TITEL
I
: LEDEN, ORGANEN VAN HET PARLEMENT EN FRACTIES
HOOFDSTUK
2
: AMBTSDRAGERS IN HET PARLEMENT
Artikel
14
: Verkiezing van de Voorzitter - Openingstoespraak
1.
Eerst wordt overgegaan tot de verkiezing van de Voorzitter. De voordrachten moeten, vóór iedere stemming, worden medegedeeld aan het lid dat overeenkomstig artikel 12 voorlopig het ambt van voorzitter uitoefent, dat daarvan kennis geeft aan het Parlement. Indien na drie stemrondes geen kandidaat de volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen heeft behaald, kunnen bij de vierde stemronde alleen kandidaat zijn de twee leden die bij de derde stemronde het grootste aantal stemmen hebben behaald. Bij staking van stemmen wordt de kandidaat met de hoogste leeftijd voor gekozen verklaard.
2.
Zodra de Voorzitter is gekozen, draagt het lid dat overeenkomstig artikel 12 voorlopig het ambt van voorzitter uitoefent, het voorzitterschap over. Alleen de gekozen Voorzitter kan een openingstoespraak houden.