1.
Bij elke stemming verklaart de Voorzitter deze voor geopend en voor gesloten.
2.
Heeft de Voorzitter een stemming voor geopend verklaard, dan mag behalve de Voorzitter niemand meer het woord voeren, totdat de stemming voor gesloten is verklaard.
3.
Beroepen op het Reglement betreffende de geldigheid van een bepaalde stemming kunnen pas worden gedaan, nadat de Voorzitter de stemming voor gesloten heeft verklaard.
4.
Na bekendmaking van de uitslag van een stemming bij handopsteken kan om controle ervan aan de hand van de elektronische steminstallatie worden verzocht.
5.
De Voorzitter beslist over de geldigheid van de bekendgemaakte uitslag. Die beslissing is onherroepelijk.