GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE over de noodzaak van niet-aflatende EU-steun voor Oekraïne, na twee jaar Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne
28.2.2024 - (2024/2526(RSP))
ter vervanging van de volgende ontwerpresoluties:
B9‑0143/2024 (Verts/ALE)
B9‑0149/2024 (S&D)
B9‑0153/2024 (PPE)
B9‑0156/2024 (Renew)
B9‑0157/2024 (ECR)
Michael Gahler, Andrius Kubilius, Rasa Juknevičienė, David McAllister, Siegfried Mureşan, Paulo Rangel, Jerzy Buzek, Ewa Kopacz, Traian Băsescu, Vladimír Bilčík, Vasile Blaga, Ioan‑Rareş Bogdan, Daniel Buda, Cristian‑Silviu Buşoi, Daniel Caspary, Gheorghe Falcă, Tomasz Frankowski, Sunčana Glavak, Anja Haga, Andrzej Halicki, Mircea‑Gheorghe Hava, Sandra Kalniete, Arba Kokalari, Andrey Kovatchev, David Lega, Miriam Lexmann, Antonio López‑Istúriz White, Elżbieta Katarzyna Łukacijewska, Lukas Mandl, Marian‑Jean Marinescu, Liudas Mažylis, Dace Melbārde, Dan‑Ştefan Motreanu, Gheorghe‑Vlad Nistor, Aušra Seibutytė, Michaela Šojdrová, Eugen Tomac, Inese Vaidere, Tom Vandenkendelaere, Tomáš Zdechovský, Milan Zver
namens de PPE-Fractie
Pedro Marques, Tonino Picula, Włodzimierz Cimoszewicz, Raphaël Glucksmann, Thijs Reuten, Juozas Olekas, Pina Picierno
namens de S&D-Fractie
Petras Auštrevičius, Malik Azmani, José Ramón Bauzá Díaz, Engin Eroglu, Vlad Gheorghe, Bernard Guetta, Martin Hojsík, Karin Karlsbro, Michael Kauch, Moritz Körner, Georgios Kyrtsos, Ilhan Kyuchyuk, Nathalie Loiseau, Karen Melchior, Jozef Mihál, Javier Nart, Jan‑Christoph Oetjen, Urmas Paet, Dragoş Pîslaru, Catharina Rinzema, María Soraya Rodríguez Ramos, Ramona Strugariu, Dragoş Tudorache, Hilde Vautmans, Michal Wiezik
namens de Renew-Fractie
Viola von Cramon‑Taubadel
namens de Verts/ALE-Fractie
Anna Fotyga, Angel Dzhambazki, Ryszard Czarnecki, Jacek Saryusz‑Wolski, Joachim Stanisław Brudziński, Elżbieta Rafalska, Assita Kanko, Bogdan Rzońca, Andżelika Anna Możdżanowska, Witold Jan Waszczykowski, Beata Mazurek, Adam Bielan, Roberts Zīle, Eugen Jurzyca, Hermann Tertsch
namens de ECR-Fractie
Nikolaj Villumsen
Ontwerpresolutie van het Europees Parlement over de noodzaak van niet-aflatende EU-steun voor Oekraïne, na twee jaar Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne
Het Europees Parlement,
– gezien zijn eerdere resoluties over Oekraïne en Rusland, met name de resoluties die zijn aangenomen sinds de escalatie van de oorlog van Rusland tegen Oekraïne in februari 2022 en de annexatie van de Krim op 19 februari 2014,
– gezien de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds[1], die in 2014 werd ondertekend, en de diepe en brede vrijhandelsruimte tussen de Europese Unie en Oekraïne die daar een onderdeel van vormt,
– gezien het VN-Handvest, de Verdragen van Den Haag, de Verdragen van Genève en de aanvullende protocollen daarbij, en het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (ICC),
– gezien het voorstel van de Commissie van 20 juni 2023 voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van de faciliteit voor Oekraïne (COM(2023)0338),
– gezien het besluit van de Europese Raad van 14 december 2023 om, na de positieve aanbeveling van de Commissie van 8 november 2023 daarover, toetredingsonderhandelingen met Oekraïne te openen,
– gezien de conclusies van de Europese Raad van 14 december 2023 en 1 februari 2024,
– gezien het verslag van de Wereldbank, de Oekraïense regering, de Commissie en de VN van 14 februari 2024 getiteld “Ukraine – Third Rapid Damage and Needs Assessment (RDNA3), February 2022 - December 2023”,
– gezien het verslag van de werkgroep op hoog niveau inzake de milieugevolgen van de oorlog van 9 februari 2024 getiteld “An environmental compact for Ukraine – A Green Future꞉ Recommendations for Accountability and Recovery”,
– gezien artikel 132, leden 2 en 4, van zijn Reglement,
A. overwegende dat Rusland sinds 24 februari 2022 een illegale, niet-uitgelokte en niet-gerechtvaardigde grootschalige aanvalsoorlog tegen Oekraïne voert; overwegende dat de Russische oorlog tegen Oekraïne in 2014 begon met de illegale bezetting en annexatie van de Krim en de daaropvolgende bezetting van delen van de regio’s Donetsk en Loehansk; overwegende dat deze aanvalsoorlog een grove en flagrante schending van het VN-Handvest en van de fundamentele beginselen van het internationaal recht vormt; overwegende dat het optreden van Rusland in Oekraïne sinds het uitbreken van de oorlog twee jaar geleden een bedreiging vormt voor de vrede en de veiligheid in Europa en de rest van de wereld;
B. overwegende dat de Algemene Vergadering van de VN in haar resolutie van 2 maart 2022 de Russische oorlog tegen Oekraïne onmiddellijk heeft aangemerkt als een daad van agressie die in strijd is met artikel 2, lid 4, van het VN-Handvest, en in haar resolutie van 14 november 2022 heeft erkend dat de Russische Federatie ter verantwoording moet worden geroepen voor haar aanvalsoorlog en juridisch en financieel aansprakelijk moet worden gesteld voor haar internationaal onrechtmatige handelingen en daarbij ook alle veroorzaakte schade dient te vergoeden;
C. overwegende dat de Russische aanvalsoorlog het grootste militaire conflict op het Europese continent is sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog, en een illustratie vormt van het toenemende spanningsveld tussen autoritarisme en democratie;
D. overwegende dat Oekraïne en zijn burgers onwrikbare vastberadenheid hebben getoond door zich tegen de Russische aanvalsoorlog te verzetten en hun land met succes te verdedigen, ondanks de hoge prijs die het daarvoor moet betalen in termen van burger- en militaire slachtoffers, verwoesting van civiele en openbare infrastructuur, de natuurlijke omgeving en het cultureel erfgoed en de inzet daarvan als wapen; overwegende dat de dappere burgers van Oekraïne in 2022 de Sacharovprijs ontvingen voor hun moed en veerkracht;
