TITEL V : BETREKKINGEN MET DE ANDERE INSTELLINGEN EN ORGANEN EN POLITIEKE VERANTWOORDING
HOOFDSTUK 1 : BENOEMINGEN
Artikel 129 : Verkiezing van de Commissie
1. De Voorzitter nodigt de gekozen voorzitter van de Commissie uit om het Parlement in te lichten over de geplande structuur van de nieuwe Commissie en de verdeling van de verantwoordelijkheden (portefeuilles) in het voorgedragen nieuwe college van commissarissen overeenkomstig de beleidslijnen van de gekozen voorzitter, alsook over andere horizontale kwesties, zoals het genderevenwicht in dat college.
2. De Voorzitter verzoekt, na overleg met de gekozen voorzitter van de Commissie, de door de gekozen voorzitter van de Commissie en de Raad voor de verschillende commissarisposten voorgedragen commissarissen te verschijnen voor de voor hun vermoedelijke werkgebied bevoegde commissies of organen.
3. De hoorzittingen voorafgaand aan de benoeming worden gehouden door de commissies. Bij wijze van uitzondering kan een hoorzitting voorafgaand aan de benoeming echter een ander formaat hebben wanneer een kandidaat-commissaris hoofdzakelijk horizontale verantwoordelijkheden heeft, voor zover de bevoegde commissies betrokken zijn bij een dergelijke hoorzitting voorafgaand aan de benoeming.
De hoorzittingen voorafgaand aan de benoeming zijn openbaar.
4. De bevoegde commissies verzoeken de voorgedragen commissaris een verklaring af te leggen en vragen te beantwoorden. De hoorzittingen voorafgaand aan de benoeming worden georganiseerd op zodanige wijze dat de voorgedragen commissarissen het Parlement alle relevante informatie kunnen verstrekken. De bepalingen betreffende de organisatie van dergelijke hoorzittingen voorafgaand aan de benoeming zijn vastgelegd in een bijlage bij het Reglement
(1).
5. De gekozen voorzitter wordt uitgenodigd om het college van commissarissen voor te stellen en het Commissieprogramma toe te lichten tijdens een vergadering van het Parlement. De voorzitter van de Europese Raad en de voorzitter van de Raad zijn uitgenodigd. De verklaring wordt gevolgd door een debat.
6. Ter afsluiting van dat debat kunnen een fractie of leden die ten minste de lage drempel bereiken een ontwerpresolutie indienen. Artikel 136, leden 3 tot en met 8, is van toepassing.
7. Na de stemming over de ontwerpresolutie hecht het Parlement bij meerderheid van de bij hoofdelijke stemming uitgebrachte stemmen al dan niet zijn goedkeuring aan de Commissie. Het Parlement kan de stemming tot de volgende vergadering uitstellen.
8. De Voorzitter stelt de Raad in kennis van de verkiezing dan wel afwijzing van de Commissie.
9. In geval van een ingrijpende herschikking van de portefeuilles in de Commissie of een verandering in de samenstelling van de Commissie gedurende haar ambtstermijn, worden de betrokken commissarissen of andere kandidaat-commissarissen verzocht om aan een overeenkomstig de leden 3 en 4 te houden hoorzitting voorafgaand aan de benoeming deel te nemen.
10. In geval van een wijziging in de portefeuille of in de financiële belangen van een commissaris tijdens zijn of haar ambtstermijn wordt deze situatie overeenkomstig bijlage VII onderworpen aan toetsing door het Parlement.
Indien er tijdens de ambtstermijn van een commissaris een belangenconflict wordt vastgesteld en de voorzitter van de Commissie verzuimt de aanbevelingen van het Parlement voor het verhelpen van dat belangenconflict uit te voeren, kan het Parlement de voorzitter van de Commissie vragen het vertrouwen in de betrokken commissaris op te zeggen, op grond van punt 5 van het kaderakkoord over de betrekkingen tussen het
Europees Parlement en de Europese Commissie, en waar passend maatregelen te treffen om de betrokken commissaris zijn of haar recht op pensioen of andere, daarvoor in de plaats tredende voordelen te ontnemen overeenkomstig artikel 245, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.