Vorige 
 Volgende 
Reglement van het Europees Parlement
Achtste zittingsperiode - juli 2018
EPUB 184kPDF 1059k
INHOUD
AANHANGSEL
ZAAKREGISTER
BERICHT AAN DE LEZER
COMPENDIUM VAN DE BELANGRIJKSTE RECHTSHANDELINGEN BETREFFENDE HET REGLEMENT

TITEL XII : BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN MET BETREKKING TOT EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN

Artikel 223 bis : Bevoegdheden en verantwoordelijkheden met betrekking tot Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (1)

1.   Indien het Parlement overeenkomstig artikel 65, lid 1, van het Financieel Reglement besluit zich het recht voor te behouden uitgaven toe te staan, treedt het op via zijn Bureau.

Op basis hiervan is het Bureau bevoegd besluiten te nemen overeenkomstig de artikelen 17, 18, 24, 27, lid 3, en 30 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad (2).

​​Individuele door het Bureau op basis van dit lid vastgestelde besluiten worden door de Voorzitter ondertekend namens het Bureau en worden ter kennis van de aanvrager of begunstigde gebracht overeenkomstig artikel 297 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Individuele besluiten worden overeenkomstig artikel 296, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met redenen omkleed.

Het Bureau kan te allen tijde het advies van de Conferentie van voorzitters inwinnen.

2.   Op verzoek van een vierde van de leden van het Parlement dat ten minste drie fracties vertegenwoordigt, stemt het Parlement over het besluit om overeenkomstig artikel 10, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen te verzoeken na te gaan of een geregistreerde Europese politieke partij of geregistreerde Europese politieke stichting de in artikel 3, lid 1, onder c, en artikel 3, lid 2, onder c, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 gestelde voorwaarden naleeft.

3.   Op verzoek van een vierde van de leden van het Parlement dat ten minste drie fracties vertegenwoordigt, stemt het Parlement over een voorstel voor een met redenen omkleed besluit om overeenkomstig artikel 10, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 bezwaar te maken tegen het besluit van de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen tot schrapping van een Europese politieke partij of Europese politieke stichting uit het register, binnen drie maanden na de kennisgeving van dat besluit aan het Parlement.

De bevoegde commissie stelt een met redenen omkleed ontwerpbesluit op. Bij verwerping van een ontwerpbesluit wordt het tegengestelde besluit geacht te zijn aangenomen.

4.   Op basis van een voorstel van de bevoegde commissie wijst de Conferentie van voorzitters krachtens artikel 11, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 twee leden aan voor het comité van onafhankelijke vooraanstaande personen.

(1) Artikel 223 bis is uitsluitend van toepassing op Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen als bedoeld in artikel 2, lid 3 en 4, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014. Zie ook de voetnoten bij artikelen 224 en 225.
(2) Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1).
Laatst bijgewerkt op: 22 mei 2019Juridische mededeling - Privacybeleid