E. overwegende dat als gevolg van de Russische aanvalsoorlog miljoenen Oekraïners nog steeds op de vlucht zijn, zowel binnen als buiten Oekraïne; overwegende dat meer dan 3,3 miljoen mensen, onder wie 800 000 kinderen, in de frontlinie leven; overwegende dat er elke dag nog huizen, scholen en ziekenhuizen worden gebombardeerd; overwegende dat volgens de Internationale Organisatie voor Migratie in 2023 bijna 720 000 mensen in de zwaarst getroffen delen van Oekraïne door de Russische vernietigingscampagne geen toegang hebben tot passende en veilige huisvesting; overwegende dat het VN-Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden heeft gemeld dat de willekeurige aanvallen op Oekraïense bevolkte gebieden in december 2023 zijn toegenomen, hetgeen wijst op het aanhoudende patroon van burgerdoden, verwoesting en humanitaire noodsituaties in 2023;
F. overwegende dat de Russische oorlogsmisdaden ertoe zullen leiden dat een hele bevolking getraumatiseerd raakt, aangezien naar schatting 10 miljoen mensen het risico lopen op geestelijke gezondheidsproblemen of daar reeds mee kampen, en dat naar schatting 3,9 miljoen mensen matige tot ernstige symptomen vertonen van psychisch leed, depressie, angst en posttraumatische stressstoornissen (PTSS) waarvoor een behandeling noodzakelijk is; overwegende dat er in 2023 maar liefst 227 voorvallen zijn gemeld in verband humanitaire operaties in het land, waarbij 50 humanitaire hulpverleners om het leven zijn gekomen of gewond zijn geraakt, van wie 11 bij de uitoefening van hun taken;
G. overwegende dat volgens voorzichtige ramingen van de VN-waarnemingsmissie voor de mensenrechten in Oekraïne bijna twee jaar na de grootschalige invasie van Rusland in Oekraïne meer dan 10 000 burgers zijn gedood en bijna 20 000 gewond zijn geraakt, maar dat het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten (OHCHR) van mening is dat de werkelijke getallen aanzienlijk hoger liggen;
H. overwegende dat Oekraïense kinderen uiteindelijk de prijs betalen voor de oorlog, aangezien meer dan 520 van hen zijn gedood en meer dan 1 226 gewond zijn geraakt, 1,8 miljoen naar een van de buurlanden hebben moeten vluchten en nog eens 2,5 miljoen in Oekraïne van huis en haard zijn verdreven;
I. overwegende dat sinds het begin van de grootschalige aanvalsoorlog ongeveer 20 000 Oekraïense kinderen naar Rusland en Belarus zijn gedeporteerd of in de bezette gebieden zijn vastgezet; overwegende dat het Internationaal Strafhof een internationale aanhoudingsbevelen heeft uitgevaardigd tegen Vladimir Poetin en Maria Lvova‑Belova vanwege hun verantwoordelijkheid voor de oorlogsmisdaad van onwettige deportatie en voor het onwettig overbrengen van kinderen van bezette gebieden in Oekraïne naar de Russische Federatie; overwegende dat nog geen 400 gedeporteerde kinderen naar Oekraïne zijn teruggekeerd en met hun families zijn herenigd;
J. overwegende dat de speciale rapporteur van de VN inzake foltering verontrust is over verslagen en getuigenissen die wijzen op onmenselijke omstandigheden waarin Oekraïense burgers en krijgsgevangenen door Rusland worden vastgehouden, en die onder meer melding maken van marteling en gebrek aan medische zorg, waardoor er permanente schade wordt toegebracht aan hun gezondheid; overwegende dat er gevallen bekend zijn waarin Russische militairen Oekraïense soldaten hebben vermoord in plaats van hen gevangen te nemen, hetgeen volgens de laatste berichten onder meer op 24 februari 2024 is gebeurd in de buurt van Bachmoet; overwegende dat in 2022 meer dan vijftig Oekraïense krijgsgevangenen, voornamelijk leden van het Azovbataljon, opzettelijk werden gedood bij een vooraf beraamde explosie in de gevangenis in Olenivka;
K. overwegende dat vrouwen en meisjes tijdens humanitaire en ontheemdingscrises een groot risico lopen, omdat zij nog altijd onevenredig vaak het slachtoffer worden van gendergerelateerd geweld; overwegende dat veel vrouwen in Oekraïne zijn gebleven en werden gemobiliseerd om in de strijdkrachten te dienen; overwegende dat er aanwijzingen zijn dat vrouwelijke Oekraïense soldaten in gevangenschap zijn gefolterd en te maken hebben gehad met seksueel geweld; overwegende dat het OHCHR heeft gemeld dat, omdat de slachtoffers van standrechtelijke executies door Russische troepen in de bezette gebieden overwegend mannen zijn, de overlevende familieleden, veelal vrouwen, op zichzelf zijn aangewezen en vaak in hun eentje het hoofd moeten bieden aan een beperkt gezinsinkomen, extra zorgtaken en ernstige psychische trauma’s en leed;
L. overwegende dat de Oekraïense strijdkrachten erin zijn geslaagd de Russische invasie te weerstaan, meer dan 50 % van de gebieden die na 24 februari 2022 tijdelijk waren bezet, hebben bevrijd, de westelijke toegang van Oekraïne tot de Zwarte Zee hebben heroverd en de Russische Zwarte Zeevloot daar feitelijk hebben verdreven;
M. overwegende dat de Europese Unie sinds het begin van de grootschalige invasie op alle gebieden aanzienlijke steun heeft verleend, ook in militair opzicht; overwegende dat de totale bijstand die de EU, haar lidstaten en de Europese financiële instellingen Oekraïne sinds februari 2022 hebben toegezegd ten minste 85 miljard EUR bedraagt, en dat die onder meer bestaat uit humanitaire en noodhulp, begrotingssteun, macrofinanciële bijstand en militaire hulp; overwegende dat er 17 miljard EUR is verstrekt aan de lidstaten voor de opvang van ongeveer 4 miljoen Oekraïense vluchtelingen, die tot maart 2025 uitgebreide bescherming genieten in het kader van de richtlijn tijdelijke bescherming[2];
