TITEL
II
: WETGEVING, BEGROTING EN OVERIGE PROCEDURES
HOOFDSTUK
13
: EXTERNE VERTEGENWOORDIGING VAN DE UNIE EN GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID
Artikel
94
: Verklaringen van de hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en andere speciale vertegenwoordigers
1.
De hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid wordt verzocht ten minste vier keer per jaar voor het Parlement een verklaring af te leggen. Artikel 110 is van toepassing.
2.
De hoge vertegenwoordiger wordt ten minste vier maal per jaar verzocht vergaderingen van de bevoegde commissie bij te wonen, een verklaring af te leggen en vragen te beantwoorden. De hoge vertegenwoordiger kan ook bij andere gelegenheden worden uitgenodigd, wanneer de commissie zulks nodig acht of op eigen initiatief.
3.
Wanneer de Raad een speciale vertegenwoordiger met een mandaat voor specifieke beleidsvraagstukken heeft benoemd, kan hij op initiatief van het Parlement dan wel op eigen initiatief worden verzocht in de bevoegde commissie een verklaring af te leggen.