Vorige 
 Volgende 
Reglement van het Europees Parlement
Negende zittingsperiode - januari 2021
EPUB 149kPDF 698k
INHOUD
BERICHT AAN DE LEZER
COMPENDIUM VAN DE BELANGRIJKSTE RECHTSHANDELINGEN BETREFFENDE HET REGLEMENT

TITEL VII : ZITTINGEN
HOOFDSTUK 5 : QUORUM, AMENDEMENTEN EN STEMMING

Artikel 194 : Stemverklaringen

1.   Na sluiting van de stemming mag ieder lid na de enkele stemming en/of de eindstemming over een onderwerp dat aan het Parlement is voorgelegd een mondelinge verklaring van ten hoogste één minuut afleggen. Ieder lid mag per vergaderperiode ten hoogste drie mondelinge stemverklaringen afleggen.

Ieder lid mag over een dergelijke stemming een schriftelijke stemverklaring van maximaal 200 woorden afleggen, die wordt opgenomen op de ledenpagina van de website van het Parlement.

Een fractie mag een stemverklaring van ten hoogste twee minuten afleggen.

Nieuwe verzoeken om een stemverklaring af te leggen, kunnen niet meer worden ingewilligd wanneer met de eerste stemverklaring over het eerste punt is begonnen.

Stemverklaringen zijn toegestaan na de enkele stemming en/of de eindstemming over elk punt dat aan het Parlement is voorgelegd. Voor de toepassing van dit artikel zegt de term "eindstemming" niets over het type stemming, maar staat die term voor de laatste stemming over een onderwerp.

2.   Stemverklaringen zijn niet toegestaan bij geheime stemmingen of stemmingen over procedurele aangelegenheden.

3.   Staat een punt zonder amendementen of debat op de agenda van het Parlement, dan mogen de leden uitsluitend schriftelijke stemverklaringen overeenkomstig lid 1 afleggen.

Mondelinge of schriftelijke stemverklaringen moeten rechtstreeks verband houden met het punt dat aan het Parlement is voorgelegd.

Laatst bijgewerkt op: 15 januari 2021Juridische mededeling - Privacybeleid