N. overwegende dat de EU en haar lidstaten tot dusver voor 28 miljard EUR aan militaire bijstand hebben verleend en een voorlopig bedrag van ongeveer 21,2 miljard EUR voor 2024 hebben toegezegd; overwegende dat er een beroep is gedaan op de Europese Vredesfaciliteit om 5,6 miljard EUR te verstrekken voor de levering van militair materieel aan Oekraïne door de lidstaten; overwegende dat het munitie-initiatief, dat aanvankelijk had moeten resulteren in de levering van een miljoen 155 mm-granaten aan Oekraïne uiterlijk in maart 2024, nu tot doel heeft om tegen die tijd ongeveer de helft van die hoeveelheid te leveren, en de andere helft tegen het eind van 2024; overwegende dat er in het kader van de militaire bijstandsmissie van de Europese Unie ter ondersteuning van Oekraïne tot dusver 40 000 Oekraïense militairen in Duitsland en Polen werden getraind en dat dit aantal alleen nog maar toeneemt;
O. overwegende dat het gezamenlijke bbp van de westerse landen 25 keer zo groot is als dat van Rusland, maar dat de westerse militaire steun aan Oekraïne in 2023 minder dan 0,1 % van dit gezamenlijke bbp bedroeg; overwegende dat Rusland in 2023 ongeveer 6 % van zijn bbp aan zijn aanvalsoorlog heeft besteed en Oekraïne het equivalent van 25 % van zijn bbp aan zijn defensie;
P. overwegende dat het Amerikaanse Congres er nog niet in is geslaagd een nieuw steunpakket voor Oekraïne voor 2024 ter waarde van 60 miljard USD aan te nemen, hetgeen er in feite toe heeft geleid dat de toegezegde hulp en militaire leveranties van de VS aan Oekraïne zijn komen stil te liggen; overwegende dat de EU en haar lidstaten hun huidige niveau en tempo van militaire steun zouden moeten verdubbelen om de militaire steun van de VS in 2024 volledig te vervangen;
Q. overwegende dat NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg heeft verklaard dat de NAVO-leden zich moeten voorbereiden op een mogelijke confrontatie met Rusland die weleens tientallen jaren zou kunnen gaan duren; overwegende dat de Russische aanvalsoorlog er direct toe heeft geleid dat Finland en Zweden lid zijn geworden van de NAVO, dat Oekraïne, Moldavië en Georgië kandidaat-lidstaten van de EU zijn geworden, dat meer dan vijftig landen Oekraïne stevige pakketten voor veiligheidssbijstand aan Oekraïne hebben verstrekt en dat er in de VN sterke politieke steun voor Oekraïne is uitgesproken;
R. overwegende dat de Europese Raad na de positieve aanbeveling van de Commissie heeft besloten de toetredingsonderhandelingen met Oekraïne te openen, en de Commissie de Raad voorts heeft verzocht het onderhandelingskader goed te keuren zodra aan de desbetreffende aanbevelingen van de Commissie is voldaan;
S. overwegende dat Oekraïne veiligheidsovereenkomsten heeft getekend met het VK, Duitsland, Frankrijk, Denemarken en Italië in overeenstemming met de gezamenlijke steunverklaring van de G7 voor Oekraïne, die op 12 juli 2023 werd overeengekomen in de marge van de NAVO-top in Vilnius; overwegende dat de toezegging van de G7 de deur heeft geopend voor onderhandelingen om bilaterale veiligheidsverbintenissen en -regelingen voor de lange termijn ter ondersteuning van Oekraïne te formaliseren;
T. overwegende dat Rusland naar verluidt zijn economie drastisch heeft omgevormd tot een “oorlogseconomie” en tevens plannen heeft voor zeer hoge defensie-uitgaven, die op ruim 100 miljard EUR worden geraamd; overwegende dat Rusland zelf naar verluidt meer dan 2 miljoen artilleriegranaten per jaar produceert, hetgeen aanzienlijk meer is dan de hoeveelheid die de regeringen van de EU-landen aan Oekraïne hebben toegezegd;
U. overwegende dat de EU sinds het begin van de oorlog 13 sanctiepakketten heeft goedgekeurd en een nieuwe functie van internationaal speciaal gezant voor de uitvoering van EU-sancties heeft gecreëerd, die speciaal belast is met het aanpakken van het ontwijken en omzeilen van sancties die gericht zijn tegen Rusland en door Rusland in Belarus geïnstalleerde stromannen;
V. overwegende dat de EU en andere partners naar schatting ongeveer 300 miljard EUR aan reserves van de Russische centrale bank en 21,5 miljard EUR aan geld van Russische oligarchen hebben bevroren, terwijl de VS en andere westerse bondgenoten meer dan 58 miljard USD hebben geblokkeerd of in beslag genomen die toebehoren aan of gecontroleerd worden door Russen aan wie sancties zijn opgelegd;
W. overwegende dat de EU-instellingen onlangs een akkoord hebben bereikt over de instelling van een faciliteit voor Oekraïne die 50 miljard EUR aan voorspelbare steun op middellange termijn zal bieden, in de vorm van subsidies en leningen, voor het herstel, de wederopbouw en de modernisering van Oekraïne van 2024 tot 2027;
X. overwegende dat uit de Russische aanvalsoorlog blijkt dat Moskou nog altijd een imperialistische houding heeft ten aanzien van zijn buurlanden; overwegende dat zolang Rusland een staat blijft die een revisionistisch beleid voert, het zich zal blijven inspannen om zijn niet-aflatende dreiging met agressie op het Europese continent in stand te houden; overwegende dat talloze internationale actoren Rusland hebben erkend als staatssponsor van terrorisme en als staat die terroristische middelen inzet;
Y. overwegende dat Rusland verantwoordelijk is voor de wereldwijde voedselzekerheidscrisis die voortvloeit uit zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne en de blokkade van Oekraïense zeehavens; overwegende dat Rusland sinds het begin van de oorlog voedsel en honger als wapen inzet;
Z. overwegende dat het ICC, na twee ad-hocverklaringen van Oekraïne, rechtsmacht heeft over oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en genocide die sinds november 2013 gepleegd worden op het grondgebied van Oekraïne, maar in deze situatie geen rechtsmacht heeft over het misdrijf agressie, zoals gedefinieerd in artikel 8 bis van het Statuut van Rome, omdat noch Oekraïne, noch de Russische Federatie het Statuut van Rome en de wijzigingen met betrekking tot het misdrijf agressie heeft geratificeerd; overwegende dat de EU voorstander is van de oprichting van een speciaal tribunaal voor het misdrijf agressie;
