben dat minderheden minder bestand kunnen zijn tegen druk en het kopen van stemmen;
12. verzoekt de Servische autoriteiten institutionele oplossingen te vinden voor de huidige problemen; verzoekt het Servische parlement en de Servische regering alles in het werk te stellen om doeltreffend te functioneren, vrij van de constante cyclus van campagnes en frequente vervroegde verkiezingen;
13. dringt er bij de Servische autoriteiten op aan het vertrouwen van de kiezers in het hele proces te herstellen, volledig transparante verkiezingsprocedures vast te stellen en ervoor te zorgen dat de autoriteiten verantwoording afleggen, of zij nu verkiezingen houden of zich daarin mengen; verzoekt de Servische autoriteiten volledig en substantieel samen te werken met het ODIHR, de EU en de Raad van Europa en een inclusieve procedure te starten om electorale rechten en vrijheden, instellingen en processen te versterken, met deelname van binnenlandse verkiezingswaarnemers en politieke partijen; is ingenomen met alle echte stappen in deze richting;
14. merkt met bezorgdheid op dat Servië slechts weinig van de reeds lang openstaande aanbevelingen van het OVSE/ODIHR over belangrijke problematische kwesties in het verkiezingsproces ten uitvoer heeft gelegd, hoewel hier herhaaldelijk op is aangedrongen, onder meer door de Commissie; neemt kennis van de recente wijzigingen waarin een aantal van de eerdere aanbevelingen van het OVSE/ODIHR en de Commissie van Venetië selectief zijn behandeld, met name die waarin wordt verwezen naar het rechtskader voor de financiering van verkiezingscampagnes;
15. kijkt uit naar het eindverslag van de internationale verkiezingswaarnemingsmissie van het OVSE/ODIHR; dringt er bij Servië op aan uitvoering te geven aan de aanbevelingen in het gezamenlijk advies van de Commissie van Venetië en het OVSE/ODIHR van 19 december 2022 over het grondwettelijke en rechtskader voor de werking van democratische instellingen in Servië, in overleg met deskundige maatschappelijke organisaties en ruim vóór de volgende verkiezingen, teneinde nieuwe onregelmatigheden en fraude te voorkomen en tegelijkertijd de democratische werking van het land te waarborgen, met name wat betreft de toegang van concurrerende kandidaten tot de media, de verbeterde transparantie en verantwoordingsplicht van de campagnefinanciering, en maatregelen om de druk op kiezers en het misbruik van administratieve middelen aan te pakken;
16. verzoekt Servië uitvoering te geven aan de aanbeveling van het OVSE/ODIHR om een uitgebreide controle uit te voeren van het algemene kiezersregister, naar aanleiding van bezorgdheid over de nauwkeurigheid ervan, onder meer in verband met beschuldigingen van kiezersmigratie en registratie van overleden personen; is bezorgd over de aantijgingen dat in het uniforme kiezersregister al een aanzienlijke toename van het aantal kiezers is geregistreerd in steden waar later in 2024 gemeenteraadsverkiezingen zullen plaatsvinden;
17. dringt er bij de kiescommissie van de Republiek Servië op aan de nodige stappen te ondernemen naar aanleiding van de bezorgdheid over de transparantie en de efficiëntie van haar functioneren, zoals tijdige publicatie van de monitoringresultaten tijdens de campagneperiode;
18. veroordeelt het gebrek aan pluriformiteit van de media tijdens de verkiezingscampagne, evenals de desinformatie en wijdverbreide onethische en bevooroordeelde berichtgeving in de media ten gunste van de zittende partijen; stelt met bezorgdheid vast dat een groot aantal mediakanalen door de regering wordt beïnvloed of gecontroleerd, waardoor oppositiekandidaten tijdens de campagne geen gelijke kansen hadden; veroordeelt de aanvallen op kritische journalisten door mediakanalen die dicht bij de regering staan; betreurt de overweldigende publiciteit rondom de president van Servië voor en tijdens de campagne, aangezien hierdoor de grenzen tussen het ambt van de president, de staat en de heersende politieke partij zijn vervaagd;
19. maakt zich zorgen over het feit dat het klimaat en de pluriformiteit in de media, ondanks nieuwe wetten over elektronische media en openbare informatie en media, zijn verslechterd; betreurt ten zeerste dat de regelgevende autoriteit voor elektronische media tekort is geschoten in haar wettelijke verplichtingen om de campagne in de media te monitoren, verslag uit te brengen over haar bevindingen en sancties op te leggen aan mediakanalen die de wet hebben geschonden, haatzaaiende uitlatingen hebben verspreid of journalistieke normen hebben geschonden; merkt met bezorgdheid op dat de regelgevende autoriteit voor elektronische media alleen monitoringresultaten heeft gepubliceerd voor de publieke omroep en commerciële kabelzenders, maar niet voor commerciële nationale zenders die nauwe banden hebben met de regeringspartij;
20. geeft uiting aan zijn bezorgdheid over de aanvallen, beledigingen en pesterijen gericht tegen journalisten, mensenrechtenverdedigers en maatschappelijke organisaties, in sommige gevallen van overheidswege, met name in de aanloop naar de verkiezingen; dringt er bij de Servische autoriteiten op aan buitenlandse inmenging en desinformatiecampagnes tegen te gaan, de bescherming van onafhankelijke journalistiek sterk te verbeteren en te zorgen voor een transparant medialandschap; onderstreept dat de EU-instellingen meer moeten doen om ervoor te zorgen dat de rechten en vrijheden van Servische journalisten en media worden beschermd; wijst erop dat de toegang tot pretoetredingssteun moet worden gebruikt als instrument om verdere verslechtering van de mediavrijheid tegen te gaan;
