Vorige 
 Volgende 
Reglement van het Europees Parlement
Achtste zittingsperiode - januari 2017
EPUB 158kPDF 948k
INHOUD
ZAAKREGISTER
BERICHT AAN DE LEZER

TITEL I  : LEDEN, ORGANEN VAN HET PARLEMENT EN FRACTIES
HOOFDSTUK 1  : LEDEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Artikel 11  : Financiële belangen van de leden en gedragsregels

1.    Het Parlement stelt transparantieregels inzake de financiële belangen van zijn leden vast in de vorm van een als bijlage (1) bij dit Reglement gevoegde gedragscode die door de meerderheid van zijn leden is goedgekeurd.

Deze regels mogen de leden niet anderszins belemmeren of beperken bij de uitoefening van hun mandaat en daarmee samenhangende politieke of andere activiteiten.

2.    De leden dienen als vaste praktijk te hanteren dat zij slechts belangenvertegenwoordigers ontmoeten die zijn ingeschreven in het transparantieregister dat is ingevoerd bij het Akkoord tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie over het transparantieregister (2).

3.    Het gedrag van de leden wordt ingegeven door wederzijds respect, berust op de waarden en beginselen zoals vastgelegd in de Verdragen en met name in het Handvest van de grondrechten, en doet geen afbreuk aan de waardigheid van het Parlement. Voorts mag dit gedrag geen afbreuk doen aan het goede verloop van de werkzaamheden van het Parlement, de handhaving van veiligheid en orde in de gebouwen van het Parlement en de werking van de apparatuur van het Parlement.

Tijdens parlementaire debatten onthouden leden zich van lasterlijk, racistisch en xenofoob taalgebruik of gedrag, alsook van het ontvouwen van spandoeken.

De leden houden zich aan de voorschriften van het Parlement met betrekking tot de behandeling van vertrouwelijke informatie.

Niet-naleving van deze grondbeginselen en voorschriften kan leiden tot de toepassing van maatregelen overeenkomstig de artikelen 165, 166 en 167.

4.    De toepassing van dit artikel doet anderszins geen afbreuk aan de levendigheid van de parlementaire debatten noch aan de vrijheid van meningsuiting.

Zij is gebaseerd op de volledige inachtneming van de prerogatieven van de leden, zoals vastgelegd in het primaire recht en het Statuut van de leden.

Zij berust op het beginsel van transparantie en waarborgt dat elke bepaling ter zake ter kennis wordt gebracht van de leden, die persoonlijk van hun rechten en plichten in kennis worden gesteld.

5.    Indien een persoon die werkt voor een lid of een persoon die door een lid toegang tot de gebouwen of apparatuur van het Parlement is verschaft, zich niet houdt aan de in lid 3 uiteengezette gedragsregels, kunnen aan het betrokken lid indien passend de in artikel 166 vastgestelde sancties worden opgelegd.

6.    De quaestoren bepalen hoeveel medewerkers ieder lid maximaal mag registreren.

7.    De gedragsregels, rechten en voorrechten van de voormalige leden worden vastgesteld bij besluit van het Bureau. Er wordt geen onderscheid gemaakt in de behandeling van voormalige leden.

(1)Zie Bijlage I.
(2)Akkoord van 16 april 2014 tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie over het transparantieregister voor organisaties en als zelfstandige werkzame personen die betrokken zijn bij het maken en het uitvoeren van het EU-beleid (PB L 277 van 19.9.2014, blz. 11).
Juridische mededeling - Privacybeleid