AA. overwegende dat de natuurlijke omgeving van Oekraïne een specifiek doelwit is in de oorlog, aangezien Rusland op flagrante wijze enorme milieuschade aanricht door velden en bossen in brand te steken, illegaal Oekraïens hout te kappen en het water en de bodem met chemisch afval te vervuilen, waardoor er landerijen worden vernietigd, het land onbewoonbaar wordt gemaakt en de kansen van toekomstige generaties op groei en welvaart worden beperkt; overwegende dat de vernietiging van de Kachovkadam op 6 juni 2023 een duidelijk voorbeeld is van acties van Rusland die in de komende jaren tot een verdere ecologische verwoesting zullen leiden;
AB. overwegende dat Maksim Koezminov, een voormalige Russische helikopterpiloot die in 2023 overliep naar Oekraïne, op 13 februari 2024 dood werd aangetroffen in Spanje en door gewapende mannen en naar verluidt in opdracht van de Russische regering is vermoord; overwegende dat de Russische inlichtingendiensten de afgelopen decennia een aantal brutale geheime operaties, waaronder moordaanslagen, op EU-grondgebied hebben uitgevoerd;
1. verklaart zich nogmaals onverminderd solidair met het volk en de leiders van Oekraïne en spreekt nogmaals zijn steun uit voor de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne binnen zijn internationaal erkende grenzen;
2. spreekt nogmaals in de sterkste bewoordingen zijn veroordeling uit over de illegale, niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, alsook over de betrokkenheid van het regime in Belarus bij deze oorlog; eist dat Rusland en zijn gelieerde troepen alle militaire acties staken en dat Rusland alle strijdkrachten, gelieerde groeperingen en militaire uitrusting terugtrekt uit het gehele internationaal erkende grondgebied van Oekraïne; eist dat de vestiging van Russische burgers in de tijdelijk bezette gebieden van Oekraïne ophoudt en wordt teruggedraaid;
3. herinnert eraan dat de Russische aanvalsoorlog begon met de illegale annexatie van de Krim in februari 2014, waarna delen van de regio’s Donetsk en Loehansk werden bezet; herinnert eraan dat het schiereiland werd veranderd in een militaire basis en als springplank diende voor de grootschalige invasie in 2022;
4. veroordeelt het martelen en doden van Oekraïense krijgsgevangenen en burgers door de Russen; roept op tot een onafhankelijk onderzoek naar en de vervolging van dergelijke misdaden, en roept op tot meer inspanningen om gevangenen te ruilen tussen Oekraïne en Rusland;
5. veroordeelt Ruslands pogingen om Oekraïne en zijn bevolking hun etnische, taalkundige en historische identiteit te ontzeggen door tekens van de Oekraïense identiteit in de bezette en geannexeerde gebieden te wissen en het gebruik van de Oekraïense taal en symbolen te verbieden, alsook het intensieve beleid van Rusland om op grote schaal paspoorten te verstrekken, en de herhaalde pogingen van de Russische president en andere functionarissen om de geschiedenis te herschrijven;
6. is van mening dat de uitkomst van de oorlog en de houding van de internationale gemeenschap van cruciale invloed zullen zijn op toekomstige acties van andere autoritaire regimes, die het verloop van de oorlog nauwlettend in de gaten houden en nagaan hoeveel ruimte er voor hen is om een agressief buitenlands beleid te voeren, ook met militaire middelen;
7. onderstreept dat het winnen van de oorlog tegen Rusland het belangrijkste doel van Oekraïne is, hetgeen inhoudt dat alle troepen, gelieerde groeperingen en bondgenoten van Rusland uit het internationaal erkende grondgebied van Oekraïne worden verdreven; is van mening dat dit doel alleen kan worden bereikt als de leveringen van alle soorten conventionele wapens aan Oekraïne, zonder uitzondering, blijvend worden voortgezet en gestaag worden opgevoerd;
8. erkent de veerkracht en vastberadenheid waarvan het Oekraïense volk blijk heeft gegeven bij het nastreven van democratische waarden, hervormingsinspanningen en het streven naar integratie in de Euro-Atlantische gemeenschap van naties;
9. herinnert aan het belang van de bevrijding van de Krim, die nu al tien jaar door Rusland wordt bezet, en aan het verdrijven van de bezetter van het schiereiland; herinnert eraan dat burgers van het schiereiland die trouw zijn aan Oekraïne, met name de inheemse Tataren, te maken hebben met onderdrukking, arrestaties en marteling; herinnert eraan dat de Russische bezettingsmacht er alles aan heeft gedaan om het Tataarse erfgoed en de herinnering aan de aanwezigheid van Oekraïne op het schiereiland te wissen, en blijft proberen om de demografische samenstelling van de bevolking met geweld te veranderen, hetgeen overeenkomstig het Genocideverdrag kan neerkomen op genocide; steunt de inspanningen van Oekraïne, met name het Krimplatform, om de Krim te herintegreren;
10. spreekt nogmaals zijn steun uit voor de niet-aflatende militaire hulp aan Oekraïne in welke vorm dan ook en zolang als dat nodig is om Oekraïne te laten winnen; erkent de inspanningen die de lidstaten en de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV) tot dusver hebben geleverd bij het coördineren van de militaire steun aan Oekraïne; roept de lidstaten nogmaals op om aanzienlijk meer en sneller militaire steun te verlenen, met name door wapens en munitie te leveren waarmee wordt voorzien in duidelijk vastgestelde behoeften, zodat Oekraïne zich tegen Russische aanvallen kan verdedigen, maar ook in staat wordt gesteld om de volledige controle over zijn gehele internationaal erkende grondgebied terug te krijgen; wijst erop dat de ontoereikende en te late levering van wapens en munitie de tot dusver geleverde inspanningen dreigt te ondermijnen; uit zijn bezorgdheid over het feit dat de doelstelling van de beloofde 1 miljoen stuks munitie niet zal worden gehaald; verzoekt de lidstaten en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) het Parlement te informeren over de eerder aan Oekraïne geleverde militaire hulp, met inbegrip van de door de EDEO uitgevoerde audit, en over het bedrag aan steun dat de lidstaten in 2024 bereid zijn te verstrekken;