21. dringt aan op een herziening van de doeltreffendheid van de mechanismen voor campagnetoezicht, met inbegrip van het agentschap voor corruptiepreventie en het ad-hoccomité voor campagnetoezicht, om te zorgen voor een tijdige en transparante afhandeling van klachten in verband met misbruik van overheidsmiddelen;
22. onderstreept dat Servië, als kandidaat-lidstaat van de EU, fundamentele Europese en internationale democratische normen onvoldoende toepast; verzoekt de Servische autoriteiten ervoor te zorgen dat er voldoende democratische garanties zijn om de volgende reguliere gemeenteraadsverkiezingen in 2024 en andere toekomstige verkiezingen te houden;
23. merkt op dat alle Servische parlementen in de afgelopen twaalf jaar, op één na, vroegtijdig zijn ontbonden en dat de opeenvolging van onnodige vervroegde verkiezingen de politieke stabiliteit ondermijnt; benadrukt dat een opeenvolging van vervroegde verkiezingen, permanente verkiezingscampagnes en lange vertragingen bij de kabinetsformaties niet bijdragen aan een doeltreffend democratisch landsbestuur, maar het parlement verzwakken en de parlementaire controle en de legitimiteit van de wetgeving aantasten;
24. wijst op het belang van vrijheid van meningsuiting en onderschrijft ieders recht om zijn mening te uiten en deel te nemen aan vreedzame protesten; veroordeelt in dat verband het onevenredige gebruik van politiegeweld tegen vreedzame betogers die tegen verkiezingsfraude protesteren; is bezorgd over de beschuldigingen dat provocateurs in de protesten zijn geïnfiltreerd om een politie-interventie uit te lokken; is bezorgd over de berichten waaruit blijkt dat sommige deelnemers aan het protest van 24 december 2023 onevenredig hard door de politie en de rechterlijke macht zijn aangepakt, wat in schril contrast staat met hoe de Servische politie in het verleden bij protesten heeft opgetreden; dringt er bij de diplomatieke missies van de EU en de lidstaten op aan de lopende rechtszaken in verband met de protesten te blijven volgen;
25. veroordeelt de ongefundeerde beweringen van de Servische autoriteiten dat EU-lidstaten betrokken zouden zijn bij de organisatie van de protesten naar aanleiding van de verkiezingen ten stelligste; betreurt dat de protesten zijn gebruikt als excuus om een anti-EU-discours te verspreiden via de mediakanalen die nauwe banden hebben met de regeringspartij;
26. betreurt het gebrek aan uitdrukkelijke kritiek van de Commissie, en met name van de commissaris voor Uitbreiding, gezien de talrijke beschuldigingen van verkiezingsfraude in Servië, en verzoekt de Commissie de tekortkomingen die tot de beschuldigingen hebben geleid onverwijld aan te kaarten;
27. herhaalt zijn standpunt dat de toetredingsonderhandelingen met Servië alleen mogen worden voortgezet als het land aanzienlijke vooruitgang boekt bij zijn EU-gerelateerde hervormingen en de aanbevelingen van het OVSE/ODIHR en de Commissie van Venetië volledig uitvoert; verzoekt de Commissie en de Raad strikte voorwaarden te hanteren; verzoekt de Commissie een grondig vervolg te geven aan de verslagen van de Europese Rekenkamer en onmiddellijk te beginnen met de controle van de financiering die aan de Servische regering wordt verstrekt in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun III (IPA III) en andere financiële instrumenten; onderstreept dat indien de Servische autoriteiten niet bereid zijn belangrijke verkiezingsaanbevelingen uit te voeren of indien uit de bevindingen van dit onderzoek blijkt dat de Servische autoriteiten rechtstreeks betrokken waren bij de verkiezingsfraude, de EU-financiering wordt opgeschort op grond van ernstige schendingen van de rechtsstaat in verband met de verkiezingen in Servië;
28. is vastbesloten de ontwikkelingen na de verkiezingen in Servië nauwlettend te volgen, en verbindt zich ertoe hervormingen te steunen die de democratie versterken en Servië vooruithelpen op de weg naar toetreding tot de EU; wijst erop dat het Parlement zich altijd heeft ingespannen om het politieke pluralisme en de totstandkoming van een gezond verkiezingsklimaat in Servië te ondersteunen, met name door middel van de dialoog tussen de partijen en de parlementaire dialoog; benadrukt dat het belangrijk is dat deze dialogen worden voortgezet; verzoekt de EU bij te dragen aan het faciliteren van een interne en zinvolle dialoog in Servië tussen de regering en de oppositie om het huidige klimaat van diepe politieke polarisatie te boven te komen; beschouwt het Europees Parlement tegen deze achtergrond als de meest geschikte instelling om als constructieve bemiddelaar op te treden;
29. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de voorzitter van de Europese Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de president, de regering en de Nationale Vergadering van Servië, het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de OVSE, de Parlementaire Vergadering van de OVSE en de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa.
- [1] PB C, C/2023/1065, 15.12.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2023/1065/oj.