Vorige 
 Volgende 
Reglement van het Europees Parlement
Achtste zittingsperiode - juli 2018
EPUB 184kPDF 1059k
INHOUD
AANHANGSEL
ZAAKREGISTER
BERICHT AAN DE LEZER
COMPENDIUM VAN DE BELANGRIJKSTE RECHTSHANDELINGEN BETREFFENDE HET REGLEMENT

TITEL II : WETGEVINGS-, BEGROTINGS-, KWIJTINGS- EN OVERIGE PROCEDURES
HOOFDSTUK 10 : GEDELEGEERDE HANDELINGEN EN UITVOERINGSHANDELINGEN

Artikel 106 : Uitvoeringshandelingen en -maatregelen

1.   Wanneer de Commissie het Parlement een ontwerp van uitvoeringshandeling of -maatregel voorlegt, verwijst de Voorzitter dit ontwerp naar de voor de basiswetgevingshandeling bevoegde commissie, die een van haar leden voor de behandeling van een of meerdere ontwerpen van uitvoeringshandelingen of -maatregelen kan aanwijzen.

2.   De bevoegde commissie kan het Parlement een met redenen omklede ontwerpresolutie voorleggen waarin wordt verklaard dat het ontwerp van uitvoeringshandeling of -maatregel de bij de basiswetgevingshandeling verleende uitvoeringsbevoegdheden overschrijdt of anderszins onverenigbaar is met het Unierecht.

3.   In de ontwerpresolutie kan de Commissie worden verzocht het ontwerp van uitvoeringshandeling of -maatregel in te trekken, dit met inachtneming van de door het Parlement geformuleerde bezwaren te wijzigen of een nieuw wetgevingsvoorstel in te dienen. De Voorzitter stelt de Raad en de Commissie in kennis van het standpunt van het Parlement.

4.   Indien de door de Commissie beoogde uitvoeringsmaatregelen onder de in Besluit 1999/468/EG (1) vastgestelde regelgevingsprocedure met toetsing vallen, zijn daarnaast de volgende bepalingen van toepassing:

(a)   de termijn voor toetsing gaat in zodra het ontwerp van uitvoeringsmaatregel in alle officiële talen aan het Parlement is voorgelegd. Wanneer ingekorte termijnen voor toetsing gelden in de zin van artikel 5 bis, lid 5, onder b), van Besluit 1999/468/EG en in dringende gevallen in de zin van artikel 5 bis, lid 6, van dat besluit gaat de termijn voor toetsing in op de datum van ontvangst door het Parlement van het definitieve ontwerp van uitvoeringsmaatregel in de taalversies waarin het aan de leden van het overeenkomstig dat besluit opgerichte comité is voorgelegd, tenzij de voorzitter van de bevoegde commissie hiertegen bezwaar maakt. Artikel 158 is in de in de vorige zin vermelde gevallen niet van toepassing;

(b)   indien het ontwerp van de uitvoeringsmaatregel gebaseerd is op lid 5 of lid 6 van artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG, dat voorziet in ingekorte termijnen voor het Parlement om bezwaar te maken, kan een ontwerpresolutie waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de aanneming van het ontwerp van de maatregel door de voorzitter van de bevoegde commissie ingediend worden, wanneer de commissie zelf in de beschikbare tijd niet bijeen kon komen;

(c)   het Parlement kan, met een meerderheid van zijn leden, een resolutie aannemen waarbij bezwaar wordt gemaakt tegen de aanneming van het ontwerp van een uitvoeringsmaatregel en naar voren brengen dat het ontwerp de bij de basishandeling verleende uitvoeringsbevoegdheden overschrijdt, niet verenigbaar is met het doel of de inhoud van de basishandeling of niet strookt met het subsidiariteits- of evenredigheidsbeginsel;

   Indien de bevoegde commissie tien werkdagen voor het begin van de vergaderperiode waarvan de woensdag voorafgaat aan en het dichtst ligt bij de datum waarop de termijn voor bezwaar tegen de aanneming van het ontwerp van een uitvoeringsmaatregel verstrijkt geen ontwerp voor een dergelijke resolutie heeft ingediend, kunnen een fractie of leden die ten minste de lage drempel bereiken een ontwerpresolutie indienen om het onderwerp op de agenda van voornoemde vergaderperiode te plaatsen.

(d)   wanneer de bevoegde commissie de voorzitter van de Conferentie van commissievoorzitters bij een met redenen omkleed schrijven aanbeveelt dat het Parlement voor het verstrijken van de in artikel 5 bis, lid 3, onder c) en/of artikel 5 bis, lid 4, onder e) van Besluit 1999/468/EG voorgeschreven normale termijn verklaart geen bezwaar te maken tegen de voorgestelde maatregel is de procedure van artikel 105, lid 6, van dit Reglement van toepassing. (2)

(1) Besluit 1999/468/EG van 28 juni 1999 van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).
(2) Artikel 106, lid 4 wordt uit het Reglement geschrapt zodra de regelgevingsprocedure met toetsing volledig uit de bestaande wetgeving is verwijderd.
Laatst bijgewerkt op: 22 mei 2019Juridische mededeling - Privacybeleid