11. is van mening dat er geen zelf opgelegde beperking mag zijn op militaire bijstand aan Oekraïne; wijst op de enorme verschillen tussen de militaire steun van de EU-lidstaten als percentage van hun bbp; dringt aan op investeringen in de Europese defensie-industriële basis die nodig zijn om de productie aanzienlijk te verhogen, zodat kan worden voldaan aan de Oekraïense behoeften en de uitgeputte voorraden van de EU-lidstaten kunnen worden aangevuld; onderstreept dat Oekraïne vooral behoefte heeft aan geavanceerde luchtverdedigingssystemen, langeafstandsraketten zoals Taurus, Storm Shadow/Scalp en andere, moderne gevechtsvliegtuigen, verschillende soorten artillerie en munitie (met name 155 mm-granaten), drones en wapens om drones te onderscheppen; steunt het voorstel dat alle EU-lidstaten en NAVO-bondgenoten Oekraïne militair moeten steunen met ten minste 0,25 % van hun bbp per jaar; vraagt om een algehele verhoging van het financiële plafond van de Europese Vredesfaciliteit en dringt erop aan dat die onder meer wordt gebruikt voor de aanschaf bij één leverancier van munitie die op de wereldmarkt beschikbaar is om aan de behoeften van Oekraïne te voldoen; dringt er bij de regeringen van de lidstaten op aan per direct in dialoog te gaan met defensiebedrijven, om te waarborgen dat de productie van met name munitie, granaten en raketten voor en de levering daarvan aan Oekraïne voorrang krijgen boven de verwerking van orders uit andere derde landen; verzoekt de EU en haar lidstaten de mogelijkheden te onderzoeken voor joint ventures en nauwe samenwerking met de defensie-industrie in gelijkgestemde derde landen om Oekraïne van de nodige munitie te voorzien; dringt er met name bij de grootste lidstaten met een grote defensie-industriële capaciteit op aan om de militaire bijstand aan Oekraïne aanzienlijk en met spoed op te voeren; vraagt het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden om het militaire steunpakket voor Oekraïne onverwijld goed te keuren;
12. verzoekt de EU en haar lidstaten om de toezeggingen van de Verklaring van Versailles van 2022 na te komen en de volledige uitvoering van het Strategisch Kompas te bespoedigen door de Europese militaire samenwerking op industrieel niveau en op het niveau van de strijdkrachten te versterken, zodat de EU een sterkere en capabelere veiligheidsleverancier wordt die interoperabel is en complementair is met de NAVO; is ingenomen met de hogere begrotingen en grotere investeringen van de lidstaten en de EU-instellingen op defensiegebied, en dringt aan op meer en gerichte uitgaven, gezamenlijke aanbestedingen en gezamenlijke investeringen in onderzoek en ontwikkeling op defensiegebied; benadrukt dat er tijdens het EU-toetredingsproces concrete stappen moeten worden gezet om Oekraïne te integreren in het beleid en de programma’s van de EU op het gebied van defensie en cyberbeveiliging;
13. is ingenomen met de ondertekening van veiligheidsovereenkomsten tussen Oekraïne en het VK, Duitsland, Frankrijk, Denemarken en Italië, in overeenstemming met de gezamenlijke steunverklaring van de G7 voor Oekraïne, en roept andere gelijkgestemde partners op dit voorbeeld te volgen; onderstreept dat deze veiligheidsovereenkomsten niet kunnen worden beschouwd als een substituut voor een toekomstig NAVO-lidmaatschap; is ingenomen met de vooruitgang die is geboekt met betrekking tot de praktische details en het financiële plafond voor een nieuw steunfonds voor Oekraïne in het kader van de Europese Vredesfaciliteit, dat de levering van militaire uitrusting aan Oekraïne via gezamenlijke Europese aankoopinitiatieven zal ondersteunen;
14. herhaalt zijn steun voor de vredesformule die de Oekraïense president Volodymyr Zelensky heeft gepresenteerd; is van mening dat het een veelomvattend plan is om de territoriale integriteit van Oekraïne te herstellen; herinnert eraan dat de tien punten van het plan zijn terug te vinden in Resolutie ES-11/6 van de Algemene Vergadering van de VN van 23 februari 2023 over de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties die ten grondslag liggen aan een alomvattende, rechtvaardige en duurzame vrede in Oekraïne;
15. herhaalt zijn oproep aan de Commissie, de VV/HV en de lidstaten om samen met Oekraïne en de internationale gemeenschap te werken aan de oprichting van een speciaal tribunaal om het misdrijf van agressie tegen Oekraïne dat is gepleegd door de leiders van Rusland en hun bondgenoten, zoals het regime in Belarus, te onderzoeken en te vervolgen; is ingenomen met de oprichting van het internationaal centrum voor de vervolging van het misdrijf agressie tegen Oekraïne in Den Haag;
16. spreekt zijn volledige steun uit voor het lopende onderzoek van de aanklager van het ICC naar de situatie in Oekraïne op grond van vermeende oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en genocide; verzoekt Oekraïne met aandrang het Statuut van Rome inzake het ICC en de wijzigingen daarvan te ratificeren en formeel lid te worden van het ICC om de inspanningen van de internationale gemeenschap inzake het afleggen van verantwoording voor ernstige misdrijven naar internationaal recht te ondersteunen; verzoekt de EU verdere diplomatieke inspanningen te leveren om de ratificatie van het Statuut van Rome en alle wijzigingen daarvan wereldwijd aan te moedigen;
17. spreekt zijn afschuw uit over het feit dat de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne heeft geleid tot een van de snelst groeiende grootschalige verplaatsingen van kinderen sinds de Tweede Wereldoorlog; herinnert eraan dat Oekraïense kinderen als gevolg van de massale aanvallen op civiele infrastructuur ernstig verstoken zijn van toegang tot basisvoorzieningen, zoals onderwijs en gezondheidszorg, in het bijzonder geestelijke gezondheidszorg;
18. herhaalt dat de nog altijd plaatsvindende gedwongen verplaatsingen en deportaties van Oekraïense kinderen, waaronder kinderen uit zorginstellingen, naar Rusland en Belarus en de gedwongen adoptie van deze kinderen door Russische families in strijd zijn met het Oekraïense recht en het internationale recht; onderstreept dat het onder dwang overbrengen van kinderen van een groep naar een andere groep volgens artikel II van het Genocideverdrag onder het misdrijf genocide valt; eist dat de Russische en Belarussische autoriteiten zorgen voor de onmiddellijke terugkeer van alle Oekraïense kinderen; spreekt zijn grote waardering uit voor de inspanningen van lokale Oekraïense organisaties die per geval ouders en families ondersteunen bij het zoeken naar hun kinderen en het vechten voor hun veilige terugkeer;
19. veroordeelt nogmaals de gedwongen deportatie van Oekraïense burgers naar Rusland, gebieden van Oekraïne die tijdelijk door Rusland worden bezet, en Belarus; vraagt alle staten en internationale organisaties druk uit te oefenen op Rusland om alle gedwongen gedeporteerde en illegaal gevangen gehouden Oekraïense burgers, in het bijzonder kinderen, vrij te laten, en om de stoffelijke resten vrij te geven van al wie in gevangenschap is gestorven; dringt er bij de EU en haar lidstaten op aan intensiever op zoek te gaan naar mechanismen om de vrijlating van Oekraïense burgers die illegaal door Rusland worden vastgehouden, te faciliteren, onder meer via VN-mechanismen;
20. laakt het voornemen van Rusland om op van 15 t/m 17 maart 2024 presidentsverkiezingen te houden in de tijdelijk bezette gebieden van Oekraïne, en onderstreept dat het de uitslag van deze illegale verkiezingen niet zal erkennen;
21. pleit nogmaals voor een innovatieve, complementaire en flexibele wisselwerking tussen de lopende werkzaamheden in verband met de uitvoering van de associatieovereenkomst en de toetredingsonderhandelingen, opdat Oekraïne geleidelijk wordt geïntegreerd in de eengemaakte markt en de sectorale programma’s van de EU en tevens toegang krijgt tot EU-middelen op de respectieve gebieden, zodat de Oekraïense bevolking al tijdens dit proces en niet pas na de afronding ervan de vruchten van toetreding kan plukken; is ingenomen met de succesvolle acties van Oekraïne waarmee de Zwarte Zeeroute is heropend zodat Oekraïens graan de traditionele afzetmarkten kan bereiken; verzoekt de relevante internationale stakeholders dergelijke succesvolle acties en de vrijheid van scheepvaart in de Zwarte Zee voor handelsdoeleinden permanent veilig te stellen; steunt het voorstel van de Commissie om de schorsing van invoerrechten op en quota voor Oekraïense export naar de EU te verlengen; dringt er bij de Commissie op aan gevolg te geven aan meldingen van marktverstoring als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en de aan Oekraïne toegekende handelsvoordelen; verzoekt de Commissie en de lidstaten iets te doen aan de redenen voor unilaterale acties, zoals grensblokkades, die de toegang van Oekraïne tot de interne markt van de EU zouden beperken; verzoekt de EU, haar lidstaten, de Voedsel- en Landbouworganisatie, de Wereldhandelsorganisatie, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en andere actoren meer solidariteit te betonen en de graanmarkt te stabiliseren; verzoekt de EU en haar lidstaten een einde te maken aan de invoer en de doorvoer over het grondgebied van de EU van Russisch graan en graan dat uit Oekraïne is gestolen;
22. onderstreept dat de Russische aanvalsoorlog de geopolitieke situatie in Europa en daarbuiten fundamenteel heeft veranderd en de Europese veiligheidsarchitectuur bedreigt, en dat de reactie hierop gedurfde, moedige en alomvattende besluiten van de EU op het gebied van politiek, veiligheid en financiën vereist;
23. is ingenomen met het besluit van de Europese Raad om de toetredingsonderhandelingen met Oekraïne te openen zodra de aanbevelingen van de Commissie zijn opgevolgd; is van mening dat het EU-lidmaatschap van Oekraïne ten goede zou komen aan de geostrategische positie van een verenigd en sterk Europa en blijk zou geven van leiderschap, vastberadenheid en visie;
24. verzoekt de Raad en de Commissie een duidelijk traject voor de toetredingsonderhandelingen uit te stippelen, met de nadruk op het bieden van tastbare voordelen voor de Oekraïense samenleving en burgers vanaf het begin van het proces; verzoekt de Raad de Commissie te gelasten onmiddellijk voorstellen voor het betreffende onderhandelingskader in te dienen en dit vast te stellen zodra de nodige maatregelen zijn genomen zoals uiteengezet in de respectieve aanbevelingen van de Commissie van 8 november 2023;
25. herinnert eraan dat het proces van toetreding tot de EU gebaseerd zal zijn op prestaties en dat in de uitbreidingsmethode de nadruk ligt op essentiële gebieden zoals de eerbiediging van de rechtsstaat, fundamentele waarden, mensenrechten, democratie en corruptiebestrijding; is van mening dat een resoluut op prestaties gebaseerd toetredingsproces in het belang is van zowel Oekraïne als de EU; moedigt de EU en haar lidstaten aan om meer steun en bijstand te verlenen aan Oekraïne op zijn traject naar toetreding tot de EU, onder meer op het vlak van technische expertise, capaciteitsopbouw en de institutionele hervormingen die nodig zijn om aan de lidmaatschapscriteria te voldoen;
26. verzoekt de Oekraïense regering te blijven werken aan de versterking van de lokale autonomie, een hervorming die nationaal en internationaal zeer positief is ontvangen, en het succes van deze decentralisatiehervorming te verankeren in de algehele opzet van het wederopbouw-, herstel- en reconstructieproces in Oekraïne; herhaalt zijn standpunt dat vertegenwoordigers van lokale autonome overheden en het maatschappelijk middenveld in Oekraïne actief moeten worden betrokken bij het herstel- en wederopbouwproces en dat dit proces moet voldoen aan de hoogste normen inzake transparantie en verantwoordingsplicht;
27. is ingenomen met het principeakkoord van de EU-instellingen over de instelling van de faciliteit voor Oekraïne, die Oekraïne voorspelbare financiële steun zal bieden, en vraagt dat die snel wordt ingezet; wijst op de versterkte rol van de Verchovna Rada, de subnationale entiteiten en het maatschappelijk middenveld als relevante partners voor de uitvoerende autoriteit bij het vaststellen van de prioriteiten die via het Oekraïneplan zullen worden gefinancierd, en benadrukt dat dit ook het toezicht op en de monitoring van de faciliteit ten goede komt; wijst erop dat de Wereldbank in haar recentste “rapid damage and needs assessment” (snelle beoordeling van de schade en de behoeften) raamt dat er de komende tien jaar 452,8 miljard EUR nodig zal zijn voor herstel en wederopbouw in Oekraïne; benadrukt daarom dat de middelen in het kader van de faciliteit voor Oekraïne niet toereikend zullen zijn en vraagt de EU en haar lidstaten aanvullende langetermijnfinanciering voor Oekraïne toe te zeggen, met name gezien het feit dat het recentste steunpakket van de VS voor Oekraïne nog steeds geblokkeerd is in het Congres;
28. verzoekt de EU, de lidstaten en gelijkgestemde partners alomvattende en gecoördineerde politieke, economische, technische en humanitaire bijstand te verlenen ter ondersteuning van duurzame en inclusieve wederopbouw en herstel in Oekraïne na het conflict, met bijzondere nadruk op het herstel van essentiële infrastructuur, gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten; verzoekt de EU en de lidstaten door te gaan met het verstrekken van medische behandeling en revalidatie, met inbegrip van psychologische ondersteuning, aan gewonde Oekraïense soldaten en burgers en hun nabestaanden; vraagt om voortdurende aandacht en meer steun voor ontmijningsactiviteiten in Oekraïne en voor een ontmijningsprogramma voor de lange termijn;
29. verzoekt de Raad zijn sanctiebeleid ten aanzien van Rusland en Belarus te handhaven en uit te breiden en de doeltreffendheid en het effect van dit beleid te monitoren, te evalueren en te vergroten; verzoekt de Commissie en de lidstaten toe te zien op een snelle uitvoering en strikte handhaving van alle 13 sanctiepakketten; vraagt de Commissie een effectbeoordeling te verrichten inzake de doeltreffendheid van de sancties bij het belemmeren van de Russische oorlogsinspanningen en inzake het omzeilen van sancties; herinnert eraan dat de EU werkt aan wetgeving om inbreuken op beperkende maatregelen strafbaar te stellen; herhaalt zijn oproep aan de Commissie, de EDEO en de lidstaten om een mechanisme te ontwikkelen dat het omzeilen van sancties moet helpen voorkomen;
30. vraagt om een verbod op de invoer van Russisch uranium en Russische metalen in de EU alsook op samenwerking met de Russische nucleaire sector en met name Rosatom; vraagt om een onmiddellijk en volledig embargo op de invoer in de EU van Russische landbouw- en visserijproducten, fossiele brandstoffen en vloeibaar aardgas dat via onderzeese pijpleidingen wordt vervoerd, en om een verdere verlaging van de prijsplafonds voor Russische aardolieproducten in overleg met de G7-partners, opdat de Russische oorlog niet langer met EU-middelen wordt gefinancierd; vraagt voort om strafmaatregelen tegen de Russische “schaduwvloot”, die over de EU- en internationale wateren onverzekerd olie vervoert op onveilige schepen, en om sancties tegen bedrijven uit China en andere landen die Rusland helpen om de sancties te omzeilen; vraagt dat het huidige vergunningenstelsel voor militaire goederen en producten voor tweeërlei gebruik wordt uitgebreid tot een veel grotere groep oorlogsrelevante goederen, waaronder digitale componenten; vraagt dat de sancties tegen Belarus volledig worden afgestemd op die tegen Rusland; vraagt dat nog meer personen die door de corruptiebestrijdingsstichting van Aleksej Navalny zijn geïdentificeerd, worden opgenomen in de wereldwijde EU-sanctieregeling voor de mensenrechten en in andere sanctielijsten;
31. veroordeelt alle landen die militaire uitrusting aan Rusland leveren en het land helpen om de gevolgen van de opgelegde sancties te omzeilen en de effecten ervan te ontwijken, en vraagt de EU om bedrijven, verenigingen en individuen die deelnemen aan het omzeilen van sancties streng te vervolgen; vraagt de EU, de lidstaten en hun bondgenoten de doeltreffendheid van de reeds opgelegde sancties te vergroten, onverwijld maatregelen te nemen om elke poging om deze sancties te omzeilen tegen te gaan, en werk te maken van een aanvullend sanctiemechanisme waarmee eventuele mazen in de wetgeving kunnen worden gedicht;
32. herinnert bedrijven, personen, financiële instellingen en anderen die actief zijn in of waardeketens hebben die verbonden zijn aan de Russische Federatie of de gebieden die zij in Oekraïne bezet, met inbegrip van investeerders, consultants, niet-gouvernementele organisaties en aanbieders van zorgvuldigheidsdiensten, eraan dat zij te maken zullen krijgen met aanzienlijke bedrijfs-, juridische, economische en reputatierisico’s in verband met hun Russische zakelijke activiteiten en relaties; verzoekt de lidstaten bijzondere maatregelen te nemen om te voorkomen dat geavanceerde technologische producten die naar derde landen worden uitgevoerd, uiteindelijk in Rusland terechtkomen;
33. dringt erop aan dat het omzeilen van een beperkende maatregel van de Unie, onder meer door goederen over te brengen naar een bestemming waar beperkingen gelden voor de invoer, uitvoer, verkoop, aankoop, overdracht en doorvoer of het vervoer ervan, op EU-niveau strafbaar wordt gesteld; benadrukt dat het voor de handhaving van cruciaal belang is dat de EU schendingen van directe sancties, ook wanneer zij uit grove nalatigheid zijn begaan, alsook indirecte schendingen van sancties door het omzeilen van beperkende maatregelen van de Unie spoedig strafbaar stelt; juicht het toe dat de EU-instellingen onlangs een beginselakkoord hebben bereikt over nieuwe regels die de schending van EU-sancties strafbaar stellen;
34. hekelt het feit dat Rusland elk optreden op VN-niveau dat tot doel heeft het land ter verantwoording te roepen voor zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne blokkeert; vraagt de EU en haar lidstaten verdere maatregelen te nemen om het internationale isolement van Rusland voort te zetten, onder meer met betrekking tot het Russische lidmaatschap van internationale organisaties en organen, zoals de VN-Veiligheidsraad;
35. onderstreept dat er dringend een wettelijke regeling moet worden ingesteld die het mogelijk maakt om Russische activa die door de EU zijn bevroren, te confisqueren en te gebruiken om de diverse gevolgen van de Russische agressie tegen Oekraïne aan te pakken, onder meer door ze in te zetten voor de wederopbouw van het land en de schadeloosstelling van de slachtoffers van de Russische agressie, zodat de veerkracht van Oekraïne wordt versterkt; is vast van mening dat Rusland na afloop van de oorlog moet worden verplicht herstelbetalingen te doen zodat het land een substantiële bijdrage levert aan de wederopbouw van Oekraïne; is ingenomen met de instelling van het register van schade die is veroorzaakt door de Russische agressie, dat de eerste stap is van de oprichting van een internationaal compensatiemechanisme; is daarom ingenomen met het besluit van de Raad om, als eerste stap, buitengewone inkomsten uit activa en reserves van de Centrale Bank van Rusland die door EU-sancties zijn geïmmobiliseerd, opzij te zetten, zodat ze kunnen worden gebruikt om een financiële bijdrage te leveren aan de EU-steun voor het herstel en de wederopbouw van Oekraïne via de faciliteit voor Oekraïne;
36. uit nogmaals zijn bezorgdheid over de situatie in de kerncentrale van Zaporizja, die illegaal door Rusland onder controle wordt gehouden; steunt de inspanningen om de aanwezigheid van het Internationaal Atoomenergieagentschap in de kerncentrale van Zaporizja te handhaven; herinnert aan en veroordeelt de acties van Rusland die ernstige schade hebben toegebracht aan het milieu in Oekraïne, waaronder de vernieling van de Kachovkadam, het kappen van Oekraïense bossen, grootschalige mijnbouw en lucht- en waterverontreiniging; uit nogmaals zijn grote bezorgdheid over de bredere milieueffecten van de oorlog op lange termijn; onderstreept dat er een systeem moet worden opgezet om de door Rusland veroorzaakte milieuschade te registreren en te beoordelen, en dat er rechtsgronden moeten worden geschapen om Rusland voor deze misdaden ter verantwoording te kunnen roepen;
37. veroordeelt ten stelligste de vernieling en plundering van culturele artefacten in Oekraïne, zoals kerken, kunstwerken, musea en universiteiten, door Rusland; neemt nota van de door de Unesco geverifieerde schade die sinds het begin van de grootschalige invasie is toegebracht aan 341 locaties, waaronder 126 religieuze locaties, 150 gebouwen van historisch en/of artistiek belang, 31 musea, 19 monumenten, 14 bibliotheken en een archief; herhaalt dat de opzettelijke vernieling en plundering van Oekraïens cultureel erfgoed kan neerkomen op een oorlogsmisdaad;
38. vraagt de EU en haar lidstaten strategisch en proactief te werk te gaan om hybride bedreigingen tegen te gaan, de strategische communicatie van de EU te versterken en te voorkomen dat Rusland zich mengt in politieke, electorale en andere democratische processen in Oekraïne en in de EU, in het bijzonder door kwaadwillige handelingen die erop gericht zijn de publieke opinie te manipuleren en de Europese integratie te ondermijnen, met name in het licht van de komende Europese verkiezingen; verzoekt de Commissie, de EDEO en de lidstaten zowel in Oekraïne als in de lidstaten nuttige informatie te verstrekken over de voordelen en kansen die uitbreiding zowel Oekraïne als de lidstaten zou bieden, om het draagvlak voor toetreding en het inzicht van de burgers in het toetredingsproces te vergroten;
39. veroordeelt de moord op Maksim Koezminov in Spanje; vraagt de lidstaten snel en vastberaden te reageren op verstorende acties van de Russische inlichtingendiensten op het grondgebied van de EU; beveelt de lidstaten aan om de samenwerking en informatie-uitwisseling op het gebied van contraspionage te intensiveren;
40. spreekt zijn bezorgdheid uit over de beperking van buitenlandse reizen van leden van de Verchovna Rada van Oekraïne; is van mening dat dit zou kunnen worden beschouwd als een willekeurige beperking van de politieke activiteiten van verkozen parlementsleden, in het bijzonder van leden die de oppositie vertegenwoordigen; is ervan overtuigd dat in tijden van oorlog geen enkel politiek middel dat de zaak van Oekraïne in welk internationaal forum dan ook kan vertegenwoordigen, mag worden veronachtzaamd;
41. spreekt zijn grote waardering uit voor het niet-aflatende en onvermoeibare werk van het plaatselijke personeel van de delegatie van de EU in Oekraïne, in omstandigheden die voor hen en hun gezinsleden zeer moeilijk blijven; dringt er bij de EDEO en de Commissie op aan om noodplannen en tijdelijke oplossingen voor het plaatselijke personeel van de EU-delegatie uit te werken, met inbegrip van telewerken, flexibele werkregelingen en tijdelijke verhuizingsoplossingen, die zijn afgestemd op de reële behoeften en uitdagingen van het personeel; benadrukt bovendien dat het belangrijk is om goed zorg te dragen voor de geestelijke gezondheid van het personeel van de EU-delegatie;
42. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de president, de regering en de Verchovna Rada van Oekraïne, de Verenigde Naties en de Russische en Belarussische autoriteiten.
- [1] PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3.
- [2] Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12).